XVI GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van B. en W. wegens de Ontvangsten en Uitgaven over 1866. De ontvangen som bedraagt ƒ18.33 meer dan de geraamde, door dien in 1866 meer gepensioneerden in de rijks gestichten werden verpleegd. In 1S65 beliep de ontvangst op dit artikel slechts 65.12. Iloofdst. IV. Art. 8. ƒ174.30. Restitutie van zegelgelden ter zake de plaatselijke directe belasting. Voor dit art. werd geraamd ƒ250. Ten gevolge eene ont vangen ministeriële beschikking, dd. 1 Mei 1866 no, 3, kunnen echter de aanslagbillcttcn wegens plaatselijke belastingen voor aanslagen beneden ƒ20 [in plaats van beneden ƒ10 zoo als vroeger] zonder zegel worden afgegeven, aan welke omstandigheid de mindere ontvangst te dezer zake is toe te schrijven. Iloofdst. IV, Art. 9. ƒ23.31. Restitutie van zegelgelden we gens de belasting op voorwerpen van verbruik. Iu verband met de bekendheid dat de plaatselijke verbruiks belastingen niet langer dan tot 1 Mei 1866 konden worden ge- beven, werd op de bcgrooting voor dit artikel 80.00 uitgetrok ken zijnde der raming van voorgaande jaren, doch de weinige en zooveel mogelijk geringe inslagen van aan belasting onder worpen producten, door neringdoenden en particulieren, hebben tengevolge gehad, dat er slechts een gering bedrag voor zegel gelden is terug ontvangen. Iloofdst. IV, Art. 10, ƒ400.80. Kortingen op de traktemen ten van onderwijzers en onderwijzeressen ten behoeve van het pensioenfonds. Op de begrooting werd deswege aangebragt450.00, berekend over een vol jaar voor al bet onderwijzend personeel dat in de openbare lagere scholen volgens de bestaande verordeningen kan worden aangesteld. Aangezien dit personeel niet geheel vol tallig is, en in verband met tijdelijk bestaande vacatures kon dc ontvangst bet. geraamde cijfer niet bereiken. Iloofdst. IV, Art. 11, ƒ340.19. Alle andere ontvangsten niet tot de vorenstaande behoorende. Op dit artikel, bij de begrooting voor memorie uitgetrokken, is verantwoord a. bet ontvangen gedeelte van de bij de rekening over 1865 nog te verantwoorden gebleven aanslagen in den hoofdelijken omslag over dat dienstjaar, adf 11.075. Er was nog te verantwoorden ƒ48.795. Waarvan is ontvangen ƒ11.073, en a!s oninbaar afgeschreven - 37.72, maakt te zamen - 48.79s. b. wegens geleverd zand ten behoeve van de gemeen telijke Gasfabriek, verantwoord onder de uitgaven op Iloofdst. Ill, Afd. VI, Art. 3- 6.93. c. de bij ondcrhandsche overeenkomst bepaalde toe- haak, ter zake ruiling van grond bij het gebouw der Ilijks hoogere burgerschool- 200.00. d. het bedrag der bij den Gemeente-architect ont vangen gelden ten behoeve der gemeente, ad - 92.433. e. wegens terug ontvangen onderhoudskosten van den brccden dijk, die ten behoeve der onderlioudplig- tigen van gemeentewege waren besteed - 6.44. wegens gerestitueerde gelden welke de gemeente had voorgeschoten bij het ontslag van een verpleegde uit de bedelaarsgestichten -10.71. (j. het bedrag der, volgens overeenkomst, door de huurders van den harlingerstal gerestitueerde verzeke ringskosten van dat gebouw tegen brandschade - 12.60. Te zamen ƒ340.19. Na de verantwoording van het vorenstaande is alsnog te ver antwoorden gebleven lo. wegens aanslagen in den hoofdelijken omslag over 1864 8.40. Transporters. f 8.40. Transport 8.40. 2o. wegens door G. J. Jonker, als huurder van de herberg de Klanderij c. a. schuldig gebleven lf% jaar huur, over het huurjaar 1864/5 - 578.50. Zamen ƒ586.90. Iloofdst. IV, Art. 12. 12,000.00. Bijdrage van het Rijk in de kosten van een schoolgebouw voor middelbaar onderwijs. Deze bijdrage is tot het bepaalde en bij wijziging der begrooting op dit artikel onder de inkomsten gestelde bedrag ontvangen. Iloofdst. IV, Art. 12a. Koopsom van grond ten behoeve van den spoorweg HarlingcnGroningen. Op dit artikel, bij de begrooting voor memorie uitgetrokken, heeft vooralsnog geen ontvangst plaats gehad, uithoofde een tussclien voogden van het St. Anthonij Gasthuis en het Gemeente bestuur over den onderwerpclijkeu grond gerezen geschil nog niet is opgelost. Buitengewone ontvangsten. Iloofdst. V, Afd. 1, Art. 1. ƒ25,000.00. Opbrengst ecner tijdelijke geldopneming. Bij Raadsbesluit van 7 Julij 1866 goedgekeurd door Ged. Staten bij resolutie van den 9 dier maand no. 6, werden B. en W*. gemagtigd over te gaan tot eene tijdelijke opneming van gelden ten bedrage van hoogstens ƒ25,000.00. Ter bestrijding van onvermijdelijke uitgaven is de noodzakelijk heid gebleken evcngemcld bedrag ten volle op te nemen, hetwelk thans in de rekening wordt verantwoord. Bij wijziging der begrooting, volgens Raadsbesluit dd. 23 Aug. 1866, is dit artikel, daarop aangebragt. Iloofdst. V, Afd. I, Art. 2. 55,900.00. Opbrengst van de 2e serie der geldleening vastgesteld bij Raadsbesluit van 13 Julij 1865 tot ƒ117,000.00. Bij Raadsbesluit dd. 23 Aug. 1866, tot wijziging der begrooting, was op dit artikel uitgetrokken ƒ37,000.00, doch bij nadere wij ziging dier begrooting volgens Raadsbesluit van 13 Sept. 18 66 is dat bedrag verhoogd en gesteld op 57,000.00, zijnde het in 1865 ongenegotieerd gebleven bedrag der voren omschreven leening. De inschrijving op deze 2e serie werd opengesteld overeen komstig het plan vastgesteld bij Raadsbesluit van 15 Sept. 1866 gocdgekcuid door Ged. Staten bij Raadsbesluit van den 24 dier maand, met gevolg dat overeenkomstig de bepalingen van even- bedoeld plan van leening, door B. en W. van de gedane in schrijvingen werden aangenomen: a. eeue inschrijving voor ƒ1000.00, ad 100 pet., gevende een te storten kapitaal van 1000.00. b. alsvoren voor 4000.00 ad 98 J/2 Pct- te storten kap. - 3940.00. c. - 11500.00 „98 - 11270.00. d. -39000.00 „98 - 38220.00. e. - 1500.00 98 - 1470.00. Alzoo te zamen tot 55900.00. Gelijkstaande met het in de rekening verantwoordde bedrag. Iloofdst V, Afd. I, Art. 3, ƒ8820. Opbrengst van eene 2e serie der geldleening ten behoeve der gasfabriek, vastgesteld bij raadsbesluit van 10 Aug. 1865, tot ƒ160,000. Ter bestrijding der uitgaven vereischt voor eene gedeeltelijke uitbreiding der gasfabriek was bij raadsbesluit van 23 Aug. 1866 op dit artikel uitgetrokken ƒ20,000, doch ten gevolge het ver kregen ongunstig resultaat op de openstelling der inschrijving voor deze 2e serie, werd door den Raad in zijne vergadering van den 16 April 1867 besloten om van de gedane inschrijvin gen niet meer dan 9 aandeelen, ieder van ƒ1000 aan te nemen, cn voorts(bij besluit van no, 1 a) op B. en W. de inagtigiug verstrekt om in het bestaand tekort op dc inkomsten te voor zie* door eene tijdelijke geldopneming, hoogstens tot eene .be drag van 11000; en (bij besluit no. 2a) bepaald, het op dit GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van B. en W. wegens de Ontvangsten en Uitgaven over 1866. XVII artikel, ingevolge besluit van 23 Aug. bevorens, uitgetrokken bedrag van ƒ20,000 te verminderen met 11.000. De aangenomen inschrijvingen waren de volgende a. Eene inschrijving voor ƒ4000 ad 98 pet., gevende een te storten kapitaal van ƒ3920. b. Als voren voor ƒ5000 ad 98 pet., te storten kapitaal - 4900. Gevende zamen een te storten kapitaal van ƒ8820, welk bedrag is ontvangen en in dc rekening wordt verantwoord. Hoofdst. V, Afd. I, Art: 4. Opbr. ecner tijdelijke geldopneming. In verband met hetgeen in de toelichting op het voorgaande artikel is vermeld, werd bij hot daar aangehaald raadsbesluit van 16 April 1867 no. 2a, op dit artikel een bedrag van ƒ11,000 uitgetrokken. Uithoofde echter de werken ter bestrijding waar van de op te nemen gelden moesten dienen, niet tijdig genoeg voltooid waren om de uitgaaf deswege op de dienst 1866 te verantwoorden, is van de verstrekte magtiging geen gebruik ge maakt en heeft mitsdien op dit artikel geen ontvangst plaats gehad, Hoofdst. V, Afd. II, Art. 1. Verkoop van gebouwde en on gebouwde eigendommen der gemeente heeft in 1866 niet plaats gevonden. Iloofdst. V, Afd. II, Art. 2. Afkoop van grondpachten en eeuwige renten. Dit artikel is bij de begrooting voor memorie uitgetrokken, doch ter zake daarbij bedoeld zijn in 1866 geeue gelden ontvangen. De inkomsten werden bij de begrooting, zoo als die is gewijzigd bij raadsbesluiten van 23 Aug. en 13 Sept. 1866 en 16 April 1867, geraamd op ƒ451,046.45. Er is werkelijk ontvangen en verantwoord - 446,118.18. Alzob de werkelijke onvangst beneden de ra- ming gebleven4928.27. Dit verschil in minder had echter belangryk grootcr kunnen zijn, dewijl er een tekort op de geraamde inkomsten is ontstaan door a. het niet aangaan der tijdelijke geldleening, begroot opƒ11,000, b. hetgeen wegens de aangegane geldleeningen be neden de raming werd ontvangen ad - 1280, zamen tot een bedrag van ƒ12,280, behalve het wegens sommige artt. beneden de raming ontvangene. In dit tekort is evenwel voor een groot deel te gemoet ge komen door de ontvangst boven de raming: op Hoofdstuk II van 6298.52s. III - 705.57. en IV - 337.63s. Te zamen uitmakende 7351.73. Het werkelijk tekort bedraagt - 4928.27. Totaal ƒ12,280.067 UITGAVEN. Jaarwedden en presentiegelden. Hoofdst. I, Afd. I, Art. 1. ƒ1800. Jaarwedde van den burgemeester. Conform de begrooting uitbetaald. Hoofdst. I, Afd. I, Art. 2. ƒ1467. Idem van de drie wet houders. Uithoofde de bij den aanvang des jaars vacerende betrekking^ van wethouder eerst den 27 Jan. 1566 werd vervuld, dewijl de nieuw benoemde wethouder mr. J. Minnema de With op dien dag zijne function als zoodanig aanvaardde, bleef op dit artikel van de toegestane som ƒ331.00 disponibel. Overeenkomstig het bepaalde bij art- 99 der gemeentewet is uitbetaald vast Presentie- Aan de heeren inkomen. geld. Zamón. J. J. Bruinsma/25Q.OO, ƒ263.10, 513,10, E. Bloembergen250.00, - 251.12, - 501.12, mr. J. Minnema de With - 233.50, - 219.23, - 452.78, ƒ733.50, ƒ733,50, ƒ1467.00. BlJYOÉpSEL TOT DE PROVINCIAL? FRJESCHE COURANT. Hoofdst. I, Afd. I, Art. 3. 1800. Jaarwedde van den secretaris. I, I, 4. - 1800. Idem van den gemeente ontvanger. I, I, 5. ƒ1450. Idem van den commissaris van politie. I, I, 6. 500. Idem van den Archivarius. De jaarwedden onder art. 3 tot en met 6 vermeld zijn tot het op de begrooting toegestaan bedrag uitbetaald en verantwoord. Hoofdst. I, Afd. I, Art. 7. ƒ3100. Jaarwedden van den bouw kundige, de opzigters der gebouwen, wegen en dergelijken. Op dit artikel was bij de begrooting toegestaan ƒ3000, doch uithoofde de jaarwedde van den onderarchitect bij raadsbesluit van 14 December 1865 was verhoogd met ƒ100, werd de toe gestane som door af en overschrijving bij raadsbesluit van 23 Aug. 1866 versterkt met ƒ100. Ter vermijding van herhalingen wordt opgemerkt dat de ver schillende af- cn overschrijvingen, in de rekening over 1866, zijn geschied krachtens raadsbesluiten van 25 Jan., 9 Mei, 7 Julij en 23 Aug. 1866, 14 Febr. en 27 Junij 1867. Hoofdst. I, Afd. I, Art 8. ƒ5191.15. a. Jaarwedden van de ambtenaren der plaatselijke secretarie (bet bureau van den burgerlijken stand en dat der bevolkingregisters daaronder niet begrepen)hiervoor was bij de begrooting toegestaan ƒ3330. b. Jaarwedden van twee boden- 1000. e. Idem van den kamerbewaarder- 300. Totaal der toegestane som 4630. In verband met de bij raadsbesluit van 16 Dec. 1865 vastgestelde verordening regelende het getal en de be zoldiging van de ambtenaren en bedienden der secretarie, waarbij aan sommige der ambtenaren eene hoogere jaar wedde werd toegekend, terwijl dat personeel op grond dier verordening tevens met een klerk was vermeerderd, kon de vereischte uitgaaf niet met het toegestaan bedrag worden bestreden en is dientengevolge bij raadsbesluit van 23 Aug. 1866 daaraan toegevoegd eene som van - 700. Makende te zamen ƒ5330. Van dit bedrag is, uithoofde van tijdelijk bestaan hebbende vacatures, eene som van ƒ138.85 beschikbaar gebleven. Hoofdst. I, Afd. I, Art. 9. ƒ50. Jaarwedde van den omroe per en aanplakker. Hoofdst. I, Afd. I, Art. 10. ƒ200. Idem van den marktmeester. l)eze zijn in overeenstemming met de begrooting uitbetaald. Hoofdst. I, Afd. II, Art. 1. 550. Presentiegeld van de leden Van den Raad met uitzondering van den burgemeester. Dit presentiegeld is overeenkomstig de bepalingen van het re glement van orde voor de Raadsvergaderingen, aan de raadsle den uitgekeerd. Ko§ten van Bestnnr. Hoofdst. II, Afd. I, Art. 1. 1069.16s. Voorlichten brandstoffen. Deswege was bij de begrooting toegestaan voor licht 300, brandstof - 750, Zamen ƒ1050. Dit bedrag bleek evenwel onvoldoende te zijn waarom het zelve door af- en overschrijving is versterkt met ƒ25. Voor verbruikt gas, patentolie en wegens verdere benoodigd- heden voor de verlichting in het Gemeentehuis is uitgegeven: a. verbruikt gas 228.35, b. patentolie-131.78, c. verdere beuoodigdheden - 24.60. Zamen 3S4.73. De uitgaaf wegens brandstof bedraagt664.50s. Voorts is nog betaald aan den kamerbewaarder wegens kleine verschotten- voor licht en br&ndstóf - 19.93. Totaal der uitgaaf ƒ1069.165. Bijlage.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1867 | | pagina 9