11
I I
i
f
108
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Memorie van Toelichting.
BEGROOTING 1878.
143
143
t
i i
144
145
146
1 50
51
52
b 53
54
I 55
56
57
58
1 59
Voorgedragen
sommen.
UITGAVEN.
15.—
ï,641.
VI
III
Sommen
over 1872
toegestaan.
IV
120.—
2,400.—
600.—
75.—
45.—
Nihil
300.—
800.—
100.—
200.—
50.—
14,855.—
50.—
16.64
75.—
400.—
300.—
800.—
100.—
200.—
50.—
14,910.—
60.—
16.64
75.-
400.—
van ƒ25.tot 35.is verhoogd en door het in dienst stellen van de spuiten
no. 9 en 10waardoor de kosten van beproeving met ƒ25.zijn vermeerderd.
15.
2,558.Hieromtrent valt op te merken, dat onder de som van ƒ625.voorkomende
onder lett. d van dit artikel begrepen is ƒ240.voor een ijzeren hek langs de
oostzijde van het kantoor en de woning van den architect.
Deze uitgaaf wordt noodig geacht zoowel in het belang van de woning als van
den ambtenaar die haar bewoont. De passage onmiddellijk langs het kantoor en
het bureau van den architect is dikwijls zeer hinderlijk. Door het plaatsen van
een ijzeren hek kan hieraan worden tegemoet gekomen.
Verder is onder gemelde 625.begrepen ƒ250.tot het maken van een
muur tusschen de bergplaats van turf voor de armen en de fabricage.
Eene houten schutting is gebleken niet voldoende te zijn.
De uitgetrokken soin onder litt. c ad ƒ1,163.is benoodigd zoo voor gewoon
onderhoud alsmede
1. tot vernieuwing van een gedeelte der schutting, tusschen den tuin en de
de voormalige Israëlitische begraafplaatsƒ328.
2. tot verniewing van een gedeelte der kleine warande 100.
en 3. tot vernieuwing van de brug«250.
Voor onderhoud der huizen onder letter e, i en k van art. 1 vermeld zijn
sommen aangebragt om daaruit te kunnen bestrijden de volslrekt noodzakelijke
reparatiënin afwachting van het tijdstipwaarop tot amotie dier panden zal
zijn besloten.
Op deze begrooting komt voor het eerst een post voor wegens kosten van on
derhoud van de huizen in de Bagijne- en Sint Jacobstraat.
Kosten voor gewoon onderhoud.
In 1872 is voor verwen en behangen ƒ182.geraamd,
In 1871 is op dit artikel uitgegeven ƒ2,298.72, welk bedrag nog verhoogd wordt
met de grondbelasting van het huis in de St. Jacobstraat en de persouele belas
ting der woniugen van sommige brugwachtersdie bij hunne instructie van de
betaling dier belasting zijn ontheven.
In 1871 is op dit artikel uitgegeven ƒ537 74 dat door aankoop en aanbouw van
gebouwen in de St. Jacobstraat, Prins Hendrikstraat, op het Aschlandenz. ver
hoogd wordt.
In 1871 uitgegeven op art. 6 ƒ62.03 en op art. 7 ƒ40.10.
Ten gevolge afstand van huurregt door de wed. Wartena ten behoeve van haar
zoon is met dezen eene huurovereenkomst geslotenwaarbij de huursom inet
ƒ160.is verminderd, zoodat deze post niet meer op de begrooting voorkomt.
Zie voorts ten deze de toelichting op hoofdstuk III art. 1 der ontvangsten.
In 1871 is op dit artikel 295.97 uitgegeven.
302.—
- 2,200.—
500.—
75.—
45.—
160.—
In afwachting van eene door den heer burgemeester voorgenomen reorganisatie
van de politie, waaromtrent zed. weldra voorstellen wenscht te doen zijn voor
de verschillende onderdeden van dit artikel gelijke sommen uitgetrokken als over
1872, met uitzondering van onderdeel c, waarop vocur brandstoften ƒ30.meer,
terwijl op onderdeel g S5.minder is aangebragt.
Met het oog op de uitgaaf voor dit art. over de drie laatste jaren is de som
van 50.voldoende.
-
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Memorie van Toelichting.
BEGROOTING 1873.
Sommen
over 1872
toegestaan.
O
jp
'c
Hoofdstuk.
Afdeeling.
Artikel.
Voorgedragen
sommen.
I
JITGAVEN. I
160
VI
IV
3
1,000.-
975.
161
II
II
4
75.—
50.
162
II
II
5
50.—
50.
163
II
II
6
- 1,872.—
t
620.—
164
1/
II
7
n ii
n
165
II
II
8
n ii
ii n
166
II
9
200.—
250.—
167
II
10
- 175.—
175.
168
VII
I
1
- 32,080.60
- 33,225.40
169
II
2
- 1,175.
- 1,175.—
170
1/
1/
3
- 2,080.—
- 2,080.—
171
II
4
- 4,500.—
- 4,000.—
172
II
II
5
20.—
20.—
173
II
II
6
300.—
300.—
174
II
II
7
- 7,400.—
- 7,389.70
175
II
u
8
100.
100.—
176
II
II
9
220.—
220.—
In 1871 is hiervoor uitgegeven ƒ989.10 zoodat het bedrag is verhoogd, in ver
band met de meerdere opbrengst der opcenten geheven op de personele belas
ting waarvan 2 Va perceptiekosten worden betaald.
In 1871 is op dit artikel betaald 43.70. Daaronder was eene som van 25.
begrepen voor het rondbrengen van billetten voor de directe belasting op het in
komen schoolgelden verschuldigde huren pachtenenz.
Ten gevolge der veranderde wijze van invordering van de geheven wordende
schoolgelden, is he.t evenwel noodzakelijk geacht, ter zake evenbedoeld eene som
van f 50.— beschikbaar te stellen.
De raming komt overeen met die over 1872.
Op de begrooting van 1872 is aangebragt eene som van ƒ620.ter bestrijding
der belooning van de gaarders bij de Potmargebrug en bij de nieuwe Verwers-
brugvan 1 Januarij tot ultimo December naar f 5 per week berekend.
In het vooruitzigt dat de opkomsten der Vlietster- en Boomsbruggen met ingang
van den 12 Mei 1872 weder zouden kunnen worden verpacht, is de belooning
van den gaarder slechts van 1 Januarij tot 12 Mei op de begrooting aangebragt.
De raad heeft in de vergadering van den 7 December 1871 echter besloten de
invordering der laatstbedoelde bruggelden van 12 Mei 1872 tot den 12 Mei 1873
door middel van gaardering te doen plaats hebben.
De belooning van dezen gaarder even als van die bij de Potmarge-Noorder-,
Yrouwenpoorts- en Harlingervaartsbruggen is bij raadsbesluiten van den 7 De-
bember 1871 no. 3 en 4 bepaald op ƒ6.per week, benevens het vrije gebruik
van eene woning.
De raad heeft een gelijk besluit genomen in de vergadering van den 28 Maart
1872 no. 4 ten opzigte van de wachters aan de Prins Hendriks- en Verwersbrug.
In de veronderstelling dat ten opzigte van de Ylietster- en Boomsbrugeven
eens besloten zal worden die te doen bedienen door een' aan te stellen wachter
tevens gaarderis de belooning voor het geheele jaar aangebragt.
De marktgclden wegens uitstallingen enz. zijn verpachtterwijl het voornemen
bestaat de veemark tgelden insgelijks te verpachten tot het tijdstip waarop de
nieuwe veemarktplaafs in gebruik zal worden gesteld.
Deze opbrengst is verpachtzoodat voor kosten van invordering geen som in
uitgaaf behoeft gebragt te worden.
Deze som wordt voldoende geacht met het oog op de uitgaaf in 1871 als heb
bende toen slechts 119.45 bedragen.
Gelijk geraamd als over 1872.
Tn 1871 is op dit artikel ƒ155.20 uitgegeven.
Deze subsidiën zijn op de begrooting aangebragt in overeenstemming met de
begrootingen door de voogden der stads armenkamer en door de commissie van
toezigt over het stads werkhuis ingezonden.
Tengevolge vermeerdering van het getal lijdersverpleegd voor rekening dezer
gemeentemoet het bedrag der verplegingskosten bij herhaling tot een hooger
cijfer worden uitgetrokken. In 1871 is te dezer zake uitgegeven 4,466.986.
Yolgens de door de commissie van bestuur over het stads ziekenhuis ingediende
begrooting, zal voor 1872 ten behoeve dier inrigting, de op dit artikel in uitgaaf
gebragte som als subsidie noodig zijn.
Ofschoon heeren voogden van het St. Anthony-gasthuis zich in den regel be
lasten met de verpleging van weezen beneden de 6 jaren oud zoo zou tochals
zijnde van gemeld bestuur eene geheel vrijwillige daad de noodzakelijkheid zich
kunnen voordoen dat bedoelde verpleging voor rekening der gemeente kwam.
Om deze reden wordt telken jare deze post op de begrooting gebragt.
Gelijk geraamd als in vorige jaren.
Het bedrag is gebaseerd op het verstrekken eener toelage voor vier behoeftige
weezen (twee jongens en twee meisjes) die in het Old burgerweeshuis kunnen