92 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Bijlage tot het verslag der Zitting van Donderdag den 24 November 1870.
wel een middel zouden weten te vinden om daar ter plaatse te
doen bouwen eene nette, niet te veel met den welstand strijdende
brugwachters woning. Daartoe wenscbtc men het collegie uitge-
noodigd te hebben.
Vermits de ontwikkelde bezwaren tegen den post volkomen
strooken met de persoonlijke inzichten van den rapporteur der
2e sectie, zoo stelt Uwe commissie van rapporteurs, bij meer
derheid voor, den post te roijeren en daarvoor in plaats te
stellen„kosten van het bouwen eener brugwachters woning"
„bij de Prins Hendriksbrug. Memorie."
no. 129. Bij dit artikel der begrooting wenscht de commis
sie van rapporteurs aan Burgemeester en Wethouders te vragen
hoe slaat het met de zaak van den tweeden verschwatervijver
Is er ccnig uitzigt, dat onze gemeente zich binnen een niet te
verwijderd tijdstip in het bezit daarvan zal verhengen?
Uwe commissie zal thans opvolgelijk opgeven de posten, welke
aan deze afdeeling, naar haar inzien nog moeten worden toe
gevoegd.
I. bij Afd. VII A.
a. Verbetering van den weg naar de Boniekoe. Memorie.
Dit voorstel is afkomstig uit dc 3de sectie. De onderwerpe-
lijke weg is in een slechten toestand en eischt een degelijke
verbetering. Men was in die sectie geïnformeerd, en die infor
matie is later gebleken juist te zijn, dat er bij het gemeentebe
stuur bereids van belangt ebbenden een adres van die strekking
was ontvangen. Het schijnt, dat vooral dc afwatering van den
weg veel te wenschcn overlaat.
De commissie var. rapporteurs doet eenstemmig het bovenge
noemd voorstel.
b. Voor verzwaring van de liggers der Prins-IIendriksbrug
en verdere herstelling 1200, (zie dc toelichting hiervóór bij
no: 91#.
c. Verbetering, door middel van drainering of door andere
middelen, van het terrein, gelegen tusschcn de achterzijde van
het paleis van justitie en de stads-gracht daarnevens. Memorie.
In de derde sectie werd dc slechte toestand van dat terrein
besproken. Bij regenachtig wcêr, juist geen zeldzaamheid in ons
land, staat daar vaak een groote waterplas, welke dan maar moet
opdroogen, als er wat zonneschijn komt. Dat zulks gepaard gaat
met voor de gezondheid schadelijke uitwasemingen, zal wel geen
betoog behoeven.
Der commissie van rapporteurs komt met de sectic voorziening
noodig voor. Zij doet het middel van draincring aan de hand,
zonder andere, misschien betere middelen uit te sluiten. Ilct
komt er maar op aan, dat terrein, zoo mogelijk, op cenigerhande
wijze droog te leggen.
II. by Afd. VII B.
a. Het bouwen van een nieuw schoolgebouw op Oldc Gali-
leëningevolge raadsbesluit van den 27 October 1870, Memorie.
b. Het bouwen en inrigtcn van een tweede gymnastiekschool,
ingevolge hetzelfde raadsbesluit, Memorie.
c. Vernieuwing van de Boomsbrug, met daaraan te geven
ruimere doorvaarlswijdte, Memorie.
De boomsbrug heeft eene geschiedenis en bij dat voorwerp
staat dc Raad tegenover beloften van verbetering, aan de kamer
van koophandel alhier gegeven, welke in 1871 behooren vervuld
te worden. Uwe commissie verwijst naar het verslag der com
missie van rapporteurs over dc bcgrooting voor 1870 en dc me
morie van beantwoording. (Bijlage tot het verslag der zitting
van 11 November 1869, bl. 62 en 6G).
Na de verklaring van Burgemeester en Wethouders, voorko
mende op de aangehaalde pagina 66, stortte de wiptocstel dei-
brug in. Haar toestand was derhalve wel degelijk gevaarlijk en
maakte het nemen van voorziening noodig.
Die voorziening nu wa3 van zóó uitgebreiden aard, dat de
kamer van koophandel alhier oordeelde, haar althans met eene
gedeeltelijke vernieuwing of herstelling gelijk te mogen achten.
Zij had zich, blijkens haar schrijven aan den Raad van 10 De
cember 1869, no. 912, gevleid, dat, men met het oog op de
gedane toezegging, tegelijk met die vernieuwing tot het verwijden
der doorvaart zou zijn overgegaan. Voorts verzocht zij bij dat
schrijven tot de meergenoemde, afdoende verbetering te besluiten.
In antwoord hierop gaf dc Raad, bij besluit van lü February
1870, no. 18/34 aan de kamer te kennen, „dat hij, in verband met
de onlangs aan de brug gedane herstellingen, (die trouwens niet
van dien aard worden geacht, alsof ze met eene bijna algeheele ver
nieuwing, zooals de kamer vermeende, gelijk zouden staan), van oor
deel was, dat eene algeheele vernieuwing der brug vóór 187 L niet
volstrekt uoodig was te achten en daarmede dus tot dat tijdstip ie
moeten wachten, stellende de Raad zich overigens voor om, gelyk ook
reeds in zijn besluit van 10 Januari] 1868, no. o/'ó6, opgesloten
ligt, die vernieuwing gepaard te doen gaan met eene verbetering
der doorvaarts-wijdte, gelijk de kamer die beoogt." Do bedoeling
van dit raadsbesluit kan, naar het oordeel Uwer Commissie van
rapporteurs, gccne andere zijn, dan dat de afdoende verbetering
der Boomsbrug, met de zóó noodige, ruimere doorvaarts-wijdte
in 1871 zou worden tot stand gebragt. En wat geschiedt?
Zelfs met geen woord wordt van dit werk in de bcgrooting mel
ding gemaakt. Uwe Commissie veroorlooft zich de vraag te doen,
of het met de waardigheid van den Raad strookt, op die wijze
zich te ontslaan van de aan de kamer van koophandel gedane belofte
Die kamer kon liet raadsbesluit van 40 February niet anders
opvatten dan in dien zin, dat voor dat oogenblik haar wenseh
buiten vervulling moest blijven, doch daaraan in 1871 zou worden
te gemoet gekomen.
Feitelijk komt nog hierbij, dat het onderstel der brug, de lig
gers en wat daartoe behoort, slecht zijn en verbetering noodig
hebben.
Er zijn alzoo redenen te over om Uwe Commissie van rappor
teurs te leiden tot het voorstel, gelijk het hierboven geformu
leerd is.
Vraagt inen, waarom de toevoeging bij Ben niet bij//wordt
verlangd, tot welk laatste anders aanleiding zou bestaan op
grond der redenering, hiervoren gevoerd ad afd. VIIA, dan
is de reden daarvoor tc vinden, eensdeels in de omstandigheid
dat de werken, onder A opgenomen, reeds zulk een hoog cijfer
bereiken, dat daaraan niet meer moet worden toegevoegd an
derdeels daaraan, dat reeds omtrent de nieuws school op Olde
Galilcër. en de nieuwe gymnastiekschool door den Raad is be
sloten, de kosten daarvan uit buitengewone middelen te hoeden.
Aan het slot dezer belangrijke atdeeling gekomen, moet Uwe
Commissie nog vermelden, dat zc dc vraag heeft overwogen, of
harerzijds ook ecnig voorstel behoorde gedaan te worden omtrent
de stichting der beurs. Zij meent zich echter daarvan te kunnen
onthouden, en het te mogen laten bij deze enkele vermelding,
omdat aan Burgemeester en Wethouders om consideration en advies
z;jn gerenvoijcerd rcqucslcn tot aankoop van het terrein, waarop
die beurs zou worden gebouwd. Indien de Commissie van rap
porteurs nu beschouwingen ter zake gaf er. aan het oordeel van
den Raad onderwierp, zou het Collegie niet meer vrij zijn in
zijn advies
Gcnadcrt tot de afdeeling „Onderwijs", wenscht de Commissie
dc aandacht van Burgemeester en Wethouders daarop te vesti
gen, dat misschien sommige posten dezer afdeeling wijziging
zullen moeten ondergaan ten gevolge van de onlangs in zake
het onderwijs genomen raadsbesluiten. Dit nader in bijzonder
heden aan te duiden, schijnt overtollig.
no. 171. In de 3e sectie werd de aandacht er op gevestigd,
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Bijlage tot het
verslag der zitting van Donderdag 24 November 1870. 93
dat hecren curatoren van het gymnasium nog altijd missen een
lokaal voor het houden hunner vergaderingen. Wel is waar, is
aan dat Collegie toegestaan, om op het Gemeentehuis die ver
gaderingen te houden, doch vceltyds is daar geen lokaal beschik
baar. l)e vraag werd gedaan, of aan het gebrek niet kon worden
tc gemoet gekomen door verbouwing en inrichting van het huis
in het Hofstraatje, onmiddclijk aan het Gymnasium belendende.
Dat perceel werd, zeide men, in der tijd aangekocht om den
toegang tot dc school, destijds de burgerschool voor jongens, te
verbeteren.
Uwe Commissie heeft dit punt overwogen, maar zij onder
steunt het denkbeeld der 3e sectie niet.
Het is onzeker, welk lot de wet op het hooger onderwijs wacht.
Wordt die aangenomen, dan zal liet gijmnasium eene gansche
reorganisatio ondergaan. Vóór dien tijd daaraan nog veel kosten
te besteden, komt den ondergeteekenden ondoelmatig voor, Gansch
niet onmogelijk toch is 't, dat Leeuwarden dan een geheel nieuw
gijmnasium zou moeten bouwen.
no. 174/. Bij dit onderdeel is bij de commissie van rappor
teurs ter sprake gekomen het traktement van den onderwijzer
Ilogenhuis. Het is bekend, dat, vermits deze onderwijzer werk
zaam is aan eene school, niet beboorendc tot het lager onderwijs,
waarvoor hij de vereischtc akten bezit, hij niet kan deelen in liet
pensioenfonds, door de wet op het lager onderwijs in 't leven
geroepen. Bijna twintig jaren is hy aan de bewaarschool met
het meeste suceès werkzaam en het zou vcor de gemeente een
verlies zijn, indien hij hier of elders overplaatsing verzocht bij
het lager onderwijs, ten einde op daartoe vcreischten leeftijd van
het pensioenfonds genot te hebben.
Het is der commissie voorgekomen, dat aan de geconstateerde
onbillijkheid op ecnigerhandc wijze moet worden tc gemoet ge
komen. Ilct vcrleenen eener personeele toelage var. 200 'sjaars
aan dezen hoogst verdienstelijken onderwijzer is der. onderge
teekenden een aanlokkelijk denkbeeld. Ook zou wellicht aan de
school zelve na de vereischtc vergrooting die uitbreiding kunnen
worden gegeven, dat zo voor een gedeelte bij liet lager onder
wijs werd gebracht. Do kinderen konden er dan blijven b.v. tot
tienjarigen leeftijd, om daarna over te gaan naar de avondlessen
op andere scholen. Daardoor werd tc gemoet gekomen aan het
bezwaar, dat thans wordt gevoeld, hierin bestaande, dat de armen
scholen, werwaarts de kinderen van de school van meester Ilogen
huis moeten overgaan, over bezet zijn.
Omtrent deze denkbeelden zal dc commissie gaarne het ge
voelen van Burgemeester en Wethouders vernemen, kan het zijn,
met een bepaald voorstel.
no. 202. Wordt voorgesteld dezen post te verhoogen met
ƒ100 gratificatie aan de wed. Oberink, en alzoo uit te trekken
met 502.
no. 208a. De commissie stelt, in overeenstemming met de
eerste sectic, voor, dezen post te verminderen met/160, het
bedrag van (len prijs voor do voorjaars-harddravcrij, Ze is het
eens met die sectie, dat die harddraverij weinig menschen lokt
en de gemeente daarvoor geen prijs behoeft te bestemmen. Het
artikel moet dan luiden„prijs voor de harddraverij in de
kennis 300.
In de derde sectie was besloten, de som te behouden, maar
eene besteraming te geven, blijkende uit de navolgende omschrijving:
„Prijzen voor dc harddraverij in de kermis en voor eene keu
ring van chaispaarden, op een geschikt tijdstip te houden," f460.
Ten slotte zij nog opgemerkt, dat op hoofdstuk XI, Onvoor
ziene Uitgaven, moet worden gereserveerd Hoofdstak I, afd. I,
art. 4 (no. 51.)
Bijvoegsel tot de Provinciale Friesciie Courant.
Afzonderlijke beschouwingen omtrent de begrooting der gas
fabriek en dc aflossing op de leeningen ten behoeve dier fabriek.
Nadat uwe commissie van rapporteurs reeds een eiud weegs
met haar onderzoek was gevorderd, werd haar ingediend eene
gewijzigde begrooting der gasfabriek. De stukken daartoe be
trekkelijk, worden hierbij overgelegd. Uwe commissie zal nu
de begrooting der gasfabriek in uitgaaf en ontvang afdoen naar
luid dier gewijzigde begrooting en van de aanmerkingen in de sectien.
De ecnige verandering uit die gewijzigde bcgrooting voort
vloeiende, bestaat hierin dat no. 108 der uitgaven, aankoop van
grondstolfen, wordt verminderd met ƒ4650 en dus uitgetrokken
op 28250.
Van de 4650 moet ƒ4000 strekken tot aflossing van schuld,
no. 199 der uitgaven, welke post alsdan moet worden uitge
trokken met 9000.
Doch nu zijn in de le en 2e sectie gewigtige bedenkingen
geopperd tegen no. 19, 3, der ontvangsten.
Die diverse ontvangsten van de fabriek bedroegen volgens de
rekening over 1869 19798.65.
Men wist in de beide genoemde sectiën geen enkele, geldige
reden, waarom voor 1871 slechts werd geraamd 11295, meer
dan ƒ8000 minder.
Een goed motief daarvoor werd tijdens het sectie-ondcrzock
evenmin gegeven.
Uwe commissie is het met de zienswijze der le en 2e sectie
eens; ze meent, dat cr geen reden is om het provenu dezer
diverse ontvangsten, waartoo behoort verkoop vnn coaks, teer,
enz., zooveel lager tc ramen dan ze in 1869 hebben opgebragt.
Ze stelt U alzoo voor, no. 19, 3, der ontvangsten met 8000
le verhoogen en tc brengen op f 19295, en in verband hier
mede no. 199 der uitgaven, volgens het hierboven medegedeelde
reeds gebragt op 9000, met deze ƒ8000 te verhoogen en te
brengen op 17000.
ONTVANGSTEN.
nos. 4 en 39. Wfcgens het naauw verband tusschen beide
posten, behandelt de commissie ze gelijktijdig.
De ontwerpers der begrooting hebben kennelijk tot basis ge
nomen dc kohieren der directe belasting over 1869/70. Eene
raadpleging nu der kohieren over 1870/71 heeft der commissie
de overtuiging gegeven, dat de uitgetrokken sommen stellig
kunnen worden verhoogd en wel no. 4 met /'SSO, alzoo uit te
trekken op 18057 en no. 39 met ƒ1400 alzoo uit tc trek
ken op /69,280.62.
De commissie heeft volkomen vrijheid tot het voorstellen dezer
verhooging, gelijk ze de eer heeft tc doen bij deze, omdat zij bij
hare berekening tot basis heeft genomen het bedrag der beide
primitieve kohieren 1870/71, vermeerderd met het bedrag der
suppletoire kohieren 1869/70, hoewel het montant dier supplc-
toire kohieren over 1870/71, meer dan waarschijnlijk hooger zal
klimmen dan dat dier suppletoire kohieren 1869/70.
no. 5. Hoewel misschien na de verhooging van zoo even en
eene enkele bezuiniging op de begrooting, de hoofdelijke omslag
eene kleine fractie lager zou kunnen worden gesteld, staan
daartegen over sommige verhoogingen en onderscheidene memorie
posten, weshalve in dit nummer geen verandering wordt voor
gesteld.
no. 13#. In de 3e sectic werd de opmerking gemaakt, dat
dit middel productiever kan worden voor de gemeente, zonder
den handel te schaden, Tegen eenige verhooging der retributie
bestaat geen bezwaar, vooral indien, gelijk de sectie meende,
spoedig eene belangrijke verbetering der veemarkt te wachten
is, wclligt met wijziging der betrekkelijke verordening.
28