u
Bijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad yan Leeuwarden, 1872.
Het ligt immers in den aard der zaak dat tot het maken van
eene nieuwe veemarktplaats niet kan worden overgegaau alvorens
door de hooge regering een marktgeld is toegestaaii waardoor
de uitgaven kunnen Morden bestreden.
Onwillekeurig heeft zich de vraag voorgedaan welke bestem
ming aan het terrein van de tegenwoordige veemarkt zoude
behooren te worden gegeven ingeval uwe vergadering tot ver
plaatsing der markt, mogt besluiten.
Het plein voor het paleis van justitie, dat, èn uit een oogpunt
van sierlijkheid èir nn-t het oog op de verschillende doeleinden
waarvoor het is bestemd of wordt gebruikt, gerekend mag wor
den voldoende ruimte te bevattenbehoeft niet noodeloos te
worden vergroot.
Het veemarktterrein derhalve tot uitbreiding van dat plein te
bestemmen komt ons niet wenschelijk voor.
De overtuiging echterdat er in deze gemeente meer en meer
dringende behoefte bestaat aan eene handelsbeurs, heeft ons er
toe geleid om in overweging te nemen het door verplaatsing
der veemarkt open te vallen terrein te bestemmen tot het stich
ten van een beursgebouw. Wij wenschen niet in beschouwingen
te treden over de groote behoeftedie binnen deze gemeente
aan zoodanige inrigting bestaat.
Alleen wijzen wij op den zich belangrijk uitbreidenden handel,
die door de stichting van eene beurs welligt nog meer zoude
worden bevorderd.
Zoodanig gebouw kan gesticht worden op de oude koemarktde
voorgevel geplaatst tegen over het front van het paleis van justitie
zoude aan het tusschen beiden gelegen plein een schoon aanzien
geven.
Voor den handel is die plaats als 't ware aangewezen als ge
legen tusschen de boter- en veemarkt en in de nabijheid van het
station.
Mogt uwe vergadering deze onze zienswijze deelen, dan zoude
daarvan het gevolg zijn dat het terrein thans voor beursgebouw
bestemd en gelegen naast 's rijks hoogere burgerschool door de
gemeente kan worden verkochtwaardoor een finantieel voor
deel van J 25,000 en welligt meer voor de gemeente zoude
ontstaan. De gemeente zoude daarenboven nog in de gelegenheid
zijn een gedeelte der oude koemarkt tegen over Amicitia te ver-
koopen. Het geheele terrein der tegenwoordige- veemarkt zoude
immers niet voor beurs benoodigd zijn.
Waarschijnlijk zullen er 840 centiare overblijvendie
tegen den prijs van ƒ6 of hooger per centiare, voor de ge
meente een voordeel van minstens 5040 zullen afwerpen en de
gelegenheid zullen geven om bij het inkomen der gemeente te
genover de Sociëteit Amicitia een sierlijk gebouw te zien ver
rijzen.
Op boven omschreven wijze zal de raad iets wezenlijk goeds
en duurzaam nuttigs voor deze gemeente tot stand brengen. De
gemeente heeft er groot belang bij dat er geen halve maar af
doende maatregelen genomen worden om den handel te bevor
deren overeenkomstig de eischen van den tijd.
rDe door ons voorgestelde zullen aan de gemeente eene vee
markt en eeLe handelsbeurs verschaffen waarvan bloei en wel
vaart de onweersprekelijke gevolgen moeten zijn. De behoefte
aan beide inrigtingen wordt van jaar tot jaar meer klemmend
gevoeld.
I Het is uwe taakmijne heeren die behoefte te bevredigen.
Onze beschouwingen resumerendemeenen wij te hebben aan
getoond dat de door ons voorgestelde marktplaats aan de eischen
des tijds voldoet,dat de welstand der gemeente daardoor zeer
wordt bevorderd, dat deze verbetering kan geschieden zonder
geldelijke opoffering voor de gemeentedat het nadeelaan
eenige ingezetenen door de verplaatsing veroorzaakteenigzins
kan worden opgewogen door de stichting van een nieuw beurs-
lokaal en dit bezwaar trouwens niet van dien aard is dat het
algemeen belang om het belang van eenige individu's mag wor
den opgeofferd.
Alvorens evenwel ons voorstel te formuleren wenschen wij
naar aanleiding van uw besluit dd. 8 Junij 1871 en uit aanmer
king van het verband m aar in dit punt'met het thans bespro
kene staat, verslag te doen van de door ons met den heer IJ.
v. d. Wielen gevoerde onderhandelingen.
Die onderhandelingen betreffen het doen van veranderingen en
verbeteringen, die de heer v. d. Wielen bereid zoude zijn aan
zijne lokalen aan te brengen ten einde die onder ge
zag van het gemeentebestuur te bestemmen tot het houden van
beurs, gedurende een nader overeen te komen getal jaren en
omtrent de voorwaarden, daaraan te verbinden.
Overeenkomstig deze opdragt deden wij bij missive dd. 17
Junij 1871, no. 2l/g,3. aan den heer v. d.'Wielen het verzoek
ons te willen mededeelen welke veranderingen en verbeteringen
hij aan zijne lokalen zoude willen doen en "welke voorwaarden
daaraan door hem zouden worden verbonden.
Wij maakten hem tevens opmerkzaam dat zijne voorstellen
vooral ook moesten betreffen de vergrooting der lokalen het
aanbrengen van meer en beter licht en het maken van verbods
bepalingen tegen het beschikbaar stellen van ververschingen ge
durende den beurstijd.
In antwoord op deze missive gaf de heer v. d. Wielen bij
schrijven van den 23 Junij te kennen, dat het hem bijna onmo
gelijk was schriftelijk te kennen te geven welke veranderingen
en verbeteringen er aan zijne lokalen moeten geschieden. Hij
verzocht uit dien hoofde mondeling en zoo mogelijk in zijne lo
kalen in overleg te mogen treden.
Bij missive dd. 4 Julij 1871 refereerden wij ons aan ons schrij
ven van den 17 Junij bevorens.
Wij achtten een mondeling overleg eerot dan van eenig prac-
tisch nut, wanneer bepaalde voorstellen bekend en door ons
over\vogen waren.
Zonder bepaalde voorstellen te doen, gaf de heer v. d. Wielen
bij missive van den 25 Julij d.a.v. eenige hoofdpunten ter nadere
overweging op.
De kamer van koophandelover de voorgestelde hoofdpunten
gehoord gaf daaromtrent te kennen dat zij nog steeds het ge
voelen blijft toegedaan dat een bepaaldelijk voor beurs ingerigt
en voldoend lokaal alleen aan de behoeften van den handel kan
beantwoorden.
Dit nu kan zegt de kamerniet verkregen worden door de
veranderingen die de heer v. d. Wielen in zijne lokaliteit zou
m'illen bewerkstelligen.
De voorgestelde sluiting der beurs op een bepaald uur, zal
niet anders dan eene fictie kunnen zijn daar hij na dat uur de
bezoekers zijner lokalen toch wel niet van daar zoude M'illen
verdrijven.
Wij hebben vervolgens den gemeente-architect opgedragen te
onderzoeken welke verbeteringen en veranderingen de heer v. d.
Wielen aan zijne lokalen zoude willen aanbrengen ter bekoming
van voldoend licht en goede ventilatie en daaromtrent ons te
dienen van consideratiën en advies.
De architect gaf bij missive dd. 11 November 1871, no. 83<5/l»
te kennendat de door den heer v. d. Wielen voorgenomen
verbetering geen doel zoude treffen.
Hij voldeed voorts aan onze uitnoodiging door op te geven de
middelen die aangewend zouden moeten worden om de lokalen
van den heer v. d. Wielen in een tamelijk bruikbaar beurslokaal
te verr.nderen.
De heer v. d. Wielen, met de door den architect voorgestelde
middelen in kennis gesteld gaf bij missive dd. 9 Januarij 1872
te kennen zoodanige verbeteringen niet aan zijne lokalen te kun
nen doen en dat daartegen bezwaren van bouwkundigen aard
bestonden. Bovendien zouden, -volgens hem die verbeteringen
no» niet doeltreffend zijn.
Overigens verklaarde de heer v. d. Wielen zich zeer genegen
al hetgene te doen om aan de billijke eischen van den handel
te gemoet te komen.
Bijlagen tot het vorslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1872.
Wij zouden zulke onderhandelingen uog geruimeu tijd kunnen
verlengen maar zeker met geen beter succes dan het thans ver
kregen. Het hoofdbezwaar tochdat namelijk het lokaal van
den heer van der Wielenvoor een geheel ander doel bestemd,
niet tot een geschikt beursgebouw kan worden ingerigt, blijft
bestaan terwijl verbeteringen, die door ons zeer noodzakelijk wor
den geacht, door dea heer v. d. Wielen als van minder belang
worden gerekend.
Het gemeentebestuur kan het algemeen belang niet aan 't pri
vaat belang van een enkel persoon opofferen en zonder dit te
doen kunnen verdere onderhandelingen met den heer v. d. Wie
len geen bevredigend resultaat opleveren. En kan het wel an
ders? De eischen van een goed ingerigt beursgebouw zijn im
mers van dien aard dat geen privaat persoon zijne lokaliteit
daarvoor beschikbaar kan stellen tenzij dit geschiede ten koste
der goede orde en inrigting.
Na al hetgeen reeds te dezer zake heeft plaats gehadachten
wij het wenschelijk geene verdere pogingen aan te wenden om
eenen maatregel te nemen die onzes inziens in strijd is met de
belangen van Leeuwardens handel.
Ten slotte wenschen wij u nog mede te deelendat wij ten
opzigte van de uitbreiding der bebouwde kom ten zuiden van de
stads gracht, ofschoon de plannen daarvoor reeds grootendeels
gereed liggennog geene voorstellen hebben ingediendomdat
die met onze nu aan te bieden voorstellen in zulk een naauw
verband staan dat omtrent deze laatsten eerst een besluit moet
worden genomenalvorens de voorstellen tot uitgifte en be
bouwing van bedoelde bouwterreinen in behandeling kunnen
worden genomen.
Mogt door uwe vergadering overeenkomstig ons voorstel be
sloten worden tot opheffing van de tegenM'oordige en 't maken
van eene nieuwe veemarktplaatstot het stichten van een beurs
gebouw op het openvallende terrein der oude koemarkten in
verband daarmede tot verkoop van het terrein naast de rijks
hoogeie burgerschool, Jan stellen vnij ons voor, om binnen een
betrekkelijk zeer korten termijnte gelijk met de aanbieding
van gedetailleerde plannen uwe vergadering te dezer zake de
vereischte finantiële voorstellen aau te biedenniet alleen van
de straks te vermelden werken maar ook betreffende de uitbrei
ding van de bebouwde kom der gemeente aan den zuidkant dei-
gracht.
Wij hebben onder referte aan het bovenstaande alzoo de eer
u mijne heerenvoor te stellen te besluiten
10. eene nieuwe veemarkt te maken op het terreingelegen
tusschen de Harlingervaart en den stationsweg ten noor
den van den staatsspoorweg
20. deze markt in te rigten volgens het gewijzigd plan letter
Cingezonden bij missive van den gemeente-architect
dd. 17 Maart 1872, no. W/3
30. het westelijk gedeelte van het terrein der tegenwoordige
veemarkt te bestemmen tot plaatsing van eene handels
beurs en de bestemming van het oostelijk gedeelte bij
nader besluit te bepalen
40. het thans voor handelsbeurs bestemd terrein naast de rijks
hoogere burgerschool publiek te verkoopenmet intrek
king van het raadsbesluit, dd. 26 Maart 1868 no. 4;
50. de terreinen aan de overzijde der gracht in verband met
den aanleg van de veemarkt nabij net station in exploi
tatie te brengen
60. burgemeester en wethouders uit te noodigen de herziening
te bevorderen van de verordening op de heffing van vee-
marktgelden en de vereischte finantiële- en bouwplannen
over te leggendie een gevolg van de sub 12 en S
vermelde besluiten zullen zijn.
Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van den 28 Maart 1872,
door burgemeester en wethouders van LceuM-arden.
J. BIERUMA OOSTING.
P. A. BERG8MA Stcntari*.