bTAAT van liet ONDERWIJZEND PERSONEEL in de openbare scholen voor lager en meer
uitgebreid lager onderwijs.
2e tskizch001 prtma'Sieb™ d°m°>
Bijlage no. 7.
30
Bijlagen tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1872.
aanduiding j
i bezoldiging.
woord ige. verorde-
D'"g-
te armenschool. S£a5£r "®Z m
Kikkers, Picter id. 3qq'350 Z! 5o""" Krachtens art. 5 al. 3.
2e armenschool. Aiherta. Joris 1000.- !000._
BróerJ •piIeterien H, "W- 400- «S- rol IvracMeos art 5 al. 3 en art. 8.
e s' lieter Hulponderwijzer. 350.— 350
«•J», uerorand
heenstraJohannes
van DamJohann
Bruining, Tjitske
Nauta, Anne Gen
Koker, Gerril
Tu8schenschool J* KijssensFrederik
le klasse. "e Heer, Sjoerd
Maassen, Pijlger
KoolHenderika
de A riesFranciscus
BurgersdijkGerard
ia, Wendel, Dirk
le tusschenschool Wijga, Jan
2e klasse. Voordewind, Hendrik-
de Jong, Hotze
van Noord, HiUebrand
iloitsmaJantje
'O aiasse. Ploegsma Jentje
Se t8,SLn,eCh°01 Schuitemaker, Nicolaas
e K1"ssc- BaarsmaAize
Totaal 1/23,750,— /S5,100._ ƒ1350.-
id.
id. 2e rang
id.
id.
Hoofdonderwijzeres.
Hulponderwijzeres.
Hootdonder wij zcr.
Hoofdonderwijzer.
Hulponderwijzer. t,
id.
id.
Huipond erwij zeres
Hoofdonderwijzer.
Hulponderwijzer.
Hoofdonderwijzer.
2e rang.
Hulponderwijzer,
id.
id.
Hulponderwijzeres.
Hoofdonderwijzer.
2e rang.
Hoofdonderwijzer.
3 e rang.
1000.-
660.-
650.-
600.-
1000.-
450.-
550.-
1100-
500-
400-
350-
350-
1100-
500-
400-
550-
300-
300-
300-
350—
1000-
500-
900-
400-
1000-
650-
650-
600-
1000.-
500-
550-
1100-
650-
450—
350—
350.-
1100-
550-
450—
550—
350—
350—
350—
350.—
1000-
600-
1000-
400-
50.—
150-
50-
50-
50-
50-
50-
50-
100-
100-
vuui neze school ingevolge art.
/■500rat2in ^16.00,'/100°. «50 (2).
{hl <8)' derWve ƒ700 minder
d^/arrio' he' bcdra«
Krachtens art. 3 al. 3.
h«ït. benoemd en kan der-
halve geen aanspraak maken op
verhooging. (Zie art. 11). P
Krachtens art. 4 al. 4.
Krachtens art. 5 al. 3.
Krachtens art. 10.
Krachtens art. 5 al. 4.
l,»lv»in 1872 benoemd en kan der-
ÏÏE ?een inspraak maken op
verhooging. (Zie art. 11). P
Krachtens art. 5 al. 3 en art. 8.
Krachtens art. 5 al. 1.
Bijlagen tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden 1872.
31
VOORSTEL van burgemeester en wethouders
ter zake oen adres van IJ. van dor Wiolon
omtrent de beschikbaarstelling zijnor loka
len tot het houden van beurs.
Mijne Heer en
Bij raadsbesluit van den 3 Junij 1871 werd aan ons opgedra
gen met den heer IJ. van der Wielen naar aanleiding van zijn
aan den raad gerigt adresin onderhandeling te treden omtrent
veranderingen en verbeteringendie hij bereid is ten aanzien der
inrigting zijner lokalen aan te brengen ten einde die onder ge
zag van het gemeentebestuur te bestemmen tot het houden van
beursgedurende een nader overeen te komen getal jaren en
omtrent de voorwaarden daaraan te verbindenmet uituoodiging
deswege aan den raad verslag te doen onder aanbieding van
zoodanige voorstellen als ons collegieiu verband met de ge
voerde onderhandelingen nuttig en noodig zal achten.
Reeds in ons voorstel betreffende het maken van eene nieuwe
veemarkt en de daarmede in verband staande onderwerpen aan-
gebragt in uwe vergadering van 28 Maart jl.gaven wij een
beknopt maar volledig overzigt van den stand der onderhande
lingen door ons met den heer v. d. Wielen gevoerd.
Bij nadere overweging is het ons echter voorgekomendat
door den raad eene bepaalde beslissing omtrent het ingediend
verzoek moet worden genomen en hebben wij ten dien einde
de eer een voorstel aan uwe vergadering in te dienen waartoe
het volgende tot toelichting kan strekken.
Bij adres van den 8 Februarij 1871 wendde de heer van der
Wielen zich tot uwe vergadering met het verzoekmet hem op
de in het adres aangeduide grondslagen in onderhandeling te
treden teneinde het zoo mogelijk daar heen te leidendat de
gemeente onder de noodige waarborgen van den kant van den
adressant ten behoeve der beursbezoekersveilig kunne afzien
van haar voornemen om van harentwege eene nieuwe beurs te
bouwen.
In de praemi8sen van dat request geeft adressant te kennen
dat, indien het raadsbesluit van den 26 Maart 1868 no. 5,
sub 1waarbij is besloten tot het stichten van een voor den
handel voldoend beursgebouw naast 's rijks hoogere burgerschool
wordt ten uitvoer gelegd hij belangrijke schade zoude lijden
dat hij gevoeltdat de tegenwoordige stand der zaak name
lijk dat zijne lokalen tot handelsbeurs worden gebezigd zonder
eenige inmengingveel min controle of toezigt van het gemeen
tebestuur het bestuur niet kan bevredigen
dat hij zich evenwel gaarne zal onderwerpen aan zoodanige
voorschriften van orde of policieals liet gemeentebestuur zal
noodig achten en dat hij bovendien bereid is zich aan het ge
meentebestuur bij contract te verbindenonder anderen op voor
waarden in het adres vermeld.
Ten vervolge en ter aanvulling zooveel noodig van bovenom
schreven adres, heeft de heer v. d. Wielen in dato 10 Mei 1871,
navolgende schriftelijke verklaring aan uwe vergadering overge-
legdt
1. dat hij bereid is op zijne kosten in zijne lokalen meer licht
aan te brengen ten gerieve der beursbezoekers en zich daarin
wenscht te gedragen naar de aanwijzing van heeren burgemees
ter en wethouders of van de hunnentwege aan te wijzen des
kundigen
2. dat hij evenzeer genegen is zich te onderwerpen aan beper
kende bepalingen in het verstrekken van ververschingen aan de
beursbezoekers, en hij daaromtrent gaarne met heeren burgemeester
en wethouders of andere door hen aan te wijzen deskundigen in
overleg zal treden.
Ter voldoening aan uwe opdragt hebben wij ons bij missive
Bijvoegsel, beiioorende bij de Leeuwarder Courant.
dd. 17 Junij 1871, no. 21/gg3> lot den heer v. d. Wielen gewend
met verzoek ons te willen mededeelenwelke veranderingen hij
aan zijne lokalen zoude willen doen en welke voorwaarden daar
aan door hem zouden wordeu verbonden.
Zooals uit de gevoerde correspondentie blijklkwam het voor
eene goede behandeling der zaak ons wenschelijk voor met den
heer v. d. Wielen dit onderwerp schriftelijk te behandelen. De
ondervinding immers heeft geleerd dat wil men eene zaak van
eenigen omvang met naauwgezetlieid en grondig onderzoeken en
behandelen, zij in de eerste plaats duidelijk en juist behoort
omschreven te worden. Misverstandbij mondelinge behande
ling van zaken zoo veelvuldigwordt hierdoor voorkomen en
partijen worden bovendien in staat gesteld bedaard te overwe
gen alvorens een besluit te nemen of eene opinie te openbaren
die men later zoude wenschen terug te nemen.
Wij ontvingen daarop van den heer v. d. Wielen een schrij
ven van 25 Julij 1871 waarbij de volgende hoofdpunten door
hem aan onze overweging werden opgegeven
a. dat de tusschen het gemeentebestuur en hem te sluiten over
eenkomst betreffende liet houden van beurs in zijne lokalen,
minstens voor een tijdvak van vijf jaren zoude moeten worden
aangegaan
b. dat de in zijn adres van den 8 Februarij 1871 onder lett.
b tot en met e gestelde voorwaarden worden gehandhaafd
c. dat hij bereid is de tapperijgedurende de uren dat de
officiële beurs duurt, uit de drie benedenzalen te verwijderen
d. dat de beursbezoekers derhalve gedurende den beurstijd
slechts gelegenheid zullen hebben om iets te gebruiken in de
drie kofïijkamers
e. dat verbetering van licht aan 't eindoordeel van deskundi
gen zal moeten worden onderworpenmaar dat hij voorshands
van oordeel is, dat het voldoende zal zijn, indien in de neven
zaal aan de regterzijde eene lichtschepping wordt aangebragt.
De heer v. d. Wielen gaf daarbij te kennen dat hij verzocht
dit schrijven te beschouwen als eene opening der onderhandelin
gen geenzins als de eenige uiterste concessie.
De kamer van koophandel door ons uitgenoodigd te willen be-
rigten in hoever volgens haar oordeel de door den lieer v. d.
Wielen gedane voorstellen, in verband met het betrekkelijk
raadsbesluit en de belangen van den handel geacht kunnen wor
den voldoende te zijn gaf in antwoord daarop te kennendat
die voorstellen niet aannemelijk zijn en niet tot grondslag kun
nen strekken voor met v. d. Wielen te openen onderhandelingen.
De gemeente-architect, door ons geraadpleegd, deelde het ge
voelen van de kamer van koophandeldat de voorgestelde ver
beteringen geen doel zouden treffen.
Overeenkomstig de zienswijze van den heer v. d. Wielenuit
gedrukt in zijne missive d.d. 25 Julij 1871dat namelijk de ver
betering van het licht aan het eindoordeel van deskundigen moet
worden onderworpendroegen wij den gemeente-architect op
om te onderzoeken en op te geven op welke wijze de lokalen
van v. d. Wielen zouden kunnen worden verbeterd om tot een
tamelijk bruikbaar beurslokaal te worden ingerigt. Gemelde
ambtenaar gaf hij zijne missive d.d. 11 November 1871 no. 836/j
daarop te kennendat dit zoude kunnen geschieden door|het
maken van
a. nog twee vallichten gelijk de drie die er zijn in het mid
denlokaal.
b. drie vallichten in het westelijk zijlokaalnagenoeg gelijk
die in het oostelijk ziilokaal.
c. kanalen onder de vloeren der drie lokalen tot het aanvoe
ren van versche lucht.
d. kanalen met verwarmingtoestellen boven de drie lokalen
tot afvoer der bedorven lucht.
e. bepalingenwaarbij het rooken en het plaatsen van stoe
len en tafels voor het verkoopen van eten of drinken en de zoo
genaamde buffetten in de drie tot beurs bestemde lokalen wordt
verboden.
6