Bijlage no. 23.
76 Bijlagen tot het Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1871.
Evenmin nu als de beoordeeling van het gemeentelijk belang
op den weg van het schooltoezigt kan gelegen zijnachten wij
den gemeenteraad geroepen zich te belasten met de zorg dat dé
wet op het lager onderwijs worde nageleefdte minder wan
neer '4s raads opvatting in strijd is met het gevoelen van het
wettelijk daarmede belaste schooltoezigt.
Gelijk wij te kennen gaven schijnt ons bovendien de meening
bij de discussie van 22 Junij geuit, voor gegronde wederlegging-
vatbaar.
Burgemeester en wethouders toch hebben het prteadvies der
schoolcommissiegegeven bij hare missive van 23 Februarij
1871 no. 3799 in dien zin opgevat dat de bij art. 9 der ver
ordening op de school van lager en meer uitgebreid lager on
derwijs genoemde avondschooldie ten gevolge van de wijzi
ging der lesuren was vervallenop nieuw zou worden openge
steld speciaal ten dienste van het onderwijs in de Fransche taal
aan leerlingen van de tusschenscholen.
Van de oprigting eener nieuwe school was in bedoeld schrijven
geen sprake. Evenmin kon eene stilzwijgende bedoeling om
zoodanige school tot stand te brengen door burgemeester en
wethouders worden veronderstelddewijl de schoolcommissie
uitdrukkelijk adviseerde dat het hulppersoneel van de school
voor lager en meer uitgebreid lager onderwijs met. de lessen
zou worden belasteene schikking allezins verklaarbaardewijl
de hoofdonderwijzer wegens zijne wankele gezondheidstoestand
minder geschikt en genegen zoude zijn om persoonlijk de leiding
dier avondschool op zich te nemen.
Tegen eene dergelijke regeling bestond o. i. hoegenaamd geen
wettelijk bezwaar en ook na de breedvoerige vertoogen in 's raads
verslag deswege voorkomendekunnen wij eenigen strijd met de
voorschriften der wet op 't lager onderwijs daarin niet aan
treffen. Wel was het bij de vaststelling der organieke veror
dening van 5 December 1867, gemeenteblad no. 14, niet in
's raads bedoeling gelegen dat de school voor lager en meer
uitgebreid lager onderwijs voor meisjes toegankelijk zou zijn
doch daargelaten dat de raad na een principieel besluit in dien
zin volkomen bevoegd bleef die verordening des vereischt te
wijzigenscheen toch bovendien het geheel provisionele karak
ter der voorgestelde regelingdat duidelijk in ons rapport werd
voor op gesteldeen dergelijk beroep op het organiek besluit
in geenendeele te motiveren.
Burgemeester en wethouders zouden zich in den gegeven
stand der zaak alzoo kunnen bepalen de ingediende ontwerp
verordening op nieuw onveranderd aan 's raaas goedkeuring te
onderwerpenwel overtuigd dat uwe vergadering, na hernieuwd
onderzoek, geene zoodanige strijd met de bepalingen der wet óp
't lager onderwijs als werd beweerd in die verordening zal aan
treffen.
Ten einde evenwel alle schijn van onregelmatigheid ook te
vermijdenheeft ons collegie, in overleg met den districtsschool
opziener wiens schrijven hierbij wordt overgelegd tevens eene
wijziging van de verordening op de school voor lager en meer
uitgebreid lager onderwijs ontworpen hoezeer wij die overigens
met het oog op het provisioneel karakter der regeling minder
noodzakelijk hadden geacht.
Vertrouwende dat hiermede aan alle bedenkingen zal zijn te
gemoet gekomenhebben alzoo de eer uwe vergadering voor
te stellen om te besluiten
a. De verordening voor de school voor lager en meer uitge
breid lager onderwijs voor jongensvastgesteld bij raadsbesluit
van 5 December 1867 (gemeenteblad 1867 no. 14) en gewijzigd
bij raadsbesluit van 20 October 1870 (gemeenteblad 1870no.
17) te wijzigen als volgt:
In het intitule en elders vervallen de woorden voor ionf/ens"
Art, 6.
„In ieder der vier schoollokalen is minstens een hulponder-
/wijzer werkzaam de hoofdonderwijzer is speciaal belast met
//het onderwijs in de hoogste klasseen moet minstens éénmaal
w's weeks zich overtuigen van den gang van het onderwijs in
„de andere klassen. Zoo hij het in het belang van het onder-
„wijs noodig oordeeltkan hij nu en dan zelf in de andere
„klassen het onderwijs op zich nemen. Door de schoolcommissie
„kan aan hem ook in de andere klassen het onderwijs in spe-
„ciale vakken worden opgedragen."
Bij te voegen eene nieuwe alinea.
Het onderwijs in de avondschool wordtonder het toezigt van
den hoofdonderwijzergegeven door de hulponderwijzers welke
daartoe door de plaatselijke schoolcommissiena overleg met,
den hoofdonderwijzer, jaarlijks (zullen) worden aangewezen.
Deze ontvangen daarvoor eene toelage als bijzondere belooning.
Art. 7.
„De leerlingen die lager onderwijs wenschen te genieten
„moeten minstens den ouderdom van zes jaar bereikt hebben
„dien van negen jaar zijdie van het meer uitgebreid lager
„onderwijs willen gebruik maken."
Bij te voegen eene nieuwe alinea.
De dagschool i? uitsluitend bestemd voor iongens.
De avondschool is behoudens het bepaalde vervat, in art, 9
toegankelijk voor jongens en meisjes.
Art 9. (oud), luidende, v
„Jongens die wenschen onderwijs te ontvangen gedurende de
„avonduren in de vabken van meer uitgebreid lager onderwijs
„en de dagschool niet bezoekenmoeten minstens den ouderdom
„van negen jaren bereikt hebben en wat hunne bekwaamheid
„betreftgelijk staan met de leerlingen van de tweede afdeeling
„der tweede klassedie mede dat onderwijs genieten.
„De bekwaamheid wordt beoordeeld door aen hoofd-onderwij-
„zer in overleg met de plaatselijke schoolcommissie."
Te vervangen door Art. 9. (nieuw).
Des maandagsdingsdags donderdags en vrijdags avonds van
6 tot 8 ure wordt onderwijs gegeven in de beginselen der Fran
sche taal aan jongens en meisjes die zulks verlangen en bewijzen
hebben gegeven dat zij bekwaam zijn om dit. onderwijs met vrucht
bij te wonen.
De bekwaamheid wordt beoordeeld door den hoofdonderwijzer
in overleg met de plaatselijke schoolcommissie.
Art. 11. (gewijzigd bij raadsbesluit van 27 October 1870), aan
te vullen als volgt
„Het onderwijs wordt„behoudens het bepaalde bij art. 9" ge
geven
„Van maandag tot en met vrijdag des voormiddags van 9 tot
12 uur, des namiddags van 24 uur.
„Op zaturdag des voormiddags van 912 uur des namiddags
„van 13 uur.
„De leerlingen der eerste klasse bezoeken de school des mor-
„gens van 911 uur, des namiddags op de boven aangeduide uren."
Art. 13.
„Het, onderwijs omvat ingevolge de voorschriften van art. 1 en
„16 der wet. van 13 Augustus 1857 de volgende vakken
„a. het. lezen
„b. het schrijven
„c. het rekenen
„d. de beginselen der vormleer
„e. die der Nederlandsche taal
die der aardrijkskunde
„(j. die der geschiedenis
„h. die der kennis van de natuur
„i. het zingen
„k. de beginselen van de kennis der levende talen
ldie der wiskunde
„7i. de gymnastiek
„o. het teekenen."
Bij te voegen eene nieuwe alinea
Het onderwijl in de avondschool bepaalt zich tot de beginse
len der Fransche taal
Art. 14.
4* t%
Bijlagen tot het Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1871.
„De leerlingen worden verdeeld in drie klasseniedere klasse
„in twee afdeelingen. Alleen in de tweede afdeeling der tweede
„en in de derde klasse wordt meer uitgebreid lager onderwijs
„gegeven.
„De overgang van de eene tot de andere klasse en afdeeling
„workt door aen hoofdonderwijzerin overleg met de plaatse
lijke schoolcommissie geregeld."
Bij te voegen eene nieuwe alinea
De leerlingen der avondschool worden door den hoofd-onder-
wijzer in zoovele afdeelingen verdeeld als hij noodig acht.
Jongens en meisjes worden afzonderlijk geplaatst.
b. Op nieuw in behandeling te nemen het ontwerp-besluit re-
felende de heffing van schoolgelden voor onderwijs aan de open-
are scholen voor lager en meer uitgebreid lager onderwijs en
aan de openbare bewaarscholen met de bijbehoorende ontwerp
verordening op de invordering zooals die zijn voorgesteld door
burgemeester en wethouders ter raadsvergadering van 23 Maart
1871 (bijlage no. 10 van het verslag van 's raads handelingen),
behoudens de navolgende wijzigingen
Ontwerp-besluit van heffing.
a. In de considerans te roijeren de woorden
„voor jongens."
b. In art. 1 sub II te roijeren de woorden
„voor jongens."
c. In art. 1 sub II nog te lezen
dvoor dat aan de avondschool 5.
d. In art, 2 op twee plaatsen achter de woorden
„school voor lager en meer uitgebreid lager onderwijs, te
roijeren „voor jongens."
Ontwerp-verordening op de Invordering.
a. In art. 1 no. 2 op het einde te roijeren de woorden
„voor jongens."
b. In art. 2 tusschen a. 1 en 2 alinea in te voegen een alinea
van den volgenden inhoud
„De lijsten der leerlingen die de avondschool bedoeld in
„art. 1 sub IId van het heffings-besluit bezoeken worden af
zonderlijk opgemaakt door den eersten hulp-onderwijzer
met het onderwijs belasten door den hoofd-onderwijzer
nagezien en gewaar„merkt."
Aldus vastgesteld ter raadsvergadering van den 10 Augustus
1871door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarven.
VOORSTEL van burgemeester en wethouders
van S. T. Bakker en anderenhoudende ver
zoek dat de Poppebrug moge worden ver
anderd in eene platte draaibrug, geschikt
voor de passage met rijtuigen.
Mijne Heeren
De sinds geruimen tijd gebrekkige toestand van de Poppebrug
deed uwe vergadering ten vorigen jare bij de vaststelling der
gemeente begrooting voor 1871 besluiten daarop voor vernieu
wing van genoemde brug eene som van 3500 in uitgaaf aan te
t) ren gen.
Die vernieuwing zou derhalve reeds lang hebben kunnen plaats
vindenware het niet dat ze moest worden uitgesteld tot dat
door uwe vergadering eene beschikking is genomen op het den
23 Februarij dezes jaars bij haar ingekomen adres van S. T.
Bakker en eenige andere eigenaren of bewoners van panden in
de nabijheid van genoemde brughet verzoek behelzende dat de
77
Poppebrug bij de aanstaande vernieuwing moge worden veranderd
in een platte draaibrug, geschikt voor rijtuigen.
Omtrent dat adres 't welk om berigt en raad in handen van
ons collegie werd gesteldis door ons in de eerste plaats berigt
en advies gevraagd van den gemeente architect, die zich blijkens
zijne missive van 14 Maart 1871 no. 64/2 met het denkbeeld van
aaressantenom de Poppebrug te veranderen in eene platte
draaibrugwel kan vereenigen't geen hem dan ook aanlei
ding heeft gegeven om te onderzoeken of de gemeente de vrije
beschikking zou kunnen erlangen over terreinen aan weers zijden
van de brug en vervolgens de vraag te stellen of, bij verande
ring de brug zooveel verlaagd kan worden dat de onderkanten
der liggers niet hooger dan 1,50 meter boven zomerpeil komen
te leggendat is 8 centimeters lager dan die van de zooge
naamde witte brug of ijzeren ophaalbrug over het vliet.
Nadat vervolgens des architects evengemelde missive met het
betrekkelijk adres door ons om berigt consideratien en advies
was gesteld in handen van de raadscommissie voor openbare
werken, ontvingen wij van deze, bij missive van 26 Julij 1871,
no. 60het advies om u voor te stellenop het adres van S. T.
Bakker c. s.eene afwijzende beschikking te nemen en voorts
nog in dit jaar de Poppeorug als voetbrug te vernieuwen.
Na overweging van de motieven die de commissie voor haar
advies aanvoert en die als zoovele bezwaren tegen de inwilliging
van het door de adressanten gedaan verzoek kunnen gelden
is ons collegie tot het besluit gekomen om zich met het advies
des commissie te vereenigingen.
Moge het voor de adressanten en welligt voor enkele andere
ingezetenen van belang zijn om, ter plaatse waar de Poppebrug
thans als voetbrug ligt, het vliet langs eene platte rijbrug te
kunnen passeren wanneer wij het oog vestigen op de bezwaren
aan de uitvoering van een daartoe strekkend plan verbonden
zooals die in het straks bedoeld advies zijn opgegeven en daarbij
letten op de omstandigheid dat aan de beaiening eener draai
bare rijbrug grootere moeijelijkheden zijn verbonden en ook eene
aan te brengen wijziging in de helling van bruggelden met be
langrijke bezwaren zou gepaard gaan dan kan naar onze over
tuiging het belaag van enkele personen in dezen niet opwegen
tegen de aanzienlijke opofferingen die de gemeente zich bij in
williging van het verzoek zou moeten getroosten.
Bij missive dd. 2 Augustus jl. no. 34/810 deelden wij aan den
gemeente architect mede dat wijin overeenstemming met het
advies' van uwe commissie voor openbare werken het. voornemen
haddenbinnen kortaan u het voorstel te doen tot het nemen
eener afwijzende beschikking op het bovenvermelde adres van
8. T. Bakker en anderen terwijl wii den architect tevens uit-
noodigden met, gepasten spoed een bestek te willen opmaken
voor de vernieuwing van de Poppebrug, als voet-draaibrug.
Gemelde ambtenaar deed bij zijne missive dd. 7 Augustus jl.
no. 210/2 het verzoek om ons aan u in te dienen voorstelom
bij de aanstaande vernieuwing van de Poppebrug deze als voet
brug te behoudenin nadere overweging te willen nemen en
dat voorstel in zoo verre te wijzigen dat^die brug bij deze ge
legenheid in eene rijbrug, zij het ook van hout, veranderd worde.
Onder overlegging van dat schrijvenwaarna wij voor zoover
noodig verwijzen hebben wij de eer u mede te deelen dat wij
ons niet kunnen vereenigen met de door den architect ken
baar gemaakte zienswijze en wij mitsdien om de boven ont
wikkelde motieven, uwe vergadering bij deze voorstellen te
besluiten
1. Afwijzend te beschikken op het door S. T. Bakker en an
deren bij adres van 22 Februarij 1871 gedaan verzoek tot ver
andering der Poppebrug in een platte rijbruggeschikt ook voor
passage met rijtuigen.
2. Burgemeester en wethouders op te dragen met gepasten
spoed de vernieuwing der Poppebrugals voetbrugte bevorderen.
Ajdus voorgesteld ter raadsvergadering van den 10 Augustus
1871 s dooor burgemeester en wethouders van Leeuwarden.