LINKE SOEP OM LANGS
VIEVERSCHOOL TE LOPEN
de bekoring van het oude friesland
'KLEINE KRANTSJE
DOOR TWEE JONGENS BEDREIGD
ROTTEVALLE
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
In het nummer van april schreef
Jelle Vening onder de kop "Toen
ik me als Jou Louis voelde",
over een geval uit zijn jeugd,
toen hij voortdurend door twee
jongens werd bedreigd. De
ellende eindigde ermee, dat er
een gevecht ontstond, waarna
de beide helden op de vlucht
sloegen.
Vrijwel een zelfde geval is mij
overkomen en, hoe is het moge
lijk, bijna op dezelfde plaats,
toen ik dertien jaar was.
SLAAN HEM OP
ZIJN KOP
Wij woonden destijds in de
Tweede Vegelindwarsstraat en
ik ging naar de zevende klas
van school 14. Dus dit was een
aardig stuk lopen 's morgens en
's middags. Toen ik op een mid
dag weer om twaalf uur naar
huis liep en de Vijversschool
was gepasseerd, kwamen er
twee jongens bij de vijver van
daan. Een van die twee had een
waterplant met blauwe modder
eraan. Ze liepen naar mij toe en
de jongen zonder plant zei
tegen zijn schoolmaat: "slaan
die rooie maar op zijn kop."
Dat gebeurde ook prompt en ik
zat onder de drek en werd zo
kwaad dat ik die eerste vent met
een volle vuist een klap op zijn
ogen gaf. En .toen wegwezen
natuurlijk. Bij thuiskomst vroeg
mijn moeder hoe het kwam dat
ik onder de blabber zat, waarna
ik een vermaning kreeg. Maar
ondertussen gingen mijn
gedachten wel naar de Vijver-
school: daar staan ze mij vast
op te wachten en daarom ging
ik vroeg van huis na het eten en
kwam zonder tegenslag de
school voorbij, stak de Bleeklaan
over en toen gebeurde het: net
ais bij Jelle Vening, daar kwam
uit de Sontstraat de jongen die
ik een klap in zijn gezicht had
gegeven met een hond op mij
af. Die hond deed niets maar die
jongen pakte mij beet en begon
te vechten. Nu vecht ik liever
niet maar als het toch moet dan
gaat het raar. Wij rolden over de
grond en ik kreeg hem onder en
ging boven op hem zitten. Ik
vroeg op te houden maar dat
wou hij niet, toen werd ik zo
kwaad dat ik hem met twee
vuisten op zijn gezicht sloeg als
een trommelaar. Zo kreeg hij
een paar blauwe ogen en een
beste bloedneus. Daarna liep ik
weg. De jongen gooide me toen
zijn klomp die ik in beide han
den hief en op de grond in stuk-
ken sloeg. Toen nam hij een
ijzeren bakkerd, smeet die ach
ter mij aan. Daarna ben ik maar
naar school gelopen. Daar aan
gekomen kreeg ik toch last van
de spanning en ik werd bang om
vier uur langs de school te lopen.
Daarom ging ik met een zoon van
de schoenwinkelier Schaaf naar
de Vegelinstraat.
ZE SLAAN ME KAPOT
En maar goed ook want toen ik
de andere morgens weer
dezelfde weg terug ging en op
school kwam vroegen ze mij of
ik op mijn donder gekregen had.
Maar dat was dus niet gebeurd
omdat ik was omgelopen. Ik had
het gevoel ze slaan me kapot
als ik langs de school loop. En
jawel, klasgenootjes vertelden
mij, dat de jongens van de
Vijversschool hadden bij de
Bleeklaan aart de Jacob
Binckesstraat en het Vliet op mij
staan wachten om me met rie
men, stokken en stenen in el
kaar slaan. Een half jaar heb ik
dat omlopen volgehouden en
toen liep ik tenslotte weer langs
de school en ik heb nooit last
meer gehad - ze waren het toen
blijkbaar vergeten...
Huizum
D. Beeksma
Vliegmachine
Hedenmiddag ongeveer twaalf
uur cirkelde een vliegtuig boven
de stad die reklamebiljetten -
betreffende een aanbeveeling
voor het gebruiken van een
nieuw soort waschmiddel - uit
wierp. De kleurige papiertjes
kwamen tot groot vermaak van
de jeugd naar beneden dwarre
len. In een ommezien lag o.a.
de Arendstuin ermede bezaaid.
('1931)