VADER KON MOOI VERTELLEN •T KLEINE KEAHTSJE REDDER MOEIZAAM GERED SCHOORSTEEN DICHTSTOPPEN GEVAARLIJKE SCHIPPERSGRAP VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 5 Vader kon mooi verteilen en of dat nou over Tarzan ging in de uitgestrekte oerwouden van Afrika of over Sip-su, de moedi ge Eskimo-jongen, hij vertelde er spannend over. Hij wist gewoon hoe iedereen reageer de, ook van alle dieren wist hij de zeer verschillende gewoon ten. Toen ik zelf begrijpend kon lezen was het heerlijk in de win ter bij de knapperende houtka chel, later kolenhaard, te zitten. Het keteltsje water neurde en zong. Een kop hete thee met een stuk Deventer koek leverde een onmisbare bijdrage. Een Deventer koek kostte destijds bij de Beer op het Vliet de somma van twaalf cents. Wij lazen dan over Jopie Slim, Bulletje en Bonestaak, de vreemdste sujetten gaven acte de présence in de boeken die wij lazen. Kruimeltje, de schle miel, zette ons gezin massaal in de natte neusdoeken en de Wijze Geit mekkerde zeer ver standig in de onvolprezen afle veringen van het Leeuwarder Nieuwsblad. Het Kleine Krantsje hadden we jammer genoeg toen nog niet maar wel onze grote vriend en toeverlaat Gijsje Goochem met zijn mak ker Wimpie. Het was een strip verhaal en als deze twee het avontuur tegemoet gingen zei Gijsje: "Fruit, Wimpie!" Ik voelde me dan aangesproken en ging mee in de geest. De meeste van mijn boeken handelden over stropers, jagers, verspie ders, ridders, indianen of spoor zoekers. Sommigen hadden de gewoonte hun pijpje te stoppen bij het kampvuur, al lezende kan een kind dat ruiken. Kazan, de wolfshond, was een voorbeeld van innerlijke beschaving en ziele-adel. Wat een trouwe hond, vergelijk dat eens met sommigen in je klas. In "De laat ste der Arkels" werden kasteel poorten gerammeid met werk tuigen die, toen al en veel eer der, in een ziek bloeddorstig brein waren geboren. Ik riep dan ook enthousiast: "Wee u geraamte!", hetgeen taalkundig aanvechtbaar mag heten. TEERHARTIG Erg teerhartig waren onze boe ken niet altijd, maar spannend, mijnheertje, spannend!!! Wij, mijn broer en ik, toffe jongens met oog voor een goede grap wisten feilloos bij onraad in het boek bijvoorbeeld in een scher mutseling tijdig de sokken erin te zetten. Ik geef mar un skets, kest er anders over denke! Een bijzonder mooi boek vond ik Bram Vingerling. Een doodge wone jongen die via een oud recept met aluin er in kans zag zich onzichtbaar te maken. Ik zag mezelf dan al bij Vader in de werkplaats onzichtbaar tegenwoordig en maakte menigeen fijn aan het schrik ken. Het was een genot hoe ik mensen naar mijn geringe pij pen kon laten dansen. Ik lag dubbel en mijn broer ook om lie den met een "rommelig hoeds- je" of met een "fet petsje". ONZICHTBAAR Onzichtbaar als ik was riep ik dan: "Hé, jij daar, zou je je niet eens gaan wassen!" Mijnerzijds had ik verscheidene aardigheid jes in petto-petsje! Gepokt en gemazeld was ik in de kunst van het onzichtbaar zijn, geloof dat maar, lieve lezer. De hemel mag weten wat ik allemaal nog meer las met rooie onnoazele oorkes en in welke spelonken van geschifte auteurs ik soms vertoefde. Moeke zei dan: Oh, blinder, Jelle het oek weer wat lezen! "Ja, dat is waar, ik was en ben gevoelig voor boeken. Ik weet nog goed dét Men- sing, hij woonde aan de Bleeklaan, mij toevertrouwde dat hij een heel mooi boek las. Het heette "De Pelgrimstocht der Mensheid" en ik vond dat zo'n mooie titel dat ik dat nu, na zestig jaar, nog weet. Ik bewon derde Mensing hierom ten diepste! En dan had je natuurlijk ook de boeken met grappen, goocheltrucs, raadsels en der gelijke. Deze bevatten een soort omgekeerde notie en waren koren op onze geringe molen tjes. Dat ging bijvoorbeeld zo: "Wat is zwaarder, een pond veren, of een pond lood?" Ogenschijnlijk zou je denken dat deze even zwaar zijn maar dan volgde het bedenkelijke voorstel: "nou, als je dat denkt, ga dan eens onder aan de trap staan, dan zal ik je eerst een pond veren op je kop gooien en dan een pond lood!" Verslagenheid bij de gefopte, die het wel degelijk bij het rech te eind had, want gewicht is heel iets anders dan snelheid. Mijn broer Sip was ook een notoir lezertje en wist dingen waar zelfs volwassenen van opkeken. Ook onder volwasse nen heb je onvermijdelijk veel sukkels die niet weten wat er het eerst was, de kip of het ei. Mijn broer sprak dan plechtig "Nou, het ei in ieder geval niet, want dan was het nooit uitge broed!" Hij zal het wel ergens gelezen hebben, maar onder schat mijn broer niet, hij is nog altijd zéér slim. Tevreden was hij niet altijd met zijn lectuur. In sommige boeken ontmoette je kreten in de orde van "Sapristi" of "sapperloot". "Must louwe!" In den afgelopen nacht om streeks 1 uur viel een vrouw aan de Nieuwekade van een schip in het water. Een schip persvrouw deed vergeefsche pogingen om haar te redden. Een politiedienaar en een bur ger kwamen toelopen en kre gen haar niet zonder moeite op den wal. Zij ondervond geen letsel en werd naar huis ge bracht. Een onder drankinvloed ver- zei hij dan met een gezicht als een oorwurm. Op een keer las hij een boek dat heette "Ons Troepje" en hij was ook daarover weinig gesticht. Het bleek een meisjesboek met kreten als: "Wij proestten het uit!" en meer van dat overdre ven gedoe. "Nou," zei mijn broer, "Klach-mie-doad-hoor!" Wat hebben we het mooi gehad, mijn beste broer Sip, voordat die vreselijke oorlog begon, die ons van zoveel beroofde, Wat een avonturen in al die boeken vol met goede mensen en gekken, die onwijze risico's namen bij gebrek aan hersens. En wat een superieur gevoel dat je als kleine jongen het gevaar aan zag komen, dat de hoofdpersoon en de anderen ten enen male ontging. Goed beschouwd wisten wij immers, net als vader, hoe iedereen reageerde. Een gave om blij mee te zijn, een gave die nie mand je af kan nemen, de scha vuiten in de boeken niet en de schurken uit de werkelijkheid evenmin. Ter Apel Jelle Vening In vroeger jaren schijnt het in schipperskringen nog al eens voorgekomen te zijn, dat men bij wijze van grap hij een schipper de schoorsteen dichtstopte, zodat het slachtoffer letterlijk z'n eigen schip werd uitgerookt. In het door de Friese auteur Hylke Speerstra samengestel de boek met schippersverhalen "Met de kloten voor het blok" komt ook een schipper aan het woord, die smakelijk weet te vertellen over het plezier van de omstanders op het moment dat zo 'n schipper proestend en beroet uit z 'n rokerige schip te voorschijn kwam... Kennelijk letten de schippers meer op de pret van zo'n be denkelijke "practical joke", dan op het gevaar ervan en dat het gevaarlijk was, het uitroken van argeloze en niets vermoedende slachtoffers, is in de laatste we reldoorlog nog eens op een dramatische wijze gebleken. In het begin van februari '43 lag het echtpaar Dijkstra-De Kroon met z'n schip "Zorg en Vlijt" in Gaastmeèr. De heer en me vrouw Dijkstra wilden daar een bezoek brengen bij een familie Kuipers en om de drie jonge kinderen niet in het schip alleen te laten, werd afgesproken, dat de beide dochters van het echt paar Kuipers op de kinderen zouden passen. Samen met Grietje Visser, een vriendin, gingen de meisjes Kuipers naar het schip, maar ze bleven daar niet met de kleine kinderen alleen. Tegen tienen kwamen er een paar jongens aan boord, die vergeefs pro beerden met de meisjes con tact te krijgen. Een kwartier later arriveerden er drie andere knapen, maar ook die kregen nul op het re quest en werden door de meis jes weggestuurd. Dok bij een latere poging bleken de meisjes niets van de jongens te willen weten. DICHTGESTOPT Kennelijk om zich te wreken heeft toen een van de knapen, een twintigjarige schippers knecht, de schoorsteen van de kajuit met doeken dichtgestopt om de meisjes uit te roken. Dit laatste echter gebeurde niet; de meisjes merkten niets, alleen waren ze wat suf, toen de heer en mevrouw Dijkstra tegen twaalven thuiskwamen. Nie mand vermoedde evenwel, dat er iets met de kachel of met de schoorsteen aan de hand kon zijn. Kort nadat het echtpaar naar bed was gegaan, begonnen twee kinderen te huilen. De moeder ging er heen, maar merkte niet, dat er wat ernstigs aan de hand was. Toen de kin deren een poosje later weer schreiden en de indruk maak ten benauwd te zijn, kleedden de man en de vrouw zich aan om de dokter te halen. Zover is het echter niet geko men; zowel de schipper als zijn vrouw vielen bewusteloos op de grond. Pas uren later kwam de vrouw weer bij en kon ze een net voorbij komende melk venter waarschuwen. Toen die tot in de roef doordrong, zag hij meteen, dat de slachtoffers door kolendamp vergiftigd wa ren. Ijlings werden alle getrof fenen buiten boord gebracht, maar voor twee slachtoffers mocht medisch inqrijpen helaas niet meer baten, de schipper, een en dertig jaar oud en Lolke, een zoontje van zes, bleken te zijn overleden. keerend persoon kwam ook bij het reddingswerk kijken. Daar dit hem echter niet naar den zin ging, sprong hij te water, om de behulpzame hand te bieden. Hij geraakte echter zoo vast in de modder, dat de politiedienaar en de burger, nadat zij de vrouw hadden gered, heel wat moeite hadden om ook haar "redder" te redden. (1906) Echte schippers, die je alles konden vertellen over de kwalijke grappen om de schoorstenen op scheep jes dicht te stoppen... (Foto: Collectie Fenno Schoustraft Kleine Krantsje)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1997 | | pagina 5