IN MEMORIAM JO VAN DEN BOSCH Uil 11 i-S! iiiitiisliiliii 1 lil 'T KLEINE KRANTSJE mm VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 10 SCHOOL 17 Nu school 17 in 't Kleine Krantsje behoorlijk in de aan dacht heeft gestaan ben ik laatst wezen kijken of m'n school er nog stond en dat klop te. Een vriendelijke conciërge heeft me zelfs even rondgeleid. Er was tot m'n verbazing niets veranderd. Alleen de rode kast deuren waren nu wit geverfd. Ook de blauwe tegeltjes van de vensterbanken en de granieten gangvloeren waren er nog. De gymzaal was praktisch onver anderd. Alleen de ringen waren weggehaald. Ik kwam daar ook een leraar tegen, die opeens m'n naam zei. Het was een buurjongen van omstreeks veertig jaar gele den. Het verhaal van Fenno Schoustra over onder andere zijn geboortehuis vlak bij de boerderij van Tysma aan het Kalverdijkje sprak in de laatste Kleine Krantsjes me erg aan, omdat wij naast de boerderij van Tysma hebben gewoond. Ik weet nog van die jarre sloot bij de mestbult van de boerderij, 's Winters dansten we op het bruine ijs. O wee, degene die er doorzakte. Ouwe Harte had z'n draaiorgel tje in een schuur van Tysma gestald en ondeugende jongens probeerden dan daar stiekem op te spelen. Toen de mooie boerderij werd afgebroken ten behoeve van de nieuwbouw, zagen we hele dik ken ratten uit de resten tevoor schijn komen. Assen H. Zijlstra Op 6 september overleed de bekende pianist Jacob Adriaan van den Bosch in Grouw. Van den Bosch werd op 25 februari 1910 in Arnhem gebo ren. De laatste maanden werd hij thuis door zijn echtgenote Van Aken liefderijk verzorgd. Hij was al enige jaren ziek. Van den Bosch heeft tot zijn tachtigste piano gespeeld. Met een leeftijd van zeven en tachtig jaar heeft hij het gehele vak van artiesten en musici meege maakt. Hij is ook zijn gehele leven beroepsmusicus geweest. Na een middelbare schooloplei ding met daarna de muziek school en het Conservatorium begon hij als musicus bij de "stomme" film. Hij vertelde, en dat hebben meer musici verteld, dat hij daar heel veel geleerd heeft. Wij kunnen ons nu niet meer voorstellen, dat er geen geluidsfilm was, maar ja, die kwam in de dertiger jaren. Voor de oorlog reeds speelde hij met een eigen orkest bijvoor beeld op Ameland in de hotels. Daarna heeft hij jaren in Duitsland en andere landen in grote Kur-Orkesten gespeeld van wel 12-18 personen. Er werd 's morgens gespeeld, 's middags en 's avonds. Hij noemde het een boeiende tijd, een tijd die nog niet verpest was door afschuwelijke moderne muziek. En wie kent de familie Van den Bosch-van Aken niet van de Bierhalle in Grouw? De echtge note kwam uit het horeca- geslacht van de Van Akens en was daarmee opgegroeid. Maar wanneer de heer Van den Bosch terugkeerde van sei zoenwerk in het buitenland, dan speelde hij ook weer piano in de Bierhalle. Muziek was zijn leven. Onder grote belangstelling is de heer Van den Bosch in Grouw begraven. Bij het uitdragen van de kist hoorden de aanwezigen nog eenmaal op een band zijn pianospel. Ontroerend. Ik mis zijn gesprekken over het oude vak, zijn gezelligheid en velen zullen hem en zijn piano spel missen. Ter nagedachtenis aan de gent- leman-musicus schrijf ik dit korte artikeltje, in de hoop, dat het nog in de laatste jaargang van ons krantsje geplaatst kan worden. Op de foto de heer Jo van den Bosch in het voormali ge Restaurant "Mata Hari" in de Weerd, omstreeks 1980. Dat hij moge rusten in vrede. Leeuwarden Ritsko J. van Vliet senior '^5 |Rw' 811 Deze foto van het personeel in het bioemrijk versierde interieur van wat eens een zeer gere nommeerd slagersbedrijf in onze stad is geweest, werd ons bezorgd door onze abonnee, mevrouw T. Stoelwinder-Stoffels te Leeuwarden, die hiermee een aardige herinnering ophaal de aan de zaak, waarin haar vader Nico Stoffels en diens broer Berend Stoffels jarenlang de scepter hebben gezwaaid. Het was de in 1862 gestichte zaak van Slager J. S. de Vries die dichtbij de Poststraat in de Grote Hoogstraat stond. Jacob de Vries was er de oprichter van en het was een echt familie bedrijf, want na het werkzame leven van Jacob kwamen zijn beide zoons Bauke en Sjoerd in het bedrijf Aangezien beiden geen nakomelingen hadden, volgden de neven Nico en Berend Stoffels hum ooms op, en zij hebben kans gezien de uitstekende reputatie die hun voorgan gers al hadden verworven voor hun bedrijf te behouden. De slagerij, die altijd bleef bestaan onder de oude vertrouwde naam De Vries, had in de stad werkelijk een geweldige naam; voor al de leverworst en de ham, die er over de toonbank gingen, werden alom geroemd. Deze foto van het voltallige personeel kan best eens in 1937 zijn gemaakt, want toen bestond het bedrijf vijf en zeventig jaar en voor dat heugelijke feit moesten de bloemetjes natuurlijk eens binnen worden gezet. We zien van links naar rechts baas Nico Stoffels, de knechts Bauke Weistra, Hijltje, Anne en Jan de Jong en baas Berend Stoffels. Met de naam De Jong kwam de zaak dus wel heel opvallend naar voren en twee van deze heren, Anne en Jan, waren broers van elkaar. Hijltje, ofwel Hiele, zoals hij in de wandeling werd genoemd, was geen familie van deze twee. Deze Hiele is in de oorlog tragisch om het leven gekomen. In het bevrijdingsjaar '45 schijnt hij bij het zoeken naar stukjes steenkool op het stationsemplecement niet gereageerd te heb ben op de sommatie van een Duitse spoorwegbeambte om te blijven staan - dat was in die tijd voor de Duitser reden genoeg om de drie en vijftigjarige dood te schieten. Én van Bauke Weistra, die we op deze foto als een jonge krullebol kunnen zien, kan gezegd worden, dat hij z'n hele leven niet in het vlees is gebleven - hij kreeg later bekendheid met een eigen groentezaak aan de Voorstreek in onze stad. Na het tijdperk van de broers Stoffels heeft Jan de Jong, die hier heel lang meesterknecht is geweest, het bedrijf nog een tijd voortgezet en na hem kwamen er nog Schaafsma's in de zaak, eerst vader Schaafsma, die de voortreffelijke naam van het bedrijf nog kon handhaven, daarna zijn zoon, onder wiens bewind de aloude onderneming, als zoveel andere slagerijen, uit het stadsbeeld verdween. LIEDJES Het is al ongeveer een jaar geleden, dat mevr. De Vries- Joha te Leeuwarden het liedje "Het molentje" in 't Kleine Krantsje liet afdrukken. En hoe wel ik toen van plan was daarop te reageren, is het er steeds bij gebleven. Er is zoveel te lezen aan binnenkomende tijdschrif ten (Natuurmonumenten, Wereldnatuurfonds, Wadden zee, enz.) En een maand is zo voorbij en dan is er alweer een Kleine Krantsje. Dat liedje ken ik, want onze veel besproken meester Rijpstra (school 17) heeft ons verscheidene mooie liedjes geleerd en... ik heb ze allemaal nog, mijn zangschrift uit die jaren heb ik nog steeds bewaard. Alle liedjes staan er in met de noten er bij. En zo moet ik t.a.v. "het molentje" opmer ken, dat er nog een tweede cou plet was vóór het refrein, n.l.: "Je kijkt naar de zon - en je denkt, wat een schat - wat een schat, laat ik daad'lijk beginnen; De zon is van goud, maar het licht is te glad - je haalt er geen hallem halm) van bin nen. Misschien zijn er abonnees, die prijs stellen op de tekst van een vergeten liedje uit hun jeugd? Wellicht is het bij de hierna genoemde wijsjes en de woor den kan ik dan op verzoek wel "leveren". Mijn schrift dan, bevat de volgende liedjes - van mees ter Rijpstra: Kling, klang, klokke- bei; Bijenliedjes; Ringelreien; Karmkindeke; Sneeuw; het molentje; Roeiliedje; De jaarge tijden; In 't woud; In de mei; De Alpenherder; Limburg, mijn vaderland; De Lente; Op de heide; Aan de nacht; Een mid dagslaapje; Des zomers. Van "Hei molentje" tot en met "Limburg, mijn vaderland" zijnde liedjes tweestemmig, daarna zongen we al driestemmig! En hier nog een verlate reactie van mijn kant, al is die van jon gere datum, nl. 't Kleine Krantsje van maart 1997. Hierin vraagt dhr. Jelle Vening uit Ter Apel de tekst van diverse lied jes, o.a. van J'attendrai. Ik weet niet, of hij inmiddels die tekst gekregen heeft. Maar omdat ik van diverse Engelse, Franse en Duitse liedjes de woorden had, kan ik hem de volledige tekst van J'attendrai hierbij geven: Les fleurs palissent, Ie feu s'é- teint; l'ombre se glisse, dans Ie jardin. L'horloge tisse, des sons trés las, Je crois entendre ton pas. Le vent m'apporte des bruits lointains, guettant ma porte, j'écoute en vain; Hélas plus rien, plus rien ne vient... Refrein: J'attendrai, le jour et la nuit, j'attendrai toujours ton retour; j'attendrai, car l'oiseau qui s'enfuit, vient chercher l'ou- bli, dans son nid. Le temps passe et court en battant, triste- ment, dans mon coeur plus lourd, et pourtant, j'attendrai ton retour. 2e couplet: Reviens bien vite, les jours sont froids; et sans limite les nuits sans toi. Quand on se quitte on oublie tout, mais revenir est si doux. Si ma tris- tesse peut t'emouvoir, avec ten- dresse reviens un soir. Et dans tes bras, tout renaitra. Refrein. Ik hoop met deze bijdrage som mige mensen een plezier te hebben gedaan. Groningen E. Drijver

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1997 | | pagina 10