8 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN* Bijlage behoorende tot het Verslag van Donderdag 13 February 1 868. Inmiddels is de ontvanger gehouden, alle middelen aan te wenden welke tot verzekering van de regten der gemeente ver- eischt worden, blijvende hij persoonlijk aansprakelijk voor de schade, dooi het verzuimen van bovenbedoelde maatregelen, aan de Gemeente toegebragt. 12. Ingeval de buitengcregtclijke aanmaning in het vorige ar tikel bedoeld, vruchteloos mogt blijken, is de ontvanger gehouden magtiging tot vervolging in regten aan den Raad te vragen. 13. Ten aanzien van alle aan hem te betalen belastingen, waarvoor cj edict of termijnen zijn toegestaan, doch die ten vcr- valdage on.mngezuiverd zijn gebleven, is hij gehouden na te le ven de voorschriften der Gemeentewet op de invordering van plaatselijke belastingen, en van zoodanige andere verordeningen, als daarop reeds toepasselijk zijn of daarvoor nog zullen worden vastgesteld. 11. Hij moet toezien op du handelingen van den ambtenaar, die met de beteekening van stukken, betreffende de vervolging tot die invordering is belast, ten einde die ambtenaar de zaken, welke hij hem opdraagt, zoodanig behandele, dat aan de eene zijde de belangen der gemeente niet benadeeld, cn aan de andere zijde aan de ingezetenen gecne regtmatige redenen tot klagte ge geven worden. 15. Voor belastingen, welke niet geïnd zijn, doch door tijdige vervolgingen hadden kunnen geïnd worden, is hij persoonlijk aan sprakelijk. IC. Hij moet de gelden, waarden en effecten, die tot zijne bediening behooren, altijd voorhanden hebben, en mag dezelve nimmer met zijn eigen vermengen. 17. Hij mag geene betalingen ten laste van de gemeente buiten de begrooting doen, tenzij uit het bevelschrift blijke dat Gedepu teerde Staten afzonderlijke magtiging tot de uitgaaf hebben ge geven of in gevallen van dringenden spoed, dat de Raad daartoe heeft besloten. 18. Bij de betaling van bevelschriften voor uitgevoerde wer ken tengevolge van aanbesteding of eenig ander contract, ziet hij toe, dat de vereischtc bewijzen van behoorlijke opneming cn li quidatie bij de bevelschriften worden overgelegd. 19. Bij het ontdekken van misslagen in de bevelschriften, stelt hij de betaling uit en geeft daarvan terstond kennis aan Burgemeester en Wethouders. 20. Na den vijfiienden Junij van elk jaar zal hij geene be velschriften wegens posten, op de begrooting van bet vorige dienst jaar gevonden wordende, mogen betalen, om in de rekening van dat jaar te worden gebragt. 21. Hij legt jaarlijks vóór den eersten Julij volledige reke ning van zijn ontvang en uitgaaf over het vorige dienstjaar, loo- pende van den eersten Januarij tot en met den laatsten Decem ber, voor Burgemeester en Wethouders af. De rekening wordt in triplo opgemaakt. Bij deze rekening moeten worden overgelegd alle daartoe be hoorende borderellen, certificaten, staten en alle zoodanige beschei den, als tot verificatie der rekening noodig zijn. 22. In het Mlgemecn is hij steeds verpligt, om betrekkelijk de" onderwerpen van zijn beheer aan Burgemeester en Wethouders, aan den Raad of Commission uit zijn midden, alle gevorderde hulp en inligtingen tc geven, waartoe hij in slaat zal zijn. 23. Door den ontvanger worden aangelegd en geregeld bijge houden de volgende registers lo. Een kasboek waarin voor iederen dag in de daarvoor bestemde kolommen de totalen van ontvang eu uitgaaf volgens de verschillende registers worden gebragt. 2o. Een dagboek bevattende doorloopend in twee onderscheidene kolommen alle ontvangsten cn uitgaven der gemeente. 3o. Twee grootboeken het eene voor de ontvangsten het andere voor de uitgaven, ingcrigt volgens de indecling der bcgrootiug. Op deze grootboeken wordt ieder post van ontvang en uitgaaf dagelijks uit bet bovenvermeld journaal overgebragt. 4o. Een register van alle gemeente-eigendommen, welke ver huurd of verpacht zijn of opkomsten afwerpen, gelijk mede van de aan de gemeente verschuldigde renten, regten enz. met aan* teekening der verhuringen, verpachtingen, verleende kwijtscheldin gen enz mitsgaders de gedane betalingen. 5o. Een register der geldleeningcn en andere gemeentelijke schulden, tot aan teekening der betaalde renten en gedaue aflossingen. 6o. Een register van opgenomen en afgeloste kapitalen door de Bank van Leening. 7o. Een register \au opgenomen cn afgeloste kapitalen uit de Spaarbank. 8o. Alle zoodanige andere registers, boeken, staten enz. als de Raad of Burgemeester cn Wethouders zullen bevinden te behooren. 24. Op den laatsten werkdag van elke week, na de sluiting \an het kantoor, wordt door den ontvanger vervaardigd en dade lijk aan Burgemeester en Wethouders ingezonden, eene opgave der in kas zijnde gelden en van het geldswaardig papier. 2 5. De ontvanger verleent des gevorderd, zijne hulp aan Bur gemeester cn Wethouders bij het opmaken der kohieren van dc plaatselijke directe belastingen. 26. Alle boeken, registers en gedrukte stukken, voor het be heer der gemeentelijke geldmiddelen, worden den ontvanger van vvege de gemeente kosteloos verstrekt. De boeken en registers hier bedoeld worden gcwaaimerkt door den Burgemeester. 27. De ontvanger is verantwoordelijk voor de handelingen of verzuimen der aan zijn kantoor werkzaam zijnde personen, hetzij die onder zijn toezigt of tijdens zijne afwezigheid met de werk zaamheden zijn belast. 28. Ingeval van ziekte of afwezigheid van den ontvanger, wordt de waarneming van het kantoor, behoudens zijne verant woordelijkheid, aan een door hem, in overleg met Burgemeester en Wethonders, aangewezen persoon oj gedragen zullende in het geval dat niemand vooraf door den ontvanger is aangewezen, Bur gemeester en Wethouders gemagligd zijn, om onmiddellijk ten koste van dsn ontvanger een persoon aan te stellen, die met de tijdelijke waarneming van het kantoor zal zijn belast. Memorie van Toelichting. Het afschaffen van de accijnsheffing in deze gemeente, en de daaruit voortvloeijcnde vermindering van werkzaamheden voor den Gemeente-ontvanger, heeft eene wijziging in de instructie van dien ambtenaar, vastgesteld bij Raadsbesluit van 4 Dec. 1851 no. 2, M, noodzakelijk gemaakt.. Kon deze wijziging zich, strikt genomen, bepalen tot het vervallen verklaren der artikelen die bijzonder betrekking hadden op de heffing en de invordering der accijnsen, wij gaven de voorkeur aan eene geheele herziening, waardoor zoowel het noodzakelijke verband twsschen de verschillende be palingen der instructie werd bewaard, als de gelegenheid ge schonken om enkele leemten aan tc vullen. Van dit beginsel uitgaande hebben wij gemeend in het aan geboden concept geheel tc kunnen weglaten de bepalingen vervat in de artikelen 1, 13, 22, 31, 38 tot en met 53 der bestaande inst ructie, als enkel voorschriften bevattende betrekkelijk de ste delijke accijnsen insgelijks zijn niet in het concept opgenomen de artikelen 2, 3, 4, 5 en 6 houdende uitvoerige bepalingen omtrent den borgtogt des ontvangers, welke bepalingen onzes in ziens door een meer doeltreffend en minder oraslaglig voorschrift (zie art. 1 concept) konden worden vervangen. Bij dc overige artikelen, waarvan sommige, zooals blijken zal, GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Bijlage behoorende tot het Verslag van Donderdag 13 February 1868. 9 min of meer belangrijke wijziging zoo van inhoud als van redactie hebben ondergaan, is verder eene meer geleidelijke volgoide in acht genomen, zoodat thans in dc artikelen 1 en 2 de verplig- tingen des Ontvangers vóór en bij de aanvaarding van zijn ambt, worden omschreven. In art. 3 tot cn met 10 zijn algeraeene voorschriften omtrent de verpligtingen aan de waarneming der bediening verbonden, opgenomen, terwijl de art. 1120 meer speciale voorschriften aangaande de ontvangst, het bewaren en uitbetalen der gelden van de gemeente behelzen. Art. 21 toten met 24 houden bepalingen omtrent de boekhouding en dc ver antwoording, terwijl in de 4 laatste artikels eenige voorschriften opgenomen zijn die tot geen der aangeduide rubrieken schenen te behooren. Art. 1. De uitvoerige bepalingen omtrent de vaste goederen of inschrijvingen welke tot verzekering van den borgtogt des Ontvangers moeten strekken, schijnen, bij voorkomende gelegen heden veilig aan 's llaads prudentie te kunnen worden overge laten. In navolging van hetgeen elders pleegt te schiedcn, is de bepaling in dien zin gewijzigd. Art. 2 is gelijk aan art. 7 der bestaande instructie. Art. 3. Deze bepaling, niet in de bestaande instructie opge nomen, verdient aanbeveling. Art. 4 gelijk art. 8 der bestaande instructie. Art. 5 met eenige wijziging gelijk artt. 10 en 33 der bestaande instructie. Art. 6 met eenige wijziging gelijk art. 32 der bestaande instructie. Artt. 7 en 8 nieuw. Art. 9. Gewijzigde redactie van de artt. 26 en 27 der be staande instructie. Art. 10 nieuw. Artt. 11 cn 12. Gewijzigde en geampliëerde redactie van artt. 12 en 17 der bestaande instructie. Artt. 13, 14, 15 en 16 gelijk de artt. 14, 15, 16 eu 23 der bestaande instructie. Art. 17 gelijk art. 18 der bestaande instructie. Artt. 18 en 19 nieuw. Artt. 20, 21 en 22, gelijk artt. 19, 20 en 21 der bestaande instructie. In art. 23 zijn aangewezen de boeken wier aanhouding in het belang eener goede en geregelde administratie onmisbaar schijnt. Het komt niet wenschelijk voor deze regeling geheel aan het goedvinden des ontvangers over te laten. Art. 25. Naar aanleiding van een meermalen in den Raad besproken denkbeeld, heeft men het dienstig geacht, bij deze nieuwe instructie den ontvanger de verpligting op te leggen, om des vereischt B. en W. ter zijde te staan bij het opmaken der kohieren voor de inkomsten-belasting. Art. 28. Voor de tijdelijke waarneming van eene zoo gewig- tige betrekking, behoort ten allen tijde een vertrouwd en geschikt persoon beschikbaar te zijn, opdat niet bij plotselinge ontstentenis van den ontvanger het beheer der stedelijke geldmiddelen aan onervaren handen worde toevertrouwd. Men oordeelt door dc bepaling van dit artikel voldoende in dergelijke eventualiteiten, te hebben voorzien. Bijlage. No. 3.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1868 | | pagina 6