1
1
Bijlage no. 6.
Bijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden1872.
27
VOORSTEL van burgemeester en wethouders
tot herziening der verordening waarbij de
bezoldigingen van het onderwijzend perso
neel aan de scholen voor lager en meer
uitgebreid lager onderwijs zijn geregeld.
Mijne Heeren
Ter voldoening aan de opdragt, ons collegie verstrekt in uwe
zitting van den 14 December 1871, bij de behandeling van het
adres van eenige hulponderwijzers om verhooging hunner bezol
digingen hebben wij in overweging genomen welke wijzigingen
dienen te worden aangebragt in de bij raadsbesluit van 24
Augustus 1865 vastgestelde verordening, waarbij de bezoldigin
gen van het onderwijzend personeel aan de openbare gemeente
scholen zijn geregeld.
Die overwegingen hebben er ons toe geleid eene nieuwe ver
ordening te ontwerpendewijl de vele wijzigingen welke ge
noemde verordening, ook met opzigt tot de aanduiding van som
mige scholenbehoort te ondergaan eene vervanging van die
verordening wenschelijk doen achten.
Uit dien hoofde hebben wij de eer bedoelde ontwerp-verorde-
ning u hiernevens ter overweging aan te biedenonder over
legging tevens van eene betrekkelijke memorie van toelichting
en bij behoorenden staat van het thans in functie zijnde onder
wijzend personeelmet voorstel om aan dat ontwerp uwe goed
keuring te hechten.
Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van den 11 April^l872
door burgemeester en wethouders van Leeuwarden.
J. BIERUMA OOSTING.
De Secretaris
P. A. BERGSMA.
ONT WERP-VERORDENING regelende de be
zoldiging van het onderwijzend personeel
aan de openbare scholen voor lager en
meer uitgebreid lager onderwijs te Leeu
warden.
De raad der gemeente Leeuwarden,
Gezien art. 19 der wet van 13 Aug. 1857 Staatsblno. 103),
Overwegendedat het wenschelijk is in de bezoldiging van
het onderwijzend personeel aan de openbare scholen voor lager
en meer uitgebreid lager onderwijs verandering te brengen
Besluit
Met intrekking der verordening van 24 Aug. 1866 zoomede
van het besluit houdende wijziging dier verordening van 12 Nov.
1868 (Gem.-Bl. no. 17)
Art. 1.
De jaarwedden van het onderwijzend personeel aan de school
voor lager en meer uitgebreid lager onderwijs worden geregeld
als volgt
de hoofdonderwijzer eene vaste jaarwedde van 1600bene
vens 10 percent van de schoolgelden en genot van vrije woning
of wegens vergoeding van huishuur eene toelage van 400
de eerste hulponderwijzer 1000
twee hulponderwijzers 2e klasse met akte van hoofdonderwij
zer elk 650
twee hulponderwijzers 3e klasse met akte als zoodanig elk
Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant.
Art. 2.
De jaarwedden van het onderwijzend personeel aan de Fran-
sche school voor meisjes worden geregeld als volgt
de hoofdonderwijzeres het volle bedrag der schoolgelden ad
52 'sjaars voor iedere leerling, benevens vrije woning of we
gens vergoeding voor huishuur eene toelage van 600
eene eerste hulponderwijzeres 400
twee hulponderwijzeressen ieder 300.
De hoofdonderwijzeres is verpligt aan de hulponderwijzeressen
kost, inwoning en bewassching te verstrekken en tot ieder der
hier bovenstaande jaarwedden de helft bij te dragen.
Art. 3.
De jaarwedden van het onderwijzend personeel aan de burger
school voor meisjes worden geregeld als volgt
de hoofdonderwijzeres eene jaarwedde van 1000benevens
vrije woning of toelage voor huishuur ad f 250 'sjaars
de eerste hulponderwijzeres 500
eene hulponderwijzeres 300
een hulponderwijzer f 550
eene medehelpster voor vrouwelijke handwerken f 250.
Art. 4.
De jaarwedden van het onderwijzend personeel aan de tusschen-
school der le klasse worden geregeld als volgt
de hoofdonderwijzer eene jaarwedde van 1100benevens
vrije woning of toelage wegens huishuur ad J 300 'sjaars;
de eerste hulponderwijzer 600
de hulponderwijzers 2e klasse f 450
de hulponderwijzers of hulponderwijzeressen 3e klasse 350
de medehelpsters voor vrouwelijke handwerken van f 100
tot f 250.
Art. 5. S*
De jaarwedden van het onderwijzend personeel aan de tussehen-
scholen der 2e klasse en aan de armenscholen worden geregeld
als volgt
de hoofdonderwijzers ieder eene jaarwedde van 1100 indien
de school voor meer dan 400 leerlingen en van 1000 indien
de school voor minder leerlingen is ingerigt. Allen genieten
bovendien vrije woning of vergoeding van huishuur ad 250
's jaars
de eerste hulponderwijzers 550
de hulponderwijzers 2e klasse 400
de hulponderwijzers of hulponderwijzeressen 3e klasse f 350 j
de medehelpsters voor vrouwelijke handwerken van 100 tot
250.
Art. 6.
De jaarwedden van de hoofdonderwijzers of hoofdonderwijze
ressen in de drie voorafgaande artikelen genoemd kunnen na
twaalfjarigen diensttijd als zoodanig in deze gemeente met 100
'sjaars en na vijf en twintigjarigen diensttijd met 200 'sjaars
boven de vastgestelde cijfers worden verhoogd.
De berekening van den diensttijd vangt aan, voor hen, die reeds
tijdens de invoering der verordening van 24 Aug. 1865 in functie
waren, met het tijdstip der in werking treding dier verordening
voor de overigen met het tijdstip hunner in functie treding.
De voorstellen tot tractementsverhooging geschieden door bur
gemeester en wethoudersna deswege de plaatselijke school
commissie en den districts schoolopziener te hebben gehoordbij
het indienen der gemeentebegrooting.
Art. 7.
Aan de hulponderwijzers of hulponderwijzeressen bij de tus-
schen8cholen der 2e klasse, in het bezit van akten Aan bekwaam
heid voor een of meer vakken van meer uitgebreid lager onder
wijs doch niet in het bezit der hoofdonderwijzersactewordt
eene toelage van 25 'sjaars verstrekt voor elk vak, bijaldien
zij verpligt zijn daarin onderwijs te geven.
Art. 8.
Yoor de hulponderwijzers of hulponderwijzeressen in de artt.
4 en 5 genoemdwordt de jaarlijksche bezoldiging met 50
5