G GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Bijlage tot het verslag der zitting van Donderdag den 24 Maart 1870. mogelijk weg te nemen, is wel dat de toestand, waarin liet land zich thans voor aller oogen vertoont, ten spoedigste door iets beters worde vervangen. Daar eene verzamelplaats van faecale stoffen evenwel nooit ecne aangename aanblik voor het groote publiek zul opleveren, is men in de eerste plaats op het aan brengen van bouten schuttingen en heestergewas aan de noord en westzijde bedacht geweest, tem ijl voorloopig het metselen van twee overdekte mestbakken er. van eene steenen walbeschocijing over eene lengte van p. m. 200 meters, voldoende werd geacht. III. Aanbouw en verbetering van publieke privaten en urinoirs. Tot de meest noodzakelijke verbeteringen behoort ongetwijfeld de goede inrigting der bestaande publieke privaten voor zoo verre daaraan eene betere inrigting kan worden gegeven, het geen bij de meesten het geval is. Ook in dit opzigt wenscht het Dagelijksch Bestuur zich tc hou den aan de voorstellen van den heer Buttinger, door namelijk hij ieder privaat, waarde ruimte dit toelaat, een aschbak te bouwen. Wij zouden het tevens van belang achten indien reeds bij deze be grooting de fondsen mogten worden aangewezen tot aankoop van arbeiderswoningen of terreinen geschikt voor het aanbren gen van een drietal nieuwe privaten ter plaatsen waar daaraan nog behoefte bestaat Van geen minder belang is de verbetering der bestaande uri noirs en het aanbrengen dier toestellen op verschillende plaatsen die thans bij voorkeur tot verontreiniging van de publieke straat schijnen gekozen te worden. Behalve het veranderen der thans in de grachten uitloopcnde urinoirs op de wijze als blz. 40 van liet rapport der Raads commissie is aangegeven, stelt men zich voor reeds terstond vier nieuwe urinoirs op verschillende punten dezer stad nan to doen brengen. IV. Financiële plannen. Tot bestrijding van de onkosten, vooitvloeijende uit de hier voor behandelde werken, zal eene leening noodzakelijk wezen. Wij gelooven het bedrag dier lecning niet hooger te moeten stellen dan 40,000. Hoezeer toch het gezamenlijk kosten-bcdrag der aan te brengen verbeteringen, niet alleen aan het aschland maar ook wat de inrigting van privaten, uninoirs, aschbakken en de aanschaffing van nieuw materieel betreft, mogelijk ja waarschijn lijk dat cijfer zal overschrijden, zal, zoo wij meenen, de geleide lijke tot stand brenging dier noodzakelijke veranderingen veroor loven om de kosten van die werken, welke eerst over- twee of drie jaren kunnen worden uitgevoerd, te bestrijden uit de over winst van de exploitatie zelve. De opbrengst der leening zal alzoo hoofdzakelijk moeten strek ken a. tot bestrijding van de kosten van inrigting van het asch land over de jaren 1870 en 1871, begroot op ƒ24,000; b. tot het aanschaffen van karren, pramen en verder mate rieel bij de exploitatie bcnoodigdƒ0000; c. tot verbetering van de bestaande en stichting van nieuwe privaten, urinoirs cn aschbakkenƒ10,000. In verband evenwel met de geleidelijke uitvoering der beoogde werken en verbeteringen, zal ook de geldleening bij seriën moeten worden aangegaan, iedere serie van J 20,060. Voor het loopende dienstjaar zal de eerste serie strekken a. tot uitvoering der werken aan het aschland, voLgens het bestek en voorwaarden hierbij overgelegd, door den architect ge raamd op12,715 b. voor de verbeterde inrigting van 8 en den aanbouw yan 4 urinoirs400.00; c. voor de verbeterde inrigting \an 11 en den aanbouw van 3 publieke privaten met aschbakkenƒ4000.00; d. door den aanmaak van asohkarren, wagens cn pramen ƒ2000.00; e. voor onvoorziene uitgavenƒ885.00. Naar aanleiding van het aangevoerde hebben wij de eer aan U over te leggen a. een ontwerp-besluit tot wijziging van de gemecnte-bcgroo- ting over 1870, met bijbehoorendc memorie van toelichting; b. eene ontwerp-verordening regelende het getal, den rang, de bezoldiging eu de wijze van benoeming der ambtenaren en werklieden bij de 6tads reiniging en de exploitatie van het aschland; welke ontwerpen wij u bij deze ter vaststelling aan bieden, het eerste voorbehoudens de nadere goedkeuring vau heeren Gedeputeerde Staten in dit gewest. Aldus uitgebragt ter openbare Raadsvergadering van den 24 Maart 1870 door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden DIRK ZEPER. Be Secretaris De SWART. BIJLAGE A. Ontwerp. De Raad der gemeente Leeuwarden. Overwegende dat, ten einde uitvoering tc kunnen geven aan zijn besluit van den 15 Junij 1869, no. 4, zoover betreft eene verbeterde inrigting van de verzamelplaats der faecale stoffen in die gemeente, het noodzakelijk is, ter aanwijzing der fondsen waaruit de kosten van de verbeterde inristing der evenbedoelde verzamelplaats zullen kunnen worden bestreden, in de bij besluit van den 24 February jl. gewijzigde begrooting der inkomsten en uitgaven van de gemeente, dienst 1870, eene nadere wijziging aan te brengen, terwijl ook uit anderen hoofde die nadere wijzi ging wordt vercischt. Gelet op art. 213 der gemeentewet. Heelt, voorbeboudens goedkeuring van Heeren Gedeputeerde Staten van Friesland besloten De gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1870, zooals die gewijzigd is vastgesteld bij Raadsbesluit van 24 February 1870 en goedgekeurd door Heeren Gedeputeerde Staten voornoemd bij resolutie van den 3 February daaraanvolgende, no. 51, nader te wijzigen als volgt INKOMSTEN. Hootdstuk V. Afdeeling I. Onder deze afdeeling aan te brengen als nieuw Artikel 2. Opbrengst van een of meer sericn ecner geldlee ning, groot 40,000.00 voor de kosten der verbeterde inrigting van het aschland cn den aanbouw van publieke secreten en wa terplaatsen enz20,000.00. Ten gevolge daarvan het totaal dezer afdeeling, nu bcdragclwle 5,000.00 vast te stellen op 25,000.00, dat van hoofdstuk V op 72,164.625 en het totaal der inkomsten op ƒ456,729.835. UITGAVEN. Hoofdstuk III. Afdeeling VI. Art. 7. Verbeterde inrigting van het aschland, aangebragt voor memorieuit te trekken totJ 13.000,00. Voorts aan «leze afdeeling toe te voegen de volgende artikelen: j Art. 14. Voor den aanbouw van publieke secreten en water plaatsen enz. en verdere uitgaven daarmede in verband staan de 4400.00. Art. 15. Voor den aanmaak van aschkarren, wagens, pra men enzƒ2600.00. Art. 16. Voor het maken van eene overdekte speelplaats bij GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Bijlage tot het verslag der zitting van Donderdag den 24 Maart 1870. de Armenbewaarschool1500.00. Waardoor het totaal van Afdeeling VI, nu bedragende ƒ42,250.00 komt te beloopen 63,750.00 cn dat van Hoofdstuk III wordt vastgesteld opƒ177397.60. Hoofdstuk XI. Art. 1. Onvoorziene uitgaven, uitgetrokken tot 8500.00, te verminderen met 1500.00 en alzoo nader te bepalen op ƒ7000.00, welk bedrag tevens bet totaal van Hoofdstuk XI zal uitmaken. In verband met deze wijzigingen nader vast te stellen het totaal der uitgaven op 456,694.74 en dc balans der begroo ting als volgt: Gemeente inkomsten456,729.839. uitgaven456,694.74. saldo 35.09'. Waarschijnlijk bati; Vastgesteld den De Raad voornoemd. Ontwerp-Memorie van Toelichting. Terstond na de overname van het aschland in eigen exploita tie zal met liet aanbrengen der meest noodzakelijke veranderin gen een aanvang moeten worden gemaakt. Bij de onzekerheid waarin men tijdens het vaststellen der begrooting voor 1870 ver keerde, zoowel omtrent de overname van dat land als aangaande de wijze waarop dc vereischte werken zouden kunnen worden uitgevoerd, is het artikel betreffende de inrigting van het asch land voor memorie uitgetrokken, terwijl geene fondsen tot het bestrijden der eventuele kosten zijn aangewezen geworden. Een en ander maakt het noodzakelijk thans de noodige voor ziening te treffen cn onder wijziging der begiooling voor 1870 de vereischte middelen beschikbaar te stellen tot bestrijding der in dezen gevorderde uitgaven als ook van eene andere in betrek king tot het schoolwezen. Tot toelichting dier wijziging diene het volgende INKOMSTEN. Hoofdst. V, Afd. I, Art. 2. Vermits de buitengewone kosten, voor de meest noodzakelijke verbeteringen op het aschland en ten behoeve van de stads rei niging in dc eerste twee jaren op niet minder dan ƒ40,000 kunnen worden geraamd, wenscht men eerie leening tot dat bedrag bij twee of meer sericn aan te gaan, waartoe een plan onmiddclijk na goedkeuring dezer gewijzigde begrooting zal worden vastgesteld Het hier gesteld bedrag der opbrengst van een of meer seriën voor dit jaar optenemen, zal dienen ter bestrijding van de buiten gewone uitgaven hierna omschreven. UITGAVEN. Hoofdst. Ill, Afd. VI. Art. 7. Blijkens een aan den Raad aangeboden rapport en voor stel zullen dc werkzaamheden aan liet aschland over 1870 bestaan in het aanbrengen van eene omheining aan de noord- cn west zijde van p. m. 200 meter walbeschoeijing cn vari twee over dekte mestbakken. De kosten van oen en ander kunnen, blijkens de overgelegde begrooting van den architect, worden geraamd o het uitgetrokken bedrag. Art. 14. Men stelt zich voor ten spoedigste aan de bestaande privaten en urinoirs eene meer doelmatige inrigting tc geven cn tevens het getal der eerstgenoemde roet drie en dat der urinoirs met vier te vermeerderen. Met geraamde bedrag wordt daarvoor voldoende geacht. Art. 15. Do toestand der thans gebruikt wordende wagens en karren voor hot ophalen van faecale stoll'cn is ten ©enenmale onvoldoende; voor hel aanschaffen van andere, benevens van pri men, enz. zal vooreerst de geraamde sora noodig zijn. Art. 16. Sedert cenigen tijd doet zich meer cn meer de noodzakelijkheid eencr vergrooting der armenbewaarschool ge voelen, waarin men gemeend heeft te kunnen voorzien door den aanbouw eener overdekte speelplaats ter vervanging der be staande, die dan tot schoollokaal zal kunnen dienen. De ernst waarmede de schoolcommissie reeds herhaaldelijk op deze verbetering heeft aangedrongen, noopte deu Raad dit werk, elks nut trouwens niet te miskennen valt, niet langer uit te stellen. Hoofdst. XI. Art. 1. In verband met het aanbrengeu van bovenstaand nieuw artikel en ter voorziening in de daarvoor aangebragte som is het noodzakelijk geacht met een gelijk bedrag de post voor onvoorziene uitgaaf te verminderen. Vastgesteld enz. Behoort bij 't rapport van Heeren Burgemeester en Wethou ders van Leeuwarden, dd. 24 Maart 1870. Mij bekend De Secretaris van 'l Gemeentebestuur van Leeuwarden De SWART. BIJLAGE B. Ontwerp-Verordening regelende den rang, bet getal, de bezoldiging en de wijze van benoe ming van de ambtenaren en bedienden belast met de stads reiniging en de ex ploitatie van het aschland in de ge meente Leeuwarden. Art. 1. De zorg voor de reiniging der publieke wegen, wateren, vaar ten, stralen, plantsoenen enz., zoomede voor het ophalen, verza melen en verkoopen van wege dc gemeente van asch, mest, vuilnis, puin en afbraak, is onder het toezigt van Burgemeester en Wethouders opgedragen aan a. Een Directeur van de stads reiniging. b. Twee of meer opzigters bij dc stads reiniging. Ouder de voornoemde ambtenaren worden tie vereischte werk lieden, ten behoeve van dc stads reiniging en dc exploitatie van het aschland, in dienst gesteld. Art. 2. De Directeur wordt door den Raad benoemd, geschorst en ontslagen. Voor de benoeming ontvangt dc Raad eene aanbeveling van twee personen door Burgemeester en Wethouders in te dienen. Deze aanbeveling wordt echter niet vereischt, wanneer, in het geval bij tie volgende alinea vermeld, de aftredende titularis door Burgemeester en Wethouders op nieuw wordt aanbevolen. De benoeming geschiedt voor 'drie jaren. Indien de aftre dende Directeur verlangt op nieuw te worden benoemd moet hij zes maanden voor het einde van zijnen diensttijd daartoe schriftelijk aanvrage doen aan den Raad. Op voornoemden ambtenaar zijn de bepalingen der Gemeente wet omtrent schorsing en ontslag van gemeente-ambtenaren toe passelijk. Voorloopigc schorsing geschiedt door Burgemeester en Wethouders, die daarvan in de eerstvolgende zittir.g van den Raad kennis geven. Art. 3. Dc benoeming, de schorsing en het ontslag van de opzigters is aan Burgemeester en Wethouders opgedragen. Burgemeester en Wethouders gaan tot de benoeming der op zigters niet over dan nadat omtrent de noodzakelijkheid daurvau door den Raad zal zijn beslist. •f I r "-«SP j<4Êt£.'(L^E,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1870 | | pagina 4