js mm mm
BIJZONDERE ARTIESTEN,
DAT WAREN ZE....
VOOR FENNO SCHOUSTRA EN DE WIJDE WERELD OM HEM HEEN
pagina 13
DE BAKERMAT VAN
RITSKO VAN VLIET
Het amusement heeft altijd een
grote plaats ingenomen in de
stad en dus ook in 't Kleine
Krantsje, dat zijn lezers, vaak
aan de hand van Ritsko van Vliet
sr., in die wereld heeft rondge
leid. Van Vliet, die uit zijn
omvangrijk variété-archief kon
putten, was daar natuurlijk de
aangewezen persoon voor. Zijn
eigen artiestenloopbaan nam
een aanvang in 1938, nu bijna
zestig jaar geleden, toen hij als
leerling van de ulo in de Marga-
retha de Heerstraat een duo ging
vormen met een andere 'ulo-
nees', Klaas van der Veer, die op
de Wissesdwingerschool zat. Als
The Jolly Makers vermaakten
Klaas als harmonikaspeler en
Ritsko als zanger het publiek.
Ook hielden zij als twee zwer
vers humoristische samenspra
ken. Hun mentor was Jack
Ensing, die destijds met de kel
ner Jordan als het duo Ensing-
Jordan op de planken stond, en
overdag Kwatta-repen verkocht
in een kraampje tegenover hotel
De Bleek op de hoek van de
Groningerstraatweg. Daar leg
den Klaas en Ritsko het oor te
luister.
Klaas is later de muziek in
gegaan, hij vormde met onder
anderen Wessel Posthumus en
Jacky Veffer The New Five, ter
wijl Ritsko het goochelen had
ontdekt. Belangrijk voor hem
werd de joodse goochelaar
Larette uit Amsterdam, die op
koninginnedag, 31 augustus
1940, toen de Duitsers ons land
al hadden bezet, een voorstel
ling in de Harmonie gaf. Larette,
wiens eigenlijke naam Cornelis
Hauer was, gooide daar kaartjes
de zaal in en wie zo gelukkig
was er een te pakken te krijgen,
kreeg een catalogus. Zo kwam
Ritsko aan zijn eerste goochel
toer en het duurde niet lang of hij
kreeg goochelles van Larette in
diens eigen goochelstudio.
Omdat Ritsko van gereformeer
de huize kwam, hield hij dat stil,
want goochelen werd in zijn
milieu gezien als een duivels
spel.
Niettemin maakte Ritsko nog in
datzelfde jaar 1940 zijn debuut
als goochelaar onder zijn artie
stennaam Riso Javano. Drie jaar
later veranderde hij die naam in
Rivano en na de oorlog werd het
Riwano. In 1950 leerde hij zijn
vrouw kennen, een Indonesi
sche, met wie hij als 'Riwano en
Tweemaal Ritsko van Vliet in actie: goochelaar van formaat.
Sarina' in het begin van de jaren
vijftig een spectaculaire Aziati
sche show op de planken zette,
in december 1954 verongelukte
Sarina, die in een sneeuwstorm
bij de Westerplantage onder een
auto liep, en sindsdien zijn de
kostuums niet meer uit de koffer
geweest.
Als goochelaar en conferencier
trok Ritsko er daarna alleen op
uit. In de jaren zestig ging hij het
hotelwezen in, hij begon als bor
denwasser in de restaurants
langs de Duitse Autobahnen,
werd kelner op internationale
treinen, vervolgens portier in
Duitse hotels en tenslotte chef
portier annex chef de reception
in het Rembrandt Hotel te
Noordwijk aan Zee. Al die jaren
hield hij zijn huis, met goochel
studio, in Leeuwarden aan. Zijn
goochelkunst werd alom hoog
geprezen, als lid van de Magi
sche Zirkel in Duitsland ontving
hij de Goldene Ehremedaille.
Zoon Ritsko jr. zou later in de
voetsporen van zijn vader tre
den.
KARA-EL-HAMMED
Tegenwoordig brengt Rastelli het
publiek onder hypnose, maar
'ouwe Liwwadders' hebben het
nog sterker beleefd. Zij herinne
ren zich Kara-el-Hammed, de
telepaat die tussen 1918 en
1950 voorstellingen gaf in hotel
De Groene Weide, hotel Spoor-
zicht, Zalen Schaaf en De Har
monie. Hij kreeg zalen vol volk
aan het huilen, lachen, zweten,
hardfietsen en zwemmen, en
wist de mensen tot de vreemdste
opdrachten te bewegen, kreeg
ze zo gek dat ze zich poezen
waanden en melk dronken van
een schoteltje of liet ze naar
goud zoeken, dat zogenaamd
voor het oprapen lag...
In 'Och heden ja', de serie herin
neringen aan oud-Leeuwarden,
die in de jaren zestig in de
Leeuwarder Courant verscheen
(in drie, allang uitverkochte
boekjes gebundeld), schrijft H.
W. Keikes over een Sinterklaas
stunt van bakker De Beer, vader
van de huidige cultuurwethou
der, die zijn zaak had op de hoek
van het Zuidvliet en de Ooster-
grachtswal. ,,lk deed veel aan
reclame en ik adverteerde een
hoop", aldus De Beer, ,,maar in
1938 kreeg ik bijna geen mens
meer in de winkel door de brug
genbouw. Er lagen twee nood-
bruggetjes. In de Sinterklaastijd
wilde ik de aandacht op mijn
zaak vestigen."
De Beer spande Kara-el-Ham
med voor zijn bakkerskar en die
voerde feilloos de opdrachten
uit: „Hij spelde de naam van een
cliënte in banketletters op de
toonbank, hij bezorgde een
taaipop op een 'gedacht' adres in
de Azaleastraat en maakte ver
volgens onder overweldigende
belangstelling een route door de
stad, waarbij hij volgens
opdracht Wanda's bazar in de
Oosterstraat bezocht, onderweg
sigaretten kocht en zonder man
keren weer finishte bij bakkerij
De Beer."
Douwe Bijlsma als straatartiest. (Foto's collectie Fenno Schoustra)
In De Groene Weide gaf Kara-el-
Hammed in de jaren dertig een
maal in de veertien dagen een
voorstelling. „Ik kon, wanneer ik
de mensen op rijen zette, zo'n
380 man bergen. Er waren ver
scheidene mensen die steeds
weer terug kwamen", noteerde
Keikes uit de mond van de hote
lier, L. Bartstra. Eén Leeuwarder
vrouw bezocht zelfs alle 56 voor
stellingen...
Kara-el-Hammed had rijk kun
nen worden als hij zijn bijzonde
re gaven meer had uitgebuit,
maar dergelijke opschepperij
was hem vreemd. Hij bleef
gewoon, onder zijn eigen naam
Geert van Keulen, werken als
elektricien bij de Condens en
wonen in de Boomgaardstraat.
DE BOEIEKOANING
Alweer ruim dertig jaar geleden
overleed Douwe Andries Bijlsma,
de Boeiekoaning, die bijna in het
harnas is gestorven. Tot op hoge
leeftijd - hij werd 72 - vertoonde
deze aan het Oldegalileën gebo
ren stadgenoot zijn acrobatische
kunsten op straat en daarvoor
reisde hij stad en land af. De ker
mis, de markt of gewoon de
straat - in Leeuwarden de Lange
Pijp of het Waagplein - was zijn
domein. Terwijl hij zijn tapijt uit
rolde, bleven de mensen al
nieuwsgierig staan en weldra
stonden zij in drommen om hem
heen en verbaasden zich over
zijn lenigheid en vooral zijn pijn
grens. Ontelbare keren heeft hij
zich in de boeien laten slaan om
zichzelf te bevrijden, ontelbare
keren weerstond zijn blote, geta
toeëerde lichaam het harde spij
kerbed. In plaats van na afloop,
vroeg hij het publiek voor de
voorstelling een kleine bijdrage
op het tapijt te werpen: pas wan
neer er naar zijn zin voldoende
lag, begon hij zijn 'openbare ver
toning'. Er moest tenslotte brood
op de plank komen, want hij had
een groot gezin, met tien kinde
ren.
Bijlsma, die vanwege zijn lenige
lijf de bijnaam Slappe Douwe
Douwe Bijlsma als 'tüntsje-
pliesie'
had, en in plaats van De Boei
ekoaning ook wel Kapitein Nero
werd genoemd, ging met zijn tijd
mee. Hij was al over de 70, toen
hij een grote bak van plexiglas
liet maken, dat vol liet lopen met
water, en zich onder water van
zijn boeien ontdeed. Werd hij
vroeger vaak door de politie in
de kraag gevat, omdat hij geen
vergunning had als straatartiest,
later heeft hij zelf nog een tijdje
het Gezag gediend als 'tüntsje-
pliesie', op de fiets surveillerend
in Rengerspark en Prinsentuin.
Pieter de Groot