60 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van B. en W. bij de gemeente-rekening over 1870. o *E Werkelijk bedrag vol gens de Rekening. INKOMSTEN. 33 IV 34 35 36 3a 37 38 39 40 41 42 15,339.6 444.25 - 1,505.82 2,766.10 375.78 99.25 177.66 1,618.83® 269.— Dewijl het geheel in 't onzekere lag of en welke voordeelen de exploitatie van de stadsrei niging, die aan te vangen 1 Mei 1870 voor rekening der gemeente zou geschieden, zoude af werpen werd de opbrengst bij de begrooting op gelijke som geraamd als dusverre wegens pachtsom was ontvangen, namelijk op ƒ2,505.-. Bij de wijziging der begrooting in February 1870 was men van oordeel de ontvangst te mogen ramen tot zoodanig bedrag als de uitgaven die de gemeente ter zake zou hebben te doen. De post werd mitsdien met 9,495.verhoogd en gesteld op /12,0Q0.Later, bij wijziging der begrooting in October 1870 meende men geen overdreven verwachting te koesteren, dat de opbrengst ƒ13,000.zou kunnen beloopen. De post werd derhalve andermaal verhoogd deze keer met J 1,000.en alzoo uitgetrokken op ƒ13,000.Dat die verwachting waarlijk niet overdreven is geweest, heeft de uitkomst aangetoond. Immers, wegens de dienst 1870 wordt ter zake verantwoord ƒ15,389.62. Deze opbrengst verdeeld zich als volgt 1. straat vuilnis15,035. 2. diverse vuilnis - 173.50 3. puin- 20. 4. vergoeding voor het gebruik der gereedschappen bij het laden - 93.51 5. verschillende ontvangsten - 17.61 totaal 15,339.62 Op dezen post bij de begrooting geraamd op ƒ500.is verantwoord de opbrengst der in 1870 door den gemeente-architect verkochte puin. Tengevolge van de buitengewone opkomst onder de wapenen van al de milicien-verlofgangers, aan welkevolgens de gegeven instructiën door de gemeente reisgeld moest worden voorge schoten moest de post onder de uitgaven tot het doen dier voorschotten die aanvankelijk met ƒ200.was uitgetrokken, aanzienlijk worden verhoogd. Hij werd daarom bij gewijzigde be grooting van 13 October 1870 versterkt met ƒ1,375.Gelijke verhooging en bij hetzelfde be sluit onderging de onderwerpelijke postwaarop de teruggaaf van de gedane voorschotten wordt verantwoordt. De ontvangst is nogtans beneden de raming geblevenomdat ook de voorschot ten niet het daarvoor uitgetrokken cijfer hebben bereikt. De tijdelijke afwezigheid van het garnizoen bragt mededat de schutterij in de maanden Julij en Augustus 1870 geroepen werd garnizoensdiensten te verrigten. Voor die dienstprestatie werd haar van wege het rijk vergoeding toegekend. De gemeente schoot die vergoeding voor. Van daar, dat bij gewijzigde begrooting van 13 October 1870 aan de begrooting werden toe gevoegd a. een post tot het doen der uitgaven voor evengemelde vergoeding. b. een ontvangpost tot verantwoording van de door het rijk terugbetaalde ten zijnen behoeve door de gemeente gedane voorschotten. Het op dezen post verantwoord bedrag stemt, niet geheel overeen met de ter zake gedane uitgaaf, omdat bij kon. besluit van 6 Augustus 1870 de aan onderofficieren te verstrekken ver goeding op een minder bedrag is bepaald dan dezerzijds reeds voor het bekend worden van dat besluit was uitgekeerd. Op deze post is verantwoord het gezamenlijk bedrag der ontvangsten wegens boeten gesteld op politieovertredingen die door verschillende ontvangers der registratie ten behoeve dezer ge meente zijn geïnd. Aangezien in 1870 niets is uitgegeven voor transportkosten van bedelaarszoo behoeft op den onderwerpelijken ontvangpost ook niets verantwoord worden. Van vijf in de bedelaarsgestichten verpleegde gepensioneerden werden de kosten hunner ver pleging door korting op hunne respective pensioenen terug ontvangen. De ontvangst op dezen post is slechts ƒ2.34 beneden de raming. De aangebragte som ver tegenwoordigt het bedrag dat is terug ontvangen aan zegelkosten van aanslagbilletten wegens de plaatselijke directe belasting. Wegens korting op de tractementen van onderwijzers en onderwijzeressen ten behoeve van het pensioenfonds werd ontvangen a. van den directeur en de leeraren der gemeentelijke burgerschool j 1,172.50 b. van onderwijzers en onderwijzeressen aan de openbare lagere scholen - 446.33® te zamen 1,618.83® De raming bij de begrooting ad ƒ1,582.50 is derhalve met ƒ36.33® overtroffen. De ontvangst op dezen post is gelijk aan de raming bij de begrooting. Zij wijst aan het be drag dat door het rijk en de provincie als bijdrage in de verplegingskosten van drie krankzinnige GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van B. en W. bij de gemeente-rekening over 1870. 61 fcC 3 2 o) r± Werkelijk bedrag vol gens de Rekening. INKOMSTEN. IV 43 10 f 68,723.095 44 46 47 48 49 50 11 12 13 14 15 16 17 550.- 299.- 49.09 1,500.- 254.52® 372.09 2,060.15® Israëlieten over 1870 is verstrekt geworden, benevens hetgeen door den curator van een te Franeker verpleegde krankzinnigeuit de opkomsten van haren boedelals gedeeltelijke ver goeding der verplegingskosten in de Gemeentekas is gestort. Bij de begrooting is het bedrag van 't 4/5 der personele belasting geraamd op 66,502.25 Er wordt verantwoord a. wegens de dienst 1869/70 23,036.19® b. 1870/71 - 45.686.90 - 68,723.095 zoodat er 2,220.84® boven de raming wordt verantwoord. Het verantwoordde bedrag wijst nogtans het werkelijk aan deel der gemeente wegens de dienst 1870 aan, dewijl daaronder is begrepen: 1. het bedrag dat in 1869 boven het gedeelte der belasting ontvangen was; 2. de som, die in 1870 minder dan bedoeld 2/3 door den rijksontvanger gestort is. De verantwoordde som, gelijk aan de raming, vertegenwoordigt het bedrag der bijdragedie door het rijkvolgens overeenkomstvoor het onderwijs in de gijmnastiek aan leerlingen der rijks hoogere burgerschoolaan de gemeente wordt uitbetaald. Voor vergoeding van 't gebruik van 't gijmnastieklokaal en de daarin aanwezige toestellen is bij de begrooting geraamd op ƒ200.—De meerdere ontvangst ad 99.moet in de eerste plaats worden toegeschreven aan het veelvuldiger gebruik, dat van de aangeboden gelegenheid, tot het ontvangen van gijmnastisch onderwijs, door particulieren wordt gemaakt, en in de tweede plaats aan het gedurende drie maanden van 1870 beschikbaar stellen van 't lokaal enz. ten behoeve van 'tonderrigt der leerlingen van de Fransche school voor meisjes, waarvoor ƒ30 werd ontvangen. Op dezen post moest worden verantwoord ƒ53.165. Het minder ontvangene dTd 4.07®, het bedrag der assurantiekosten van de gebouwen bij de Irnsumerzijlis als nog te verhalen in de rekening aangebragt. Deze postbij de begrooting voor //memorie" gesteld is bij gewijzigde begrooting van 24 Februarij 1870 uitgetrokken met ƒ1,500.omdat lieeren voogden van het Sint Antonij Gast huis bij schrijven van 8 te voren, no. 1523 hadden te kennen gegeven, dat genoemd bedrag- door hen ter tegemoetkoming in de verplegingskosten van krankzinnigen werd beschikbaar gesteld. Deze post werd op de begrooting aangebragt naar aanleiding eener resolutie van heeren ge deputeerde staten, waarbij zij te kennen gaven, dat op de provinciale begrooting voor 1870 zou worden in uitgaaf gesteld de uit de fondsen der provincie toegestane subsidie voor den aan leg des kunstwegs van den LeeuwarderGroninger straatweg af over Lekkum enz. tot Giekerk. De gemeente Leeuwarden heeft voor 1,272.62 in de kosten van aanleg van opgemelden weg bijgedragen. Haar aandeel in 't provinciaal subsidie groot 20 0/0 bedraagt dus ƒ254.525. Dit be drag wordt in de rekening verantwoord. Het verantwoord bedrag vertegenwoordigt de vergoeding naar 11/2 cent Per getelden persoon, die door het rijk als tegemoetkoming in de kosten der in 1869 gehouden tienjarige volkstelling is verstrekt. Deze postvoor memorie op de begrooting aangebragtstrektom er op te kunnen verant woorden die ontvangsten welke óf niet in de begrooting zijn omschreven öf tot een vroeger dienstjaar behooren. Als zoodanig zijn daarop verantwoord a. Boeten van den pachter der aseh en vuilnis33. b. Restitutie van grondbelasting- 31.80 c. Idem van te veel betaalde registratieregten- 3.31 d. w verplegingskosten van bedelaars - 139.42 e. verplegingskosten van krankzinnigen- 388.07 Plaatselijke directe belasting over 1868 - 7.595 9. 1, ii 1, 1869 - 124.55® h. Belasting op het houden van honden over 1869 - 6. i. Plaatselijke directe belasting (2e supp. kohier) 1869 - 373.255 k. Zegelgelden voor aanslagbilletten wegens directe belastingen - 1.47 l. van bevelschriften- 152.53 m. Restitutie van door de gemeente betaalde schade aan een schipper be loopen door onachtzaamheid van een brugwachter- 125.52 n. Terug ontvangen grondbelasting van 't Sint Anthonij Gasthuis - 5.67® Transportere 1,392.20

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1871 | | pagina 30