i
i
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Bijlage tot het verslag der zitting van Donderdag 11 Augustus 1870.
VEEANTWOORDING
van Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leeuwarden
wegens de INKOMSTEN en UITGAVEN van die Gemeente
over het dienstjaar 1869.
35
Werkelijk
bed mg vol
gens de
ltekeniug.
INKOMSTEN.
■tl
u
Ontvangsten wegens vroegere diensten.
1 j/10161 345 Batig slot der rekening over 1867.
De rekening over 1867 werd door heeren Gedeputeerde Staten, bij resolutie van 28 Julij 186D
no. 8 goedgekeurd met een batig saldo vanƒ91661.345.
i Daarvau is echter ten behoeve van de dienst 1S68, ingevolge raadsbesluit van 10
(September 1868, goedgekeurd bij resolutie van Ged. Staten dd. 17 dier maand no.
1, afgeschreven eene som van- 81500.00,
zoodat beschikbaar bleef ƒ10161.345.
-13000 Gedeelte van het batig saldo der rekening van het afgesloten dienstjaar 1868.
I)e rekening over 1868 werd afgesloten met een batig saldo van ƒ21171.75.
I Bij raadsbesluit van 23 September 1869, goedgekeurd door heeren Ged. Staten bij resolutie van
den 7 October d.a.v. no. 1, is ten behoeve van de dienst 1869 over dat saldo beschikt tot een
bedrag van 13000.00.
Opbrengst van plaatselijke belastingen.
1 en2|» 20885 96 j Opcenten op de hoofdsom der grondbelasting; 40 wegens de gebouwde en 10 wegens de onge
bouwde eigendommen.
De opbrengst van deze opcenten, die geheven worden ingevolge raadsbesluit van 7 November
1865, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 12 December d.a.v. no. 92, is over 1S69 ƒ121.24
minder geweest dan de raming, die gebaseerd was op het te ontvangen bedrag over 1868.
II i -17627 385
IV I 1
96355 5I5
25 opcenten op de hoofdsom der personele belasting.
Deze opcenten worden geheven krachtens raadsbesluit van 13 Februarij 1868, goedgekeurd bij
koninklijk besluit van 14 Maart d.a.v. no. 42. De opbrengst daarvan is ƒ246.105 meer dan
het bij de begrooting geraamd bedrag.
Plaaatselijke directe belasting naar 3,55 ten honderd van het belastbaar inkomen.
De heffing dezer belasting vindt plaats overeenkomstig raadsbesluit van 11 October 1866, goed
gekeurd bij kon. besluit van 10 November d.a.v. no. 67.
Het deswege over 1869 te ontvangen bedrag werd geraamd:
Onzuiver opƒ99400.00.
Af 2 pet. voor oninbare posten - 1988.00.
ltest zuiver ƒ97412.00.
De voor die heffing opgemaakte kohieren, zoover deze n.l. invorderbaar konden worden gesteld,
werden goedgekeurd tot een bedrag als volgt
Primitief kohierf 99273.74.
]e suppletoir - 758.04.
zamen ƒ100031.78.
Hiervan is, met inachtneming der bepalingen van de verordening op de invordering
Afgeschreveningevolge besluiten van Burgemeester en Wethouders van 9 Februarij
en 19 Maart 1870 2344.04
Oninvorderbaar verklaard, bij raadsbesluit van 23 Junij 1870 .- 1146.22
zamen 3490.26'.
Weshalve het te ontvangen bedrag beliep 96541.51®.
Er is ontvangen en in de rekening verantwoord - 96355.5 L'.
Blijft flzoo nog te verhalen 186.00,
aangeduid op den staat bij de rekening overgelegd.
Bijvoegsel tot de Provinciale Friesche Coubant. 12
:;i
§1