Bijlage no. 12. 20 Bijlagen tot het Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1871. aanleg der toestellen een aanvang wordt gemaakt, ten einde den aangever in de gelegenheid te stellen zijne aangifte in te trekken,"indien hij daartegen bezwaar heeft. De aangever is verpligt genoegen te nemen met de door den directeur aangewezen plaatsing van een straatlantaarn- of gang- lantaarnlicht en met de branders daarvoor bestemd. Het straatlantaarnlicht wordt alleen geplaatst op een perceel waarnaar de toegang van den openbaren weg ten allen tijde open staat. Het ganglantaarnlicht wordt alleen geplaatst in een perceel waarin de gasvlam ten allen tijde van den openbaren weg zigt- baar is. De gasvcrbruiker is verpligt den gasmeter, die altijd onbewege lijk aan een muur of ander vast ligchaam moét zijn bevestigd zelf en op eigen kosten af te sluiten en te doen omkleeden of omkastenindien de directeur dit noodig oordeelt. De aanvoerbuis wordt tusschen den openbaren weg en den gasmeter voorzien van een hoofd- of afsluitkraan te plaatsen op aanwijzing van den directeur. Art. 8. De gasverbruiker is verpligt bij het ontdekken van gebreken of van eenige lekkaadje hoe gering ookin de gemeentetoe stellen hiervan ten spoedigste kennis te geven aan den boek houder aan het kantoor van de gasregtendie daarvan ten spoedigste kennis geeft aan den directeurten einde daarin kos teloos te voorzientenzij het mogt blijken dat het gebrek of de lekkaadje door beschadiging of verkeerde behandeling der toestellen is veroorzaaktin welk geval de gasverbruikerdie verantwoordelijk is voor alle schade welke op zijn perceel aan de gemeentetoestellen mogt overkomengehouden is de kosten van herstel te vergoedenvolgens opgaaf van den directeuren aan den boekkouderte gelijk met de eerstvolgende betaling van regtente voldoen. Art. 9. Ten laste van eiken gasverbruiker wordt door den boekhouder eene rekening gehouden van de door hem verbruikte hoeveel heid gas en het daarop betaalde. Het regt voor het genot van gas is door den gasverbruiker verschuldigd voor de hoeveelheid gaswelke volgens aanwijzing van den gasmeter is verbruikt sedert de opneming dier rekening of den laatst voorgaanden aanslag op deze. De rekening wordt jaarlijks in de maand Januarijalsmede bii het ophouden van gasverbruik, afgesloten. Art. 10. De aanslag voor het genot van gasvolgens aanwijzing van den gasmeter, geschiedt in den regel aan het einde van elke maand. De regten voor het genot van een straatlantaarn- of eengang- lantaarnfichtalsmede die voor het gebruik van de gemeente toestellen vv orden telkens ingevorderd na afloop van een kwar taal maar zijn terstond invorderbaar bij het ophouden van het gasverbruik of verandering van gasmeter. De boekhouder kan door burgemeester en wethouders gemag- tigd worden om de regten over een korteren termijndan bij dit artikel bepaald is, in te vorderen Art. 11. De boekhouder laat na afloop van iedere maand of, voorzoo- veel de regten voor het genot van een straat- of ganglantaarn- licht of voor het gebruik van de gemeentetoestellen betreftna afloop van een kwartaal de verschuldigde regten ten huize van de gas verbruikers kosteloos ophalendoor een daarvoor aan te wijzen beambte die daarvoor geenerlei gift of belooning mag aannemen. Art. 12. De betaling geschiedt tegen overgifte van een aanslagbillet aanwijzende hoeveel de aangeslagene verschuldigd is. De aan- slagbilletten gelden voor kwitantie tot aan de afsluiting van de rekeningals wanneer den belanghebbende des verkiezende eene kwitantietegen betaling der kosten van het zegelwordt ter hand gesteld. De aangeslagene kan echter voor eiken betaalden aanslag, desverkiezendedadelijk eene kwitantie vorderen. Op de aanslagbilletten en kwitantiën worden de onderscheidene regten afzonderlijk vermeld. Bij de eerste betaling van regten worden steeds de regten vol daan voor de kosten van aanleg van de gemeentetoestellen. Art. 13. Bij weigering van betalinguit welken hoofde ookvan deter zake van geleverd gas of toestellen verschuldigde regten hebben burgemeester en wethouders het regt de invoerkraan van het gebouw van den in gebreke zijnden verbruiker te doen slui ten en verzegelen enbij weigering van toegang tot het verzegelen of bij voortdurend verzuimde pijp aan de hoofdbuis op de straat te doen wegnemen. Daaraan geschiedt geen her stelling dan nadat alle kosten en verder verschuldigde gelden zijn betaald en voor liet vervolg eene borgstelling ten genoegen van burgemeester en wethouders zij gesteldalles onvermin derd de regtenwelke de gemeente ter zake der wanbetaling zou kunnen of willen doen gelden. Art, 14. De regten, verschuldigd voor aangiften van buitengewonen of voorbijgaanden aard ter beoordeeling van den boekhouder zoo als voor het verbruik van gas in tijdelijke gebouwen of plaat sen voor openbare vermakelijkheden in kermistenten of kramen als anderzins moeten eiken dag worden voldaan. De boekhouder is zelfs bevoegd vooruitbetaling van het ver moedelijk bedrag der daarvoor verschuldigde regten of zekerheid voor de betaling daarvan te vorderen. Art. 15. De verbruikte hoeveelheid gas wordt op last van den boek houder aan den gasmeter opgenomen door een daarvoor aan te wijzen beambtedie daarvan aanteekening houdt. Art. 16. De gasverbruiker is verpligt demet de opname van den me ter of met het onderzoek van de gemeentetoestellen belaste be ambten zoowel als den directeurindien zij dit verlangen daarbij toe te laten. Art. 17. De aangeslagenedie zich door de opname van den meter be zwaard achtkan zijn bezwaar daartegen inbrengen bij den boek houder die daarvan kennis geeft aan den directeur, Deze zorgt dat eene nieuwe opname van den meter plaats vindthetzij door hem zeivenhetzij door een door hem aan te wijzen bediende der fabriek. Art. 18. De gasmeter wordt van wege de gemeente kosteloos in goedwer- kenden staat gehouden en geregeld. De aangeslagenedie zich door de aanwijzingen van den meter bezwaard achtkantegen betaling der kosten van vervanging een anderen meter nemen. Mogt bij onderzoek van de beambten blijken dat de aanwijzin gen van eenen gasmeter niet naauwkeurig zijn dan is de aange slagene van de kosten van vervanging vrijgesteld, doch verpligt een anderen meter aan te nemen. Art. 19. Indien bij de opname van den gasmeter mogt blijken, dat deze, tengevolge van een gebrek of anderzinsbuiten toedoen van den aangeslagene of van zijne huisgenooten of van de personen in zijne dienst of op zijn perceel toegelatenniet of onjuist heeft gewerkt, wordt de verbruikte hoeveelheid gas begroot gelijk te staan met diebij de laatst voorgaande opname over een gelijk tijdperk aangewezen. Art. 20. Bij iedere verandering van den gasmeter geschiedt de op name van het verbruik. Art. 21. De gasverbruiker die geen gas meer verlangt te verbruiken is verpligt hiervan aangifte te doen bij den boekhouderdie daarvan ten spoedigste kennis geeft aan den directeur. Deze Bijlagen tot het Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1871. 23 VOORSTEL van burgemeester en wethouders naar aanleiding van het adres van den heer IJ. van der Wielen, betrekkelijk het beschik baar stellen zijner lokalen tot het houden van beurs. Mijne Heer en In vergadering van den 9 Februarij jl. werd door u besloten een toen ter tafel gebragt adres van den heer IJ. van der Wie len betrekkelijk het beschikbaar stellen zijner lokalen tot het houden van beursin onze handen te stellen ten tine van berigt en raad. Nadat de adressant dé motieven heeft medegedeeld die hem aanleiding hebben gegeven tot het indienen van zijn request, verzoekt hij ten slotte dat de raad moge besluiten met hemop de grondslagen in het adres vermeldin onderhandeling te tre den ten einde hetzoo mogelijkdaarheen te leiden dat de gemeenteonder de noodige waarborgen van den kant van den adressant ten behoeve der beursbezoekersveilig kunne afzien van haar voornemen om van harentwege eene nieuwe beurs te bouwen. Al aanstonds meenen wij te moeten opmerken datzoo als te regt in de prmmissen van het adres is vermeld, nog altijd be staat het raadsbesluit van den 26 Maart 1868., no. 5, inhoudende: «het voor den handel voldoend beursgebouwtot stichting //waarvan in beginsel is besloten bij raadsbesluit van den 11 April 1867 wordt geplaatst ten oosten en op 3.80 meter evenwijdi- //gen afstand van het gebouw en van den tuin der rijks hoogere //burgerschool." Wij zouden reeds zonder in beschouwingen te treden over den inhoud van het request, op grond van het bestaan van dat raads besluit kunnen adviseren tot afwijzende beschikking op het bo venomschreven verzoek. Het ligt echter in den aard der zaak dat het niet uwe bedoe ling is geweest zoodanig advies van ons collegie te erlangen integendeel meenen wij te mogen aannemen dat uwe vergade ring onze zienswijze wenscht te kennen over de vraagof het meergemeld adres aanleiding zoude kunnen gevenom op het raadsbesluit van den 26 Maart 1868 no. 5 en het daarmede in verband staande besluit van den 11 April 1867 terug te komen. Ter beantwoording dier vraag heboen wij het noodig geoor deeld het gevoelen van de kamer van koophandel en fabrieken alhierals zijnde het ligchaam dat den handel vertegenwoordigt en in alle opzigten bevoegd en in staat is de handelsbelangen te beoordeelen over het verzoek van den heer v. d. Wielen in te winnen. De kamer voornoemd voldeed aan ons verzoek bij missive dd. 27 Februarij jl.no. 976, als bijlage hierbij overgelegd, en adviseertop de gronden in hare missive vermeldtot afwij zende beschikking op meergemeld adres. Gelijk zoo even werd opgemerkt is door uwe vergadering be sloten een voor den handel voldoend beursgebouw te stichten. Wij hebben derhalve te onderzoeken of door toewijzing van het verzoek van den adressant de handel in het bezit zal ko men van een beursgebouwdat in alle opzigten aan de eischen des tijds en de belangen des handels kan voldoen. In verband daarmede vereenigen wij ons geheel met het ge voelen van de kamer van koophandelmedegedeeld bij hare missives, dd. 10 Mei 1869, no. 878 en 27 Februarij jl.no. 976, (lat, al moge ook de lokaliteit van den adressant ,'voor het oogen- blik en als tijdelijke hulpmaatregeldoor den handelbij gebreke van betere gelegenheidgebruikt wordenzij des niettemin de uoodwendigste vereischten mist om als eigenlijk beurslokaal te kun nen dienen en aan de behoeften van den handel te kunnen voldoen. Gebrek aan genoegzame ruimte en lichtmaken die lokaliteit reeds voor den graanhandel alleen minder geschikt. Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder courant. Het gebruiken van ververschingen onder het drijven van han delszaken is in strijd met, eene goed ingerigte beursen dit ge brek toch zoude in de zalen van den heer v, d. Wielendie juist daarin zijn voordeel moet vinden niet te verhelpenveel minder weg te nemen zijn. Naar onze meening kan geene beurs voor den handel voldoende beschouwd worden waarop niet toepasselijk kunnen worden ge maakt de bepalingen van ons wetboek over beurzen van koop handel. Verordeningen als daar bedoeld kunnen niet of althans hoogst gebrekkig toepasselijk gemaakt worden op de lokaliteit van den heer v. d. Wielen. De voorschriften van orde of politie door het gemeentebestuur vast te stellen en waaraan de adressant zich blijkens zijn ver zoek zoude willen onderwerpen kunnen om de zoo even ge melde reden geene zoodanige bepalingen inhouden als voor de behoeften van den handel noodzakelijk worden geachtjuist om dat die voorschriften van orde geheel in strijd zijn met het be lang van den adressant. In casu zoude dus het publiek belang voor het privaat belang moeten zwichten. De adressant spreekt als zijne overtuiging uit dat het groote meerendeel der bezoekers van zijne tot handelsbeurs gebruikt wordende lokalen met dien toestand tevreden is. Wij meenen daaromtrent te moeten opmerken dat de hande laren zooals ook door de kamer van koophandel in hare mis sive van den 10 Mei 1869 is opgemerkt, indien zij al hunne goedkeuring hechten aan de inrigting van de lokaliteit A an den lieer v. d. Wielen tot hulpbeursdat dan doen met het oog op en in vergelijking tredende met den vroeger hier ter stede be- staanden toestand. Volgens onze informatiën althans beschouwen de meeste han delaren de lokaliteit van den adressant als /«^maatregel vol doende niettegenstaande zij die hulpmaatregel als onvoldoende beschouwen voor een handeisbeurs. Om deze reden achten wij het aanbod van den adressant, om zijne lokalen gedurende een tijdvak van twintig jaren of zooda- nigen anderen termijn als het gemeentebestuur zal bepalen iede- ren Vrijdag voor den handel beschikbaar te stellen bepaald on aannemelijk. Dat de handelaren de tot beurs gebruikt wordende lokalen van den adressantals tijdelijke hulpmaatregel en altijd in ver gelijking van een vroegeren gebrekkigen toestandvoldoende beschouwen en daarmede met het oog op het bestaande raads besluit van den 26 Maart 1868 no. 5 voor het tegenwoordige genoegen nemen daaruit kan onzes inziens in geenen deele met grond worden afgeleid dat die handelarendie tijdelijke maat regel zouden wenschen bestendigd te zien. Zij zouden zeker in geen geval de zalen van den heer v. d. Wielen over een be langrijk tijdperk tot formele handelsbeurs wenschen te verhef fen met het gevolg dat liet gemeentebestuur daardoor zoude afzien van zijn besluit tot stichting van een voor den handel voldoend beursgebouw. Immerswelke is de ware toestand De lokaliteit van den adressant Is zoowel door gebrek aan licht als aan ruimtenu reeds ongeschikt voor eene voldoende beurs in deze gemeente. Bij de steeds toenemende handeldoen zich deze gebreken van jaar tot jaar meer ernstig gevoelen. Niet alleendat bij de thans in de zalen van den heer v. d. Wielen gedreven wordende handel daarover en teregt wordt ge klaagd maar die gebreken zijn ook oorzaak dat de zich meer en meer uitbreidende vlashandelde handel in cichorei en an dere artikelen niet in de voor beurs gebruikte lokalen plaats heeft. Het kan wel niet anders of deze feiten moeten nadeelig wer ken op den handel in deze gemeentezoodatalthans wat de vlashandel betreftgedeeltelijke verplaatsing naar elders te duch ten is. Bovendien behoeft het geen betoog dat het belang van den 7

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1871 | | pagina 11