MEMORIE VAN TOELICHTING,
Verzameling.
Bijlage no. 15.
J 8,425.-
f 8,G25.
Totaal van het Xldo hoofdstuk 8,625.-
Totaal
van het 1ste hoofdstuk
j 25,050.—
Ilde ii
- 12,481.—
lilde n
-344,071.60
n a lVde n
- 6,988.—
Vde
- 5,168.
u
li Vide n
- 29,842.64
ji
1, Vilde ii
-134,363.95
n
,i I, Vlllste ii
- 76,219.
n
a a lXde h
- 8,425.—
n
h ii Xde ii
II H
n
if ff Xlde ii
- 8,625.—
Totaal der uitgaven ƒ646,184.19
Balans.
Gemeente inkomsten
uitgaven
ƒ646,212,79
-646,184.19
Waarschijnlijk batig saldo
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Memorie van Toelichting, behoorende bij de Ontwerp-Begrooting, 1874.
77
BEGROOTING 1874.
Voorgedragen
sommen
10
ONTVANGSTEN.
IV
VI
VII
VIII
3a
ƒ14,514.36
- 20.702.4S
962.20
- 19,101.33
-107,277.37
1,100.—
400
750
801.25
650.—
133.-
12-
20-
900.-
1,700.
350.
650.
350.—
Sommen
over 1873
toegestaan.
39,329.095
- 20,559.03
962.14
- 18,422.04
95,567.61
1,100.—
500.—
740
801.25
G50.
135.—
12.—
20
870
1,200.—
480.—
500.—
300.—
bij de Ontwerp-Begrooting der Inkomsten en Uitgaven van de
gemeente Leeuwardenvoor het dienstjaar 1874.
Bijvoegsel behookende bij de Leeuwabdeb
Batig slot van de rekening over het dienstjaar 1872.
Het bedrag op de artikelen 1 en 2 geraamd is berekend naar de hoofdsom
der kohieren over 1873.
De raming is gebaseerd op het bedrag van het tweede voljaars en drie supple-
toire kohieren van de dienst 1872/3 en van het le en 2e primitief kohier van de
dienst 1873/.4.
Deze berekening is in overeenstemming met het raadsbesluit van den 26 No
vember 1870.
Met het oog op de uitbreidiug van de bebouwde kom der gemeente wordt deze
raming allezins gewettigd.
Deze belasting is in 1873 berekend naar 3.35 ten honderd van het hij het primi
tief kohier over 1872 vastgesteld belastbaar inkomen van J 2,910,984.23 terwijl de
than9 voorgedragene naar 3 70 ten honderd van het bij het primitief kohier over
1873 belastbaar inkomen van 2,558,559.50 is berekend.
Deze verhooging is noodzakelijk door het stijgen der gewone uitgaven vooral
van die vermeld ondera. hoofdstuk I afd. Idie op de begrooting van het loo
pend dienstjaar voor f 19,220.en voor 1874 tot een bedrag vau J 25,050.
worden aangebragtb. hoofdstuk 111 afd. I art. 10 in 1873 geraamd op 10,500.
en voor 1874 op 14,500.c. hoofdstuk VI afd. II art. 5 waarvoor in 1873
geene som is beschikbaar gesteld en in 1874 425.van de gemeente zullen
vorderen; d. hoofdstuk VI afd. III art. la iu 1873 gesteld op 13,150.en op
de begrooting voor 1874 voorgedragen op j 19,650.e. hoofdstuk VI afd. UI
art. 1 b voor 1873 geraamd op 660 en in 1874 op 2152 hoofdstuk VII afd.
II voor 1873 geraamd op f 6S.610.en voor 1874 op j 70,862.
Volgens de raming voor 1874 zullen de gewone uitgaven op bovenvermelde
hoofdstukken derhalve J 20,499.meer bedragen dan voor 1873 was geraamd.
Bovendien beloopen de verschuldigde renten wegens geldleeningen vermeld op
hoofdstuk VIII afd. I art. 1 voor 1873 36,350.tegen j 43,825.voor 1874.
Deze belasting heeft in 1872 1,113.opgebragt.
In 1872 is slechts 313.98 op dit artikel ontvangen. De opbrengst dezer be
lasting in het loopend dienstjaar 1873 heeft 430.256 bedragen.
Blijkens de ingediende rekening is in 1872 op dit artikel J 789.45 ontvangen.
De pachtsom van de twee tollen bedraagt jaarlijks j 3,205.waarvan l/4
aan deze gemeente toekomt.
De bruggelden vermeld onder lett. a.e.g.h. en t. worden bij gaardering
geind.
Bij de Vlielster-dè Booms- en de Venversbrug wordt voor ieder schip telkens
5 cents bruggeld betaald, terwijl bij de Potmarge-Ilarlingervaarts-Vrouwen-
poorts- en Noorderbrug bij doorvaart bij dag telkens 15 cents wordt geheven. De
inning dezer belasting bij gaardering is bij de drie laatstgemelde bruggen aange
vangen 12 Mei 1872. De raming van liet bedrag op de begrooting voor 1S74
aangebragt, is gebaseerd op de opbrengst van 12 Mei 1872 tot uit. December
d. a. v. en van die van 1 Januarij 1873 tot 12 Mei d. a. v.
De bruggelden bij de Vlietster- en Boomsbruggen hebben over gemeld tijdvak
J 660.65 bedragen.
Voor het geraamd bedrag aan S. Beerents verpacht van 12 Mei 1871 tot 12 Mei 1874.
Alsvoren aan A. de Vries 10 Januarij 1872 tot 10 Januarij 1875.
Voor dit bedrag verpacht aan S. Beerents van 12 Mei 1871 tot 12 Mei 1S7J-.
Over het bovenvermelde tijdvak is bij deze brug J 980.40 ontvangen. Deze
opbrengst was evenwel buitengewoon hoog omdat tijdens de vernieuwing der
Vlietster- en Boomsbruggen meer schepen door de Potmargebrug passeerden dan
bij gewone omstandigheden zal plaats hebben.
Van 12 Mei 1872 tot 12 Mei 1873 heeft deze brug 1,771.25 opgebragt.
De opbrengst over het tijdvak zoo even gemeld is geweest 401.45.
In 1872/3 is bi; deze brug./ 609.60 ontvangen.
Overeenkomstig het geind bedrag in de rekening over 1872 verantwoord ad
364.50,
CoUEANT, 11