14 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van B. en W. wegens de Ontvangsten en Uitgaven over 1867. Julij 1867 overeenkomstig het Raadsbesluit van 26 Sept. 1861, goedgekeurd hij kon. besluit van 6 Oct. d. a. v. no. 3. Gedu rende dat tijdperk had de inning daarvan plaats bij gaardering en werd deswege ingevorderd de som van ƒ1149.12. Na IV Julij 1867 vond evengeraelde heffing plaats ingevolge raadsbesluit van 28 Maart 1867, goedge keurd bij kon. besluit van 9 Mei d. a. v., no. 69, en werd de opbrengst daarvan verpacht van 1 Julij 1867 tot ult° Dec. 1870, voor ƒ3310.00 'sjaars. Dientengevolge is de pachtsom over liet halfjaar ver schenen uit0 Dec. 1867 ontvangen en in de rekening verantwoord, ten bedrage van- 1655.00. Zoodat de totale ontvangst over 1867 bedraagt ƒ2804.12. Hoofdst. II. Afd- VIII. Art. 9. ƒ4306.07. Opbrengst der begraafplaats. a. Verkoop, verhuur en onderhoud van graven. b. Begrafenis- en grafgel den. Ter zake sub a bedoeld is ontvangen 1°. oor verkoop van graven J 430.00. 2°. verhuur - 341.00. 3°. onderhoud,, - 202.00. 4°. oversehrijvingskosten - 4.10. Zamen ƒ977.10. Hiervoor was geraamd - 750.00. Verschil in meerder ƒ227.10. Voor dit verschil in meerder zijn geenc bijzondere oorzaken op te geven. In het algemeen kan worden opgemerkt dat het hoogst moeijeiijk is met eenigc juistheid de ontvangsten voor verkoop en verhuur van graven te begrooten. De ontvangen begrafenis- en grafgelden zijn de volgende 1°. Vervoer van lijken 2270.00. 2°. Openen en sluiten van graven - 741.00. 3°. Ligten en weder leggen van zerken - 48.00. 4°. Gebruik van Rouwgoederen - 118.80. 5°. Buitengewone ontvangsten124,50. 6°. Zegels van kwitantien - 26.67. Zamen ƒ3328.97. Ten dezen was op de begrooting in ontvang gesteld - 3400.00. Verschil in minder f 71.03, Deze ontvangsten, die nagenoeg met de raming overeenstemmen, hebben even als die sub a vermeld, over 1867 aanzienlijk minder bedragen dan over het voorgaande jaar, voornamelijk ten gevolge van het geringer aantal begravingen. De invordering der regten wegens de bcgiaafplaals geschiedde ook over 1867 ingevolge het reglement op die inrigling van 1832, gegrond op het kon. besluit van 21 Nov. 1829, no. 113, uithoofde het op 22 Januarij 1864 gewijzigd vastgesteld tarief van begrafenisregten alsnog de vercischte koninklijke goedkeuring niet erlangde. Hoofdst. II, Afd. VIII, Art. 10. 18,603.95. Opbrengst van schoolgelden. De heffing van schoolgelden had over 1867 plaats: Voor het gymnasium krachtens raadsbesluit van 26 Augustus 1858, goedgekeurd bij Kon. bestuit van 19 October d. a. v. no. 71. Voor de Fransche kostscholen en voor de Nederduitsche scho len ingevolge raadsbesluiten van 24 November 1860, 27 Junij 1861 en 11/25 October 1866, goedgekeurd bij Kon. besluiten dd. 31 Augustus 1861, no. 42 en 15 December 1866, no. 52. Da opbrengst vergeleken met de raming was als volgt: Verschil Gymnasium laming. Opbrengst. meer. minder. a. b. 750.00, 775.75, 25.75, 1' ranschc school voor jongens - 4680.00, - 3328.00, - 1352.00. c. Iuein voor meisjes - 4160.00, - 4940.00, - 780.00, - d. Burgerschool voor jongens - 2270.00, - 2245.00, - - 25.00. e. idem voor meisjes - 2260.00. - 2315.00, - 55.00, - f. Tussehcnsschool lc klasse - 2060.00, - 1846.50, - - 213.50. 1' lc 2e 1500.00, - 1423.45, - - 76.55. 2e 2c 490.00, - 432.00, - - 58.00. i. 3e 2e u 535.00, - 415.00, - - 120.00. Ic. le Bewaarschool - 550.00, 563.50. - 13.50, - 2c - 250.00, 319.75, - 69.75, - 19.505.00. 18,603.95. 944.00. 1845.05. Af het meerder - 944.00. Rest miuder ontvangen daD geraamd 901.05. Dat de opbrengst der schoolgelden over 1867 ruim f 900 beneden de raming is gebleven, vindt hoofdzakelijk zijnen grond hierin dat, wegens de opening der Rijks hoogere burgerschool alhier met 1 September des jaars, de Fransche dag- en kost school voor jonge hecren over de beide laatste kwartalen van 1867 een aanzienlijk minder aantal leerlingen telde, terwijl voorts tengevolge van het verrigten van verfwerk in dc tusschcnschool le klasse, juist na de gewone jaarlijkschc vacantie van dc leer lingen aan die school, over de maand Augustus slechts het halve schoolgeld is ingevorderd. Hoofdst. II, Afd. VIII, Art. 10. 456.45. Opbrengst van gedane werken voor particulieren. Daarvoor was bij dc begroo ting geraamd a. Werken aan de straten, riolen enzƒ110.00, b. Id. van verschillenden aard- 60.00. Zamen ƒ170.00. Er is ontvangen en in de rekening verantwoord - 456.45. Alzoo meer ontvangen dan geraamd 286.45. Deze herstellingen en de restitutien van daaruit voortvloeiende kosten vinden bij voortduring plaats krachtens de publicatie vau het stedelijk bestuur dd. 11 Junij 1820. De aanzienlijke ontvangst boven de raming is een gevolg van de vele herstellingen aan straten, noodzakelijk geworden door de verbetering en uitbreiding aangebragt in de gusleiding voor de straatverlichting. Hoofdst. II, Afd. VIII, Art. 11. 75,484.20'. Opbrengst van gasregten. Ten dezen was op de begrooting in ontvang aangebragt: la. Geleverd gas aan particulieren ƒ38500.00. 1 b. Voor 't gebruik van gastoestcllcn en voor arbtidsloonen bij particulieren- 3500.00. 2. Vergoeding van de gemeente voor de straat verlichting- 8400.00. 3. Diverse ontvangsten- 5500.00. Zamen .ƒ55900.00. Er is ontvangen voor a. Geleverd gasƒ46814.43. b. Vergoeding van de gemeente voor de straatverlichting- 8802.08. n. Gebruik en kosten van aanleg van gemeente-toestellen- 2797.11. d. Arbeidslooncu- 1160.00. e. Verschillende ontvangsten, daar onder begrepen dn opbrengst van ver kochte cokes, koolteer en gaskalk - 15854.84*. Zamen wegens de dienst 1867 .ƒ75428.463. Voorts Ier zake over 1866 onbetaald gebleven gasregten 55.74. Totaal ƒ75484.205. Weshalve de werkelijke ontvangst de raming over treft met19 5 84.2 0\ Bijlage. iQb9-l2> GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van B. cn W. wegens do Ontvangsten en Uitgaven over 1867. 45 't welk eer. gevolg is van het meerder gebruik dat van de gas verlichting wordt gemaakt. De heffing dezer regten geschiedt overeenkomstig 's Raads be sluit van 31 Augustus 1865 goedgekeurd bij Kon. besluit vau 13 September 1865, no. 54. Baten en opkomsten spruitende uit voorwerpen aan de Gemeente in eigendom behoorende. Hoofdst. Ill, Art. 1, f 10595.04. Huur of pacht van land cu landgoederen als Zathe en landen „de Magere Weide," voor den tijd van tien jaren, ingegaan 5 Maart en 12 Mei 1858 verhuurd aan F. G. Dorhout, doch met vergunning van het gemeente-bestuur, laatst in gebruik geweest bij S. S. van Wijngaarden de huur over het laatste huurjaar is in de rekening verantwoord ad f 2451.00. b. Zathe en landen achter Cambuurverhuurd aan S. IJ. de Boer voor 7 jaren ingegaan Maart er. Mei 1865 3e huurjaar- 1706.00. c. Zathe cn landen achter Cambuur, verhuurd aan R. G. Wartena voor 10 jaren, ingegaan Maart cn Mei 1858 10e huurjaar 2107-00. d. Zathe cn landen op Wijlaarsterburen, verhuurd aan B. M. Stienstra voor 7 jaren, ingegaan Maart en Mei 1865 3e huurjaar- 2000.00. e. Een perceel weiland aan den Stads buiten singelsectie G uo. 1670, in 1865 door de ge meente aangekocht van A. Bekker, en tot 5 Maart 1868 verhuurd aan G. Lunter voor 288 'sjaars, bij vooruitbetaling betaalbaar onder korting van 4,/2 °/uzoodat wegens 't laatste huurjaar is ontvangen en in de rekening verantwoord- 275.04. Als voren, sectie G S36a, in 1867 voor één saisoen verhuurd aan F. G. Dorhout voor - 316.00. g. Als boven, sectie G 1038, verhuurd als voren aan Jolis. Traa voor- h. Als boven, sectic G no. 1729, lol 5 Maart 1869 verhuurd aan P. J. de Boer voor - i. Beide gedeelten van het oud Exercitieveld van 5 Maart 1867 tot 12 November 1869 verhuurd A. Beukelaar en J. A. Ovcrdijk voor/'360.50 'sjaars, le huurjaar- k. Eene plek gronds bij Tonnenburg verhuurd aan A. P. Miedcma 'sjaars voor- L. Eene dito bij Dronrijp, sectie 1) 256 tot 1 Jan. 1868 verhuurd aan A. M. Feitsma, 'sjaars voor - m. Als voren, bij den Posthoorn, in gebruik bij A. Beukelaar, 'sjaars voor- n. Als voren, achter het Zaailand, iu gebruik bij H. Pater, 'sjaars voor- o. Onderscheidene bleekjes en dergelijke gemeente gronden, bij particulieren in gebruik tegen eene jaarlijksche retributie, over 1867 gezamenlijk be dragende - Bij de begrooting was hiervoor geraamd ƒ18.00, doch uithoofde sommige der betrokken bleekjes gelegen aan de Oosterkade en de gedempte Kei zersgracht, zijn vervallen tengevolge van het afstaan van dien grond aan de eigenaars van belendende huizen, beloopt het over 1867 te ontvangen bedrag niet meer dan de in rekening gestelde som. p. Ecnc plek gronds sectie D no. 367 tot wc- deropzeggens in huur bij R. J. Niemendal's jaars voor q. Als voren, in den aanleg achter het Zaailand, 245.00. 360.00. 360.50. 1.50. 6.00. 1.50. 5.00. 16.50. Transport f 9856.04. in gebruik bij A. Zwolsraan'sjaars voor - 1.00. r. Als voren, bij de Harlingervaartsbrug, onver- huurd gebleven- st en v. Vier perceelen woiland onder Lekkum, sectie D nos. 518, 523, 517 cn 453, van 5 Maart 1867 tot 5 Maart 1870 verhuurd aan W. v. d. Heijde, 'sjaars voor- 542.00. u. Een moestuin onder Lekkum, sectie D no. 516, tot 12 Mei 1871 in gebruik bij D. Wiemers, 'sjaars voor15.00. io. 5 bunder wei- of hooiland aan den Zwarten weg onder Ilijperkerk. Het grasgewas van dit land en dc daarbij behoo rende schansen wordt jaarlijksoh publiek verkochten heeft in 1867 opgebragt de som van- 175.00. zijnde ƒ75.00 minder dan daarvoor bij de bc- grooting was geraamd. De opbrengst van dit land, van verschillende omstandigheden afhankelijk, is jaarlijks zeer uiteenloopendzoodat ten dezen met eenige juistheid gcenc raming kan worden ge maakt. Over 1865 was die opbrengst 147.25 en over 1866 ƒ290.25. x. Voor 't gebruik van een gedeelte van den Harlinger trekweg wordt jaarlijks door T. R. Zijlstra betaald6.00. 105.71. Makende te zamenƒ10595.04. Bij de begrooting geraamd - 10700.75. Verschil in minder Veroorzaakt door dc mindere ontvangst wegens de perceelen vermeld onder lett. g. 7.25. 94.50. „o. ...- 1.50. w. - 75.00. Na aftrek der meerdere opbrengst van de perceelen aangeduid onder lctt. e,,.04. -44.00. k- 1-50. s, t en v - 27.00. 178.25. - 72.54. Rest bovenstaand verschil 105.71. 5.00. Transpor tere f 9856.04. Bijvoegsel tot de Provinciale Friesche Courant. Hoofdst. III. Art. 2. ƒ5219.67. Huur van huizen. De onder dit artikel verantwoordde som is ontvangen wegens a. de herberg „de Klanderij" c. a., van 12 Mei 1866 tot 12 Mei 1869 verhuurd aan R. J. Dijkstra, voor f 1157.00 's jaars le huurjaarƒ1157.00. b. het gedeelte van het huis in de Doelestraat, ten dienste van het kantoor van waarborg aan het Rijk verhuurd voor 10 jaren, ingegaan 1 Jan. 1863; 5e huurjaar300.00. c. bet gedeelte van 't zelfde huis, tot 12 Mei 1867 verhuurd aan de wed. J. C. Schrijver, 5c huurjaar - 125,00. d. de stal in de Doelestraat, van 12 Nov. 1865 tot 12 Nov. 1868 verhuurd aan de firma A. Menal- da en Zonen; 2e huurjaar- 80.00. ehet huis in de Hoogstraat lett. H no. 121 (voorste gedeelte) voor 1 jaar tot 12 Mei 1868 ver huurd aan W. A. Janssen voor- 150.00. hetzelfde huis, achterste gedeelte, (voormalig soephuis) on verhuurd gebleven Transporter e ƒ1812.00. Bijlage No. 14.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1868 | | pagina 24