H Ie Parkeereq
MEESTER MORRELDE AAN VERKEERDE DEUR
'T KLEINE KRANTSJE
U Gelieve
Uw Ry wieleq
niet ïj\ hef Gajthuij
doch op ée%e
iVMertplaatj
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 6
Torenstraat
Bagijnestraat
£Ëf£
Uniabuurt
Boshuysengasthuis
Nieuwestad
Onlangs werd in een artikeltje
in 't Kleine Krantsje nog eens
aandacht geschonken aan de
persoon van wijlen de befaam
de Leeuwarder schoolmeester
Bresson.
Ik wil daar nog even op inha
ken, omdat ik tijdens mijn poli
tieloopbaan eens een grappig
voorval met meester Bresson
heb beleefd. Meester woonde
in die tijd aan de Kanaalstraat,
waar ook het politieposthuis
was gevestigd.
Ik heb hem persoonlijk goed
gekend als een immer vriende
lijke persoonlijkheid, die vrijwel
steeds in het donker gekleed
ging. In zijn vrije tijd en in het
visseizoen kon men hem vaak
aantreffen op de walkant van
het Nieuwe Kanaal, bezig een
visje te verschalken.
Het is bekend, dat hij een lief
hebber van een goed glas bier
was en dit dronk hij in het café
aan de Oostergrachtswal tus
sen het Molenpad en het Zuid-
vliet.
Het was op een nacht in het
begin van de jaren '20, even na
twaalf uur, dat ik meester Bres
son aantrof, terwijl hij bezig was
zich van het overtollig vocht te
ontdoen, dat hij eerder op de
avond tot zich genomen had in
de vorm van bier. Meester deed
dat tegen de voordeur, van wat
hij dacht dat het z'n eigen wo
ning was. Ik had evenwel met
de eerste oogopslag al gezien,
dat hij bezig was de deur van
z'n buurman te besproeien.
Benieuwd hoe het verder zou
gaan, bleef ik staan zonder dat
meester mij bemerkte. Toen hi[
klaar was, begon hij naar zijn
sleutelbos te zoeken om daar
na hardnekkige pogingen te
doen de sleutel in het sleutelgat
te steken. Toen dat maar niet
wilde lukken, begon hij zachtjes
te vloeken.
Nadat ik het een tijdje had aan
gezien, mij best vermakend om
het grappige van het geval, tikte
ik hem op de schouder.
"Meester", zei ik tegen hem,
"zou die sleutel ook beter pas
sen op de deur hiernaast?"
Geschrokken draaide meester
Bresson zich om met de woor
den: "O, politie, ja, wat zei u
ook haast weer?"
"Meester", antwoordde ik, "kijkt
u eens even naar het naam
bordje bij de deur." Het was
duidelijk, dat hij aardig boven
zijn bier was, maar toch weer
niet zo, dat hij niet kon lezen
wat op het naambordje stond.
"Verdomd ja agent, ik heb mij
in de deur vergist, neem het mij
niet kwalijk."
Omdat meester Bresson niet al
te vast op z'n benen stond, heb
ik hem toen maar even gehol
pen bij het ontsluiten van z'n ei
gen deur, waar hij mij voor
dankte met de woorden: "dank
jewel, dank je wel agent."
Toen ik een paar dagen later
meester Bresson ontmoette, zei
ik tegen hem: "meester denk
aan de goeie deur", waarop hij
lachend antwoord gaf: "Ja
agent, ik zal er om denken."
Dat was echt meester Bresson.
Hermandad