10
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Memorie van Toelichting der Gemecntc-begrooting 1867.
Begr. 1866. Begr. 1867.
Hoofdst. II, A.fd. I, Art. 2,250. Hoofdst. II, Afd. I, Art. 2,/300.
In verband met de uitgaaf over 1865, die ƒ306.88 bedroeg,
wordt dit artikel ƒ50 hooger voorgedragen, aangezien de steeds
vermeerderende werkzaamheden de aanschaffing van meerdere bu
reau-behoeften noodzakelijk maken.
Begr. 1866. Begr. 1867.
Hoofdst. II, Afd. I, Art. 3, 70. Hoofdst. II, Afd. I, Art. 3, 70.
II, I, 4,455. II, I, 4,455.
II, II, 1, 350. II, II, 1, ƒ350.
II, II, 2, ƒ350. II, II, 2,350.
Voor deze artikelen zijn gelijke sommen uitgetrokken als voor
1866. Ofschoon het getal vaste beambten ter Secretarie, krach
tens vorenaangehaalde verordening met één is vermeerderd, heeft
men het noodzakelijk geacht de som van ƒ300 op art. la van
afd. II, wederom te moeten uittrekken, dewijl de ondervinding
heeft geleerd, dat het voor een geregelden gang der administratie
dikwijls onvermijdelijk is zich van buitengewone hulp te doen
bedienen.
Begr. 1866. Begr. 1867.
Hoofdst. II, Afd. II, Art. 3,ƒ400. Hoofdst. II, Afd. II, Art. 3460.
Wegens dit artikel is op de bcgrooting voor 1866 abusief eene
som van 400 aangebragt. Over 1865 was daarvoor toegestaan
460, terwijl de uitgaaf bedroeg 498.515. Dientengevolge
wordt thans wederom 460 in uitgaaf geraamd.
Begr. 1866. Begr. 1867.
Hoofdst. II, Afd. II, Art. 4ƒ400.
Voor buitengewone drukkosten ten behoeve van het Archief
was over 1865 toegestaan 400, ten einde daaruit te bestrijden
de kosten vallende op het drukken van een gedeelte van den
catalogus. Vermits echter tengevolge ziekte en andere omstan
digheden de Archivarius niet in staat is geweest het bewuste ge
deelte van den catalogus geheel voor den druk in gereedheid te
brengen is de opgemelde som niet ten bestemden einde gebruikt.
In 1867 zal zulks evenwel kunnen plaats vinden, waarom be
doelde som op nieuw in uitgaaf wordt voorgedragen.
Begr. 1866. Begr. 1867.
Hoofdst. II, Afd. III, Art. la, Hoofdst. II, Afd. III, Art. la,
ƒ960. ƒ485.
Benevens het gewoon onderhoud geraamd op ƒ200, zijn onder
de som voor dit art. uitgetrokken, begrepen de vermoedelijke
kosten wegens het vernissen van de trap benevens eenige her
stellingen daaraanvoorts van het verwen der vloer van het ruim
op de bovenste verdieping en gedeeltelijke vernieuwing der lood-
borden, welke door den architect zijn begroot op 285.
Begr. 1866. Begr. 1867.
Hoofdst. II, Afd. III, Art. 15, Hoofdst. II, Afd. III, Art 15.
ƒ110. ƒ175.
Deze som wordt voorgedragen ten einde daarmede te bestrijden
de kosten van gewoon onderhoud, zoomede die van eene nood
zakelijk geachte gedeeltelijke vernieuwing der loodborden en van
de balustrade boven het middenfront der hoofdwacht.
Begr. 1866. Begr. 1867.
Hoofdst. II, Afd. III, Art. 2, Hoofdst. II, Afd. III, Art. 2,
ƒ210. ƒ567.
Voor de aanschaffing van eene nieuwe schrijftafel met lessenaar
voor den Secretaris, en van een nieuw vloerkleed in de verga
derkamer van B. en W. zoomede voor het vernieuwen van som
mige glasgordijnen is geraamd eene som van ƒ517. Aangezien
de aangeduide voorwerpen noodwendig dienen te worden aange
schaft is daarvoor op dit artikel de benoodigde som in uitgaaf
voorgedragen.
Begr. 1866. Begr. 1867.
Hoofdst. II, Afd. 111, Art. 3,625. Hoofdst. II, Afd. Ill, Art. 3, 625.
II, V, 1,/600. II, V, 1,/ GOO.
II, V, 2,ƒ100. II, V, 2,100.
Gelijk geraamd als voor 1866.
Begr. 1864. Begr. 186 7.
Hoofdst. II, Afd. V.Art. 3,700. Hoofdst. II, Afd.V,Art.3,./ 800.
De bezoldiging van dezen beambte is bij de verordening vast
gesteld door den Raad in zijne vergadering van den 16 Decem
ber 1865 bepaald op ƒ800 en dienovereenkomstig op de be
grooting uitgetrokken.
Begr. 1866. Begr. 1867.
Iloofdst. II, Afd. VI, Art. 1,7 70. Iloofdst.II, Afd. VIArt. 1,ƒ70.
II, VII, 1,70. II, VII, IJ 70,
Tot een gelijk bedrag uitgetrokken als ten vorigen jare.
Begr. J866. Begr. 1867
IIooidst.II.Afd,VII,Art.2,yh50. Iloofdst.II,Afd.VII,Art.,, 2, ƒ650.
Deze bezoldiging is ook tot een hooger bedrag gesteld in ver
band met de meergemelde verordening dd. 16 December 1865.
Begr. 1166. Begr. 1867.
Hoofdst. II, Afd. VII, Art. 3, Hoofdst. II, Afd. VII, Art. 3,
880. ƒ880.
Voor dit art. is wederom het ten vorigen jare toegestaan be
drag voorgedragen, hetwelk als voldoende wordt geacht tot be
strijding der vercischte uitgaaf,
Begr. 1866. Begr. 1867,
Iloofdst. 11, Afd. VIII, Art. 1, Iloofdst. II, Afd. VIII, Art. 1,
ƒ50, Art. 2, ƒ100. ƒ200, Art. 2, ƒ350.
Met het oog op de verkiezing van Raadsleden, die ten ge
volge van periodieke aftreding, in 1867 wederom moet plaats
vinden, en in verband met de vervulling van eventueel te ontstane
vacatures in het personeel der leden van den Raad of van de
Provinciale Staten en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
beide laatslen voor zooverre het hoofdkiesdistrict Leeuwarden be
treft, is voor deze artikelon een aanmerkelijk hooger cijfer ge
raamd, ook omdat nu reeds is gebleken dat de over 1866 toe
gestane sommen onvoldoende waren.
Begr. 1866. Begr. 1807.
Iloofdst. II, Afd. IX, Art. IJ 4. Hoofdst. II, Afd. IX, Art. 1, 4.
II, IX, 2,- 12. II, IX, 2, - 12.
II, IX, 3,-350. II, IX, 3,-350.
Even hoog voorgedragen als ten vorige jare,
Begr. 1866. Begr. 1867.
Iloofdst. II, Afd. X, Art. IJ 800. Hoofdst. II, Afd. X, Art. 1J650,
Voor dit art. is een lager cijfer geraamd. Men heeft gemeend de
kosten van het zegelen der journalen van tien Gemeente-ontvanger
en der aanslagbiljetten, ter zake den hoofdelijken omslag, die
tot dus ver uit dezen post werden betaald, te moeten verantwoor
den op Hoofdst. VI, Afd. V, art. 2. De thans geraamde som
zal benoodigd zijn voor zegelkosten van extraeten ten dienste
van het bureau van den burgerlijken stand, hot. ropertoire van
den secretaris, benevens borderellen en bevelschriften van betaling,
Begr. 1866. Begr. 1867,
Iloofdst. II, Afd. X, Art. 2, 35, Iloofdst. II, Afd. X, Art. 2, 35.
II, X, 3,-300, II, X, M 3,-300.
II, X, 4,-250. II; X, 4,-250.
II, X, 5,- 70. II, X, 5,-100.
II, X, 6,- 380, II. X, 6,-380.
II, X, 7,-150. II, „X, 7, -150»
II, X, 8,-105. II. X, 8,-105,
De voor deze artikelen in uitgaaf gestelde sommen worden ten
bestemden einde voldoende geacht, en zijn gelijk aan liet toege
staan bedrag over 1866, met uitzondering van art. 5, hetwelk
ƒ30 hooger is geraamd, ter voldoening der kosten van gasver
lichting en onderhoud der toestellen in het bureau van den architect.
GEMÈENTERAAD TE LEEUWARDEN. Memorie van Toelichting der Gemeente-bcgrooting 1867.
11
Deze kosten waren vroeger, ten gevolge aangebragte wijziging in
het betrekkelijk contract, begrepen onder de kosten der straat
verlichting. Men heeft evenwel gemeend dezelve thans op dit
artikel in uitgaaf te moeten stellen.
Begr. 1866. Begr. 1867.
Hoofdst. III. Afd. I. Hoofdst. Ill, Afd. I.
Deze afdeeling bevat de onderscheidene rubrieken der fabricage,
met uitzondering van hetgeen nog afzonderlijk is aangebragt op
andere hoofdstukken en afd. waartoe sommige werken geacht
moeten worden regtstreeks te behooren, zoo als het onderhoud,
schoonhouden en meubeleren van het Gemeentehuis, de kosten
van het onderhoud van verhuurde huizen, van gebouwen voor
armcn-inrigtingènmagazijnen, scholen enz. begroot bij de ru
brieken daarvoor aangewezen. Opzigtcns de onderdeelen der ar
tikelen strekke het volgende tot toelichting
Begr. 1866. Begr. 1867.
Hoofdst. Ill, Afd. I, Art. la, Hoofdst. Ill, Afd. I, Art. la,
ƒ500. Art. 15, ƒ200. Art. lc. ƒ500. Art. 15, ƒ200. Art. lc,
ƒ1850. ƒ950.
Artt. la en 15 gelijk geraamd als voor 1866 Art. lc. Voor de bui
tengewone herstelling van sommige bruggen en de Harlinger en
Sneekcr trekwegon zal eene som van ƒ600 worden vcreischt,
waarom, met 350 voor gewoon onderhoud, ecu bedrag van 950
in uitgaaf wordt gesteld.
Begr. 1866. Begr. 1867
Hoofdst. Ill, Afd.I, Art. 1//300. Iloofdst. Ill, Afd.I, Art. 1 /ƒ300.
Tot hetzelfde cijfer aangebragt. als voor 1866.
Begr. 1866. Begr 1867.
Hoofdst. Ill, Afd. I, Art. lc, Iloofdst. Ill, Afd. I, Art. lc,
ƒ4000. ƒ3500.
Het voor onderhoud van straten, pleinen en kaden uitgetrok
ken cijfer wordt over 1867 voldoende geacht.
Begr. 1866. Begr. 1867.
Hoofdst. Ill, Afd. I, Art. 17, ƒ500. Hoofdst. Ill, Afd. I, Art. 1/o00.
III, 1, 2a,-150. III, Afd. 1, Art.2a, -150.
Even hoog gesteld als ten vorigen jare.
Begr. 1866. Begr. 1887.
Hoofdst. Ill, Afd. I, Art. 25,ƒ660. Hoofdst. Ill, Afd. I, Art. 25/361.
III, I, 2c,-740. III, I, 2c,-513.
Ter bestrijding der kosten van eenige herstellingen, aan brug
gen, die noodzakelijk zijn zoomede voor bet gewoon onderhoud,
oordeelt men de thans geraamde sommen benoodigd te zullen zijn.
Begr. 1866. Begr. 1867.
Hoofdst. Ill, Afd. I, Art. 2/7u20. Iloofdst. Ill, Afd. I. Art. 2/7798.
Onder deze som is begrepen een bedrag van ƒ400, voor het
vernieuwen van deksteenen bij de Brolspijpen voorts een bedrag
van circa 140, voor vernieuwing van steckplanken en stootpa-
len bij sommige pijpen, op de begrooting dienst 1866 toegestaan
en waarvan de uitvoering in dat jaar hoogst waarschijnlijk niet
zal plaats hebben, doch in 1867 noodzakelijk dient te worden
bewerkstelligd.
Begr. 1866. Begr. 1867.
Hoofdst.III,Afd.I,Art.2c,100. Hoofdst.III,Afd.I,Art.2c,100.
Gelijk geraamd als voor 1866.
Begr. 1866. Begr. 1867.
Hoofdst.III,Afd. I,Art. 2J-2700. Hoofdst.III,Afd. I,\rt.2/,-3000.
Voor het onderhoud van steencn- en houten wallen wordt een
hooger cijfer voorgedragen ter voorziening in de kosten van ver
nieuwing van sommige gedeelten.
Begr. 1866. Begr. 1867.
Hoofdst.Ill, Afd.I, Art. 2/7,7100. Iloofdst. Ill, Afd. I, Art. 2g J100.
Onveranderd voorgedragen.
Begr. 1866. Begr. 18G7.
Hoofdst.III, Afd.I, Art. 3a J300. Hoofdst. Ill, Afd. I, Art.3a J300.
III, I, 35,-500. III, I, 35,-500.
Gelijk gesteld als over 1866.
Begr. 1866. Begr. 1867.
Iloofdst. Ill, Afd. I, Art.4a,ƒ65. Hoofdst. Ill, Afd. I, Art. 4a,ƒ80.
De brug bij den stadsvijver vereischt eenige buitengewone her
stelling waarom dit onderdeel van art. 4 tot 80, wordt voorgedragen.
Begr. 1866. Begr. 1867.
Hoofdst. Ill, Afd. I, Art. 45,ƒ385. Hoofdst. Ill, Afd. 1, Art. 45,ƒ435.
Aangezien de tegenwoordige publieke pomp in het Zaailand,
noodzakelijk veniieuwd moet worden is onder de som, op art. 45
aangebragt, 275 begrepen, om de kosten dier vernieuwing te
bestrijden.
Begr. 1866. Begr. 1867.
Hoofdst. Ill, Afd. I, Art. \cf 120, Hoofdst.III, Afd. I, Art. 4c. ƒ120,
Art. 4/ 120, Art. 5a,/l450, Art. 4d. 120, Art. 5a, 1700,
Art. 55, 425^ Art. 6a, 300, Art. 55, 425, Art. 6a, 300,
Art. 65, ƒ100, Art. 6c, ƒ415, Art. 65, 100, Art. 6c, ƒ415,
Art. 6d, ƒ150, Art. 6c, ƒ198, Art. 6/ƒ150, Art. 6c, ƒ198,
Art. 7, ƒ75, Art. 8, ƒ60. Art. 7, ƒ75, Art. 8, 60.
Wegens al deze artt. worden gelijke sommen in uitgaaf voor
gedragen als voor de dienst van 1866, behalve art. 5 litt. a.
waarop 250 meer is uitgetrokken. Ter bevordering van eene
gewenschte reiniging der openbare straten, riolen, enz. in de ge
meente is in den loop dezes jaars de behoefte aan een' vijftien
stadsreiniger dringend gevoeldwaarom als bezoldiging van een
daarvoor aan te stellen persoon de bewuste 250 in uitgaaf
is gesteld.
Begr. 1866. Begr. 1867.
Iloofdst. III, Afd.I, Art. 9,150. Hoofdst. Ill, Afd. I, Art. 9,/50.
In 1867, zooverre thans bekend, gecne buitengewone herstel
lingen behoevende plaats te vinden, is op dit art. 60, voor
gewoon onderhoud van dc oude manége c. a. aangebragt.
Begr. 1866. Begr. 1867.
Hoofdst.III, Afd.I, Art. 10,7^25. Hoofdst. Ill, Afd. I, Art.10,/500.
Onder de op dit art. voor I860 toegestane som was begrepen
325, voor de aanschaffing van eene nieuwe praam. Die aan
schaffing heeft plaats gehad en is voor 1867 een bedrag van 500
voor dezen post voldoende geacht.
Begr. 1866. Begr. 1867.
Hoofdst. Ill, Afd. I, Art. 11a, Hoofdst. Ill, Afd. I, Art. 11a,
8000. ƒ8400.
Berekend naar het aantal kub. ellen gas over 1865 voor de
openbare straatverlichting verbruikt, is de som van ƒ8000 niet
toereikend om dc kosten dezer verlichting te bestrijden. Dien
tengevolge is ook met het oog op eenige aan de straatverlichting-
te geven uitbreiding, welke allezins wenschelijk mag worden
geacht, dit art. 400 hooger in uitgaaf voorgedragen.
Begr. 1866. Begr. 1867.
Hoofdst.III,Afd.I,Art.l 15.200. Hoofdst.III, Afd.I, Art. 115J200.
I, 11c.-100. I, 11c.-100.
I, 12 - 25. I, 12 - 25.
Tot hetzelfde bedrag in uitgaaf gesteld als voor 1866.
Begr. 1866. Begr. 1867.
Hoofdst.III, Afd.II, Art.la./330. Hoofdst.III, Afd.II, Art.la/737
15.-150. Afd.,, .Art.15.-250]
Aangezien het noodzakelijk is eene bestrating aan te leggen
tusschen de beide gebouwen op de begraafplaats, en die gebouwen
zelve tevens eenige buitengewone herstelling vereischen, is voor
dit art. sub a. een hooger cijfer geraamd, zijnde de kosten van
evenbedoelde werken door den Architect begroot op circa f 500.
De verhoogde raming sub 5. is aangebragt met het oog op de
aanschaffing van nieuw bekleedsel van de le lijkwagen, welke
aanschaffing in 1867 niet wel achterwege kan worden gelaten.
Bijvoegsel tot de Provinciale Friesciie Courant.