108 Memorie van Toelichting. BEGROOTING 1871. 128 129 130 131 132 133 134 135 136 IV V Toegestane sommen. BEGROOTING 1872. UITGAVEN. 5,758.— 3,415. IJl Vastgestelde sommen. VII 10 11 1,600.— 3,000.- memone. 600.- 5,800- 5,808.- 2,558.- noodzakelijkheid meermalen is besproken wordt nog steeds wen- schelijk geacht. Ofschoon ten overigen jare bij de behandeling der begrooting over 1871 een voorstel strekkende tot het uittrekken der som die nu op dit artikel is aangebragt,door herhaalde sta king van stemmen geacht moest worden te zijn vervallen hebben burgemeester en wethouders zich daardoor echter niet kunnen la ten weerhouden om de verbetering van dezen weg op nieuw voor te dragen en aan 's raads oordeel te onderwerpen. In het onzekere of in 1872 al dan niet ten behoeve der uitbreiding van de gemeentegebouwen of gronden zullen worden aangekocht is deze post op de begrooting voor memorie aangebragt. De op dit artikel uitgetrokken som die zal kunnen strekken voor den aanbouw van een of meer publieke privaten met vuilnisbakken en urinoirs, naar mate het daarvoor benoodigd terrein op meer of min voordeelige wijze beschikbaar kan worden gesteld acht men over 1872 voldoende, ook met het oog op 't aantal dier voorwer pen welke in 1871 worden gemaakt. In afwachting dat met betrekking tot de noodzakelijke verbete ring van verschillende bestratingen binnen de gemeente door den raad omtrent de daarvoor te bezigen soorten keijen en de wijze van uitvoering der aan te brengen verbeteringen een besluit zal zijn genomen wordt dit artikel op de begrooting voor memorie aan gebragt. De op dezen post uitgetrokken som is aangebragt in verband met 's raadsbesluit waarbij burgemeester en wethouders zijn gemagtigd om tot den aanleg van eenen schietbaan op het daarvoor aangewe zen terrein over te gaan zoodra met het departement van oorlog eene overeenkomst is gesloten betrekkelijk het gebruik dier schiet baan door het garnizoen en de vergoeding daarvoor van wege het rijk te verstrekken. Zoolang niet bekend is in welken zin de raad zal besluiten ten aanzien van de voorstellen van burgemeester en wethouders betrek kelijk het daarstellen van een tweeden verschwatervijveris het dienstig voorgekomen deze post op de begrooting voor memorie uit te trekken. De op deze post aangebragte som,wordt benoodigd geacht voor verwen en behangen der huizinge welke thans door de gemeente wordt gesticht nabij de Prins Hendrikbrug. In 1871 wordt een vijftal bruggen in de Harlinger-trekweg ver nieuwd. Aangezien ook andere bruggen in denzelfden weg ver nieuwing behoeven wordt ter uitvoering daarvan op dit artikel het volgens raming deswege vereischt bedrag in uitgaaf gesteld. De op dit artikel uitgetrokken som stemt overeen met de door het collegie brandmeesters ingezonden begrooting, waartegen geene bedenkingen bestaan. Met betrekking tot de som voor dezen post aangebragt valt in de eerste plaats op te' merken dateven als van de overige ge bouwen daaronder ook een bedrag is begrepen voor gewoon onder houd van het huis bij de Prins Hendrikbrug. Overigens zijn geene buitengewone uitgaven voor herstelling enz. der gebouwen berekend behalve aan die in den stadstuin. De daarvoor uitgetrokken som bevat o. a. ƒ1000, voor liet maken van een kelder, teil behoeve van den pachter, in het zomerhuis, benevens de kosten vereischt voor het vernieuwen van luifels en eene schutting; zoomede voor de plaatsing van een buffet in het zomerhuis ter vervanging van 109 BEGROOTING 1871. BEGROOTING 1872. O a op o -sj 2 O O X Afdeeling. |J Artikel. Toegestane sommen. Hoofdstuk. bh _g o 2 <3 Artikel. Vastgestelde sommen. UITGAVEN. 137 V 2 120.— V 2 302.— 138 n 3 - 2,163.3S n 3 - 2200.— 139 li 4 500.— a 4 500.— 140 li 5 ii u a 5 141 1/ 6 75.— ii 5 75.— 142 11 7 45.— a 7 45.— 143 VI i 1 300.— VI I 1 300.— 144 II ii 1 700 II 11 1 700.— 145 II 2 100.— 1/ 2 100.— 146 II 3 200.— II 3 200 147 II 4 50.— II 4 50.— 148 II ui 1 - 14,150.— II 111 1 - 14,235,— 149 1/ ii 2 60.— II n 2 60.— 150 II 3 16.64 II a 3 16.64 151 1/ IV 1 75.— II IV 1 75.— 152 II II 2 400.— II a 2 400.— 153 II II 3 975. II a 3 975. 154 II II 4 50. II a 4 50. 155 II 5 50. II a 6 50. 156 II .11 6 260.— 1/ a 6 620.— 157 II li 7 ii 1/ n 7 n ii 158 II n 8 ii II a 8 u ii 159 n 9 200.— n a 9 250.— 160 II ii 10 150.— ii n 10 - 175.— het bestaande dat vernieuwing behoefde en voor te verrigten verf- werk aan het wijnhuis en de woning van den pachter. Behalve de kosten voor gewoon onderhoud zullen in 1872 aan de Irnsumerzijl en bijbehoorende gebouwen enz. eenige buitenge wone kosten besteed moeten worden en wel voor verfwerken aan de pachterswoning en behangen van eene kaïner daarinzoomede voor verfwerk aan de brug en het tolhek. Dientengevolge wordt deze post hooger voorgedragen. Het verschil in de raming voor dit artikel ontstaat daardoor dat men gemeend heeft voor 1872 eene ronde som te moeten uittrek ken ook in verband met den aankoop van panden voor de ge meente wegens welke grondbelasting moet worden betaald n. 1. een huis in de Bagijnestraatmet daarachter gelegen plek gronden een huis aan de Nieuwe Kade. Voor al deze artikelen zijn-gelijke sommen in uitgaaf gesteld als over 1871omdat het niet noodig is geacht in de raming voor dat jaar verandering aan te brengen. Onder de op dezen post uitgetrokken som is begrepen 85 voor vernieuwing der vloeren in de verblijven der nachtwachten. Ove-- rigens zijn voor de verschillende onderdeden van dit artikel gelijke sommen aangebragt als ten vorigen jare. Wegens deze artikelen zijn gelijke sommen uitgetrokken als over 1871. Na de vaststelling der begrooting voor 1871 is besloten van den 12 Mei 1871 af ook de opkomsten van de Potmargebrug en die van de Vlietster- en Boomsbruggen bij gaardering in te vorderen wat eerstgenoemde brug betreft tot weder opzegging en wat de laatst- gemelden aangaat voor den tijd van een jaar. In het vooruitzigt alzoo dat de opkomsten der Vlietster en Booms bruggen met ingang van 12 Mei 1872 weder worden verpacht is de belooning van den gaai'der slechts van 1 Januarij tot 12 Mei op de begrooting aangebragt, De belooningen van de gaarders bij de Pot margebrug en bij de nieuwe Verwersbrug zijn over het geheele jaar 1872 berekend. Op deze artikelen zal geene uitgaaf behoeven plaats te vinden. Wegens deze artikelen zijn de voor 1872 geraamde sommen hoo ger, dan die op de begrooting voor 1871 uitgetrokken en zulks met het oog op de uitgaaf deswege over 1870 vereischt geworden. Wat art, 9 betreft wordt die meerdere uitgaaf veroorzaakt door de ver volging van vele aangeslagenen welke nalatig blijven liet door hen verschuldigde te voldoen, terwijl ten aanzien van art. 10 wordt op gemerkt dat het opsporen van contributieabelen die op de supple- toire kohieren moeten voorkomen en liet bezorgen en terughalen van door dezen in te vullen beschrijvingbilletten dikwijls cenige buitengewone uitgaaf vordert.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1871 | | pagina 54