By ligt i9bg-3
r. s.
iiKMEEVFKRAAD 'IE LF.EUWAlïDEN. Bijlage tot lict Verslag van Donderdag 13 Mei ISfi'J. 9
Ontwerp.
INSTRUCTIE voor de onderwijzers aan de Gemeen
telijke Gijmnastiekschool.
Art. 1.
l)e onderwijzers aan de Gemeentelijke Gijmnastiekschool zijn
belast met bet onderwijs in de Gijranastiek aan de leerlingen:
a. der school voor lager en meer uitgebreid lager onderwijs;
b. der fransche dag- en kostschool;
c. der burgerschool voor meisjes;
d. der tussehenschool le klasse
e. der burgcrdagschool
van het Stedelijk Gijmnasium
g. der Jtijks Hoogcre Burgerschool
en aan alle leerlingen die verder door den Gemeenteraad voor
deze inrigting zijn of zullen worden aangewezen.
Art. 2.
De onderwijzers staan onder het algemeen bestuur en toezigt
van Burgemeester en Wethouders en het onmiddellijk toezigt van
de Baadscommissic voor de gijmnastiek, onverlet het bijzonder
toezigt op het onderwijs uit te oefenen door de autoriteiten bij
de wet op het lager en bij die op het middelbaar onderwijs
daartoe aangewezen ieder voor zoo veel aangaat de scholen
onder haar ressort en voor zooveel de leerlingen van het Gijm
nasium betreft door hccren curatoren van het Gijmnasium.
Art. 3.
De onderwijzers volgen ten aanzien van de regeling en verdee
ling der lessen de aanwijzingen der Ilaadscommissie.
Art. 4.
De eerste onderwijzer is belast met de leiding van het onder
wijs en de handhaving der orde, overeenkomstig het daartoe
vastgesteld reglement.
Art. 5.
Ilij bepaalt de oefeningen voor iedere les, daarbij lettende
op de geschiktheid en ligchamelyke ontwikkeling der leerlingen.
Art. 6.
Dc onderwijzers zorgen, dat leerlingen die aan ligchaarasgebre-
ken of ongemakken lijden, welke het deelnemen aan sommige
oefeningen, zij het ook tijdelijk, ongeraden maken, zich van die
oefeningen onthouden.
Art. 7.
Oefeningen, die aan de Commissie te gewaagd voorkomen, zul
len zij dc leerlingen niet mogen laten uitvoeren.
Art. 8.
Herhaald verzuimen van de les brengt dc eerste onderwijzer
ter kennis van den Voorzitter der Raadscommissie, van den leeraar
of dc onderwijzeres die aan het hoofd der inrigting is ge
plaatst, waar de leerling ter school gaat, aan den eerstbedoelde
zoo mogelijk met opgaaf van de redenen.
^Bijvoegsel tot de Provinciale Fuiesche Courant.
Art. 9.
Leerlingen, die zich onder de les aan nalatigheid of onorde
lijkheid schuldig maken verwijdert hij uit de ocfenbaan.
Bepaalde ongehoorzaamheid of ernstig vergrijp tegen de orde
straft hij met het wegzenden van de les. Van dit laatste geeft
hij schriftelijk kennis aan de ouders of voogden van den betrok
ken leerling, bij herhaling aan den voorzitter der Raadscommissie.
Art. 10.
De eerste onderwijzer houdt bestendig het oog op den staat
van het gebouw, op dien der werktuigen, toestellen en meubelen
cn waarschuwt de Raadscommissie zoodra herstelling of vernieu
wing van een of ander hem raadzaam voorkomt.
Hij waagt de leerlingen nooit aau werktuigen of toestellen,
waarvan de deugdelijkheid of betrouwbaarheid hem twijfelachtig
schijnt.
Art. 11.
Hij houdt maandelijks aanteekening van den stand des gas
meters en het gasverbruik, ziet toe op de levering van nieuw of
vernieuwd materieel, gelijk mede op die van brandstoffen en
dient jaarlijks vóór den 1 Julij aan de Raadscommissie in,
eene opgave van hetgeen in het volgende dienstjaar benoodigd
is of herstelling behoeft, benevens een staat van het voorhanden
materieel en mobilair.
Art. 12.
De onderwijzers houden onder de les het lokaal gesloten doch
openen den toegang voor ieder die geregtigd is tot de bijwoning
of aan wien de toegang mag worden verleend.
Zij worden gehouden bekend te zijn met de verordening, hou -
dende algemeene bepalingen voor het onderwijs aan de gemeen
telijke Gijmnastiekschool, vastgesteld bij besluit van den Raad
dd. 14 Januarij en 25 Maart 1869, ten dezen speciaal met het
bepaalde bij art. 3 en 4.
Art. 13.
De onderwijzers, gebruik wenschende te maken van de ver
gunning hun bij art. 16 van bedoelde verordening verleend,
nemen geene particuliere lessen aan zonder toestemming der
Raadscommissie, aan wier goedkeuring de regeling dier lessen is
onderworpen.
Art. 14.
De eerste onderwijzer houdt een register van al de leerlingen,
gerangschikt naar de verschillende scholen en klassen waartoe
zij behooren, of waaraan zij zijn toegevoegd, met aanwijzing van
dag en uur waarop zij les ontvangen.
Dit register moet steeds in het lokaal aanwezig zijn.
Hij geeft daarvan een afschrift aan den voorzitter der Raads
commissie en brengt daarin maandelijks de ontstane wijzigin
gen aan.
Art. 15.
Hij houdt in datzelfde register afzonderlijke aanteekening van
de betalende leerlingen en yun de particuliere lessen en rekent
maandelijks de vergoeding cn uitkeering op, hem bij art. 16 en
17 der meergemelde verordening, wegeus die betalende leerlingen
en particuliere lessen opgelegd.
De oprekening door de Raadscommissie nagezien en goedge
keurd zijnde, wordt door haren voorzitter ten fine van approbatie
geteeker.d cn het bedrag gestort bij den gemeente-ontvanger.
3