102
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Memorie van Toelichting.
BEGROOTING 1871.
Toegestane
31
32
III
IV
BEGROOTING 1872.
12
ONTVANGSTEN.
Vastgestelde
sommen.
210.
- 23,000.-
33
34
35
37
38
39
40
41
42
43
10
11
500.-
200.-
250.-
340.-
- 1,685.
234.
- 69,280.62
550.—
100.—
30.—
12
- 1,500.
III
IV
12
91.56
een nieuwen gashouder en de uitvoering van andere werken bij de
gasfabriekniet tot de exploitatie, behoorende.
Op dit artikel is in ontvang gesteld het rentebedrag, op 12 No
vember 1872 verschuldigd door de koopers van de perceelen bouw
terrein no. 1 tot 5wegens de alsdan verschijnende 2e termijnen
i;„
der koopprijzen van die terreinen.
afwachting dat de resultaten der exploitatie van het aschland
Pf»n iro lOol H.or Kof,:.,- i ,111 i
10
11
12
23,500.— In o r
over een geheel jaar beter dan tot dusverre bekend zullen zijn
heeft men gemeend de uit die exploitatie voortvloeijende ontvang
sten slechts weinig hooger te moeten ramen dan over 1871 is ge
schied ten einde te voorkomen dat eene hoogere raming welligt
teleurstelling zou veroorzaken.
De veranderlijke belooningen op hoofdst. Ill afd. VI art. li uit
getrokken zijn berekend naar eene vermoedelijke opbrengst van
24,000 met inbegrip der ontvangst voor verkochte puin omdat
de verzameling en verkoop van puin thans ook door de directie
der reiniging geschiedt.
Even hoog geraamd als over het voorgaande jaar.
Iets lager gesteld, met het oog op de ontvangst over 1870 we
gens de bij dit artikel omschreven zegelgelden.
Tengevolge van vermeerdering van het personeel der hulponder
wijzers en de verhooging der bezoldigingen van sommigen hunner
zai het bedrag der te ontvangen bijdragen voor pensioenen over
1872 iets hooger zijn dan vroeger, waarop bij de raming voor dit
artikel zoowel als bij het aanbrengen eener som op art. 4 der Ve
afd. van hoofdstuk VII (uitgaven) is gerekend.
Het getal krankzinnige Israëlitenvoor rekening dezer gemeente
te Amsterdam verpleegd wordende, is in 1871 met een vermeer
derd en bedraagt thans vier. Wegens elke dezer lijders wordtals
bijdrage in hunne verplegingskosten èn van het rijk èn van de
provincie ontvangen eene som van 39. Die bijdragen worden op
dit artikel verantwoord.
De op dit artikel in ontvang gestelde som is berekend naar het
bedrag der kohieren van de rijks personele belasting, in hoofdsom
en rijksopcentenover het dienstjaar 1870/71.
Conform de bestaande overeenkomst is deze post weder tot ge
lijk bedrag uitgetrokken.
In verband met het gebruik dat door particulieren wordt gemaakt
van de gelegenheid om lessen in de gymnastiek te ontvangen laat
het zich aanzien dat door de gemeente over 1872 ter zake bij dit
artikel bedoeld de daarop uitgetrokken som zal worden ontvangen.
60.Voor de bij dit artikel bedoelde assuranliekosten is over 1871
een lager cijfer geraamd dan vroegermet het oog op den verkoop
van panden door de gemeente aan de Wortelhaven en de Koorn-
markt. Het is echter gebleken dat die raming te laag is geweest
waarom thans een hooger cijfer in ontvang wordt gesteld ook met
het oog op de ontvangst die ten dezen zal kunnen plaats hebben
van het huis lett. F no. 399 in de Bagijnestraat en van het te ver
huren gedeelte der gesticht wordende huizinge op den zuidoosthoek
der Prins Hendrikstraat.
1,500.In afwachting dat heeren voogden van het St. Anthonij Gasthuis
alhier ook over 1872 eene tegemoetkoming in de verplegingskosten
500.—
200.—
250.—
325.—
1,755.—
312.—
69,321.20
550.—
200.—
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Memorie van Toelichting.
103
BEGROOTING 1871.
to I
.5
-s
t:
1
Toegestane
BEGROOTING 1872.
Vastgestelde
sommen.
IV
V
ONTVANGSTEN.
memorie
31,000.—
- 14,000.—
5,925.—
m cmorie
UITGAVEN.
1.800.—
1,500.—
1,800.
1,600.
1,450.
500.—
3,100.—
5.350.—
50.—
200.—
225.—
364
1,120.—
I I I
24,000.—
- 6,000.—
1,830.—
memorie
12,000.—
1,800.-
1,500.-
1,800.-
1,600.-
1,450-
500.-
3,100-
5,350.-
50-
200.-
225.-
300.-
1,040.-
van krankzinnigen aan de gemeente zullen verstrekkenis te dier
zake eene gelijke som als over 1871 onder de ontvangsten opgenomen.
Deze post is aangebragt in overeenstemming met de bestaande
voorschriften.
Onder de uitgaven is opgenomen voor buitengewone werken
(hoofdst. Ill, afd. VII) een bedrag van f 57,770.
Daarin is begrepen eene som van 10,000voor werken ter ver
betering van het aschland welke uitgaaf wordt gedekt door eene
geldleening groot 6,000 zijnde het nog beschikbaar gedeelte der
Feening ad 40,000 ten behoeve dezer inrigting vastgesteld bij
raadsbesluit van 23 Februarij 1871, no. 9, benevens ƒ4,000, uit
het nog beschikbaar gedeelte van het batig saldo der rekening van
1870, bij deze begrooting als eerste post van ontvang aangebragt,
uit aanmerking dat wegens de exploitatie van het aschland over
1870 een ongeveer gelijk bedrag, t. w, 4,386.74 meer is ontvan
gen dan uitgegeven.
Derhalve blijft door andere middelen te bestrijden j 47,770.
Die middelen bestaan in
1. het uit de gewone inkomsten beschikbaar te stellen bedrag
van10,000.
2. de geraamde opbrengst van verkochte of nog
te verkoopen gemeente-eigendommen. - 13,830.
3. de opbrengst der op dit artikel in ontvang ge
stelde geldleening ad- 24,000.
Zamen 47,830.
Onder deze afdeeling is in ontvang aangebragt, op art. 1 de met
November 1872 verschijnende 2e termijn der koopsom van de per
ceelen bouwterrein nos. 15 en op art. 3 het bedrag dat vermoe
delijk als koopsom zal kunnen worden ontvangen wegens de per
ceelen bouwterrein nos. 6 tot en met 15 welke binnen kort pu
bliek zullen worden verkocht.
De jaarwedden bij nevensvermelde artikelen bedoeld zijn voor 1872
aanvankelijk tot gelijk bedrag in uitgaaf gesteld als over het vorig
jaar. Wel is krachtens de daartoe door den raad genomen besluiten
aan de bevoegde autoriteit advies ingezondendaartoe strekkende
dat de jaarwedden van den burgemeester worde verhoogd tot ƒ2,500,
die van den secretaris tot ƒ2,200, die van den ontvanger tot ƒ2000
en die van den commissaris van politie, wat zijne vaste bezoldiging
betreft, op ƒ1,800, doch zoolang ten dezen de vereischte besluiten
van gedeputeerde staten en van Z. M. den koninghet bedrag dier
jaarwedden regelende niet zi jn ontvangen, heeft men gemeend voor
die jaarwedden alsnog geene hoogere sommen op de begrooting te
moeten aanbrengen.
Uithoofde de wachter bij de prins Hendriksbrug met den 12 Mei
1872 zal kunnen betrekken de voor hem bestemde woning in het
beneden gedeelte der thans in aanbouw zijnde huizinge bij genoemde
brug, zal met evengemeld tijdstip de uitkeering aan den brugwachter
der toelage voor gemis van vrije woning komen te vervallen. Met
het oog hierop is voor dit artikel over 1872 eene som van ƒ300
voldoende.
In verband met het bestaande voornemen om in diverse vertrekken
van het gemeentehuis voor de verwarming hoofdzakelijk van coaks