REKLAME DICKVANDERHEIJDE JR
HOGE MUUR IN STEEG
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 15
adviesbureau voor reklame en publiciteit
jozef israëlsstraat 6-10 058-124984
De Feidgendarmerie gelast te gaan dreggen naar een
motorvoertuig, dat vermoedelijk in de afgelopen nacht
nabij de Wirdumerpoortsbrug of de Prins Hendrikbrug te
water is gereden.
De Wachtmeester Lindeboom geeft telefonisch kennis dat
bij het dreggen tussen de Wirdumerpoortsbrug en de
Potmargebrug een vierwielige DKW-autovoertuig van de
Duitsche Weermacht te water ligt. De Fe/gendarmerie zal
voor het uit het water halen hiervan maatregelen treffen.
De scheepvaart ondervindt geen stagnatie.
Door den officier van dienst werd mij opdracht gegeven
om een onderzoek in te stellen naar vernielde ruiten in het
gymnastieklokaal van de school, staande aan de
Schoolstraat te Huizum. Bij onderzoek bleek mij, dat er 32
ruitjes (15/20 cm) vernield waren. Van een der omwonen
den hoorde ik, dat tijdens de huisvesting van de militairen
ook reeds ruiten vernield waren geraakt. In verband met
bovenstaande zijn door mij, Opperwachtmeester Mein, op
verschillende datums verhoord: Lommy Kalma, oud tien
jaar, Raadhuisstraat 3, verklaarde vijf ruitjes te hebben
vernield, Jenno Leenstra, oud acht jaar, Schrans 64, ver
klaarde 8 ruitjes te hebben vernield, Albert Ernst
Westerhuis, oud vijf jaar, verklaarde twaalf ruitjes te heb
ben vernield, Berend Popke Westerhuis, oud zes jaar,
Raadhuisstraat 7, verklaarde zes ruitjes te hebben ver
nield, Jan Bakker oud twaalf jaar, Nieuwe Schrans 11, ver
klaarde één ruitje te hebben vernield. Volgens de techni
sche ambtenaar A. P. Oosterhof bedragen de kosten vijf
en zeventig cent per ruitje. De ouders zijn genegen de'
schade te vergoeden. Een lijstje met de namen en adres
sen van de jeugdige daders, alsmede de te betalen kos
ten, is door mij bij de Gemeentewerken te Leeuwarden
ingediend, die voor inning van de gelden zorg zal dragen.
De Luchtbeschermingsbeambte Copini brengt terzake
Openbare dronkenschap aan het bureau Philippus van
der Maas, geboren in 't Bildt, 26 november 1888, zonder
beroep, geëvacueerd verblijf houdende in het Beurs
gebouw. Hij is ter ontnuchtering in arrest gesteld.
Gearresteerd negentien overtreders van het
Uitgaansverbod.
De rechercheur Zijlstra rapporteert, dat hij tezamen met
de Hoofdwachtmeester Spoelstra van de S.D. heeft over
genomen het lijk van een onbekende man. Het lijk is door
het damespiket van de L.B.Z. naar het lijkenhuisje aan de
Oude Begraafplaats overgebracht. Een onderzoek naar
de identiteit wordt ingesteld.
De in de vorige mutatie bedoelde persoon is genaamd
Petrus Woudsma, geboren te Dokkum, 12 november 1919
en wonende te Aalsum A. 21. Op last van de Sicherheits
Dienst moet het lijk te Leeuwarden worden begraven. De
Directeur Dijkstra van de Noorderbegraafplaats is met
vorenstaande in kennis gesteld en zal voor uitvoering
Wilhelmina Vaas, oud drie en zestig jaar, zonder beroep,
wonende Veestraat 5, deelt mee, dat de slager De G. de
banden van haar rijwiel, dat hij geleend had, heeft verwis
seld. Hoofdwachtmeester Van der Werf doet onderzoek.
De Directeur van de Bijzondere Strafgevangenis geeft per
telefoon kennis, dat vermoedelijk reeds tevoren om 24
uur, uit de strafgevangenis drie arrestanten zijn ontvlucht:
Pieter Graper, geboren te Maastricht 27 september 1920,
vliegtuigtechnicus, Bachstraat 13 te Leeuwarden,
Arrestant van de Feidgendarmerie; Pieter Koster, gebo
ren te Leeuwarden 27 februari 1902, wonende te
Harlingen, Arrestant van de S.D. en Willem Jan Lammers,
geboren te Zutphen, 4 april 1915, Azaleastraat 62.
Arrestant van de S.D. Volgens genoemde Directeur had
Wachmeester Boven van de Gemeentepolitie te
Leeuwarden Pieter Graper, die de ontvluchting in elkaar
had gezet, in de Korfmakersstraat gevat en naar de
Strafgevangenis teruggebracht. Ook had volgens hem de
Landwacht, die aldaar wacht houdt de S.D. en de
Feidgendarmerie met de onvluchting in kennis gesteld.
Graper had met een ijzerzaagje de spijlen van een raam
doorgezaagd, vervolgens met} dekens, die in stukken
waren gescheurd, zijn zij over een hooge muur geklom
men en zoo ontsnapt. Het ijzerzaagje moest in zijn brood
gebracht zijn. Wachtmeester Boven zou aan de gevange
nis komen om de zaak op te nemen en proces-verbaal
opmaken.
Berend Dijkstra, oud vier en zestig jaar, veehouder,
wonende Hempenserweg 27, doet aangifte, dat in de
afgeloopen nacht een in een hok achter zijn woning
staand schaap gedeeltelijk is geschoren en de wol door
onbevoegden is meegenomen.
Johan Willem Rodenhuis, oud acht en dertig jaar, admini
strateur, wonende Leeuwerikstraat 103, doet namens de
N.P.N. aangifte van de vermissing van twintig kippen,
welke in den afgeloopen nacht uit de kippenfokkerij aan
het Schapendijkje zijn ontvreemd.
Engelsche pamfletten welke in den afgeloopen nacht op
straat zijn gevonden, vermoedelijk afkomstig van het
Geallieerd Opper Commando, zijn in opdracht van de
Korps-Chef van Politie ter beschikking gesteld van de
Onder Luitenant Diefenbach.
Bij het gehouden appel van de middagdienst blijkt de
Wachtmeester Looyenga afwezig te zijn. Hij heeft heden
te 17 uur het bureau van politie verlaten en na dien is hij
niet meer aan het bureau verschenen. Bij hem thuis werd
niemand aangetroffen, zoodat aangenomen moet worden,
dat hij is ondergedoken.
Tussen de Nieuwestad en het
Ruiterskwartier loopt, evenwij
dig aan de Oude Lombard-
steeg, de veel smallere Hoede-
makerssteeg - in vroeger tijden
moeten hier hoedemakers heb
ben gewoond en gewerkt.
In de oorlog, toen de gevrees
de Duitse Sicherheitspolizei re
sideerde in het gebouw van de
spaarbank op de hoek van de
Zuiderstraat, moet het eens zijn
gebeurd, dat een arrestant
kans zag te ontvluchten uit het
gebouw van de spaarbank.
Door gebruik te maken van de
Hoedemakerssteeg kon hij snel
op de Nieuwestad komen en zo
verder ontsnappen.
De Duitsers hebben toen mid
den in de Hoedemakerssteeg
een hoge muur opgetrokken,
om te voorkomen, dat een der
gelijke ontvluchting zich nog
eens zou herhalen.
Tot de dag van de bevrijding
heeft deze muur het onmogelijk
gemaakt van de Hoedemakers
steeg als doorgang gebruik te
maken.
Gistermiddag is, na een lang
durige ongesteldheid, een oude
vrouw overleden, die lang tot
een van de bekende straatver
schijningen in onze stad be
hoorde. Boukje, met achter zich
't witte hondje, waarvoor ze
steeds een overdreven be
zorgdheid aan de dag legde,
werd door de kinderen nogal
eens een beetje in 't ootje ge
nomen, doch onder de ouderen
en vooral onder de politieagen
ten, had de zielige vrouw heel
wat beschermers, zoodat haar
geen bepaald leed geschiedde.
De laatste jaren woonde Bouk
je in een van de oude huisjes
aan het Luilekkerland en daar
is zij gister, drie en zeventig
jaar oud, ook overleden. Oude
Boukje was voor die haar ken
den, een hartelijk meelevende
vrouw; ook was ze een trouwe
kerkgangster. Behalve in tijden
van ziekte was haar plaats in
de kerk zelden onbezet.
(1932)