Bijlage no. 11.
-JL-5
X -- - -;r~- >-
Bijlagen tot het verslag der handeingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 187-t. 19
VOORSTEL van burgemeester en wethouders
tot vaststelling eener nieuwe verordening voor
de gemeenteschool no. 2.
Mijne Hf eren
Tengevolge van de besluitenin uwe zitting van 23 Julij 1.1.
genomen met betrekking tot de school voor gewoon- en meer
uitgebreid lager onderwijs, is het noodzakelijk de voor die school
tot dusver bestaande verordening van 5 December 1867 zooals
ze is gewijzigd bij raadsbesluiten van 20 October 1870 en 5 Sep
tember 1871, nader te wijzigen.
Bij het ingesteld onderzoek naar de bepalingen, waarin veran
dering moet worden aaügebragt, is het ons voorgekomen dat
sommige artikelen van de primitieve verordening kunnen ver
vallen even als de wijzigingen bij besluit van 5 September 1871
vastgesteld.
In verband hiermede hebben wij het dienstig geacht, eenege
heel nieuwe verordening te ontwerpenomdat het raadplegen
van eene verordeningdie herhaaldelijk is gewijzigdeigenaar
dige moeijelijkJieden oplevert.
Zoodanig ontwerp hiernevens aan u overleggendehebben wij
de eer ten aanzien van de gewijzigde bepalingen op te merken
Art. 1 der bestaande verordening is weggelaten omdat de ver
ordening van 12 Decemher 1872 {Gemeenteblad no. 14) de ten
dezen vereischte bepalingen bevat.
De redactie van art. 2 (nu art. 1) is met het oog op de zoo
even aangehaalde verordening gewijzigd.
Het bestaande artikel 3 is in het ontwerp niet opgenomen
omdat voor de hulponderwijzerszoover deze niet in het bezit
der acte van bekwaamheid als hoofdonderwijzer zijngelegen
heid bestaat om zich daartoe te bekwamen aan den opleiding
cursus van hulponderwijzers tot hoofdonderwijzer.
De bepalingen vervat in art. 5 der beslaande verordening zijn
overbodig geacht en daarom achterwege gelaten.
Art. 6 (nu art. 3) is gewijzigd in dien zin dat de regeling van
den werkkring der hulponderwijzers, onder goedkeuring vau het
schooltoezigtaan den hoofdonderwijzer is opgedragen.
De verdere bepalingen van art. G kunnen in verband daar
mede vervallen.
Het schijnt onnoodig bij verordening te bepalen welken leef
tijd de leerlingen moeten hebben bereikt om van het meer uit-
ebreid lager onderwijs gebruik te maken omdat de hoofdon-
erwijzer in overleg met de schoolcommissie, dient te'beoor-
deelen of zij daarvoor geschikt zijn.
Van daar de gewijzigde redactie van art. 7 (art. 4 van liet
ontwerp).
Art. 9 werd gewijzigd bij raadsbesluit van 5 September 1871,
in verband met den toen in het leven geroepen avond-cursus
voor onderwijs in de Fransche taal.
Die gewijzigde bepaling kan thans vervallen terwijl ook het
primitieve art, 9 in het ontwerp geene plaats behoeft in te nemen.
Art. 7 van het ontwerp is gelijk aan art. 11 der bestaande
verordeningzoo als dit werd gewijzigd bij raadsbesluit van 20
October 1870 Gemeenteblad no. 17).
De wijziging van art. 14 der bestaande verordening (nu art.
10) is het gevolg vau 's raadsbesluit tot Dadere regeling van het
onderwijs aan deze school.
In het vertrouwen dat de bepalingen in de hierbij gevoegde
ontwerp-verordening opgenomengeene verdere toelichtingen
vereischenhebben wij de eer u bij deze voor te stellen aan
die verordening uwe goedkeuring te hechten.
Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van den 13 Augustus
1874 door
Burgemeester en Weih:uders van Leeuwarden.
Bijvoegsel, behoorende bij de Leeuwarder Courant.
ONTWERP.
VERORDENING voor do gemeenteschool no. 2.
VAN DE ONDERWIJZERS.
Art. 1.
De eerste hulponderwijzer vervangt den hoofdonderwijzerbij
tijdelijke afwezigheid, ziekte of ontstentenis van dezen.
Art. 2.
De hoofdonderwijzer mag, buiten het onderwijs in de school,
geen onderwijs geven tenzij alleen bij de rijksnormaallessen
wanneer hem daartoe door de plaatselijke schoolcommissieon
der goedkeuring van burgemeester en wethouders, verguenkg
wordt verleend.
Art. 3.
De hoofdonderwijzer regelt1, onder goedkeuring van het sc'nool-
toeaigtden werkkring d^r aau de school verbonden hulponder
wijzers.
VAN DE LEERLINGEN.
Art. 4.
De op deze school te plaatsen leerlingen moeten minstens den
ouderdom van G jaren hebben bereikt.
Art. 5.
De toelating van nieuwe leerlingen geschiedt door de plaatse
lijke schoolcommissie en heeft vitr malen 's jaars plaatsname
lijk 1 Februarij 1 Mei1 Augustus en 1 November.
Ouders en voogden moeten zich acht dagen te voren bij den
hoofdonderwijzer daartoe aanmelden.
Aan de ouders of voogden wordt ten blijke der toelating een
bewijs verstrekt.
Ten behoeve van kinderendie van elders in deze gemeente
komen wonenkan door de schoolcommissie afgeweken worden
van de termijnsbepaling vervat in alinea 1.
Art. 6.
De leermiddelen worden door de gemeente verstrektmet uit
zondering van die, welke door de leerlingen te huis worden
gebruikt. Deze komen ten hunnen laste.
Jaarlijks vóór 1 Julij wordt door den hoofdonderwijzer aan
de schoolcommissie eene opgave ingeleverd van hetgeen hij voor
den volgenden cursus denkt uoodig te hebbenhij voegt daarbij
tevens ter beoordeelicg eene afzonderlijke opgaaf der boeken
welke hij bij liet onderwijs denkt te gebruikenvoor zooveel
die door den leerling zeiven moeten worden aangeschaft.
De lijst der opgegeven boeken en leermiddelen behoeft de
goedkeuring der plaatselijke schoolcommissie.
VAN HET ONDERWIJS.
Art. 7.
Het ouderwijs wordt gegeven
Van Maandag tot en met Vrijdag des voormiddags van 9 tot
12 uur, des namiddags van 2 tot 4 uur.
Op Zaturdag des voormiddags van 9 tot 12 uur, des namid
dags van 1 tot 3 uur.
De leerlingen der eerste klasse bezoeken de school des mor
gens van 9 tot 11 uur, des namiddags op de bovenaangeduide
uren.
Art. 8.
De gewone vacantiën zijnde Paasch- of Pinksterweek en
eene groote vaeantieaan te vangen omstreeks half Julij ter
nadere bepaling der schoolcommissie en eindigende vier weken
daarna.
Vacantiën van gelieele of halve dagen kunnenom dringende
of gepaste redenenalleen worden toegestaan door de plaatse
lijke schoolcommissiena den hoofdonderwijzer te hebben gehoord.
Art. 9.
Het onderwijs omvat de volgende vakkenomschreven 1 j
art. 1 der wet tot regeling ran het lager onderwijs
a. liet lezen
b. het schrijven
c. het rekenen
6