110
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Memorie van Toelichting.
BEGROOTING 1871.
161
162
163
164
165
166
167
168
169
170
171
172
173
174
175
VII
Toegestane
sommen.
BEGROOTING 1872.
10
UITGAVEN.
35,125.20
- 1,175.
- 2,080.—
- 3,700.—
20.—
300.—
7,240.—
100.—
220.—
1,206.-
300.—
7,070.—
7,910.-
6,250.—
- 30,535.-
VII
Vastgestelde
sommen.
1
10
33,225.4
1,175.-
2,080.-
4,000.-
20.
300.
7,389.
70
100.—
220.-
975.
300.-
7,070.-
7,458.-
6,650.—
32,050.—
Deze subsidiën zijn op de begrooting aangebragt in overeenstem
ming met de begrootingen door de voogden der stads armenkamer
en door de commissie van toezigt over liet stads werkhuis ingezonden.
Vaste jaarwedden waaromtrent geene toelichting wordt vereischt.
Het bedrag der verplegingskosten van arme krankzinnigen moet
wederom op een hooger cijfer worden begrootuit hoofde het getal
dier lijdersvoor rekening dezer gemeente verpleegd wordende ook
in 1871 is vermeerderd.
Even hoog geraamd als over 1871.
Blijkens de van de commissie van bestuur over het stads zieken
huis ontvangen begrooting. zal over 1872 ten behoeve dier inrigting
de op dit artikel in uitgaaf gestelde som als subsidie noodig zijn.
Ofschoon heeren voogden van het St. Anthonij Gasthuis zich thans
belasten met de verpleging van weezen beneden de zes jaren zou
toch de noodzakelijkheid van zoodanige verpleging voor rekening
der gemeente zich kunnen voordoen. Daarom wordt deze post tel
ken jare op de begrooting aangebragt.
Gelijk geraamd als in voorgaande jaren. Het bedrag is gebaseerd
op het verstrekken eener toelage voor vier behoeftige weezen die
in het Old Burger Weeshuis kunnen worden opgenomen doch geene
middelen bezitten om de intredegelden te betalen.
Voor onderhoud der bij dit art. bedoelde gebouwen is een lager
cijfer uitgetrokken dan over 1871 uithoofde in 1872 daaraan niet
zoo veel voor buitengewone herstellingen behoeft te worden besteed.
De som van ƒ95 voor het van buiten verwen van het werkhuis,
die mede voorkomt op de begrooting over 1871, is wederom aan
gebragt omdat in genoemd jaar dat verfwerk is uitgesteld in ver
band met de verpleging van pokkenlijders in het gebouw.
Gelijk geraamd als over 1871.
Voor de kosten van het gymnasium is een gelijk bedrag uitgetrok
ken als over 1871, 't welk ten bestemden einde .ook over 1872
voldoende wordt geacht.
De lagere raming van dezen post ontstaat alleen door het uittrek
ken van een minder bedrag voor leermiddelen en behoeften bij het
onderwijs in de natuurkundige wetenschappen. Na de reeds plaats
gevonden hebbende aanschaffing van instrumenten en toestellen re
kent men over 1872 daarvoor niet veel benoodigd te zijn.
Het toenemend getal leerlingen aan de hier bedoelde inrigting
maakt eene hoogere raming voor dezen post noodzakelijkspeciaal
met opzigt tot de aan de hoofdonderwijzeres uit te keeren schoolgel
den die echter tot het in uitgaaf gesteld bedrag mede voorkomen
onder de inkomsten op hoofdstuk II, afd. V111art. 10c.
In verband met de door de schoolcommissie ingediende begroo
ting van kosten voor het onderwijs is voor jaarwedden van het
onderwijzend personeel over 1872 een hooger cijfer uitgetrokken
dan over het voorgaande jaar. Daarbij is gelet op de door den
raad genomen besluiten tot, verhooging der jaarwedden van twee
hulponderwijzers in de school voor lager en meer uitgebreid lager
onderwijs en de benoeming van een vijfden hulponderwijzer in die
schoolzoomede op het besluit tot benoeming van nog een hulpon
derwijzer in de 3e armenschool en van eene hulponderwijzeres in
(le tusschensehool le klasse. Met opzigt tot het gering verschil tus
schen de raming over 1871 en 1872 voor art. 4 litt. a, zij opge
merkt, dat over 1871 daaronder reeds was opgenomen 700 als jaar-
GEMEENTERAAD VAN LEEUWARDEN. Memorie van Toelichting.
111
BEGROOTING 1871.
176
177
178
179
180
181
VII
182
183
184
10
Toegestane
BEGROOTING 1872.
Vastgestelde
UITGAVEN.
f 2,065.-
- 1,340.-
700.—
340.-
580.-
3,535.-
100.—
400.—
2,000.—
VII
2,200.-
- 1,365.-
520.-
325.-
580.-
- 4,616.-
100.-
400.-
2,030.-
wedde van een te benoemen hulponderwijzer met acte voor de
Frausche taal.
Aangaande de tusschenscholen 2e klasse wordt medegedeeld dat,
ofschoon art. 4 litt. d over 1872 slechts ƒ100 meer aanwijst dan
over 1871, met de uitgetrokken som in de aanvulling van 'i perso
neel zoo als de schoolcommissie dit wenschelijk achtkan worden
voorzienomdat de jaarwedden op de begrooting worden aange
bragt in overeenstemming met de verordening van 24 Augustus 1865
en voor het personeel daarbij ten behoeve van elke school aangewezen.
Eene enkele uitzondering ten dezen bestaande voor een der hulp
onderwijzers in de le tusschensehool 2e klasseis het gevolg van
zijne vroegere dienstpraestatie in eene andere school,
Voor de armenscholen is 525 en voor de bewaarscholen ƒ500
meer voorgedragenin overeenstemming met de begrooting der
schoolcommissie en de door haar daarbij gegeven toelichting volgens
welke zij vermeerdering van het hulppersoneel in de 2e armenschool
en in de drie bewaarscholen als noodzakelijk beschouwt.
Overigens wordt, zoo met betrekking tot art. 4 als tot de vijf
volgende artikelen verwezen naar den specifieken staatbij deze
overgelegd terwijl ten dezen mede ter toelichting kan strekken de
meer aangehaalde begrooting van de plaatselijke schoolcommissie.
De raming voor deze beide posten is iets hooger dan over 1871
op voord ragt van de schoolcommissie die daartoe aanleiding vindt in
hel vermeerderd getal leerlingen op de tusschen- armen- en bewaar
scholen wat art. 5 betreft en ten opzigte van art. 6 in de noodza
kelijkheid der verwarming in den winter van de overdekte speelplaats
bij de armenbewaarschool.
Zoowel met het oog op den verminderden prijs van het gas als
tengevolge der opheffing van de avondschooltijden voor de school
voor uitgebreid lager onderwijs en de burgerschool voor meisjes is
voor dit artikel een lager cijfer in uitgaaf gesteld dan over 1871.
Op dezen post zijn onder litt. a en i slechts uitgetrokken de som
men die benoodigd worden geacht voor de kosten van te verstrek
ken getuigschriften uithoofde aan de leerlingen der daarbij bedoelde
scholen voortaan geene prijzen zullen worden uitgereikt. Daaren
tegen is sub litt. d aangebragt eene som van 40 voor aan leerlin
gen der bewaarscholen bij het jaarlijksch examen uit te reiken prij
zen of geschenken.
Gelijk geraamd als voor 1871.
Ten einde over 1872 te kunnen voorzien zoowel in de kosten van
gewoon onderhoud en schoonhouden der schoollokalen als in die
vereischt voor het aanbrengen van verbeteringen die door den ge
meente-architect en de plaatselijke schoolcommissie noodig worden
geoordeeldzal de op dit artikel uitgetrokken som beschikbaar die
nen te worden gesteld.
Behalve de begrooting van den gemeente-architect, ingezonden bij
zijne missive van 24 Ju 1 ij 1871wordt ten dezen overgelegd de op
gave der schoolcommissie van haar bekende gebreken aan schoolge
bouwen en meubelenbenevens het daaromtrent van den architect
ingewonnen berigt en advies met begrooting van kosten.
liet bedrag dezer toelagen is bij de betrekkelijke verordeningen
bepaald.
De raming voor dit artikel is ƒ30 verhoogd, ter voorziening in
de kosten van onderhoud der aan het rijk behoorende gewerendie
door de leerlingen der gymnastiekschool mogen worden gebruikt.