'T KLEINE KRANTSJE Namen uit het oude en nieuwe Leeuwarden VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE^WERELD ER OMHEEN pagina 6 Verzameld door FennoL Schoustra De Haven was tot voor een vijf tien jaar een straatje tussen het Zuidvliet en het Molenpad. Als zoveel stegen in het oude Leeuwarden is ook de Haven nu geheel ontvolkt. Het Minnemahuis was oor spronkelijk de stins van het ade- lijk geslacht Minnema. Tot voor kort kenden we het Minnema huis nog als Hotel De Nieuwe Doelen. Door het overhaaste slopen van het oude hotel zijn de restanten van het Minnema huis helaas verloren gegaan. ten noordoosten van de Nieuweburen gelegen hebben, dichtbij de vroegere stadswal. Wie Jan van der Heule was? We weten het niet. Cambuur, nu de naam van de Leeuwarder beroepsvoetbal club, is een samentrekking van Camminghabuur; dat was een buurtschap nabij de Camming- haburch, die in 1810 verdween. De Blokhuisfenne was in vroe ger tijden een perceel weiland achter het Blokhuis. De Haas heette driehonderd jaar geleden een huis in de Grote Kerkstraat. Het had een uithangbord met een haas en op de stok van het bord stond dit gedicht: "Een haas die in 't loopen snel. Gespeckt gebra den smaakt hij wel." De Ooijevaar was een bier brouwerij aan de brede zijde van de- Nieuwestad op de hoek De Onderneming was in het laatst van de vorige eeuw een glazenwasserij van M. van Heeswijk en Co. met zaken op de Wirdumerdijk en aan de Tuinen. De Arend was de met rietge- dekte stellingmolen, die op de Vrouwenpoortsdwinger heeft gestaan. De Arend moet in 1621 ais standermolen zijn gebouwd. In december 1901 is de molen op afbraak verkocht - in het jaar daarna is ze helaas gesloopt. De Jan der Heulesteeg moet Het Bakkersbrugje lag voor een vijftig jaar over het Vliet tus sen het Looiersbruggetje en de Poppebrug. De oliemolen, die er in de buurt stond, was van een meneer J. Bakker, vandaar ook de naam Bakkersbrugje. De Bargejagerssteeg bestaat nog altijd, dat wil dan zeggen een restant ervan. De steeg liep vroeger van de Nieuweburen naar de Put en was met enkele huisgezinnen bewoond. In het midden van de steeg heeft een varkensdrijver gewoond; naar hem werd de steeg Barge jagerssteeg genoemd. Hier zien we het Oranje Koffijhuis, ofwel het Oranje Bierhuis uit het Auckemastraatje met een stel stam gasten uit een lang vervlogen tijd. Van de dames en heren, die zich hier verenigd hebben zal er nu niet een meer zijn. (Foto: Collectie Fenno Schoustraft Kleine Krantsje) De molen De Arend, die tot 1902 gestaan heeft op het bolwerk achter het huidige restaurant Lieuwherne. In dat jaar werd de oude blikvanger gesloopt. (Foto: Collectie Fenno Schoustraft Kleine Krantsje) van de Ipe Brouwerssteeg. Honderd jaar geleden stond de naam er nog op de gevel. De Havenbrug was een zoge naamde paardenbrug, omdat hij door voertuigen berijdbaar was. De brug lag over de oude Heerengracht in het Zaailand tegenover de Haniasteeg. De brug verviel in 1850, toen een deel van die Heerengracht werd gedempt. Op dezelfde plaats verrees later de Harmonie. Het Jodepadsje bestaat al lang niet meer; het liep vroeger langs het Jodenkerkhof naar wat we nu nog kennen als het Joden- land. Voor het Jodepadsje kwam de Jelsumerstraat in de plaats; dwars door het Jodenland loopt nu de brede asfaltweg naar de Dammelaan. Het Oranje Koffijhuis is een oude naam voor het Oranje Bierhuis op de hoek van Auckemastraatje en Heeren- waltje. In het begin van de acht tiende eeuw is in oude stukken al sprake van het Oranje Koffijhuis, dat mogelijk z'n naam dankte aan het Stadhouderlijk Hof er vlak bij. In de negentien de eeuw werd de naam veran derd in Oranje Bierhuis en zo kennen we dit etablissement nu nog. Het Tulpebuurtje was de naam van een achttal woningen in de Boterhoek. Ze stonden in een gloppe bij de Kalvergloppe: vier huisjes aan weerszijden van een bleekveldje. Misschien is het buurtje naar een van de bewoners genoemd - of was het een meneer Tulp, die de woninkjes hier bouwde? De Roskam heette tot in het begin van deze eeuw een her berg aan het Ruiterskwartier: Het pand had een gevelteken met een roskam, dat de herin nering aan het boerenbedrijf levendig hield. De herberg maakte deel uit van een reeks koffiehuizen die hier eens aan de oude Koemarkt stonden. Van al deze zaken bleef tot nu toe slechts een bestaan. Het Veldhoen heette tot om streeks 1850 een huis aan de Korenmarkt, dicht bij de Korfmakerspijp. We mogen wel aannemen, dat de gevel met een afbeelding van een hoen der was versierd. Het huis van Jan Nekje is een aanduiding, die men nu niet meer zal horen: de ouwe Liwadders bedoelden er het voormalige Tuchthuis mee en Jan Nekje was een gerechtsdie naar, die met een scheve nek door het leven ging. De Aalthe Hieronimuspijp: is er wel een Leeuwarder, die weet, waar die lag? Wel, over het water van de gracht, die eens liep langs de Eewal tegen over de Grote Hoogstraat. De Aaltje Hieronimuspijp werd in later jaren Hoogstraatpijp genoemd. DE SASKIABUURT Er zijn in de vervlogen jaren al heel wat oude wijken en buurten in onze stad helemaal verdwe nen of gerenoveerd. Oude buurten en woonwijken van naam, die vroeger nog hoorden bij onze stad zoals de Weerklank, de Oosterbuurt en het IJsbaankwartier - om maar enkele te noemen. Vele oude stadgenoten zijn daar geboren en hebben er hun jeugdjaren doorgebracht. Er zijn ook stadsgedeelten die dit alles hebben overleefd, zoals de Saskiabuurt. Deze woningen van 1910 heb ben na de renovatie van 1969 en 1986 hun naam weten te behouden. De bewoners die er in die jaren gewoond hebben waren over het algemeen arbei dersgezinnen. Een van hen is mevrouw Ymie Jonkman die al die jaren op dezelfde plek heeft gewoond, nadat eerst haar grootouders en later haar ouders hier al woonden. Haar hele geschiedenis, alles ligt hier in herinneringen. In 1986 moest ze haar man mis sen en hun huwelijk bleef kin derloos. Haar gezondheid is er de laatste jaren niet beter op geworden. Het lopen werd steeds moeilijker en ook nog enkele zware operaties eisten hun tol. Vele jaren zat ze in de bewonerscommissie, huurders en contactgroepen, en ze was veel in het buurthuis te vinden, dat lag haar na aan het hart. Aanvankelijk was dat een hou ten hok met een tafeltje waar het gasstel op stond. Geen afvoer en een w.c. maar met het toen nog beroemde tonnetje. Dat werd bij de eerste renovatie vervangen door een mooi keu kentje met douche en closet. Dit was toen wel een hele vooruit gang. Ymie Jonkman woont nu al bijna tachtig jaar in deze omge ving. Naar ze zelf zegt is ze "vastgeroest". Soms wordt er nog wel eens tegen haar gezegd: "Woon jij nog altijd in de Saskiastraat?" Ze bedoelen dan, dat je nog in zo'n arbei dersbuurt woont. Ze heeft hier heel goede contacten met haar buurtbewoners, die haar allen trouw bezoeken, voor een gesprekje of een bakje koffie. Met het mooie schilderij van onze ouwe Oldehove aan de wand, hoopt Ymie Jonkman- Mensink ondanks haar gezond heidsproblemen het leven van de vrolijke kant te blijven bezien. "Alleen de zondag vind ik een vreselijke dag," zegt ze, "dan heeft ieder zijn eigen zaken maar ik kan niet weg komen, maar dan denk ik het wordt van zelf weer maandag." Ymie Jonkman, een geboren en getogen stadgenote die haar geboortestad en omgeving trouw is gebleven. Leeuwarden Rinze v. d. Heide Een vermaard stadstype in vroeger jaren was Jentsje Tit, die officieel Ane van der Meu- len heette. Jentsje Tit liep op z'n ouwe dag met negotie langs de deur, maar in jonger jaren maakte hij zich verdien stelijk als koeiedriever. Toen de Leeuwarder veemarkt in vieren twintig het gouden jubileum vierde was het ook feest voor Jentsje Tit: hij dreef toen ook al precies vijftig jaar koeien over de markt. En.hij werd toen heel officieel met een bronzen medaille vereerd!

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1997 | | pagina 6