32 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van B. cn W. wegens de Ontvangsten en Uitgaven over 1868. Voor de uitvoering van dit werk was bij de gewijzigde be grooting toegestaan de som van f 26754.00. Daarvoor is even wel, met inbegrip van f 800.00 wegens buiten de bepalingen van 't betrekkelijk bestek uitgevoerde werken, moeten worden besteed de in de rekening verantwoordde som, tengevolge waar van, door af- en overschrijving, van het fonds voor onvoorziene uitgaven op dit art. is overgeschreven een bedrag van ƒ900.00, ten einde de vereisehtc uitgaven te kunnen verevenen. Hoofdst. III. Afd. VI. Art. 5. 379.00. Toestellen tot ver binding der brandspuiten met de brandputten. Ter bestrijding van deze uitgaaf was bij wijziging der begroo ting daarop uitgetrokken 500.00, zoodat van het toegestaan bedrag f 121.00 bcschikbaaar is gebleven. Hoofdst. III. Afd. VI. Art. 6. Demping der gracht van de Wijde Gasthuissteeg tot de Langepijp. Op dit voor memorie uitgetrokken artikel heeft geene uitgaaf plaats gehad. Hoofdst. III. Afd. VI. Art. 7. 7307.II5. Stichting van een gebouw voor de burger dag- en avondschool. Ter bestrijding der kosten van deze stichting werd bij wijziging der begrooting daarop aaugebrugt eenc som van ƒ9000.00, die te dier zake ook, althans nagenoeg, tot het volle bedrag in uitgaaf zou zijn gebragt, zoo de uittevoeren werken voor 't slui ten der rekening warén afgedaan geworden. In verband met de bepalingen van 't betrekkelijk bestek kon zulks echter niet plaats vinden, waardoor van 't toegestaan bedrag 1692.885 be schikbaar is gebleven terwijl de nog te betalen kosten in de rekening over 1869 zullen worden verantwoord. Hoofdst. III. Afd. VI. Art. 8. ƒ128541.02. Inrigting van een schoolgebouw voor uitgebreid lager onderwijs. Even als het voorgaande werd ook dit artikel bij wijziging der begrooting daarop uitgetrokken en wel tot een bedrag van ƒ12500.00, welk bedrag door af- en overschrijving met ƒ500.00 is versterkt, ter verevening van al de uitgaven die ter zake bij het artikel omschreven werden vcreischt. Daaronder is begrepen voor buiten het bestek uitgevoerde werken eene som van 559.00. Hoofdst. Ill, Afd.- VI, Art. 9. f 25,420.505. Voortzetting der werken tot uitbreiding van de gasfabriek. Hiervoor was bij de begrooting geraamd eene uitgaaf van ƒ20,000.00. De aannemingssom voor het maken der alsnog op te rigten gebouwen beliep intusschen 20,480.00, terwijl nog verschillende uitgaven tot deze uitbreiding betrekkelijk, op dit artikel ziju verant woord, waardoor de toegestane som met ruim ƒ5400 is overschreden. Dientengevolge is van het fonds voor onvoorziene uitgaven, op dit art. een bedrag van f 5500 overgeschreven. Hoofdst. Ill, Afd. VI, Art. 10. 2126.90. Verwen en be hangen der Rijks hoogele burgerschool. Hoofdst. Ill, Afd. VI, Art. 11. f 273.03. Daarsteling van eene pomp vóór het gebouw der Rijks hoogere burgerschool. Hoofdst. Ill, Afd. VI, Art. 12. ƒ1196.72. Koopsommen en kosten op den aankoop gevallen van de huizen letter E. no. 145 en lett. F no. 285. De uitgaven, vereischt geworden wegens de drie evengemclde artikelen hebben met de daarvoor toegestane sommen kunnen worden bestreden, terwijl op elke derzclve een overschot is verbleven. Hoofdst. Ill, Afd. VI, Art. 13. ƒ4274.03. Inrigting van de oude manege en daarbij staande stal tot gijmnnstiekschool. Voor deze inrigting was op de begrooting 4000 beschikbaar gesteld. De tijdeus de uitvoering van het werk gebleken nood zakelijkheid om de in het gebouw aanwezige balken te vernieu wen, waarop bij de raming der kosten niet wa9 gerekend, is echter oorzaak geweest, dat het toegestaan bedrag moest worden versterkt met 275, 't welk door af- cn overschrijving van het fonds voor onvoorziene uitgaven is bevorderd. Hoofdst. Ill, Afd. VI, Art. 14. 45,589.933. Onverevcnde kosten ter zake de uitbreiding der gasfabriek in 1866 en 1867. Het bedrag dezer kosten, waarvan in de genoemde dienstjaren de verevening niet kon plaats vinden, uithoofde de betrokken werken niet tijdig werden opgeleverd, was geraamd op 61,000. Daaronder was tevens begrepen hetgeen moest 'worden besteed voor leveringen met vorenbedoelde werken in verband staande. Uithoofde thans nog de verevening niet heeft plaats gehad van al de te doenc uitgaven, is van het uitgetrokken bedrag, 't welk intusschen gebleken is ruim genomen te zijn, ecue. som van ƒ15,410.935 beschikbaar gebleven. Kosten van brandweer. Hoofdst. IV, Art. 1. 4S57.405. Ter bestrijding dor kosten van brandweer was op de begrooting uitgetrokken de som van 5271, zoodat dit artikel een overschot oplevert van 413.595. Kosten van het onderhoud der gemeente- eigendommen en de wegens die eigendommen verschuldigde lasten. Hoofdst. V, Art. 1. 1756.16. Voor vertimmering en onder houd van huizen. Van de hiervoor beschikbaar gestelde som is ƒ411.84 als overschot in de rekening aangebragt, 't welk mede een gevolg is van de omstandigheid dat, in verband met den voorgenomen verkoop en amotie van sommige gebouwen, voor het onderhoud daarvan niet meer is besleed dan hoogst noodzakelijk was. Hoofdst. V. Art. la. ƒ217.59. Onderhoud van de Irnsu- merzijl met bijbehoorende woning. Voor dit onderhoud is in 1868 een betrekkelijk aanzienlijk bedrag boven de raming vereischt geworden, uithoofde verschil lende herstellingen aan de sluis moesten worden aangebragt. Dientengevolge is de toegestane som ad 100.00 versterkt uit het fonds voor onvoorziene uitgaven met ƒ120.00. Hoofdst. V. Art. 2. ƒ2534.405. Grondlasten enz. wegens aan de Gemeente behoorende eigendommen. Van het hiervoor op de begrooting uitgetrokken cijfer is 65.595 beschikbaar gebleven. Hoofdst. V. Art. 3. 100.00. Huur van een stuk grond tot berging van haardasch en vuilnis. Conform de begrooting uitbetaald. Hoofdst. V. Art. 4. ƒ412.485. Kosten wegens brandver zekering. Op dit artikel was in uitgaaf gesteld ƒ400.00, doch de ver schillende kosten voor de verzekering van gemeentcgcbouwen tegen brandschade hebben over 1868 iets meer bedragen, tenge volge waarvan het toegestaan bedrag door af- en overschrijving is versterkt met ƒ15.00. Hoofdst. V. Art. 5. Dijk- en poldcrlasten. Op dit artikel heeft in den regel geene uitgaaf plaats. Hoofdst. V. Art. 6. 33.70. Kosten vallende op verpach tingen. Hoofdst. V. Art 7. 40.10. Idem op de ontvangst van renten. De wegens deze beide artikelen vereischte uitgaven zijn in de rekening verantwoord. Over de daarvoor toegestane sommen behoefde niet tot het volle bedrag te worden beschikt. Hoofdstuk VI. Afd. 1. Art. 1. ƒ276.405. Kosten der Kamer van Koophan del en Fabrieken. Als toelage voor de kosten der kamer was ƒ300.00 uitgetrok ken, zoodat 't overschot op dit art. bedraagt 23.595. GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van B. en W. wegens de Ontvangsten en Uitgaven over 1S68. 33 Hoofdst. VI. Afd. II. Art. 1. ƒ700.00. Jaarwedden van de keurmeesters van vleesch en visch. Na de vaststelling der begrooting voor 1868 werd door den Raad aan den keurmeester J. O. Wijma eene personele toelage boven zijne jaarwedde verleend van ƒ100.00 'sjaars, in te gaan 1 Januarij 1S68. Uit dien hoofde is de op dit art. toegestane som van 600.00 door af- en overschrijving versterkt met/'100.00. Hoofdst. VI. Afd. II. Art. 2. ƒ100.00. Kosten ten behoeve van het bureau van inenting en herënting. De op dit art. toegestane som is als toelage voor de kosten van het bureau van vaccinatie uitgekeerd. Hoofdst. VI. Afd. II. Art. 3. /298.S53. Diverse uitgaven [gezondheidspolitie]. Voor deze uitgaven was bij de begrooting beschikbaar gesteld eene som ƒ20.00. Intusschen werd, ter verevening der kosten die het gevolg waren van de genomen maatregelen opzigtens den aanvoer van goed drinkwater in de maanden Julij en Aug., zoomede van die aangewend voor het buitengewoon reinigen der veemarkt na de marktdagen, gedurende de zoa warme zomer- maauden van 1868, de voormelde begrootingsom door af-cn overschrijving, ingevolge Raadsbesluit van 10 Sept. 1868, no. 4/32, vermeerderd met ƒ300.00. Het alsnu disponibel be drag is echter niet ten volle benoodigd geweest. Hoofdst. VI. Afd. III. Art. 1. 13.507.675. Kosten van politie. Van de voor dit artikel op de begrooting in uitgaaf gestelde som is ƒ27.325 beschikbaar gebleven. Hoofdst. VI. Afd- III. Art. 2. ƒ58.64. Voor kosten van gij zeling enz. ter zake overtredingen van enkele politie. Het getal der wegens overtreding van politieverordeningen in deze Gemeente over IS68 in gijzeling gestelde personen is zoo groot geweest dat voor hunne verpleging gedurende die gijzeling het in de rekening gesteld bedrag is moeten worden betaald. De begrootingsom ad ƒ40.00, is dientengevolge versterkt met ƒ20.00. Hoofdst. VI. Afd. 111. Art. 3. 16.64. Aandeel der Gemeente ir. de toelage voor bewaking van politie-gevangenen. Conform de begrooting uitbetaald. Hoofdst. VI. Afd. IV. Art. 1. ƒ76.833. Drukkosten van re gisters en aanslagbilletten ten behoeve van het stedelijk kantoor. Hiervoor was op de begrooting aangebragt de som van 60.00, die even als in het voorgaande jaar gebleken is onvoldoende te zijn. - Uitdienhoofde is het artikel door af en overschrijving versterkt met ƒ20.00 en op de begrooting voor 1869 een be drag van 75.00 uitgetrokken. Hoofdst. VI. Afd. IV. Art. 2. ƒ330.84. Kosten van het ze gelen der registers voor het stedelijk kantoor en der aanslagbil letten voor de plaatselijke belastingen. Wegens dit artikel bedraagt de uitgaaf meer dan de geraamde som, ad 250.00, ten gevolge van het zegelen der kohieren voor de directe belastingen waarvan de kosten mede op dezen post ziju verantwoord. Het geraamd bedrag is door af- en over schrijving versterkt met ƒ120.00. Hoofdst. VI. Afd. IV. Art. 3. ƒ1394.245. Perceptiekosten ter zake de Gemeente-opcenten op 's Rijksbelastingen. Voor de bij dit artikel bedoelde perceptiekosten was bij de begrooting een te laag óijfer in uitgaaf gesteld, uithoofde de raming onder anderen was gebaseerd op de in 1868 te heffen opcenten op de personele belasting, na lo. Mei van dat jaar 25 bedragende, terwijl perceptieloon moest worden betaald, we gens de 50 opcenten op die belasting, geheven over het dienst jaar 1867/68. Bijvoegsel tot de Provinciale Friescue Cocrant. Hoofdst. VI. Afd. IV. Art. 4. ƒ10.97. Bureaukosten van den Gemeente-Ontvanger. Dit artikel levert een overschot op van ƒ39.03. Hoofdst. VI. Afd. IV. Art. 5. ƒ50.00. Kosten van gaardering der belasting op tooneelvertooningen enz. De toegestane som is als belooning aan de personen, met de gaardering belast, uitbetaald. Hoofdst. VI. Afd. IV. Art. 6 Kosten van gaardering der bruggelden. Hoofdst. VI. Afd. IV. Art. 7. Alsvoren van de markt- gelden. Hoofdst. VI. Afd. IV. Art. 8. Alsvoren van de kaai en walgeldcn. Op deze artikelen is in 1868 geene uitgaaf vereischt geworden terwijl ook op de begrooting daarvoor geene sommen beschik baar waren gesteld. Hoofdst. VI. Afd. IV. Art. 9. ƒ136.60. Voor kosten van vervolging ter zake onderscheidene belastingen. Hiervoor was op de begrooting in uitgaaf gesteld de som van ƒ200.00, waarvan ƒ63.40 niet benoodigd is geweest. Hoofdst. VI. Afd. IV. Art. 10. 151.90. Beschrijvingskosten van den hoofdelijken omslag en der belasting op het houden van honden. Voor deze kosten was primitief toegestaan ƒ120.00, welk bedrag echter ontoereikend bevonden en uit dienhoofde versterkt is met ƒ32.00. Uitgaven door bijzondere wetten aan de Ge meente opgelegd als Armwezen, Onderwijs, Militie, Schutterij, Uitkeeringen enz. Hoofdst. VII. Afd. I. Art. 1. ƒ34.521.053. Subsidie aan de stads armenkamer. Deze subsidie is primitief tot een bedrag van ƒ34,000.00 uitgetrokken op de gcmeentcbegrooting, die werd vastgesteld toen de begrooting der instelling nog niet was ingekoruen. Op laatstgenoemde begrooting werd echter door het armbestuur als subsidie van de Gemeente in ontvang gesteld de som van ƒ36,132.86. Uithoofde deze begrooting de vereischte goed keuring erlangde is bij wijziging der gemeentebegrooting het daarop vermeld subsidiebedrag met ƒ2132.86 verhoogd en alzoo gebragt in overeenstemming met het door de voogden der ar menkamer voorgedragen cijfer van ƒ36,132.86. Van dit bedrag is intusschen niet meer dan het in de rekening verantwoordde cijfer benoodigd geweest. Hoofdst. VII. Afd. 1. Art. 2. 805.63. Subsidie aan het stads werkhuis. Hiervoor was toegestaan ƒ1475.00, zoodat het artikel een overschot oplevert van 669.37. Hoofdst. VII. Afd. I. Art. 3. 20S0*00. Jaarwedde van de stads geneesheeren, heelmeesters en vroedvrouwen. Conform de begrooting uitbetaald. Hoofdst. VII. Afd. I. Art. 4. 14,577.60. Vcrplegings-, ver- vangings- en transportkosten in de gestichten te Ommerschans en Veenhuizen. Ter bestrijding dezer kosten was ook over 1868 de toegestane 9om van ƒ12,000.00 niet voldoende, waarom dat bedrag door af- en overschrijving uit het fonds voor onvoorziene uitgaven is aangevuld met ƒ2600.00. Hoofdst. VII. Afd. I. Art. 5. Voor geneeskundige hulp aan minvermogenden. Wegens dit artikel is geene uitgaaf vereischt geworden, dewijl de daarbij bedoelde kosten steeds door het burgerlijk armbestuur worden betaald. 10

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1869 | | pagina 17