68 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van B. en W. bij de gemeente-rekneing over 1870. Volgno. Hoofdstuk. I Afdeeling. 1 Artikel. Werkelijk bedrag vol gens de Rekening. 137 III VI 15 j 3,587.40 138 ii 16 535.59 139 n ii 17 - 6,699.075 140 IV ii 1 - 3,498.34 1,1 V H 1 - 1,718.83 142 II la 80.27 143 ii II 2 - 2,193.33 144 a II 3 100.— 145 II 4 427.86 146 n 1/ 6 30.07 1 7 II 7 40.10 148 VI 1 1 284.95 149 a II 1 700.— 150 II 2 100.— 151 ii 1/ 3 81.90 152 II 4 200.— 153 ui II 1 - 14,378.48s 154 VI III 2 45.94 155 II 3 16.64 156 IV 1 70.81» 157 II 2 357.43s 153 n 3 971.96 159 ii 4 21.97 160 n 5 50.— 161 II n 6 267. 162 II li 7 150.40 163 VII I 1 - 35,763.74s UITGAVEN. magte wastot de daarstelling van nog eenige privaten over te gaanen men zich heeft be paald tot het maken van eenige nieuwe publieke waterplaatsen. Over het disponibel gebleven bedrag is beschikt tot versterking van het fonds voor onvoor ziene uitgaven. Bij raadsbesluit van 31 Maart 1870, 't welk is goedgekeurd bij koninklijk besluit van 13 Sep tember 1870. werd nevensvermeld artikel op de begrooting aangebragt tot ƒ2,600. Dewijl in den loop des jaars echter bleek dat er bepaalde behoefte bestond aan de aanschaf fing van meer aschkarren en pramen dan waarop was gerekend ten einde gedurende den win ter de exploitatie naar eisch te kunnen regelenis tot die aanschaffing overgegaan en werd uit clienhoofde versterking van het onderwerpelijk artikel noodzakelijk. Voor het maken van eene overdekte speelplaats bij de armenbewaarschool werd toegestaan eene som van ƒ1,500.Vermits echter de uitvoering van dat werk bij het einde van 't dienstjaar nog niet zoo ver was gevorderd dat de aannemingssom geheel in de rekening van 1870 kon worden verantwoord is op de toegestane som slechts ten deele beschikt en het disponibel gebleven be drag aangewend tot versterking van het fonds voor onvoorziene uitgaven, Naar aanleiding eener krachtens raadsbesluit van 28 September 1870 met den heer mr. B. Hopperus Buma gesloten overeenkomst tot overdragt aan de gemeente van aan hem behoorende eigendommen werd ter bestrijding van de in verband daarmede te doene uitgaven bij gewij zigde begrooting van 13 October 1870 de daarvoor vermoedelijk benoodigde som beschikbaar gesteld. Vermits echter bij de verevening dezer aangelegenheid bleek, dat de geraamde som ad 7,400.ten bestemden einde niet geheel benoodigd was, is over het disponibel geble ven bedrag tot ƒ700.beschikt ter versterking van het fonds voor onvoorziene uitgaven. De uitgaven ten behoeve der brandweer hebben met de hiernevens vermelde som kunnen worden bestreden, als een gevolg van het weinig getal branden dat in 1870 in de gemeente heeft plaats gehad. Het op dit artikel beschikbaar gebleven bedrag is aangewend tot verster king van het fonds voor onvoorziene uitgaven. Nevensvermelde artikelen 1la2 en 47 zijn allen beneden de daarvoor bij de begrooting toegestane sommen geblevenzonder dat nogtans daarvoor bepaalde oorzaken kunnen worden opgegeven. Artikel 3 ad /'100.werd tot de daarvoor geraamde som uitbetaald. Aan de kamer van koophandel is van de ten haren behoeve toegestane som ad ƒ300.op daartoe gedane aanvrage eene som van ƒ284.95 uitgekeerd, zoodat het artikel een overschot oplevert van ƒ15.05. Deze sommen zijn tot het daarvoor bij de begrooting toegestaan bedrag uitbetaald. De in 1870 genomen maatregelen ter bevordering van den aanvoer van goed drinkwater in de gemeente hebben eene uitgaaf veroorzaakt van ruim ƒ45.tengevolge waarvan de op dit artikel toegestane som moest worden versterkt. Conform de begrooting uitgekeerd. De meerdere uitgaaf op dit artikelwaardoor eenige versterking van het bij de begrooting toegestaan bedrag noodzakelijk wasvindt zijn grond hierin dat voor kleeding der politiedie naars zoomede voor politie- en bureaukosten en voor brandstoffen iets boven de deswege ge raamde sommen is vereischt geworden. Ten aanzien van al deze artikelen valt niets anders op te merken dan dat de daarvoor bij de begrooting toegestane sommen voldoende zijn geweest om de noodzakelijke uitgaven ten bestemden einde daaruit te kunnen bestrijden. Het groot getal nalatige belastingschuldigen heeft aanleiding gegeven dat de voor vervolgings- kosten bij de begrooting toegestane som moest worden overschreden. In het tekort is door af- en overschrijving voorzien. De voor deze kosten bij de begrooting toegestane som is vereischte uitgaven daaruit te kunnen verevenen. Ten behoeve der stads armenkamer werd bij de bei ƒ36,125.20. Daarover behoefde echter niet tot het vóll voldoende geweest om de ter zake egrooting eene.subsidie toegestaan van die bedrag te worden beschikt dewijl UITGAVEN. de gemeente-rekening over 1870. 69 167 168 169 170 171 172 173 174 175 176 177 178 179 180 181 182 183 184 185 186 187 II 10 11 12 11 12 13 14 1,082.15 - 2,046.67 5,862.60 - 3,941.51 2.10 255.52' 5,659.42» 1,626.26» 7,046.29 7,815.86' 6,463.83 28,665.38 2,009.31 1,242.165 615.66 304.65 378.01 6,408.89 100.— 400.— 400.— 2,029.47 de ondersteuning der armen met het in de rekening verantwoord bedrag is kunnen worden be streden. Deze mindere uitgaaf, ook in vergelijking met het ten vorigen jare uitgegeven bedrag is hoofdzakelijk een gevolg van de met 15 Julij 1870 in werking getreden gewijzigde armenwet. behoeve van het stads werkhuis werd bij de begrooting toegestaan ƒ1,475. rwov Aia i wvirrfwrv linnft J Voor subsidie ten mmmnvuuijus ucjjiwuug luegesiaan i ,c?m™18sl® van bezigt over die mngting heeft echter de uitgaven uit het hiernevens ver- estrijden. Het weinige gebruik dat in den laatsten tijd van het 'Vftfir ola vnnrnamo nnv/aob t<> t werkhuis meld bedrag kunnen bestrijden m wu wordt gemaakt is daarvoor als voorname oorzaak te beschouwen. Dit artikel levert een overschot op ten bedrage van ƒ33.33, ten gevolge der in 1870 tijdelijk bestaan hebbende vacature van stads geneesheer door het overlijden van den heer dr. U. J. Huber. Ten gevolge van de wijziging der armenwet, waarbij is bepaald, dat voortaan de verplegings- kosten van veroordeelde bedelaars in de gestichten te Ornmersehans en Veenhuizen ten laste van het rijk worden gebragtleverde dit artikel, waarvoor primitief 13,500.was geraamd, een overschot op van ƒ7,037.40. Bij gewijzigde begrooting van 13 October 1870 en later bij raads besluit van 8 Junij 1871, is daarop tot een bedrag van ƒ7,600.beschikt tot versterking van het fonds voor onvoorziene uitgaven. Het onderwerpelijk artikel leverde daarna nog een een overschot op van 37.40. Voor vernleyineskosten van arme krnnk/innio-pn wprrit k;; a<± 1- ------ r J u.tuiwa, ccu uvcrsunoi op van <57.40. oor verplegingskosten van arme krankzinnigen werdt bij de begrooting toegestaan 5,500.—. >etal dier lijders 't welk voor rekening van de gemeente in het daarvoor yesticht wnrdt vp.rnlppoH ia nnrvaab a Het steeds toenemend getal uiu ujucib l wem vuur rekening van ae gemeente in het daarvooi te Franeker bestaand gesticht wordt verpleegdis oorzaak dat dit artikel door af- en over schrijving uit het fonds voor onvoorziene uitgaven met 450.is moeten worden versterkt. De uitgaven op deze artikelen zijn beneden de daarvoor geraamde sommen geblevenwaar voor geene oorzaak kan worden opgegeven. De kosten voor het Stads Ziekenhuis hebben iets minder bedragen dan het vorige jaaren zijn eveneens een weinig beneden de daarvoor bij de begrooting toegestane som gebleven. Eene meer juiste raming dezer kosten is niet wel mogelijkdewijl de meerdere of mindere uitgaaf ten eenenmale afhankelijk is van het getal lijders wier opname noodzakelijk blijkt te zijn. Vuor onderhoud van weezen beneden de zes jaren, en wegens intrede gelden voorarme wee zen die in het Old Burger Weeshuis worden opgenomen, behoefde geene uitgaaf te worden ge daan dewijl de verpleging van eerstbedoelde weezenplaats vindt door de zorg van heeren voogden van het St. Antnonij Gasthuis, en er in 1870 geen kinderen in het Old Burger Wees huis zijn opgenomen waarvoor het intrede geld van de gemeente werd gevraagd. Dit artikel is door af- en overschrijving uit het fonds voor onvoorziene uitgaven versterkt met 460.ter verevening der kosten van eenige buitengewone herstellingen aan de hier be doelde gebouwenwaarop bij de begrooting niet was gerekend en die niet tot een volgend jaar konden worden uitgesteld. Ten aanzien van deze uitgaven valt niets anders op te merken, dan dat de daarvoor toegestane sommen voldoende waren om de noodzakelijke uitgaven daaruit te kunnen bestrijden. Het steeds toenemend getal leerlingen aan deze inrigting doet het bedrag der aan de hoofd onderwijzeres uit te keeren schoolgelden evenredig stijgenzoodat die uitkeering in de laatste jaren de raming verre overtreften gelijk ook nueene versterking van het betrekkelijk ar tikel noodzakelijk maakte. Tegenover deze uitgaaf zoover betreft de evenbedoelde schoolgelden wordt echter onder volgno. 18 eene gelijke som in ontvang aangebragt. De sommen voor deze artikelen bij de begrooting toegestaan waren voldoende om de nood zakelijke uitgaven daaruit te kunnen bestrijdenzoodat daaromtrent geene bijzondere vermel ding wordt vereischt. Voor onderhoud der schoollocalen en schoolmeubelen hebben verschillende uitgaven plaats gehad die niet in de begrootingsom waren begrepenzoo als voor aanschaffing van nieuwe schoolbanken in de tusschenschool der le klasse, mobilair in de burger dag- en avondschool banken in de burgerschool voor meisjes en meer dergelijke. Dit een en ander maakte eene versterking van het artikel noodzakelijk. Op deze artikelen werd het bij de begrooting toegestaan bedrag ten volle uitbetaald. De noodzakelijke kosten der Gymnastiekschool konden niet ten volle uit het daarvoor bij de begrooting toegestaan bedrag bestreden worden. Eene versterking van het artikel met 30. was alzoo noodzakelijk.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1871 | | pagina 34