34
Bijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1872.
ƒ14,175.80 te verhoogen met ƒ468.- en uit te trekken tot
ƒ14,643.80.
Art. 4. Onderhoud en aankoop van paarden en gereedschap
pen, primitief geraamd op /"4060.-, te verhoogen met ƒ980.- en
alzoo te bepalen op ƒ5040.
Art. 5. Diverse uitgaven, begroot op ƒ500.-, te verhoogen
met ƒ880.- en uit te trekken tot ƒ1380. Na deze wijzigingen
wordt het totaal van afdeeling VI verhoogd met 2400.- en ge-
bragt op ƒ23,570.80.
Afdeeling VII.
Art. 6. Voor aankoop of onteigening van gebouwen of
gronden ten behoeve der uitbreiding van de gemeenteaange
bragt voor memorie, uit te trekken tot ƒ5500.
Artikelen 13 en 14beide uitgetrokken voor memoriete
vereenigen en nader aan te brengen onder de volgende omschrij
ving
art. 13. Vernieuwing van de Vlietster- en Boomsbruggen
ƒ22,000.
Art. 15 te veranderen in art. 14.
Voorts aan deze afdeeling toe te voegen de volgende artikelen.
Art. 15. Koopsom en kosten op den aankoop gevallen van
het huis in de St. Jacobstraat lett. G no. 101, ƒ9400.
Art. 16. Voor werken in verband staande met de uitbreiding
der gasfabriek ƒ6000.
In verband met vorenstaande wijzigingen wordt het totaal van
afdeeling VII verhoogd tot 100,670.- en dat van hoofdstuk III
tot ƒ256,898.40.
HOOFDSTUK VI.
Afdeeling IV.
Art. 6. Kosten van gaardering der bruggeldenbegroot op
ƒ620.-, te verhoogen met ƒ865.- en te brengen op 1485.-, waar
door het totaal der IVe afdeeling wordt gebragt op ƒ3460.- en
•dat van hoofdstuk VI op ƒ19,896.64.
HOOFDSTUK VIII.
Afdeeling I.
Art. 4. Aflossing op de leeningen ten behoeve der gasfa
briek, uitgetrokken tot 8000.-, te verminderen met ƒ3000.- en
te brengen op ƒ5000.-, zoodat het totaal der Ie afdeeling zal ko
men te bedragen ƒ54,815.
Afdeeling III.
Art. 1. Pensioenen aangebragt tot ƒ2192.-, te verhoogen met
700.- en uit te trekken op ƒ2892.
Art. 3. Gratificatiënaangebragt tot 402.-, te verhoogen met
ƒ151.- en uit te trekken op ƒ553.
Art. 4. Teruggave aan H. Cremervan de 20 afloopende
korting op zijne jaarwedde over 1872 als leeraar aan de bur
ger dag- en avondschool, aangebragt tot 260.-, te verminderen
met 225.- en alzoo uit te trekken op 35. Dientengevolge
wordt het totaal van afdeeling III verhoogd met ƒ626.- en ge
bragt op ƒ3880.-, terwijl door vorenstaande wijzigingen het to
taal van hoofdstuk VIII wordt verminderd tot ƒ58,695.
HOOFDSTUK XI.
Art. 1. Onvoorziene uitgavenbegroot op 11,570.-te ver
minderen met ƒ3125.- en uit te trekken op 8450.
Ten gevolge van vorenstaande wijzigingen wordt nader vast-
esteld net totaal der uitgaven op ƒ521,705.14 en de balans der
egrooting als volgt
Inkomsten ƒ521,733.92.
Uitgaven - 521,705.14.
Waarschijnlijk batig saldo 28.78.
Vastgesteld den
ONTWERP.
MEMORIE van toelichting bij het besluit van
den raad der gemeente Leeuwardentot wij
ziging der begrooting van inkomsten en uit
gaven dier gemeente', over 1872.
Ten einde de vereischte gelden beschikbaar te kunnen stellen
tot bestrijding der kosten van vernieuwing der Vlietster- en Booms
bruggen waarvoor op de gemeentebegrooting slechts artikelen
voor memorie zijn uitgetrokkenis het noodzakelijk die begroo
ting te wijzigen.
Ook uit anderen hoofde bestaat die noodzakelijkheid in meer
dere of mindere matehetzij tot het aanbrengen van nieuwe arti
kelen of tot verhooging van primitief geraamde sommen.
Dientengevolge is het hierbij gevoegd besluit vastgesteld.
Ter toelichting van de daarin opgenomen wijzigingen strekke
het volgende
INKOMSTEN.
HOOFDSTUK II.
Afdeeling VIII.
Art. 3. Bij de raming der bruggelden was er op gerekend dat
de opkomsten daarvan wat de onder letters ag en h aange
duide bruggen betrelt, van 12 Mei 1872 af weder zouden wor
den verpacht. Intusschen is besloten met ingang van evengemeld
tijdstip die bruggelden bij gaardering te doen invorderen.
Daarvan zal het gevolg zijn dat de ontvangsten deswege de
primitieve raming overtrelfen dewijl de belooning der gaarders
onder de uitgaven dient te worden verantwoord.
In verband hiermede is verhooging aangebragt op
lett. a 130
250
9 ff 150
h 150
zamen 680
Art. 12. Het toenemend gasverbruik doet over 1872 eene niet
onbelangrijk hoogere opbrengst van gasregten verwachten dan
waarop bij de vaststelling der begrooting werd gerekend.
Ten einde echter de benoodigde gas te kunnen leveren wordt
eene grootere hoeveelheid steenkolen vereischtdoch zulks brengt
mede dat voor verkochte cokes eene hoogere som in ontvang zal
komen dan daarvoor was uitgetrokken.
Uit dien hoofde is op grond van gemaakte berekeningen die
zeer zeker geen te hooge basis ten grondslag hebben de raming
voor dit artikel verhoogd met ƒ19,347, waaronder voor:
geleverd gas en gebruik van gemeentetoestellen 7600
diverse ontvangsten 11,747.
Op dit laatste cijfer is mede van invloed de omstandigheid dat
de prijs der cokes van 15 Mei 1872 af met 5 cent per hectoliter
is verhoogd.
HOOFDSTUK III.
Art. 2. De gemeente heeft aangekochtmet regt van aanvaar
ding op 12 Mei 1872 de huizinge lett. G no. 101 in de St. Ja
cobstraat.
Die huizinge is verhuurd voor ƒ475 welke som onder lett. t
op dit artikel in ontvang is gesteld.
HOOFDSTUK IV.
Art. 1. Op grond van de in het eerste gedeelte dezes jaars
verkregen resultaten ten opzigte der exploitatie van het aschland,
bestaat er gereede aanleiding om aan te nemen dat de deswege
bij de vaststelling der begrooting geraamde opbrengst, met wei-
ligt minstens 3000 zal worden overtroffen.
Uit dien hoofde heeft men gemeend die raming nu reeds met
2400 te kunnen verhoogenomdat sommige der posten van uit-
aaf wegens de stadsreiniging gezamenlijk eene verhooging tot
at bedrag behoeven.
Art. 13a. Het door de gemeente aangekochte huis in hot Zaai
land lett. E no. 272 ister verbetering van den toegang naar
Bijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1872.
35
Art.
gesteld
de te maken straat langs de perceelen bouwterrein nos. 6 tot 10, 1
zoover den opstal betreft, op afbraak verkocht voor 125. Die
som wordt thans op de begrooting in ontvang gesteld.
HOOFDSTUK V.
Afdeeling I.
Art. 1. Ter bestrijding der uitgaven voor vernieuwing van de
Booms- en Vlietsterbruggenzoomede voor aankoop van twee
gebouwenis het noodzakelijk het op de begrooting primitief
uitgetrokken bedrag dezer leening te verhoogen met 36,000
wordende hetgeen de bedoelde uitgaven meer dan dit cijfer be
dragen gevonden door vermindering der som voor onvoorziene
uitgaven op de begrooting aangebragt.
Afdeeling II.
Art. 3. Bij den gehouden publieken verkoop van de perceelen
bouwterrein nos. 6 tot 15 zijn die perceelen aan verschillende
koopers toegewezen, voor een gezamenlijk bedrag van 8623.
Dewijl alzoo de geraamde som te hoog is gesteld, acht men het dien
stig deze te verminderen tot hetgeen werkelijk kan worden ont
vangen.
UITGAVEN.
HOOFDSTUK I.
Afdeeling I.
Bij raadsbesluit van 8 Februarij 1872 is op nieuw vast-
eene verordening waarbij het getal en de bezoldiging
der ambtenaren ter secretarie nader zijn geregeld. Daarvan is
het gevolg dat het bedrag der bezoldigingen bij dit artikel be
doeld ƒ350 meer zal bedragen dan primitief op de begrooting
is uitgetrokken. Uit dien hoofde wordt dit artikel met genoemde
som verhoogd.
Art. 12. Ingevolge raadsbesluit zal de wachte bij de Prins
Hendrikbrug van 12 Mei 1872 af, behalve het genot eener voor
hem bestemde woning, ƒ6 wekelijksche belooning erlangen.
Daardoor is de primitief bij de begrooting in uitgaaf gestelde
som ontoereikend, waarom hieraan ƒ35 is toegevoegd.
HOOFDSTUK II.
Afdeeling Vart. 3.
Afdeeling VIIart. 2.
De verhooging dezer artikelen vindt hare oorzaak in de om
standigheid bij art. 8 der Ie afd. van hoofdstuk I h ervoren vermeld.
HOOFDSTUK III.
Afdeeling II.
Art. 3. Dewijl de directie der algemeene begraafplaats aan
een der beambten ter secretarie is opgedragen en deze daarvoor
geene afzonderlijke belooning ontvangtkan de bij dit artikel
aangebragte som met ƒ200 worden verminderd.
Afdeeling V.
Art. 1. Ten einde de benoodigde hoeveelheid gas te kunnen
produceren die door het steeds toenemend gasverbruik aanzieu-
lijk meer moet bedragen dan waarop bij de vaststelling der be
grooting was gerekendwordt een grooter aantal hektoliters
steenkolen vereischt dan met de daarvoor beschikbaar gestelde
som kan worden aangeschaft.
Bovendien is de prijs dezer grondstof thans aanzienlijk hooger
dan ten vorigen jare zoodat ook uit dien hoofde verhooging der
primitieve raming noodig is. In verband hiermede wordt op
dezen post eene zoo belangrijke verhooging aangebragtwaar
tegen echter de verhooging der te ontvangen gasregten overslaat.
Afdeeling VI.
Art. 1. Door de verhoogde raming der opbrengst van de exploi
tatie van het aschland (zie hoofdstuk IV art. 1 ontvangsten)
dient ook de veranderlijke belooning, aan de beide opzigters uit
te koerenevenredig te worden verhoogd.
Art. 2. De voor dit artikel geraamde som is verhoogd omdat
het ledigen der aschbaken en andere daaruit voortvloeijende werk
zaamheden waarop bij de vaststelling der begrooting niet wai
gerekend, eene uitgaaf vordert van ƒ9 per week.
Art. 4. Vermeerdering van het getal paarden ten behoeve der
exploitatie gebezigdzoomede noodzakelijk geachte vernieuwing
ci. aanschaffing van gereedschappenmaakt het noodzakelijk
dat de op dezen post aangebragte som met ƒ980 wordt ver
hoogd.
Art. 5. Bij de raming dezer uitgaven voor 1872 is niet ge
rekend op de kostenvallende op het bij publieke veiling ver-
koopen van mestspecie. Dewijl echter het houden dezer veilin
gen voorshands goede resultaten oplevert, is het dienstig geoor
deeld daarmede ook in 1872 voort te gaan. Uit dien hoofde wordt
de voor dezen post geraamde som met 880 verhoogd zijnde be
rekend naar 4 van ƒ22,000.
Afdeeling VII.
Art. 6. Dit artikel was op de begrooting voor memorie aan
gebragt, in afwachting dat het uittrekken eener som daarvoor,
blijken zou noodzakelijk te zijn.
Die noodzakelijkheid is thans ontstaan door den aankoop voor
de gemeente van het huis lett. E no. 272 over welk pand de
gemeente vrije beschikking diende te erlangenten einde het te
kunnen amoveren ter verbetering van den toegang naar de te
maken straat langs de gebouwen gesticht wordende op de per
ceelen bouwterrein no 6 tot 10.
Art. 13. Met het oog op de noodzakelijke vernieuwing dei-
Booms- en Vlietsterbruggenwerden onder no. 13 en 14 twee
artikelen op de begrooting aangebragt voor memorie.
Na de goedkeuring der betrekkelijke plans is de vernieuwing
dier bruggen aanbesteed met dit gevolg, dat van de te verrigten
timmer- en metselwerken en evenzoo van de te leveren ijzer
werken voor beide bruggen een zelfde persoon aannemer is ge
worden voor eene wegens beide bruggen zamengevoegde aanne
mingsom zonder dat kan worden aangewezen welk gedeelte
daarvan voor elke brug is berekend. Dientengevolge zijn de kos
ten voor de vernieuwing der beide bruggen vereischtthans ver-
eenigd op de begrooting aangebragt en is het volgno. van het nu
bestaand artikel 15 in 14 veranderd.
Art. 15. Dit artikel is op de begrooting uitgetrokken tot be
schikbaarstelling eener som waarmede kunnen worden bestreden
de koopsom benevens de kosten op den aankoop gevallen van de
voor de gemeente gekochte huizinge lett. G no. 101aan de
St. Jacobstraat.
Art. 16. De vermeerderde gasproductie maakt het noodzake
lijk den bestaanden regulateur door een van meerdere capaciteit
te vervangen en tevens het straatbuizennetvooral in de nabij
heid der tkbriekdoor het aanbrengen van buizen van grootere
afmeting te verbeteren.
Hiervoor zal vermoedelijk eene uitgaaf van 6000 worden ver
eischt. Tot bestrijding dier uitgaaf kan in de eerste plaats strek
ken de som van ƒ3000welke bij deze wijziging der begrooting
meer is aangebragt op hoofdstuk II afd. VIII art. 12 der ont
vangsten dan op hoofdstuk III afd. V art. 1 der uitgaven ter
wijl dienstig wordt geoordeeld voor het resterend bedrag van
ƒ3000 te bestemmen een gelijk bedrag van de som op hoofd
stuk VIII afd. I art. 4 uitgetrokken.
HOOFDSTUK VI.
Afdeeling IV.
Art. 6. Onder verwijzing naar de toelichting op hoofdstuk II
afd. VIII art. 3 der inkomsten wordt hier opgemerkt dat de som
waarmede deze post wordt verhoogd, noodig is tot verevening
der bezoldigingen uit te keeren aan de gaardersaangesteld bij
de Harlingervaarts-Vrouwenpoorts- en Noorderbruggen zoomede
bij de Vlietster- en Boomsbruggen en de verhoogde belooning
toegekend aan de gaarders bij de brug over de Potmarge en de
Verwersbrug, een en ander van 12 Mei tot ultimo December 1872.
HOOFDSTUK VIII.
Afdeeling I.
Art. 4. Ingevolge de bepalingen der betrekkelijke plans van
leening moet van de ten behoeve der gasfabriek aangegane geld-
leeningen, jaarlijks 5000 worden afgelost.
Tijdens de vaststelling der begrooting wasmet het oog op
de wegens exploitatie dier inrigting geraamde ontvangsten voor
yj+r..