XLV GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van B. en W. wegens de Ontvangsten en Uitgaven over 1866. ■3 80.00. - 150.00. stemming van het Gemeentebestuur, voor het laatste huurjaar over gedragen aan 11. J. Dijkstra, die de verschuldigde huur over het 7c huurjaar heeft voldaan ad1157.00. b. het huis in de Doelestraat voor het gedeelte in gebruik bij het Rijk ten dienste van het kantoor van waarborg, verhuurd voor 10 jaren, ingegaan 1 Jan. 1863. 4e huurjaar- 300.00. c. het huis in de Doelestraat voor het gedeelte in gebruik bij de wed. J. C. Schrijver, verhuurd voor 5 jaren, ingegaan 12 Mei 1862; 4e huurjaar - 125.00. d. de stal in de Doelestraat, van 12 Nov. 1865 tot 12 Nov. 1868, verhuurd aan de firma A. Menalda en Zonen; le huurjaar het huis in de Hoogstraat (voorste gedeelte) van 12 Mei 1866 tot 12 Mei 1867 verhuurd aan W. A. Janssen e2. hetzelfde huis (achterste gedeelte) voormalig soephuis, bij de begrooting gesteld voor memorie, is onverhuurd gebleven. Eenc woning in de Yvobrouwerssteeg, lett. E no. 166. h. diverse woningen gekwoteerd lett. A no. 23 tot en met 29 I no. 198202, 226230, N no. 19£ en A no. 5. m. de voormalige Infirmerie in de Kleine Kerkstraat. Van de woningen onder lett. h en m op de be grooting aangebragt is de huur wekelijks ingevorderd uithoofde dezelve door verschillende personen of ge zinnen uit den minderen stand worden bewoond en het min verkieslijk wordt geacht aan dezen, bedoelde woningen voor een jaar in huur aftestaaumede is per week ingevorderd de huur van u. de woning lett. C no. 142 (in't Nieuwstraatje). v. de Harlingerstal, voor een gedeelte des jaars. Wegens al deze woningen is op voorschreven wijze ingevorderd een gezamenlijk bedrag van huur, ad - 720.40. Bij de begrooting was deswege geraamd voor de woning lett. 78.00. woningen lett. h woning lett. m 400.00. - 65.00. 543.00. terwijl die lett. u en v vermeld voor memorie waren uitgetrokken. k. de woning op de hoek van den Grachtswal en het Vliet, lett. L no. 55, van 12 Mei 18641867 in gebruik bij den pachter van de opkomsten der Vlictstcr- en boornsbruggen, voor 3 per week; 3e huurjaar l. het huis op de Korenmarkt, lett. I no. 3, ver huurd voor 3 jaren, ingegaan 12 Mei 1S66, aan de wed. Loewenstam; le huurjaar n. het lokaal boven de hulpbeurs, verhuurd van 12 Mei 18651868 aan G. H. Ilillebrand. De huurder is in gebreke gebreke gebleven de 2e helft der huur 12 Mei 1867 verschenen aantezuiverenzoo dat over het 2e huurjaar slechts is ontvangen en iu de rekening wordt verantwoord Het resterend bedrag ad ƒ120.00 is, als nog in te vorderen aangebragtwaaromtrent nader verantwoor ding zal plaats hebben. o. lokaal voor het kantongeregt, is aan het Rijk verhuurd voor ƒ300.00 per jaar. De huursom over 1866 is in de rekening gesteld - 300.00. De huurtijd is opzegbaar telken jare 6 maanden voor het einde van het loopend huurjaar. Transportere ƒ3608.40. 156.00. 500.00. 120.00. Transport /3608.40. p. De manege in de Groote Kerkstraat, is pr. mem. op de begrooting vermeld. Deswege is over 1866 geen huur ontvangen. q. het huis op den hoek van den Eewal I no. 36, is van 12 Mei 18651868 verhuurd aan P. W. Ha- genbeimer, 2e huurjaar- 220.00. r. het huis op de Korenmarkt I no. 2, van 12 Mei 18661869 verhuurd aan wed. C. Bekker; le huurjaar - 500.00. s. de voormalige Israëlitische armenschool, is van 1 Jan. 18641867 verhuurd aan de Israëlitische godsdienstige schoolcommissie; 3e huurjaar - 80.00. t. het huis op den Eewal lett. I no. 35, van 12 Mei 18661867 verhuurd aan W. Tjepkcma voorde in de rekening verantwoordde som van - 275.00. Bij wijziging der begrooting is op dit art. onder litt. to uitgetrokken de huur van het in 1865 aange kochte huisBellevue, verhuurd van 12 Mei 18661867 aan J. H. Meijer voor de in rekening gestelde som ad 175.00. Totale ontvangst wegens huur van huizen 4858.40. Bij de gewijzigde begrooting was geraamd - 4801.00. Verschil in meerder 57.40. Welk verschil is veroorzaakt door de meerdere ont vangst voor huur van de bij de week verhuurde wo ningen J 177.40. na aftrek van het niet ontvangen gedeelte der bedongen huur voor de lokalen boven de hulpbeurs, ad - 120.00. Rest meerder 57.40. Iloofdst. III, Art. 3, ƒ1050.00. Huur van den Stads- of Prinsentuin. Deze tuin voor den tijd van 5 jaren van 12 Mei 1865 tot 12 Mei 1870 verhuurd zijnde aan II. van Evere, is in de rekening over 1866 verantwoord de pacht over het le huurjaar. Iloofdst. III, Art. 4. 457.00. Pacht van het grasgewas der plantsoenen, van den stads- of prinsentuin en van de begraafplaats. Dit grasgewas, dat jaarlijks wordt verpacht, heeft iu 1866 belangrijk minder opgebragt dan in 1865. Wegens 13 perceelen, uitmakende het grasgewas der plant soenen en van de begraafplaats is ontvaugen 440.00. En voor het grasgewas in den stadstuin zoomede langs den weg naar de begraafplaats- 17.00. Zamen 457.00. Bij de begrooting was geraamd 550.00, terwijl de opbrengst over 1865 is geweest 635.50. Hoofdst. III, Art. 5. 268.50. Opbrengst van den houthak. Wegens verkochte hoornen en kaphout is door den stads ho venier ingevorderd de in de rekening verantwoorde som die de raming bij de begrooting met 168.50 overtreft. Hoofdst. III, Art. 6. 45.50. Opbrengst van visscherij. Het regt van visschen in de gemeente-wateren is in 1866 op nieuw voor den tijd van drie jaren, ingaande 1 Mei 1866, ver pacht, waarbij de geboden pachtsommen over het geheel aanzien lijk hooger zijn geweest dan bij de voorgaande verpachting. De pacht over het le jaar is in de rekening verantwoord en bedraagt Voor de vischerij in de Potmarge5.00, het. Vliet- 4.50, de Dockumer Ee- 3.50, Stads Gracht- 32.50. Zaraen 45.50. Dc raming ad 25.00. was gebaseerd op de vroegere pachtsom. Hoofdst. III, Art. 7. ƒ701.145. Opbrengst van krachtens privaatregt genoten wordende tollen. a. Van de vijf bevaren trekwegstollcn. GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van B. en W. wegens de Ontvangsten en Uitgaven over 1866. XV Deze werden over het jaar 1866 verpacht te zamen voor eene som van80.00. b. Van het tolhek te Koetille, in 1866 verpacht voor 3 jaren, ingaande 12 Mei 1866 - 356.00. c. Van het tolhek te Ritsumazijl verpacht als voren - 350.00. d. Van het tolhek te Kingmatille, verpacht als boven- 800.00. Gezamenlijke opbrengst ƒ1,586.00. Deze tollen door de gemeenten Harlitigcn en Leeuwarden gezamenlijk wordende genoten, met dien verstande dat de cerstgeraelde, volgens acte van 1685, daarvan jaarlijks 200.00 vooruit ontvangt, zoo wordt hiervan afgetrokken- 200.00. Waarna de helft van de overblijvende som, ad 1,386.00. de gemeente Leeuwarden compctererde, bedraagt 693.00. Bovendien heefi de gemeente Leeuwarden, over 1866, van Iiarlingcn terug ontvangen, wegens meer der betsalde grondbelasting van den massalen trekweg - 8.14'. Makende te zamen het in de rekening verant woordde bedrag 701,145. Al deze tollen worden ingevorderd krachtens octrooi-brieven van 24 Julij 1640 en 16 April 1641. Iloofdst. III, Art. 8. 3.349.023. Opbrengst van krachtens privaatregt genoten wordende sluisgelden. a. Van de Irnsumerzijl. De opkomsten der sluis- en bruggelden te Irnsumerzijl werden van lo. Jan. tot 12 Nov. 1866 bij gaardering ingevorderd en door den daarmede belasten persoon wekelijks gedeponeerd bij den heer P. Boltjes, notaris te Grouw, die ze bij den Gemeente- Ontvanger heeft gestort tot een gezamenlijk bedrag van 2,899.02'. Met ingang van den 12 November 1866 zijn be doelde opkomsten tot den 12 Mei 1870 in het openbaar verpacht en is daarvan pachter geworden Jan Keikes, politiedienaar te IJlst, voor eene jaar- lijksche pachtsom van ƒ3 508.84. De heffing dezer sluis- en bruggelden geschiedt krachtens Leppebrief van 2 September 1477 wat het sluisgeld aangaat ingevolge ordonnantie en taux gearresteerd door den Magistraat van Leeuwarden den 15 September 1741 en wat het bruggeld be treft overeenkomstig ordonnantie en taux gearresteerd door de mur.icipalitcit van Leeuwarden en het di strict Idaarderadeel, den 7 Julij 1795. b. Van de Nesserzijl. De aan deze zijl geheven wordende zijl- en brug gelden ingevolge des Magistraats-resolutien van den 4 April 1704 eu 26 October 1803, werden in 1866 voor den tijd van een jaar, van 12 Mei 1866--1867 verpacht voor- 450.00. Totaal 3,349.02'. Dc bij dit art. bedoelde opkomsten werden geraamd op 3,050.00. zoodat de opbrengst de raming met 299.02' heeft overtroffen, niettegenstaande over het tijdvak van 12 November tot ulto De cember 1866 wegens de Irnsumerzijl geene ontvangsten in de rekening zijn aangebragt, dewijl de pachtsom over het le pacht- jaar in 1867 wordt verantwoord. Iloofdst. III, Art. 9. 494.06'. Opbrengst van grondpach- ten en eeuwige renten. De verschuldigde grondpachten en eeuwige renten zijn alle ontvangen, zoodat de in rekening gestelde som met de raming overeenkomt. Hoofdst. III, Art. 10. 3,440.96. Intressen van uitgezette kapitalen, als: fl. Intressen van inschrijvingen op het grootboek der Ned. Werkl. Schuld a 2'/,%. Deswege is ontvangen de bij de begroo ting geraamde som adƒ3,055.00. b. Als voren, 3°/0. Uithoofde deze ten voordeele der gemeente bestaan hebbende inschrijvingen, in 1S65 zijn verkocht, kon deswege geene ontvangst plaats hebben c. Renten van de stads bank van leening. Blijkens overgelegde rekeningen courant en daar toe betrekkelijk borderel van verevening, kon des wege worden ODtvangen de in de rekening verant woordde som, ad- 385.96. Makende te zamen 3,440.96. Bij de bcgrooting was geraamd- 3,555.00. Verschil en minder 114.04* Dit verschil in minder is een gevolg van de nu en dan be" staan hebbende schaarschtc aan fondsen iu de gemeentekas, waar door de ten behoeve der bank van leening vereischtc fondsen tot een hooger bedrag van de spaarbank moesten worden opgenomen. Ontvangsten van verschillenden aard en toevallige baten. Hoofdst. IV, Art. 1. ƒ2505. Opbrengst van de haardasch en vuilnis. Overeenkomstig het pacht-contract, loopende van 1 Mei 1865— 1870, is de in de rekening gestelde som over het 2e contractjaar van den pachter J. A. Nijsloot ontvangen. Hoofdst. IV, Art. 2. f 485.85. Opbrengst van puin. Blijkens den bij de rekening overgelegden staat is de verant woordde som bij den gemeente-architect te dezer zake ontvangen. Hiervoor was geraamd ƒ500. Hoofdst. IV, Art. 3. ƒ126.90. Teruggave van het rijk wegens huisvesting, voeding en reisgeld van lotelingen en ver lofgangers. Deze gelden worden, nadat ze door de gemeente zijn voor geschoten, van rijkswege terug betaald, waarom dezelve op dit art. voor ontvang en op hoofdst. VII, Afd. III, art. 3 der uit gaven voor uitgaaf worden aangebragt. Hoofdst. IV, Art. 4. ƒ305.95'. Boeten van politie. Ter zake veroordeelingen tot geldboeten wegens politieovcr- tredingen is ontvangen het in de rekening gestelde bedrag en wel van den ontvanger der registratie te Dockum 17.84, Bolsward - 3.80, Lemmer - 95. Harlingen - 4.75, Meppel - 95, Zuidhorn - 95, Ilolwerd - 6.65, Leeuwarden - 270.06'. Totaal ƒ305.95'. Het geraamde bedrag beliep ƒ250. Hoofdst. IV, Art. 5. Boeten wegens overtredingen in zake plaatselijke belastingen en verbeurdverklaringen. Deswege hebben geene ontvangsten plaats gehad, hetgeen on getwijfeld mede een gevolg is van de opheffing der plaatselijke verbruiksbelastingen, met 1 Mei 1866. Bij de begrooting was hiervoor ƒ5 uitgetrokken. Hoofdst. IV, Art. 6. 747. Restitutie van transportkosten van veroordeelde bedelaars. Deze transportkosten, van gemeentewege ten behoeve van het rijk, bij voorschot verstrekt, worden zoo in ontvang als in uit gaaf in de rekening verantwoord. Het groot aantal vervoerde bedelaars is oorzaak dat de werkelijke ontvangsten de geraamde som met147 heeft overtroffen. Over 1865 beliep de ont vang 785. Hoofdst. IV. Art. 7. ƒ124.33. Restitutie van verplegings- en verdere kosten van bedelaars enz. in rijks gestichten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1867 | | pagina 8