|8i:
I
fi
y jr-* .-j* - 3êt jr•»- jêt j%
Bijlage no. 11.
Bijlagen tot het Verslag der handelingen va:
VOORSTEL van burgemeester en wethouders
betrekkelijk vermindering van de regten
voor het genot van gas uit de gemeentelijke
gasfabriek enz.
Mijne Heeren
Van de commissie voor de gemeentelijke gasfabriek hebben
wij ontvangen het hierbij overgelegd schrijven van den 20 Maart
jl.no. 57 en bijlagenstrekkende tot vermindering van de
regten voor het genot van gas uit die fabriek, en wel van 12
tot TO ct. per stere of kub. el.
De grondendie de commissie voor deze vermindering aan
voert zijn ons allezins voldoende voorgekomenom deze ver
andering in den gasprijs te motiveren.
Ook de wijzigingen in de verordening op de invordering der
gasregten door haar voorgesteld achten wij aannemelijk.
Wij hebben mitsdien de eer u voor te stellen, tot de beoogde
vermindering over te gaan en daartoe vast te stellen het hier
nevens gaandons door de commissie aangeboden ontwerp-be-
sluit, gelijk ook de daarbij gevoegde verordening op de invor
dering der regten voor het genot van gas uit de gemeentelijke
gasfabriek.
Aldus voorgesteld ter openbare raadsvergadering van den 23
Maart 1871 door
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
DIRK ZEPER.
De SecretarisP. A. BERGSMA.
No. 57. Leeuwardenden 20 Maart 1871.
Gelijk wij bij onze missives van den 1 Augustus en 27 Octo
ber 1870 nos. 44 en 49 de eer hadden mede te deelenwas
ten vorigen jare bij herhaling bij ons ter sprake gekomen de
vraag, of, met het oog op de voordeelige geldelijke uitkomsten,
die de exploitatie der gemeentelijke gasfabriekook na de ver
laging van den prijs van het gas van 14 tot 12 cent per stere
sedert den 1 Januarij 1869 was blijven opleveren het tijdstip
niet mogt worden geacht te zijn aangebroken, om tot eene nieuwe
vermindering van dien prijs over te gaan.
Wij herinneren verder, dat wij toen nog niet tot die vermin
dering oordeelden te moeten adviseren op grond van de ernstige
verwikkelingen in Europadie reeds dadelijk tot eene verhoo
ging van de voornaamste grondstof voor de gasbereidingde
steenkolen hadden aanleiding gegeven eene verhooging die
bij verergering van den staat van zaken voorzeker nog zou zijn
toegenomen.
Gelukkiglijk zijn thans de omstandigheden ten gunste veranderd
en rekenen wij het tijdstip gekomen om tot verlaging van de
gasregten te kunnen overgaan.
Toen wij bij schrijven van den 10 November 1868 no. 30 in
overweging gaven, den prijs van het gas van 14 tot 12 cent per
stere terug te brengenrekenden wij slechts op een meerder
jaarlijksch verbruik van 25,000 stere door particulieren. Het u
aangeboden verslag van den toestand en de werkzaamheden der
gemeentelijke gasfabriek over 1869 toonde intusschen aandat
die vermeerdering ruim 50,000 stere heeft bedragen en dus twee
maal zooveel als wij hadden begroot. Hoezeer nu alle eindcijfers
over 1870 nog niet kunnen worden medegedeeld zijn wij even
wel in staat te kunnen vermeldendat over dat jaar het gas
verbruik door particulieren op nieuw belangrijk is toegenomen
namelijk met 65,000 stere, en dat de finantiëie uitkomsten nog
voordeeliger zullen zijn dan over 1869. De cijfers van het gas
verbruik over de maanden Januarij en Februarij van dit jaar
Aan
Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leeuwarden.
BIJVOEGSEL BEHOORENDE BIJ DE LEEUWARDER COURANT.
den gemeenteraad te Leeuwarden, 1871. 17
eindelijk wijzen op nieuw eene niet onaanzienlijke vermeerdering
aan in vergelijking met dezelfde maanden van 1870.
Zonder twijfel zalzoo de prijs op 10 cent per stere wordt
gesteldal weder eene toeneming van het gasverbruik te ver
wachten zijnvooral ook omdat aan het gebruik van petro
leumwegens zijn tegenwoordig nog altijd betrekkelijk lageren
prijs dan die van het gasniet zooveel meer de voorkeur zal
worden gegeven. Om nogtans later niet in misrekeningen te
vervallen hebben wijinzonderheid ook met het oog op de reeds
in de beide laatste jaren verkregen hoogere cijfers het jaarlijksch
meerder verbruik op niet hooger dan 50,000 stere gemeend te
moeten stellen.
De vermeerdering van het getal straatlantaarns zal ook het
gasverbruik door de gemeente op nieuw niet onbelangrijk ver-
hoogen.
In vergelijking van 1869 zal het 19,000, van 1870 4,000 stere
meer zijn.
De hierbij gevoegde door den boekhouder der gasfabriek op
gemaakte en door ons onderzochte en goedgekeurde begrooting
geeft de vermoedelijke finantiëie uitkomsten aan welke in ge
noemd geval zullen worden verkregen.
Volgens de balans zullen de ontvangsten bedragen eene som
van80,576
de uitgaven eene som van- 74,605
zoodat nog altijd vermoedelijk meer zal worden
ontvangenJ 5,971
waarbij nog gerekend kan worden voor waarde
van onder de uitgaaf begrepen gasmeters enz. aan
de gasverbruikers in gebruik gegevenmaar eigen
dom der fabriek blijvende - 3,000
maakt een vermoedelijk overschot van 8,971.
In verband met de vermindering van de gasregtenzal ook
de prijs van een straatlantaarn- en van een ganglantaarnlicht
lager moeten worden gestelden wel voor het eerste op 1.75
voor elke 100 uren brandensvoor het laatste op 22 per
jaaren op 0.50 per licht in de maand voor elk uur later dan
11 uur 's avonds.
Eene vermindering der regten voor het gebruik en den aanleg
der gemeentetoestellen is ons niet noodig voorgekomen.
Die regten mogen voortdurend worden geacht in billijke ver
houding te staan tot de kosten van hetgeen geleverd en verrigt
wordt.
Eene enkele wijziging in het 2e lid sub lett. a en in het 3e lid
sub lett. a en b van art. 1 van het hefïingsbesluit wordt bij
deze gelegenheid wenschelijk geoordeeld.
Onder 2. a is de omschrijving van hetgeen onder de daar be
doelde aanvoerbuizen wordt gerekend verduidelijkt.
De berekening der kosten van aanleg der gemeentetoestellen
tot den buitenmuur of den voorgevel van het perceel op den
voetals bij de bestaande verordening sub 3. a is geregeld
is meer dan eens gebleken te bezwarend te zijnwaar de lei
ding bijzonder lang moet worden. In één geval zelfs waren
die kosten hooger geklommen dan die van de geheele toestellen
met den aanleg daarvan bedroegen. De nu gestelde regeling
dier kosten waarbij deze in 't algemeen zijn verlaagd en slechts
voor het gedeelte der leidingdat onder de stoep door moet
worden gelegd een hooger bedrag wordt berekendzal gemeld
bezwaar uit den weg ruimen.
Ter aanvulling eener bestaande leemte zal ook de 50-lichts-
meter in het 3e lid sub c van art. 1 moeten worden opgenomen.
Wijders heeft de ervaring ons doen ziendat de verordening
op de invordering der gasregten mede in sommige bepalingen
aanvulling en wijziging wenschelijk of noodzakelijk doet zijn.
De verpligting in art. 2 dient te worden uitgestrekt tot de
gevallendat een gasverbruiker het getal gasvlammen wenscht
te hebben vermeerderd of verminderd.
6