MENSEN WAT
EEN STANK
Uit grootmoeders ansichtenalbum
■T KLEINE KEANTSJE
WARM WEER IN 1929
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 5
Het was maar warm zomerweer
in de julimaand van 1929 en
dat zouden de mensen in de
buurt van de Bleekerstraat ter
dege merken. Tsjonge, wat
stonk het hier nu! Zo erg zelfs,
dat het als bijzonderheid in de
krant kwam te staan.
"Een onwelriekend geschenk",
meldde het Leeuwarder
Nieuwsblad zijn lezers. "Wan
neer met dit mooie zomerweer
de wind uit noordelijke of wes
telijke richting komt, is het voor
bewoners van Bleekerstraat en
omgeving geen pretje de ramen
of deuren open te zetten, laat
staan van 's avonds te genieten'
van de zwoele avondlucht.
Op Camstraburen bevindt zich
namelijk een pakhuis van lom
pen en beenderen, dat niet zo'n
heel aangenaam geurtje aan de
omgeving prijsgeeft. Warmte en
beenderenpakhuizen gaan heel
moeilijk samen, dat moeten de
omwonenden van bedoelde
streek te hunnen koste wel
ervaren."
GROTE WOEDE
Het zal niet lang geduurd heb
ben voor ook de heren Cohen
van "dat pakhuis van lompen
en beenderen" van dat stinken
de nieuws kennis namen en we
kunnen ons voorstellen, hoe
groot hun toom was, waarmee
zij naar de Galileërkerkstraat
stoven om eens even een har
tig woordje met de redactie van
het Leeuwarder Nieuwsblad te
spreken.
Want hun welbekende pakhuis
aan Camstraburen dat in het
krantenbericht zo onwelriekend
naar voren kwam, had niets,
maar dan ook niets te maken
met die afschuwelijke stank!
De volgende dag kwam het
blad dan ook al met een geheel
ander bericht.
"Vermeldden wij gisteren in een
stadsberichtje, hoe met dit war
me weer bewoners van de
Bleekerstraat en omgeving last
hadden van een zeer onaange
name lucht, ook menschen die
aan de Oldegalileën en Cam
straburen wonen, zijn weinig in
genomen met dit onwelkome
geschenk. In plaats van de ra
men zo veel mogelijk te kunnen
opengooien of 's avonds rustig
buiten te kunnen zitten, is men
wel genoodzaakt deuren en
vensters dicht te houden en zelf
in huis te blijven.
De oorzaak, die wij op 't voet
spoor van ons zegslieden in
een lompenpakhuis op Cam
straburen zochten, blijkt even
wel te schuilen aan de overkant
van de Dokkumer Ee. Aan de
achterzijde van de Tonslagerij
Beetgum: Martena State -of Groot Terhorne.
namelijk is in een voormalige
opslagplaats der firma De
Windt een graandrogerij geves
tigd van den heer De Vries al
hier. Momenteel wordt daar een
partij nat lijnzaad, dat reeds
den ganschen winter buiten
heeft gelegen, electrisch ge
droogd. Een bewerking, die een
erg onaangename lucht ver
spreidt. Daar er dag en nacht
wordt gewerkt is de partij al
aardig geslonken, zodat het wel
niet lang meer zal duren, voor
de hele voorraad is opgeruimd.
Dit neemt echter niet weg, dat
wanneer een lading zooge
naamd verdronken graan (dit
is koren van een gezonken
schip afkomstig) mocht arrivee-
Hebben we onlangs in Grootmoeders Ansichtenalbum al eens een kaart van de Marssumerstraatweg aangetrof
fen, die een "onderhandse uitgever" het licht had doen zien - nu kwam er een soortgelijke plaat uit te voorschijn
en wel van de Bildtsestraat, daar vlak bij. Ook op deze foto is de straatnaam met handkracht aangebracht en
dan nog met een dikke fout ook. De opname werd immers niet in het Utrechtse, maar hier gemaakt en daarom
had er Bildtse moeten staan met dt. Grappig is de hondenkar midden in de straat. Van wie zou die geweest
kunnen zijn?
ren, dit weer zal moeten worden
gedroogd. Naar de eigenaar der
drogerij ons meedeelde, is bij
een zelfde geval, dat zich te
Groningen voordeed, door des
kundigen uitgemaakt, dat hoe
onaangenaam de reuk van dro
gend lijnzaad ook mag wezen -
schadelijk is ze niet.
Een der hoofdonderwijzers van
de school aan de Eestraat ver
telde, dat ook van hun zijde
meer dan eens is geklaagd
over een alleronaangenaamste
reuk, die uit een pakhuis achter
de school kwam. Dit pakhuis
zou eveneens aan <Jen eige
naar der drogerij toebehooren.
Zelf heeft de schoolarts toenter
tijd een bezoek gebracht aan
de drooginrichting om je
zien of dit euvel ook kon wor
den gestuit, evenwel zonder
gevolg.
Niettemin heeft men thans in
school geen hinder van de
reuk, die de bewoners van ge
noemde straten beurtelings
plaagt, al naar de windrichting
is.
Tenslotte zij nog opgemerkt,
dat een dezer dagen te dezer
zaken een adres naar de Ge
zondheidscommissie is gezon
den, vergezeld van ongeveer
driehonderd handtekeningen
van Oldegalileën-bewoners."
HET SNOEPWINKELTSJE
Uit het nummer van april blijkt,
dat Bach Schuurmans te
Huizen graag iets meer wil
weten van de dichteres van het
Snoepwinkeltje. Ik heb een
boek van ds. J. A. Visscher met
de titel "Schooier waar ga je
naar toe?" en dit is uitgegeven
bij G. F. Callenbach N.V. te
Nijkerk. Op het schutblad van dit
mooie boek staat: "De titel is
ontleend aan het gedicht 'De
Schooier' van Manna de Wijs-
Mouton". Ik denk dus dat ze er
daar in Nijkerk wel meer van
zullen weten en in het andere
geval een weg kunnen wijzen.
Ter Apel
Jelle Vening