Jou
'T KLEINE KRANTSJE
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
MOLEN"DE JONGE"
Een prachtig plaatje, die drie
molens aan de Harlingertrek-
vaart. De heer A. Dijkstra uit
Neede kan de molen van Piebe
Piers Tanja thans nog steeds
bezichtigen. In 1887 is de olie
molen "De Jonge" als de koren
molen "De Vlijt" weer opge
bouwd aan de Gelderse zijde
van de IJsel in Vorchten, een
boerengehucht met 230 inwo
ners, maar ook de onvermoede
locatie van één van Neerlands
oudste kerken, ca. duizend jaar
oud. Hier in Vorchten staat deze
molen, net over de gemeente
grens van Heerde, in de
gemeente Wijhe, op de Marler
Enk. Het is mij niet bekend, of
de molen thans nog functio
neert.
Leeuwarden B. van Raalte
LICHTRECLAME
Voor alle duidelijkheid merk ik
op dat het artikel van de heer
Wouda in een vorig Kleine
Krantsje in zoverre onjuist is,
dat niet de genoemde lichtre
clame Van Nelle tabakswa
ren betrof, maar de evenmin
versmade koffie en thee. Aldus
luidde deze reclame: "Van
NELLE voor KOFFIE en THEE",
en dan niet op het pand hoek
St. Jacobsstraat/Nieuwestad,
doch aan de overkant op het
pand van voorheen comesti-
bleszaak NICOLAAS DIJK
STRA, aldus op de hoek van de
St. Jacobsstraat en het Naauw.
Leeuwarden
S. van Heerewaarden
LICHTRECLAME
Even een reactie op het
geschrevene van de heer
J. Wouda over Lichtreclame.
Reclame op sigarenwinkel is
juist, maar de reclame van Van
Nelle is fout, deze stond op het
pand van Nic. Dijkstra aan de
overzijde van de Sint Jacobs
straat Naauw. Wij verkochten
geen rookartikelen, maar wel
Van Nelle koffie.
Reclame is omstreeks 1923
geplaatst, was rond en veran
derde steeds van rood op wit.
De reclame van de heer
Huizinga was ongeveer even
oud, maar ik weet de tekst niet
meer. Zelf was ik in drie jaren
bediende bij Nic. Dijkstra.
Leeuwarden
A. van Dijk
VEILIG IN DE GEVANGENIS
Bij deze wil ik reageren op het
artikel in 't Kleine Krantsje van
oktober, dat de wonderbaarlijke
overleving beschrijft van een
joodse gevangene in de
Bijzondere Strafgevangenis
Leeuwarden tijdens de Duitse
bezetting. Allereerst de naam
van de man, die beslist niet
Sally Z. was maar Manie (van
Emanuel) Polak. Zijn register-
nummer was 868.
Ik werkte vanaf begin 1942 bij
de administratie van de gevan
genis en heb Manie dan ook
een aantal jaren meegemaakt.
Zijn hele familie heeft de oorlog
niet overleefd. Als hij in plaats
van levenslang van het ge
rechtshof in Amsterdam bij
voorbeeld twintig jaar gevange
nisstraf had gekregen, had
Manie ongetwijfeld het lot van
zijn familie gedeeld.
Toen de bezetter in 1943 jood
se gedetineerden liet overplaat
sen naar het toenmalige "straf
kamp Ommen" (wat er verder
met hen zou gebeuren konden
wij toen amper bevroeden)
mocht Manie blijven. In hem als
levenslang veroordeelde waren
de Duitsers niet geïnteres
seerd. Manie had uiteraard een
grondige hekel aan Duitsers en
hun trawanten. Toen enkele
jaren na de oorlog enige hon-
derdert van deze lieden, inmid
dels tot langdurige gevangenis
straffen veroordeeld, in de
Leeuwarder gevangenis waren
ingesloten, kwam op zekere
dag de bekende schrijver
Willem van lependaal een kijkje
nemen, vergezeld door de
inspecteur van het gevangenis
wezen, dr. J. van der Grient. Zij
kwamen ook bij Manie in de cel
en Van lependaal vroeg hem, of
hij "politiek" was. Manie
reageerde verontwaardigd: "De
hemel beware me; ik ben geen
misdadiger!"
Manie is later overgeplaatst
naar Utrecht voor een deskun
dig onderzoek in de psychiatri
sche observatiekliniek aldaar.
Bezien moest worden, of hij "op
jaren" (vijf en twintig of dertig
jaar gevangenisstraf) kon wor
den gesteld. Ik ben hem toen uit
het oog verloren maar weet
wel, dat het onderzoek heel wat
voeten in de aarde heeft gehad.
Manie was bepaald geen mak
kelijk, meegaand en medewer
kend type. Ik heb toen wel eens
gehoord, dat hij in gevangen
schap is overleden.
In de oorlogsjaren was er nog
een andere levenslang veroor
deelde in Leeuwarden, voor wie
de bezetter geen belangstelling
toonde, ene M. Hij had als lei
dekker in Amsterdam in de der
tiger jaren zijn compagnon van
de Majellatoren gestoten, nadat
zij even tevoren op elkanders
leven een fikse verzekering
hadden afgesloten.
Deze M. was een zg. Rijksduit
ser en hij dacht daardoor zijn
vrijheid voortijdig te kunnen
bewerkstelligen. Helaas voor
hem: zijn plan mislukte en M.
zat na de oorlog nog geruime
tijd in de gevangenis.
Leeuwarden
H. S. Born
Wat de door ons gebezigde
naam "Sally Z" betreft is het
zo, dat we haast altijd de
namen van veroordeelden
om begrijpelijke redenen wij
zigen.
Red. 't Kleine Krantsje
HUIS KWIJT...
In het nummer van september
vroeg een abonnee naar de
verdere inhoud van een feest
liedje, waarvan zij zich alleen
de beginregels herrinnerde.
Welnu, dat liedje kende ik,
omdat ik het ook hier wel hoor
de zingen en dan zeer enthou
siast bij verschillende huwe
lijks- en bedrijfsfeesten.
Wat bleken die Twentenaren
dan te kunnen zingen, je kende
ze gewoon niet terug. Veel
Duitse versjes ("Schön ist die
Jugendzeit" bijvoorbeeld) maar
dus ook dat liedje als refrein:
"Kun je me ook zeggen, waar
woon ik?/Wie me netjes naar
huis brengt, beloon ik/Ik heb
toch zo'n last van duizelig
heid/Ik weet niet hoe 't komt,
maar mijn huis ben ik kwijt..."
"Kun je me ook zeggen waar
woon ik,Wie me netjes thuis
brengt beloon ikWie hellept me
uit de moeilijkheidA is gek dat
'k het zeg, maar mijn huis ben
ik kwijt."
Enschede
S. D. Postmus
OPA, JE RAADT HET NOOIT!
Mijn schattige kleindochter
Deborah is nu ruim zes jaar en
ze houdt veel van tekenen. Ze
logeerde bij ons, bij oma en
opa, en toen ik de kamer bin
nen kwam, zag ik dat ze met
een snelle beweging haar teke
ning omdraaide.
"Je mag nog niet zien, hoor, wat
ik teken! Heb je 't gezien?" zei
ze geheimzinnig.
Ik had werkelijk geen flauw idee
welk onderwerp ze aan het illu
streren was en sprak mijn diepe
afkeuring, zo niet walging uit
over dat soort Opa's dat altijd
maar zit te loeren wat hun
kleindochters nou weer aan het
tekenen zijn.
Waarschijnlijk was ze ontroerd
over mijn betoog en versleet ze
mijn bravehendrikkengedoe
voor een oceaan van begrip,
want ineens zei ze wat toe
schietelijker: "Ik zal je er iets
van vertellen:, ze miauwt de
hele dag!"
Nou ben ik, al zeg ik het zelf,
lang niet mis met raden, maar
je moet toch oppassen met te
snel beslissen. Je zit er dan te
gauw naast. Maar toch hoorde
ik mezelf zeggen: "Dat is mis
schien wel de kat?"
Ze vertrouwt mij, ze keek me
vriendelijk aan, de zon brak
door op haar lief gezichtje en...
ze knikte van ja!
Ter Apel Jelle Vening
NIET MET OMGRIEMD...
In een van de vorige nummers
plaatste u een omschrijving van
onder andere de "Kiepeloop" en
de omgeving daarvan, het
Hoeksterpad.
Toen ik dat las kwam er bij mij
een diep weggegraven herinne
ring naar boven.
Eens moesten wij daar bij een
zekere familie De Jong een
kamer schilderen en behangen.
Het was een éénkamerwoning
en terwijl we daar werkten huis
den die mensen op de zolder
boven die ene kamer.
Ik was bezig met het schilderen
van het plafond, dat uit zoge
naamde kraalschroten planken
bestond, toen er plotseling een
behoorlijke lekkage optrad,
waarbij ik het water op m'n
hoofd kreeg.
Consternatie! Waar kon dat nou
vandaan komen, terwijl het bui
ten helemaal niet regende...
Wat bleek? Een kleine kleuter
zat boven op het potje en was
met inhoud en al onderstebo
ven gegaan.
Ik had vanzelfsprekend met m'n
natte hoofd enigszins de pé in,
maar nu nóg hoor ik dat moe
dertje zeggen: "Och Postmus,
de must mar soa rekene, er is in
elk geval niet omgriemd met dat
spul!"
Enschede S. D. Postmus
WONDERMENSEN
Ons verhaal in het septem
bernummer, naar aanleiding
waarvan Ritsko van Vliet nu
dit relaas over "niet bestaan
de wondermensen" schreef,
handelde over "Vreemde
Verhalen in de stad", waarin
hij door bepaalde supporters
van de voetbalvereniging
aangewezen werd als de
man, die de oorzaak van een
wel heel merkwaardig ver
schijnsel zou zijn. Namelijk
dat van de voortdurende
nederlagen van de Sportclub
Cambuur. Ritsko van Vliet
heeft gezegd daar niets mee
te maken hebben gehad. "Het
zal wel aan het feit liggen, dat
de beste spelers zijn ver
kocht," beweert hij nu.
Wondermensen bestaan niet!
Wel oplichters en bedriegers en
natuurlijk serieuze gooche
laars.
Naar aanleiding van het artikel
van Fenno Schoustra in 't K.K.
van september, lijkt het mij
goed toe iets mede te delen
over het werk van de huidige
wondermensen zoals hypnoti
seurs en genezers. Natuurlijk
werken zij met trucks en een
enorme beïnvloeding. Wanneer
de goochelaar dit doet zegt hij
dat hij mentalist is en ook wel
pseudo-helderziende. Men
weet dus dat men er even "tus
sen genomen" wordt.
Er reist nu al weer een paar
jaren een hypnotiseur door het
land; hij was ook op de televisie
met een zogenoemde hypnose
show. Ik geloof niet aan hypno
se, de meeste goochelaars
geloven er niet in. Deze men
sen werken met helpers en
zouden zij dat niet doen, dan
zoekt hij mensen uit, die "zich
laten gaan". Want iedereen is
wel ijdel en wil wel eens op het
toneel. In de televisieuitzendin
gen lag de "af-spraak" er duide
lijk boven op.
De hypnotiseur begon met te
zeggen, dat wat hij deed, niets
met goochelen te maken zou
hebben Oh neen - hij begon
(Vervolg op pag. 8)
Opnamen van achter de muren van de Leeuwarder strafgevangenis uit de tijd dat
Sally Z. ofwel Manie Polak hier nog gevangen zat. Hij verbleef hier al vele jaren en zat
er tijdens de oorlog zelfs erg veilig. (Foto's Collectie Fenno Schoustra/'t Kleine
Krantsje)