78
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN.
Memorie van toelichting der Gemeente-begrooting 1871.
o
:g
voor die inrigting ingediende begrooting. Tot toelichting van
de voorgedragen sommen wordt opgemerkt
dat wegens aankoop van grondstoffen een hooger cijfer is ge
raamd, in verband met het steeds toenemend gasverbruik
dat voor bezoldiging van het personeel eveneens een hooger
bedrag is uitgetrokken, dewijl in 1870 eenige verhooging van be
zoldiging heeft plaats gehad en er willigt de noodzakelijkheid
zal ontstaan tot vermeerdering van personeel
dat art. 3 is geraamd naar de uitgaaf die deswege in 1869
heeft plaats gehad
dat het op art. 4 gesteld bedrag dit jaar voldoende worde
geachten
dat voor artt. 5 en 6 gelijke sommen ziju geraamd als het
vorige jaar
terwijl de te vergoeden renten zijn berekend naar 5 pet. van
de op 1 Januarij 1870 nog niet afgeloste door de gemeente ver
strekte kapitalen, na aftrek van de rente der in den loop van
het jaar te storten kapitalen.
Begr. 1870. Begr. 1871.
Hoofdst. Ill, Ad. VI.
Onder cene nieuwe afdeeliug worden thans aangebragt de
kosten van opruiming der baardascb, vuilnis enz., waaronder
insgelijks zijn begrepen de kosten van het opzamelen van puin,
straatwieden enz., vroeger onder hoofdstuk III, afd. I, Art. 5
der bcgrooting aangebragt, welk artikel dientengevolge met
1425 is verlaagd.
Begr. 1870. Begr. 1871.
Hoofdst. Ill, Afd. VI, Art. 1,
2200.
De vaste jaarwedde van den directcnr en de beide opzigters
der stads reiniging zijn op de begrooting uitgetrokken volgens
het bedrag vastgesteld bij de verordening van 31 Maart 1870,
terwijl onder de veranderlijke toelagen ziju begrepen lo. de
toelage ad ƒ500 bij Raadsbesluit van 4 April 1870 voor drie
jaren aan den directeur verzekerd voor het geval dat de percents
gewijze belooning niet voldoende mogt zijn om de gehecle
bezoldiging tot het cijfer van /1200 te brengen en 2o. eenc
veranderlijke toelage geraamd op /150 voor elk der opzigters,
in verband met de raming der vermoedelijke opbrengst.
Begr. 1870. Begr. 1871.
Hoofdst. Ill, Afd. VI, Art. 2,
f13350.
De arbeidsloonen van p. m. 35 arbeiders bij de stads reini
ging worden in verband met de reeds gemaakte kosten geraamd
op ƒ226.,, per week; hierbij komen de onkosten voor het lciken
der grachten die op ƒ1600 worden geraamd.
Begr. 1870. Begr. 1871.
Hoofdst. Ill, Afd. VI,
Art. 3, 100.
4, - 2700.
5, - 500.
De voor deze artikelen geraamde sommen strekken tot onderhoud
van de op het aschlaud aanwezige gebouwen, en de voor de
reiniging benoodigde wagens, schuiten en gereedschappen, bene
vens van vijf paarden die voortdurend daarvoor worden vereischt,
terwijl onder art. 5 is aangebragt eene som van ƒ500 voor
diverse uitgaven die vooraf niet kunnen worden opgegeven.
Begr. 1870. Begr. 1871.
Hoofdst. Ill, Afd. VII.
Even als vbor 1870 is ook over 1871 deze afdeeling gesplist
in twee rubrieken, waarvan de eerste vermeldt de uitgaven te
bestrijden uit gewone middelen en de tweede die, waarin door j
buitengewone middelen zal worden voorzien.
120
121
122
123
124
125
12G
Begr. 1S 70. Begr. 1871.
Hoofdst. Ill, Afd. VII,
Art. 1, 4050.
2, - 3500.
3, - 8500.
Do toestand van de hierbedoelde bruggen, maakt eene geheelc
vernieuwing noodzakelijk.
Volgens raming zullen de uitgetrokken sommen voldoende
zijn om de ter zake te doene uitgaven te bestrijden.
Begr. 1870. Begr. 1871.
Hoofdst. Ill, Afd. VII,
Art. 4, 9000.
Ter verdere voortzetting der werken tot uitbreiding van het
bebouwd gedeelte der gemeente wordt op deze begrooting de op
dit artikel uitgetrokken som voorgedragen. Naar men zich
voorsteld zal dit bedrag strekken en hoogstwaarschijnlijk benoodigd
zijn voor den aanleg van den geprojecteerdcn stationsweg, en hel
leggen van riolen.
Beg. 1870. Begr. 1871.
Hoofdst. Ill, Afd. VII,
Art. 5, ƒ2500.
Even als ten vorigen jare, waarmede echter de Raad zich
toen niet heeft kunnen vereenigen, wordt op deze begrooting
wederom eene som voorgedragen tot verbetering van den weg
loopende van de Vrouwenpoortsbrug tot die over de Harlinger-
vaarl bij het voormalig Verlaat.
Men is van meening dat deze weg welke als wandelweg vooral,
druk bezocht en thans ook als rijdweg naar het station veel
gebruikt wordt, noodzakelijk eenige verbetering eischt. In de
eerste plaats geldt dit het gedeelte van de Vrouwenpoortsbrug
tot even voorbij de molen „het Lam", waarvan de onvoldoende
toestand ten duidelijkste blijkt.
Volgens raming is de uitgetrokken som benoodigd om dit
gedeelte door het leggen eener bestrating op voldoende wijze te
doen verbeteren.
Begr. 1870. Begr. 1871.
Hoofdst. Ill, Afd. VII, Art. 6 ƒ7000.
Nadat het in exploitatie gebragt terrein in de Prins Hendrik
straat, beschikbaar gebleven na de amotie van de aldaar door
de gemeente aangekochte woningen, overeenkomstig de vastge
stelde voorwaardeu van bouwkundigen aard zal zijn bebouwd,
acht men het wcnschelijk dat tot de wegruiming van het tijdelijk
verblijf van den wachter bij de Prins Hcndrikbrug en het daarvoor
in de plaats stellen van eene woning worde overgegaan.
Men is van meening dat waar de gemeente voorwaarden heeft
vastgesteld onder welke de voor de uitbreiding van het bebouwde
gedeelte der gemeente bestemde terreinen in exploitatie worden
uitgegeven, zij ook bij de stichting van de hierbedoelde woning zoo
veel mogelijk zal behooren mede te werken, dat van die voor
waarden niet worde afgeweken.
Met het oog daarop wordt het wenschelijk geacht dat te dezer
plaatse een huis worde gesticht dat wat het uiterlijk betreft
eenigermate gelijk zij aan het thans aldaar bestaand hoekgebouw.
De kosten der stichting van zoodanig gebouw worden op
dit artikel ter goedkeuring voorgedragen.
Begr. 1870. Begr. 1871.
Hoofdst. Ill, Afd. VII,
Art. 5, Memorie.
In het onzekere of de kosten der voorgenomen verbetering van
het asohland die bij gewijzigde begrooting over IS70 beschikbaar
werden gesteld, geheel op de dienst van dat jaar zullen kunnen
worden verevend, heeft men gemeend, dit artikel op deze be
grooting voor memorie te moeten aanbrengen.
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Memorie van Toelichting iler Gcmecnte-begrootiDg 1871.
79
127
Begr. 1870.
128
129
130
Begr. 1871.
Hoofdst. Ill, Afd. VII, Art. 7 ƒ2000.
Ten einde op voldoende wijze uitvoering te geven aan het
Raadsbesluit waarbij is bepaald dat de reiniging van de publieke
straten enz. van wege de gemeente zal geschieden, wordt de
aanbouw van publieke secreten en waterplaatsen, zoomede het
aanbrengen van vuilnisbakken op onderscheidene plaatsen in de
gemeente zeer wenschelijk beschouwd, waarom op dit art. eene
som, ter bestrijding der daaruit voortvloeijende uitgaven is aan
gebragt.
Begr. 1870. Begr. 1871.
Hoofdst. Ill, Afd. VII, Art. 8 f 400.
Deze som wordt vereischt voor bet verwen en behangen van
de woning van den Gemeente-Architect, 't welk ten vorigen jare
onuitgevoerd is gelaten.
Begr. 1870. Begr. 1871.
Hoofdst. Ill, Afd. VII, Art. 9 Memorie.
In afwachting van het resultaat van het aanhangig onderzoek
naar het doelmatige en uitvoerbare van den aanleg van een
tweeden verschwatervijver in verband waarmede de uitvoering van
het Raadsbesluit 'betrekkelijk den aanmaak van regenbakken bij
de Groote kerk, tijdelijk werd geschorst, wordt dit artikel als
nog op deze begrooting voor memorie uitgetrokken.
Begr. 1870. Begr. 1871.
Hoofdst. Ill, Afd. VII, Art. 10 Memorie
Bij Raadsbesluit van 5 Julij 1869 werd bepaald, dat ten be
hoeve der schietoefeningen van de dienstdoende schutterij alhier
van wege er op kosten der gemeente cene schietbaan zal worden
opgerigt, zoodra het daarvoor geschikt terrein zal zijn aangewezen.
Uithoofde daaromtrent alsnog geene voorstellen kunnen worden
gedaan, wordt dit artikel voor memorie aangebragt.
Begr. 1870. Begr. 1871.
Hoofdst. Ill, Afd. VII, Art. 11 5000.
Tengevolge tener in de uitvoering der demping van de be
doelde gracht ontstane verhindering, is een gedeelte van de
aauneraingssom alsnog onbetaald gebleven, weshalve men ge
meend heeft het bedrag daarvan op deze bcgrooting te moeten
overbrengen ten einde op de dienst van 1871 te kuuncn worden
verevend.
Begr. 1870. Begr. 1871.
Hoofdst. Ill, Afd. VII, Art. 12 4700.
Aangezien de finale oplevering van de Prins Hcndrikbrug nog
niet heeft plaats gehad en in verband daarmede de laatste ter
mijn der aannemingssom nog niet is vcrevcud, wordt op dit art.
de daarvoor vereischte som in uitgaaf gebragt.
Begr. 1870. Begr. 1871.
Hoofdst. Ill, Afd. VII, Art. 14 Memorie.
In het onzekere of en zoo ja welke som zal worden vereischt
tot aankoop of onteigening van gebouwen of gronden, waar over
de gemeente in verband met het plan der uitbreiding van de
bebouwde kom der gemeente de beschikking zal dienen te
erlangen, wordt op deze begrooting een daartoe betrekkelijk ar
tikel voor memorie aangebragt.
Begr. 1870. Begr. 7871.
134 Hoofdst. IV, Art. 1,6158. Iloofdst. IV, Art. 1, ƒ5758.
Deze kosten zijn in uitgaaf gesteld tot het bedrag als het col-
legie brandmecetcrs heeft voorgedragen bij de ingediende begroo
ting die hier als bijlage wordt overgelegd.
Begr. 1870. Begr. 1871.
135 Hoofdst. V, Art. 1, ƒ1810. Iloofdst. V, Art. 1, ƒ3410.
Voor dit artikel is eene hoogerc som geraamd dan in 1870,
doordien aan sommige der hierbedoelde gemeente-eigendommen
Begr. 1870.
136 Hoofdst. V, Art. la, 120.
Gelijk als het vorige jaar.
Begr. 1870.
137 Hoofdst. V, Art. 2, 1250
131
132
133
buitengewone herstellingen zullen dienen plaats te vinden, hoo
zakelijk bestaande in het verwen der localen van het kantoor vj
waarborg, de vernieuwing van de palissadering en schutting!
om den stadstuin, het verwen van het zomerhuis in genoemdn
tuin en het verwen van sommige der sub m, o en p bedoer
gebouwen, 't welk een en ander niet gevoegelijk tot een an
jaar kan worden uitgesteld.
Begr. 1871.
Hoofdst. V, Art. 2
/I
Begr. 1871.
Hoofdst. V, Art. 3, 2163.
Afd
Art.
Art.
Art.
II, Art. 1,
2, ƒ100.
3, - 200.
4, - 50.
700.
JUiuaL. t, ai». ...v.
Wegens te betalen grondlasten is tengevolge den verkoop
sommige aan de gemeente behoorende eigendommen, een la
cijfer uitgetrokken als het vorige jaar.
De alhier in uitgaaf gestelde som is gespecificeerd op
lage No.
Begr. 1870. Begr. 1871.
138 Hoofdst. V, Art. 4, ƒ500. Hoofdst. V, Art. 4, f51
139 Art. 5, Art. 5,
110 Art. 6, -75. Art. 6. -75.
141 Art. 7, - 45. - Art. 7, - 45.
Voor deze artikelen zijn gelijke sommen uitgetrokken als
vorige jaar, in verband met hetgeen deswege in 1869 is uilgegev'
Begr. 1870. Begr. 1871.
142 Hoofdst. VI, Afd. I, Art. 1,/S00. Hoofdst. VI, Afd. I, Art. 1, ƒ3
143 Afd. II, Art. 1, ƒ700.
144 Art. 2, ƒ100.
145 Art. 3, - 200.
146 Art. 4, - 50.
De hier uitgetrokken sommen zijn grootendeels op het d^
voor uitgetrokken bedrag bij Raadsbesluit vastgesteld en st<
men overeen met hetgeen deswege ten vorigen jare op do begw
ting is aangebragt.
Begr. 1870. Begr. 1871.
147 Iloofdst. VI, Afd. Ill, Art. 1. Hoofdst. VI, Afd. III, Art
ƒ14,190. ƒ14,150.
Behalve sub litt. g waarvoor 40 minder is geraamd, zijn
verschillende onderdeden van dit artikel tot dezelfde soma
uitgetrokken als het vorige jaar.
Begr. 1870. Begr. 1871.
148 Iloofdst. VI, Afd. Ill, Art. 2, 60. Hoofdst. VI, Afd. III, Art. 2,
149 Art. 3, 16.64. 4
150 Afd. IV, Art. 1, ƒ75.
151 Art. 2, f 400.
152 Art. 3, - 975.
153 Art. 4, - 50.
154 Art. 5, - 50.
In verband met de ui
Art. 3, 16.64.
Afd. IV, Art. 1, 75.
Art. 2, ƒ400.
Art. 3, - 975.
Art. 4, - 50.
Art. 5. - 50.
in vciuitiiu uiuu ..v over 1869, worden voor al d
artikelen gelijke sommen voorgedragen als ten vorigen jare.
Begr. 1870. Begr. 1871.
155 Hoofdst. VI, Afd. 4, Art. 6^,/2( I
Ten einde meerdere zekerheid te erlangen dat de bodieni
van de hierbedoelde brug met zorg geschiede, acht men 1
wenschelijk de inning der voor het afdraaijen dier- brug to be
len gelden, door gaardering te doen plaats hebben, weshalve
daaraan verbonden kosten op onderdeel g van dit art. word
uitgetrokken. Het bedrag daarvan stemt overeen met de 1
vorigen jare op Hoofdst. I, Afd. I, Art. 13 als jaarwedde v
den wachter der bedoelde brug, toegestane som.
Begr. 1870. Begr. 1871.
158 Hoofdst. VI, Afd.IV, Art. 9,ƒ200. Hoofdst. VI, Afd. IV, Art. 10^Q
159 Art. 10, 150. Art. 10, 150.
Gelijk als het vorige jaar.