'T KLEINE KKANTSJE
REKLAME DICKVANDERHEIJDE JR
TOEN WE NOG OP DE SCHOOLBANKEN ZATEN
DE HOGERE HANDELSSCHOOL
G. KUPERUS
BRIEF AAN SOCIALE ZAKEN
IN DE LAATSTE OORLOG
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 15
adviesbureau voor reklame en publiciteit jozef israëlsstraat 6-10 leeuwarden telef. 058-2124984 fax 058-2155524
Deze feestelijke foto is in juni 1930 gemaakt na het eindexamen van
de Hogere Handelsschool. De geslaagden lieten zich toen graag
vereeuwigen - met papieren hoedjes getooid. Op de voorste rij: Tini
Vinken, Jeen de Haan, Teatske Prenger, Jan Bonnema en Rinske
Lootsma. Achteraan: Wessel Zwarts, Hommo ten Have, Annigje Jou-
stra, Ale Stoelinga en Auke Sieswerda.
Onze abonnee de heer G.
Kuperus (1915), onder ande
re oud-administrerend koster
van de Hervormde Gemeen
te Leeuwarden en gods
dienstonderwijzer, heeft tal
van belevenissen sinds zijn
jeugdjaren op schrift gesteld
en in een boekje bijeenge
bracht. Het lijkt 't Kleine
Krantsje interessant enkele
van zijn verhaaltjes over te
nemen.
EEN (ON)GEVAL IN DE KERK
Het was op Nieuwjaarsmorgen,
eind zestiger, misschien begin
zeventiger jaren. Ik zou de
nieuwjaarsdienst in de Ned.
Hervormde Kerkte Ee leiden. Ik
was op tijd gearriveerd in de
consistoriekamer, uiteraard
elkaar de beste wensen voor
het nieuwe jaar toewensend.
Nog even enkele zakelijke din
gen, de dienst betreffende,
doornemen, waarna de ouder
ling van dienst, de heer Douma,
van beroep bode bij de plaatse
lijke begrafenisvereniging, mij
voorging op weg naar de kan
sel.
Het is een betrekkelijk grote
kerk. De vloer bestaat uit graf
stenen, waaronder de stoffelijke
resten van toenmalige dorpsno
tabelen, van rijke, aanzienlijke
dorpelingen en dergelijke per
sonen, bewaard worden.
Uiteraard ligt de vloer daardoor
niet waterpas en vertoont hier
en daar nog wel eens een
oneffenheid, een kuiltje of iets
van dien aard. Ik hield daar ken
nelijk te weinig of in 't geheel
geen rekening mee en omdat ik
niet al te stevig op mijn benen
sta, werd mij dit noodlottig en
kwam ik daar midden in de kerk
ten val.
Een bijkomstigheid hierbij is, dat
ik niet zonder hulp kan opstaan
als ik op de grond zit of lig.
Vandaar, dat ik niet dirrect ging
staan.
Het kerkvolk, niet al te talrijk
trouwens (het was immers een
nieuwjaarsdienst, welke in de
regel niet uitmunt door een
groot aantal kerkgangers), keek
om en schrok natuurlijk even
vanwege het ongewone tumult.
Ook de Kerkeraad wist zo gauw
niet wat er gebeuren moest.
Douma, die vóór mij uit liep en
dus even een paar passen was
doorgelopen, draaide zich om
en vroeg: "Wat nou, Kuperus, d'r
is toch neat stikken?"
"Nee, meneer Douma, maar
misschien wilt u mij even
behulpzaam wezen bij het
opstaan?" Natuurlijk, dat wilde
de ouderling wel even doen. Hij
ging vóór me staan en greep
mijn beide handen vast om mij
op te trekken.
"Nee," zei ik, "gaat u even achter
mij staan en trek mij dan, met
uw handen onder mijn oksels,
even op."
Aldus geschiedde. "Hoe gaat 't?"
vroeg een der kerkeraadsleden.
Nu, dat ging wel weer. Er man
keerde mij niets. Iets dergelijks
lijkt altijd erger dan het in wer
kelijkheid is. Ik sloeg het stof
even af van jas en broek en ver
volgde de reis naar de kansel,
alsof er niets was gebeurd. Het
was ook niets, maar Kerkeraad
èn gemeenteleden (en ikzelf
misschien ook wel een beetje)
waren tóch even geschrokken.
Ik beklom de kansel, legde mijn
benodigdheden gereed, nam
een slokje water en na enige
stille ogenblikken klonk in de
kerk, zoals dat eeuwenlang
reeds de gewoonte is: "Onze
hulp is in de Naam des
Heren..."
Leeuwarden G. Kuperus
DE DOMINEE GING VOORBIJ
We woonden nog in de
Vegelinstraat. Eeke had de
benodigde groenten gekocht
van Gros, onze groenteman. De
laatste dreef zijn zaak in de
Eerste Vegelindwarsstraat,
maar kwam bovendien met
paard en wagen z'n klanten
bezoeken. Eeke was bezig met
Gros af te rekenen, toen ds. J.
Hoogenkamp (opvolger van
prof. dr. C. G. Wagenaar) per
fiets passeerde. De dominee
riep, ten/vijl hij voorbij fietste:
"Dag, mevrouw Kuperus!"
Eeke keek op en ontwaarde
haar wijkpredikant. Uiteraard
was haar reactie: "Goede mor
gen, dominee!"
Gros staakte het teruggeven
van het wisselgeld, draaide zich
een kwartslag om en moest
natuurlijk even zien welke domi
nee zo vriendelijk groette en die
tevens gegroet werd. Gros
keek... (Ds. Hoogenkamp was
natuurlijk al enige tientallen
meters verderop) en zei tegen
mijn vrouw: "Is dat een domi
nee?"
"Ja, dat is ds. Hoogenkamp,
onze wijkpredikant."
"Och," zei Gros, "die man sien ik
wel faker hier deur de straten
riden, mar ik hew altiten docht,
dat 't un ketaansjeloper was fan
een of andre bank!"
Gros is gereformeerd en zou
dus wel met dominees op de
hoogte moeten zijn! Kwitantie
loper is een uitstervend beroep,
zo het al niet heeft afgedaan.
Gelukkig voor ds. Hoogen
kamp heeft hij dit beroep niet
gekozen; dan had hij nu zeker al
in de W.W. (werkeloosheidswet)
gelopen zoals de volksmond
zegt.
Leeuwarden
G. Kuperus
Tot mijn verbazing deel ik u
mede, dat ik op 12 december
met een hersenschudding in de
ongevallenwet bent gaan lopen
en daar ik vader ben van een
vrouw en vier kinderen, zitten
wij automatisch op centen ver
legen. Ik weet wel dat de man
nen met dikke beurzen maling
hebben aan Jan Grijpstuiver. Ik
wil u mondeling wel eens be
zoeken, maar als ik er niets
van hoor, neem ik mijn bewe
ging in handen, want mijn
vrouw verwacht iedere tien mi
nuten een baby. Geef dus uit
kering, anders kom ik in gelde
lijke omstandigheden te
verkeren. Ik blijf in blijde ver
wachting, diezch noemt...