GROOT TUMULT DOOR OP DAK NEERPLOFFENDE PILOOT 'SOLDAATSJE SPEULE' LIEP UIT DE HAND NA BOTSING TWEE STRAALJAGERS pagina 6 Bij elven waren ze die avond in februari 1961 naar bed gegaan, de bewoners van het pand Menno van Coehoornstraat 30, Arie van Zuiden, de concierge van de Ambachtsschool, z'n vrouw Baukje Juckers, hun vier en twintig jaar oude dochter Antje en hun kostganger Appie Stoelwinder. Dik drie kwartier later schrokken allen door onbestemde geluiden met een schok wakker uit hun eerste slaap. De een dacht meteen aan inbrekers, een ander aan een onweersbui en zelfs werd er verondersteld, dat het al zo ver was en dat de Russen er waren. Terwijl de beide mannen meteen een jas aanschoten en in het huis op onderzoek uitgingen, wisten de beide dames niet, waar ze zich moesten bergen, want, waarempel, zij hoorden nu toch duidelijk voetstappen op het platte dak. Spoedig op straat geraakt begrepen de zoekende heren nu ook, dat er minstens één kerel op het dak zat, waarschijnlijk een indringer, want op hun geroep antwoordde hij niet. Tot inmiddels toegeschoten buren ontdek ten, wat er zich hier precies afspeelde: er was, hoe bestaat het, een vliegenier aan zijn parachute op het huis geland! Kort nadat de vliegenier van het dak was gehaald werd deze foto gemaakt bij het pand Menno van Coehoornstraat nummer 30. De ladder staat er nog tegen de muur aan. Vanuit de raamopening volgt dochter Antje van Zuiden de gang van zaken met de grootste belangstelling. Contact tussen de onthutste mensen op straat en de vreem de gast op het dak ontstond er pas, toen die zijn vliegerhelm afzette en eindelijk kon horen, wat het opgewonden volk hem toeschreeuwde. Zelf bleek hij doodkalm te zijn en met zijn eerste woorden verbaasde hij iedereen: "Ik hoop, dat u mij hier af kunt halen, want ik heb toch écht wel hoogtevrees..." ALS EEN HAAS Arie van Zuiden is toen als een haas naar zijn school gesneld om een ladder te halen en bin nen de kortste keren stond de vliegenier op de begane grond. Hij stelde zich netjes voor als Luitenant De Jager," veront schuldigde zich voor alle onge mak op dit late tijdstip van de dag en vertelde, dat hij met de sterke nylonkoorden van zijn parachute was blijven hangen aan de televisie-antenne op het dak. Mevrouw Van Zuiden zette meteen koffie, waardoor ieder een van de eerste schrik kon bekomen en een achterbuur man belde de politie, zodat de vliegenier binnen tien minuten al kon vertrekken naar de Vliegbasis Leeuwarden, van waar hij, zoals al spoedig bleek, ook was vertrokken. Intussen gingen de tumultueuze gebeurtenissen door, die op de betrokkenen een grote indruk maakten en gewoon onvergete lijk werden. Het werd een voort durende aanloop van politie- en persmensen, van luchtmacht mannen en omwonenden en de familie Van Zuiden en hun kost ganger kwamen woorden te kort om uit te leggen, wat ze bij dit zonderlinge avontuur allemaal hadden gehoord en gedacht. En wat was er precies gebeurd, wat ging er vooraf aan deze zeldzame parachutelanding op het dak van een woning midden in een woonwijk van Leeuwar den? Wel, niets meer of minder dan een botsing tussen twee straal jagers boven of in ieder geval in de onmiddellijke nabijheid van de stad! Deze vliegtuigen, een Hunter van de Eerste Luitenant T. G. de Jager van de Vliegbasis Leeu warden en een F 86 K Sabre van de Tweede Luitenant J. Kuper van de Vliegbasis Twenthe deden mee aan een luchtverdedigingsoefening, waarbij de Hunter de rol vervul de van aanvaller en de Sabre die van verdediger. Verondersteld werd dat de Sabre de Hunter op een hoogte van twaalf kilometer van achte ren had geraakt. Het toestel van de in het Friese Bergum wonen de De Jager kreeg plotseling een harde klap, waarna de vlie ger onmiddellijk zijn schietstoel in werking stelde - hij verliet dus zijn machine, wat hij een jaar eerder bij een crash ook al eens had moeten doen. BIJ WEIDUM De Hunter stortte neer bij Weidum op een afstand van een kleine tweehonderd meter van de boerderij van de veehou der S. Kalma, wiens familie ove rigens niets van deze ramp-op- een-haar-na merkte. Pas ont waakte zij na het ontstaan naast de deur van allemaal onver klaarbaar autoverkeer, dat zich bleek te begeven naar een felle brand bij de Jorwerdervaart - daar brandde het neergestorte vliegtuig geheel uit, zonder dat al die brandweerwagens veel konden doen. En de dertigjarige Luitenant De Jager kwam aan zijn valscherm terecht boven het oosten van Leeuwarden, waar hij wilde lan den op de ruimte voor de Ambachtsschool. Maar dat lukte niet, hij schoot door en plofte zo op het dak van het pand in de Menno van Coehoornstraat, waarvan de bewoners dus pas later begrepen, welke ongeno de gast zij in deze nacht nog op visite kregen. De Sabre van de in Schildwolde wonende vier en twintigjarige Tweede Luitenant Kuper vloog na het treffen met de Hunter nog een eind door, voor ook deze vlieger zijn toestel per schietstoel verliet. De piloot kwam bij Zwagerveen terecht en moest een flink stuk lopen, voor hij bij een huis kwam, waar nog licht brandde en ook een telefoon aanwezig was. Daar door duurde het een lange tijd, voor de luchtmacht begreep, dat ook hij de crash had overleefd. Een zo gelukkige afloop voor beide vliegers werd later door de luchtmachtvoorlichtings dienst "een wonder" genoemd. Het vliegtuig van de Luitenant Kuper, moet, nadat hij dit had verlaten, ook onbestuurd nog een heel eind zijn doorgevlo gen. Het werd nergens terugge vonden en verondersteld werd daarom, dat het in de Lauwers- zee of in de Waddenzee is neer gestort. FLES COGNAC Om de goede afloop te vieren haalde basiscommandant J. L. Bosch nog een beste fles cog nac van huis en de klok sloeg al drie keer, toen de beide vliegers elkaar op de Vliegbasis Leeu warden de hand konden geven en elkaar konden toeklinken: wat had dit allemaal anders kunnen aflopen! Fenno L. Schoustra Vlak voor de oorlog werd de Leeuwarder jeugd door de oefeningen van het Nederland se leger geïnspireerd. De kin deren speelden toen heel graag "soldaatje". Ik kan me nog goed herinneren, dat de jongens in de leeftijd van zo'n elf tot en met vijftien zich voorzagen van allerlei zelfgemaakte wapens, zoals knuppels, katapulten, houten zwaarden, schilden en helmen. En van oude kleden werden zogenaamde legerten ten gemaakt. Met, waarempel ook een heuse Rode Kruispost, compleet met een verpleegster en verband. Er moest natuurlijk worden geoefend, zoals ook het echte leger dat deed. Naast het Cambuurveld lag aan de rech terzijde een oefenterrein van het Nederlandse leger. Er was daar toen nog geen weg. We slopen en kropen door de loopgraven en forten onder de camouflagenetten naar een denkbeeldige vijand. Heel spannend allemaal! HEEL SERIEUS Op de schoolpleinen werd dik wijls na schooltijd geëxerceerd. Het ging er allemaal heel seri eus aan toe. De bevelen had men van het echte leger geleerd. De oudere jongens hadden dan meestal de leiding. Die bezaten dan ook de hoog ste rangen. Een geducht leger had zich in de buurt van de Uloschool gevormd. Die jongens kwamen hoofdzakelijk van de Nieuwe- buren en uit de zijstraten van de Spanjaardslaan. Volgens de verhalen zaten in dit'jongensle- ger enkele sterke knapen, zoals Jappie Stoelwinder (generaal), Freke de Vos (kolonel), de broers Knoops van de Frisia ijs fabriek, Jan Akkerman (sol daat), Peke van der Henne (sol daat) en nog vele anderen. Uit het grote gezin Schippers (Nieuweburen) kon men veel soldaten recruteren. VERPLEEGSTER Dirkje Schippers, één van de weinige meisjes, was verpleeg ster. Men had voor haar van oude lakens een Rode Kruisjurk en een echt kapje gemaakt. Gerrit Kamstra, de zoon van de bekende bakker in de Breed- straat, werd als lid van de jeugddrumband "Klein maar dapper" tot luitenant gepromo veerd. Hij mocht bij het marche ren met een echte trommel voorop lopen en dat was een hele eer. Door de Put en omge ving werd hij als een overloper beschouwd. De jongens uit die buurt, die een concurrerend leger hadden gevormd, vonden dat hij als bewoner van de Breedstraat bij hen hoorde. Helaas voor hen, zaten z'n vrienden in het leger van de Nieuweburen. Er moest natuurlijk ook worden gevochten. Nu, vijanden waren er genoeg. Bijna elke wijk in Leeuwarden had een jeugdle- ger. Zo werd bijvoorbeeld een verbeten strijd geleverd tussen de jeugd van de Nieuweburen, De Put, het Oldegalileën, de (Vervolg op pag. 16)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1996 | | pagina 6