sprake van nieuw gebouw Condenskantoor Vijftien jaar geleden was er al kant en klaar Het nieuwe gebouw van de Condensfabriek - het staat er nu, kant en klaar, maar hoe is het tot stand gekomen, waar ligt het begin van haar bouwgeschiedenis, wat is er allemaal voor afgegaan aan deze feestelijke dag, waarop een trotse directie het haar relaties laat bezichti gen Wel, het memorabele moment, waarop voor de eerste maal in de directiekamer het trefwoord „nieuwbouw" viel, ligt al ver achter ons - het was in de vijftiger jaren, dat het oude kantoor aan de De Merodestraat door een voortdurende krachtige groei van het perso neelsbestand bedenkelijk begon uit te puilen en steeds heviger de behoefte werd gevoeld aan meer armslag voor het kantoor, aan meer ruimte voor nieuwe afdelingen, aan nieuwe loka liteiten, aan een heel nieuw gebouw. Voorlopig kon de Condens haar uit breidingsbehoeften nog stillen door minder rendabele fabrieksruimten te verheffen tot de status van kantoor en door het realiseren van een reeks van kleinere nieuwbouwprojecten. Tot 1951 lagen de bezittmgen van de Condensfabriek uitsluitend ten noor den van de spoorlijn naar Groningen,- in dat jaar voltrok zich de eerste be langrijke gebiedsuitbreiding en situ eerde de Condens zich ook ten zuiden van die lijn. Het verwerven van de eerste lap grond van 20.000 vierkante meter werd in 1955 gevolgd door de aankoop van een tweede perceel van 9800 vierkante me ter en het was in deze jaren, dat de plannen voor een nieuw kantoorge bouw langzaam maar zeker gestalte kregen. Al gauw gerealiseerd werd het plan voor het bouwen van een research-la- boratorium met het gezicht naar de toekomstige rondweg om Leeuwarden,- ook verrees er een opslaggebouw met kantoren voor de handel in het bin nenland. Een permanente luchtbrug over de spoorlijn tussen de oude en de nieuwe vestigingen accentueerden de expansieve bedoelingen - ook buiten de geïnteresseerde kring van de Friese boeren drong het besef door, dat de Condens zich stormachtig ontwikkelde. De eerste tekeningen voor een nieuw kantoor lagen toen al op tafel; de vraag of de plaatsbepaling wel juist was geweest, kon nu beantwoord wor den met een volmondig ja. Maar on beantwoord bleef vooralsnog de vraag hoe de nieuwbouw aanstonds zou moe ten worden uitgevoerd, óf in een tra ditionele laagbouw, óf in een specta culaire hoogbouw, óf in een combina tie van beide. In '53 had het Architecten- en Ingeni eursbureau Wieringa N V. te Coevor- den al de opdracht gekregen een kan toor te ontwerpen voor 225 man per soneel, in de tien jaar daama kwamen er uit de tekenkamer nog verscheidene andere ontwerpen, correcties en aan vullingen, uiteindelijk viel het besluit: er zou een gebouw komen van negen verdiepingen met een totaal vloerop pervlak van bijna 3700 vierkante me ter, een capaciteit van rond 400 man en de mogelijkheid van nog eens een uitbreiding als toekomstmuziek. Met de kelderruimte en de begane grond zou er een gebouw van elf la gen ontstaan, de westkern zou een hoogte bereiken van zes en dertig me ter, de oostkern zou nog hoger reiken dan het topje van de Oldehove: vier en veertig meter. Dit is de representatieve ont vangsthal op de begane grond met een mooi uitzicht op het oude ge bouw aan de De Merodestraat.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 2000 | | pagina 3