30 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van B. en W. wegens de Ontvangsten en Uitgaven over 1863. van de leggers en het bijwerken van de plans van het kadaster. De daarvoor toegestane som ad 70 is gebleken voldoende te zijn. Hoofdst. II, Afd. VII, Art. 1. f 28.02. Materieel voor het bevolkingregister. Over 1868 is van de op dit artikel beschikbaar gestelde som ad/70«lechts het in rekening verantwoord bedrag benoodigd geweest. Hoofdst. II, Afd. VII, Art. 2. 650.00. Bezoldiging van den beambte voor de aanhouding van het bevolkingregister. Conform de begrooting uitbetaald. Hoofdst. II, Afd. VII, Art. 3./824.03. Kosten vallende op het aanleggen en bijhouden van de wijkregisters. Op dit artikel is in de rekening verantwoord a. Bezoldiging der wijkboden780.00. b. Druk- en bindwerk- 20.28. c. Kosten ter zake de huisnummering en van het bijwerken der wijkkaarten- 23.75. Zamen 824.03. Bij de begrooting was toegestaan 880.00. Hoofdst. II, Afd. VIII, Art. 1. 113.72'. Voor drukkosten en andere benoodigdheden bij verkiezingen. Hoofdst. II. Afd. VIII, Art. 2. ƒ175.59. Voor andere kos ten vallende op de verkiezingen. De kosten wegens de verkiezingen hebben over 1868 aanzien lijk minder bedragen dan daarvoor op de begrooting was uitge trokken. Op art. I was ƒ200 en op art. 2 ƒ350 aangebragt. Hoofdst. II, Afd. IX, Art. 1. 4.00 Voor abonnement op het Staatsblad en het register daarop. Het daarvoor verschuldigde is betaald en in de rekening verantwoord. Hoofdst. II, Afd. IX, Art. 2. ƒ344.25. Voor aankoop van andere noodzakelijke drukwerken. Onder de hier verantwoordde som is begrepen Voor boekwerken en verdere kosten ten behoeve van het archief199.7 23. Voor druk- en boekwerken ten behoeve van het Gemeente-bestuur - 144.525. Zamen ƒ344.25. Bij de begrooting was toegestaan- 350.00. Zoodat het overschot bedraagt 5.75. Hoofdst. II, Afd. X, Art. 1. 661.34'. Zegels van registers, rekeningen enz. Over 1868 is op dit art. iets meer moeten worden uitgege ven dan daarvoor was toegestaan, waarom door af- en overschrij ving dé op de begrooting gestelde som van 650 met 15 is versterkt. Hoofdst. II, Afd. X, Art. 2. 20.42. Reis-^en verblijfkosten. 3. ƒ225.30. Uitgaven ten behoeve van onderscheidene commissien, de sectie-vergaderingen, enz. Hoofdst. II, Afd. X, Art. 4. ƒ246.05. Advertentie-kosten. Omtrent de drie laatst vermelde artikelen valt niets bijzonders op te merken, dan dat de werkelijke uitgaven beneden de ge raamde zijn gebleven. Hoofdst. II, Afd. X, Art. 5. ƒ198,51'. Bureaubehoeften van den Gemeente-archietect. Hoofdst. II, Afd. X, Art. 6. 400.84. Wegens schrijfloonen voor het bijhouden der boeken en registers op het bureau van den architect. Voor deze artikelen was respectievelijk ƒ100 en 380 op de hegrooting uitgetrqkken. De deswege vereischte uitgaven hebben echter niet met ge noemde sommen kunnen worden bestreden, waarom door af- en overschrijving op deze artikelen de noodige versteiking is aangebragt. Hoofdst. 11. Afd. X. Art. 7. 111.76. Brandstof voor turf- werkers, korenmeters, waagwerkers en dergelijke beambten in hunne wachthuizen. De aanschaffing in 1868 van eene aanzienlijke hoeveelheid turf die voor deze wachthuizen benoodigd was, is oorzaak dat de voor dit artikel op de begrooting uitgetrokken som ad ƒ100.00 door af- en overschrijving heeft moeten worden versterkt met ƒ15.00. Hoofdst. II. Afd. X. Art. 8. f 75.90. Kosten vallende op dè verstrekking van statistieke opgaven, ter zake den landbouw, de veeteelt, de marktproducten enz. voor het jaarlijksch verslag. V\ egens deze kosten is ƒ29.10 miuder uitgegeven dan daarvoor beschikbaar was gesteld. Kosten van de zorg voor het onderhoud van wegen, straten, pleinen, vaarten en andere plaatselijke werken. Hoofdst. III. Afd. I, Art. 1. ƒ6701.833. Onderhoud van wegen, straten enz. Voor dit onderhoud was op de begrooting aangebragt de som van 7240.00. Dewijl echter dit bedrag ten bestemden einde niet benoodigd bleek te zijn is, ter versterking van het fonds voor onvoorziene uitgaven daarvan ƒ500.00 afgeschreven, waarna het artikel nog een overschot oplevert van ƒ38.163. Hoofdst. Ill, Afd. I, Art. 2. 4177.66'. Onderhoud van vaar ten, waterleidingen, bruggen, pijpen enz. Ook voor dit onderhoud is in 1868 de toegestane som, 5078 bedragende, niet benoodigd geweest en uitdienhoofde, ten gelijken einde als van het vorig artikel, daarvan 900.00 afgeschreven. Hoofdst.IlI. Afd.I, Art.3. ƒ407.735. Onderhoud van plantsoenen. h ii it ii 4. -4S2.765. Idem van pompen, putten, den vijver en aanbehooren. ii i» n ii i» 5. ƒ1830.25. Kosten van het opzamelen van puin, straatwieden enz. ,1 6. ƒ799.80. Onderhoud van torens, uur- en speelwerken. ii n n I, 7. ƒ30.163. Idem van de veemarkt. ii ,i ii n 8. - 25.09. Idem van de turfwerkersbanen, de verblijven der korenmeters en van de voormalige wijnwerkerswacht. ii ii ii ,1 9. ƒ20.63. Idem van de oude manege en bijbehoorende stal. Op elk der artikelen 3 tot en met 9 hiervoren aangeduid is een overschot verbleven, waaromtrent niet anders valt optcmerken dan dat wegens de bij die artikelen bedoelde uitgaven niet meer dan de in rekening gestelde sommen is vereischt geworden. Hoofdst. III. Afd. I, Art. 10. ƒ5.56.11. Kosten van onder houd en aankoop der gereedschappen voor de fabricage. De voor deze kosten bij de begrooting toegestane som van ƒ500.00 zou ten bestemden einde voldoende zijn geweest, doch tengevolge den aankoop van houtwaren die in het openbaar wer den verkocht, en waarvoor een bedrag van circa 100.00 is be steed, was op dit artikel eenige versterking noodig die bij af- en overschrijving daarop is aangebragt. Hoofdst. III. Afd. I, Art. 11. ƒ8023.43. Kosten der straat verlichting. Hiervoor was op de begrooting uitgetrokken ƒ8700.00, doch uithoofde in 1868 ruim 6700 steres (kub. el) gas voor de straat verlichting minder is verbruikt dan in 1867, hebben de uitgaven daarvoor in eerstgenoemd jaar ook ruim 800.00 minder bedra gen dan jn hst laatstgenoemde, zoodat van vorenbedoelde som GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van B. en W. wegens de Ontvangsten en Uitgaven over 1868. 31 ad ƒ8700.00, eene bedrag aan ƒ650.00 is kunnen worden af geschreven op het fonds voor onvoorziene uitgaven. Hoofdst. III. Afd. I. Art. 12. Voor aanleg en onder houd van ijsbanen. Daarvoor is over 1868 geene uitgaaf noodig geweest. Hoofdst. III. Afd. I. Art. 13. ƒ16.33. Voor kosten van onder zoek naar middelen tot verbetering van de opzameling, afvoer en behandeling van meststoffen en straatvuilnis. In afwachting dat de ten dezen benoemde commissie, na het haar opgedragen onderzoek te hebben volbvagt, eene opgave zou kunnen doen van hare uitgaven, werd dit art. op de bcgrooting voor memorie uitgetrokken. Die opgave is echter vóór 't sluiten dezer rekening nog niet verstrekt geworden, tengevolge waarvan alleen in de rekening is verantwoord eene pretentie, ter zake, van den heer J. W. Adels alhier, voor de verevening waarvan op dezen post eene som van f 50.00 is overgeschreven van het fonds voor onvoorziene uitgaven. Hoofdst. III. Afd. II. Art. 1. 195.91'. Onderhoud van de begraafplaats, de gebouwen en de gereedschappen. De kosten van dit onderhoud hebben met de in rekening gc- bragte som kunnen worden bestreden, zoodat van het toegestaan bedrag 219.085 beschikbaar is gebleven. Hoofdst. III. Afd. II. Art. 2. ƒ800.00. Bezoldiging der be ambten bij de begraafplaats. Conform de begrooting uitbetaald. Hoofdst. III. Afd. II. Art. 3. 2523.153. Daggelden van de opzieners, lijkbezorgers enz. en andere uitgaven voorde begraafplaats. Deze uitgaven hebben nagenoeg beloopcn het bij de begrooting toegestaan bedrag van ƒ2600.00. Hoofdst. III. Afd. III. Art. 1. ƒ3283.675. Kosten van de stadswaag, als a. Bezoldiging van den waagraccstcr 450.00. b. Idem van de wegers en weegsters - 445.60. c. Werkloonen der waagwerkers- 2388.075. Zamen ƒ3283.673. Bij de begrooting was aangebragt - 3545.60. Verschil in minder 261.925. Dit verschil is een gevolg van het minder bedrag der werk loonen die, gebaseerd op de ontvangst deswege over 1866 en 1867, bij de begrooting in ontvang en uitgaaf waren geraamd op ƒ2650. Hoofdst. III. Afd. III. Art. 2. ƒ538.683. Onderhoud van het waaggebouw en de gereedschappen. Voor dezen post was op de begrooting ƒ475.00 aangebragt, doch door het uitvoeren van eenige noodzakelijke herstellingen die vooral in verband met de te verrigten verfwerken niet achter wege konden worden gelaten, is het toegestaan bedrag ontoerei kend bevonden en uit dien hoofde versterkt met ƒ70.00. Hoofdst. III. Afd. IV. Art. 1. ƒ633.973. Kosten van ver strekte diensten aan de Visckmarkt. Op dit artikel was bij de begrooting 640 uitgetrokken, welk bedrag voor de vereischte uitgaven nagenoeg benoodigd is geweest. Hoofdst. III. Afd. IV. Art. 2. ƒ303.53. Onderhoud van de Vischmarkt. Alvorens in 1868 de aan het gebouw voor den afslag van visch voorgenomen verfwerken uit te voeren, gebleek het dat dit gebouw verschillende herstellingen behoefde, waarop bij het vast stellen der begrooling niet was gerekend. Uit dien hoofde is het bij de begrooting uitgetrokken bedrag van ƒ100.00 door af- en overschrijving versterkt geworden met/ 210. Hoofdst. III. Afd. V. Art. 1. $5,928.22'. Aankoop van grondstoffen vpor de gasfabriek, Tengevolge der aanschaffing van eene grootere hoeveelheid steenkolen dan waarop bij de begrooting was gerekend, is de op dit artikel toegestane som ad ƒ21,900.00 gebleken ten bestem den einde ontoereikend te zijn, waarom door af- en overschrijving daaraan een bedrag van 4030.00 is toegevoegd. Hoofdst. III. Afd. V. Art. 2. 12,589.12. Bezoldiging van het personeel aan de gasfabriek. Van het hiervoor uitgetrokken bedrag van ƒ14,500.00 is op het fonds voor onvoorziene uitgaven ƒ1000 afgeschreven, uit hoofde bij de gasfabriek nog niet zooveel personeel in dienst was gesteld als waarvoor de bezoldigingen in uitgaaf waren geraamd. Na die afschrijving levert het artikel nog een overschot op van ƒ910.88. Hoofdst. III. Afd. V. Art. 3. 1765.07. Onderhoud van ge bouwen en lasten. Hoofdst. III. Afd. V. Art. 4. ƒ11,896.903. Aankoop cn on derhoud van werktuigen. Hoofdst. III. Afd. V. Art. 5. ƒ1422.30'. Diverse andere uitgaven. Van de op de artikelen 3, 4 en 5 toegestane sommen is een gedeelte beschikbaar gebleven, zonder dat daarvoor bijzondere redenen kunnen worden opgegeven. Hoofdst. III. Afd. V. Art. 6. 300.00. Kosten van de Raads commissie voor de gemeentelijke gasfabriek. Conform de begrooting uitbetaald. Hoofdst. Ill, Afd. Y. Art. 7. ƒ9448.21'. Vergoeding van renten aan de gemeente wegens voor de gasfabriek verstrekte kapitalen. Als vermoedelijke uitgaaf was hiervoor op de begrooting aan gebragt de som van f 13,000.00, doch het eindcijfer der opge maakte rekening-courant heeft doen zien dat de gasfabriek wegens de exploitatie aan de gemeente geen hooger rentebedrag schuldig was dan op dit artikel in uitgaaf is verantwoord. Op art. 14 der Vide afdeeling van dit hoofdstuk wordt ver antwoord het bedrag der renten aan de gemeente versrhuldigd wegens voor de uitbreiding der gasfabriek verstrekte kapitalen, terwijl beide reritebedragen in deze rekening onder de ontvangsten zijn verantwoord op hoofdstuk III, art. 11. Hoofdst. III. Afd. VI. Art. 1./ 52762.00. Gedeelte der wer ken tot uitbreiding van het bebouwde gedeelte der Gemeente. Verschillende omstandigheden hebben er toe geleid dat de te doene uitgaven wegens de aanbesteedde werken niet alle in deze rekening hebben kunnen worden verantwoord. Dientengevolge bleef op dit artikel ruim ƒ7000.00 beschikbaar, waarvan evenge noemd bedrag is overgeschreven op het fonds voor onvoorziene uitgaven. Hoofdst. III. Afd, VI. Art. 2. Kosten van aankoop of onteigening der opstallen op het bouwterrein. D en andere ter reinen binnen de gracht gelegen. Op dit voor memorie uitgetrokken artikel heeft geene uitgaaf plaats gehad. Hoofdst. III. Afd, VI. Art. 3. f 32.60. Stichting van een nieuw beursgebouw. Bij de begrooting voor memorie uitgetrokken in afwachting dat later ter. bedoelden einde de vereischte fondsen zouden wor den aangewezen, bleef evenwel die aanwijzing achterwege door dien de bewuste stichting werd verdaagd. Tengevolge hiervan zijn op dit art. slechts verantwoord eenige kosten die met be trekking tot de voorbereiding der stichting van een beursgebouw hebben moeten worden gemaakt. Hoofdst. III. Afd. VI. Art. 4. ƒ27650.205. Demping der gracht van den noordoosthoek van het kadastrale perceel sectic C no. 210 af tot de Doelepijp en van daar tot de Oldehoofster- waterpoort.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1869 | | pagina 16