VERANTWOORDING
VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
20
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Bijlage tot liet verslag der Zitting van 29 Julij 1869.
Transportbcgr. 5.299.00, rek. 4,951.663.
de brandspuit no. 4, volgens
contract
Art. 5. Toelage ten be
hoeve van de weduw en en wec-
zenbeure voor schoolonder
wijzers in Friesland
Totaal der lilde Afd.
Ilde
Iste
156.00,
156.00.
5,455.00, rek./* 5,107.66s.
- 51,997.50, - 50.082.445.
Totaal van het VIIIc Hoofdst. ƒ57,452.50, 55,190.11.
Hoofdst. IX. Andere uitgaven niet tot de vorige
hoofdstukken behoorende.
Afd. I. Kosten der door de gemeente gevoerde gedingen.
Art. 1. Voor mogelijke kosten ter zake de te voeren gedingen
en in te winnen regtskundig adviezen, begr. ƒ100. rek. ƒ11.15.
Afd. II. Kosten voortvloeiende uit art. 122 der Ge
meentewet.
Art* 1. Voor aandeel der gemeente in de kosten van het
onderhoud der tolbckken en tolgaardcrs-woningen op den kunst
weg naar Hijum,begr. 25, rek. ƒ10.573.
Afd. III. Kosten van openbare vermakelijkheden.
Art. 1. a. Prijzen voor de harddraverijen in de kermis en
bij de voorjaars-paardenmarkt 460, b. toestellen voor de hard
draverijen, bij ijsvermaak en voor het onderhoud en uitsteken van
vlaggen 420, c. voor publieke vermakelijkheden f 500, d. di
verse uitgaven ƒ140, te zamen beg. 1,730, rek. 17,23.125.
Art. 2. Subsidie aan het ste
delijk muziek-korps ....„- 2,200, - 2,290.00.
Totaal der lilde Afd., bcgr. 3,930, - 3.923.123.
11de - 25, - 10.573.
lste - 100, -y*15.
Totaal van liet IXde Hoofdstuk 4,055, 3.944.85,
Hoofdst. x. Nadeelig slot der door Gedepu
teerde Staten gesloten rekening over het dienst
jaar 18 Nihil.
Hoofdst. xi. Onvoorziene uitgaven.
Art. 1. Fonds waaruit zoo noodig zullen kunnen worden
aangevuld, de fondsen aangebragt bij verschillende hoofdstukken,
zoomede ter bestrijding van onvoorziene uitgaven van anderen
aard, die hare omschrijving niet vinden op de bcgiooting, onder
inachtneming van het bepaalde bij artt. 214 en 215 der ge
meentewet, begrooting f 5125, rek. ƒ2696.455.
VERZAMELING.
Totaal vanket Iste Hoofdst., begr. 18,325.00, rek. 18,297.92.
11de
- 12,144.00,
- 11,173.11.
lilde
- 297,355.60.
-274,566.64.
lVde
- 5t271.00,
- 4,857.40s.
Vde
- 5,625.00,
- 5,096.44.
Vide
- 17,333.64,
- 17,109.00s.
Vilde
-140,307.27,
-135,008.54s.
VlIIste
- 57,452.50,
- 55,190.11.
IXde
- 4,055.00,
- 3,944.85.
Xde
-
Xldc
- 5,125.00,
- 2,696.45s.
Totaal der Uitgaven, begr. 562,994.01, rek. 527,940.48.
BALANS.
Bedrag der Ontvangsten ƒ549,112.23.
Uitgaven -527,940.48.
Voordeelig slot van het dienstjaar 1868 21,171.74.
Verbetering.
Hoofdstuk I, Art. 1 der ontvangsten is vermeld dat, wegens batig
slot der rekening over 1866, in deze rekening is verantwoord
eene som van ƒ18,039.33; dit moet zijn 18,104.74'.
Tengevolge daarvan wordt het totaal van Hoofdstuk I der ont
vangsten [aangeduid op pag. 11 en 13] ƒ99,604.743 en het
totaal der inkomsten [pag. 13] ƒ549,112.23.
H
Sijloijt l$b$-S
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van B. en W. wegens de Ontvangsten en Uitgaven over 1868. 21
der Gemeente LEEUWARDEN,
WEGENS DE
ONTVANGSTEN EN UITGAVEN
VAN DIE GEMEENTE
over het dienstjaar 1868.
INKOMSTEN.
Ontvangsten wegens vroegere diensten.
Hoofdst. I. Art. 1. ƒ18,104.745. Batig slot der rekening
over het dienstjaar 1866.
Deze rekening is door heeren Ged. Staten, bij resolutie van
den 28 Mei 1868, no. 5, goedgekeurd met een
batig saldo vanƒ38,104.745.
Intusschen was, ten behoeve van de dienst 1867,
bij Raadsbesluit van 25 Julij 1867, goedgekeurd
bij resolutie van heeren Ged. Staten, dd. 1 Aug.
d. a. v. no. 8 over dit saldo beschikt tot een
bedrag van- 20,000.00.
Zoodat beschikbaar bleef 18,104.745.
Op de begrooting voor het dienstjaar 1868 was
deswege in ontvang gesteld- 18.039.33.
Dit verschil in meerder ad 65.413.
is een gevolg van de wijziging, die bij Raadsbesluit van 14 Mei
1868, no. y32 in de rekening is aangebragt met betrekking tot
het in ontvang gestelde gedeelte van de opbrengst der Rijks
personele belasting.
Hoofdst. I. Art. 2. SI,500.00. Gedeelte van het batig saldo
der rekening over het afgesloten dienstjaar 1867.
Na het afsluiten der rekening over 1867 is bij wijziging der
begrooting dienst 1868 ten behoeve van die dienst beschikt over
een gedeelte van het batig saldo waarmede voormelde rekening
werd afgesloten terwijl daar tegenover op de evengenoemde be
grooting werden aangebragt verschillende uitgaven, het afgesloten
dienstjaar betreffende, waarvan de verevening nog niet had kun
nen plaats vinden.
Opbrengst van plaatselijke belastingen.
Hoofdst. II. Afd. I. Artt. 1 en 2. ƒ21,007.20. 40 opcenton
op de hoofdsom der grondbelasting wegens de gebouwde eigen
dommen en 10 opcenten alsvoren wegens de ongebouwde eigen
dommen.
Deze opcenten worden geheven ingevolge Raadsbesluit van 7
Nov. 1865, goedgekeurd bij Kon. besluit van 12 Dec. d. a. v.
no. 92. De opbrengst daarvan over 1868 is ƒ109.90 meer
dan bij de begrooting was geraamd.
Hoofdst. II. Afd. II. Art. la. 12,267.87. 50 opcenten op
de hoofdsom der Rijks personele belasting van 1 Jan. tot ulto April.
Hoofdst. II. Afd. II. Art. IA 11,562.11. 25 opcenten als-
voren van 1 Mei tot ulto December.
Bijvoegsel tot de Provinciale Friesche Coorant.
De eerstgcraelde opcenten werden geheven krachtens Raadsbe
sluit van 28 Febr. 1867, goedgekeurd bij Kon. besluit van 23
Maart d. a. v. no. 62, en de laatstgenoemde overeenkomstig
's Raadsbesluit van 13 Februari] 1868, goedgekeurd bij Kon. be
sluit van 14 Maart d. a. v. no. 42. Het ontvangen bedrag
vergeleken met dat op de begrooting uitgetrokken, geeft een ver
schil in meerder van ƒ807.21.
Hoofdst. II. Afd. IV. Art. 1. ƒ95,663.315. Plaatselijke di
recte belasting naar 3.50 ten honderd van het belastbaar inkomen.
De heffing dezer belasting vindt plaats overeenkomstig's Raads
besluit van 11 October 1866 goedgekeurd bij Kon. besluit van
10 Nov. d. a. v. no. 67.
In verband met de over 1867 verkregen uitkomsten werd het
over 1868 te ontvangen bedrag naar ƒ3.50 ten honderd van het
belastbaar inkomen geraamd opƒ97,000.00.
Hieraf 2 pet. voor oninbare posten - 1,940.00.
Vermoedelijk zuivere inkomst voor de Gemeente 95,060.00.
Intusschen werd het primitief kohier wegens deze belasting
definitief vastgesteld op een bedrag van 98,368.51.
en de beide suppletoire kohieren op - 1,899.89.
Totaal ƒ100,268.40.
Daarvan is in overeenstemming met de bepalin
gen der verordening op de iuvordering
afschrijving verleend door B. en W.
bij besluit van 29 Aug. 1868,no. ]/l ,cvoor 269.50,
16 Dec. ync - 1538.S43,
c. 31 Mrt. 1869 - 1036.52,
Zamen ƒ2844.863.
Oninvorderbaar verklaard door den Raad
bij besluit van 24 Junij 1869, no. ,5/uc
1381.73 en ƒ217.373, zamen - 1599.105.
Totaal4,443.97.
Er bleef derhalve te ontvangen ƒ9 5,824.43.
In de rekening is verantwoord -95,663.313.
Zoodat er nog te verhalen is gebleven 161.1 Is.
vermeld op den onder de bijlagen voorhanden staat en waarvan
nader verantwoording zal plaats hebben.
Hoofdst. II. Afd. VI. Art. 1. ƒ1338.75. Belasting op het
houden van honden.
Deze belasting wordt geheven overeenkomstig het bij Kon. besluit
van 9 Julij 1866, no. 50, goedgekeurd besluit vao den Raad
van 24 Mei bevorens.
De opbrengst daarvan was bij de begrooting over 186S ge
raamd op ƒ1600.00 terwijl de primitieve en suppletoire kohieren
zijn vastgesteld tot een bedrag van1572.75.
Ingevolge de bepalingen der betrekkelijke verorde
ningen is
door Burg. en Weth. bij besluit van 10 October
1868, no. V,,e afschrijving verleend voor een bedrag
van 31.50,
door den Raad, bij besluit van 24 Junij
1869, no. ,5/,,c, oninvorderbaar verklaard
eene som van - 198.00,
Zamen 229.50.
Er bleef alzoo te verantwoorden ƒ1343,25.
Hiervan is ontvangen- 1338.75.
Zoodat nog in te vorderen is gebleven 4.50,
waarvan nader verantwoording zal plaats hebben.
Hoofdst. II. Afd. VII. Art. 1. 641.09. Opbrengst der be
lasting op tooneelvertooningen.
Geheven overeenkomstig 's Raadsbesluit van 7 Nov. 1865, goed-
7