MEMOS IE VAN TOELICHTING
Verzameling.
Balans.
Bijlage no. 19.
78
ONTWERP-BEGROOTING der Inkomsten en Uitgaven van de gemeente Leeuwarden, voor het dienstjaar 1875.
Volgnommer.
Hoofdstuk.
Afdeeling. 1
1
Artikel.
AARD DEK UITGAVEN.
Geraamd
bedrag.
IX
in
Transport 800.
b. toestellen voor de harddraverijen bij ijsvermaak en voor het onderhoud
en uitsteken van vlaggen - 300.
c. voor publieke vermakelijkheden- 500.
d. diverse uitgaven- 100.
- 1,200.—
- 3,200.—
215
2
Totaal der lilde afdeeling
n Ilde n
hu Iste u
4,400.—
80.—
li
Totaal van het IXde hoofdstuk
f 4,480.—
X
Nadeelig slot der door gedeputeerde staten geslotene rekening over het
dienstjaar 1873. Nihil.
XI
Totaal van het Xde hoofdstuk
Onvoorziene uitgaven.
Fonds waaruitzoo noodigzullen kunnen worden aangevuld de fondsenaangebragt bij
verschillende artikelen dezer begrooting, zoomede ter bestrijding van onvoorziene uitgaven van
anderen aarddie hare omschrijving niet vinden op deze begrootingonder in achtneming van
het bepaalde bij artt. 214 en 215 der gemeentewet
h h
216
1
f 8,025.—
Totaal van het Xlde hoofdstuk
8,025.—
Totaal van het Iste hoofdstuk
h ii h Ilde n
ii u h lilde n
n ti h IVde
a a Vde
a n h Vide
h Vilde
u a h VlIIste
a IXde
u a u Xde
ii ii Xlde
25,750.—
- 12,429.—
- 306,659.60
6,138.—
- 6,543.
- 29,877.64
- 145,005.70
- 82,582.—
- 4,480.—
- 8,025.—
Totaal der uitgaven
627,489.94
Gemeente inkomsten
ii uitgaven
627,497.19
- 627,489.94
Waarschijnlijk batig saldo
f 7.25
9
Gemeenteraad te Leeuwarden. Memorie van toelichting bij de ontwerp-gemeentebegrooting, voor de dienst 1875. 79
BEGROOTING 1875.
W
Voorgedragen
Sommen
over 1874
toegestaan.
INKOMSTEN.
II
II
ƒ22,754.44 ƒ14,514.36
- 20,761.97
962.12 -
- 6,652.05
- 15,964.92
-20,762.48
- 962.20
-19,101.33
bij de ontwerp-begrooting der Inkomsten en Uitgaven van de
gemeente Leeuwarden, voor het dienstjaar 187S.
De rekening over 1873 sluit met een voordeelig saldo van ƒ80,754.44,
waarvan, ter verevening,- in 1874, van uitgaven het dienstjaar 1873 be
treffende, op de begrooting voor 1874 wordt overgebragt ƒ58,000.zoo
dat voor 1875 op dit hoofdstuk onder de inkomsten kan worden opgeno
men ƒ22,754.44.
De ontvangst wegens gemeente-opcenten op de grondbelasting is g .aamd
naar het bedrag dat over 1874 aan de gemeente wordt uitgekeerd.
Even als ten vorigen jare met betrekking tot de begrooting voor 1874
plaats vond, valt ook nu ten aanzien van de begrooting voor 1875 op
te merkendat de gewone uitgaven der gemeentezooals ze op de ont
werp-begrooting worden voorgedragen, eene niet onaanzienlijke vermeer
dering aanwijzen.
Voor 1874 waren bet voornamelijk de reorganisatie der gemeentelijke
architectuur e% van het politiepersoneel, de benoeming van beambten
voor de bediening dor veemarktde verhoogde kosten der straatverlichting
de meerdere uitgaaf gevorderd voor kosten van het onderwijs, benevens
het hooger bedrag der renten wegens geldleeningenwaardoor de gewone
uitgaven, vergeleken met 1873, circa 27,000.waren gestegen.
Voor 1875 zijn hoofdzakelijk de verhoogde kosten van het onderwijs en
de meerder te betalen renten van aangegane geldleeningen oorzaak,
dat de gewone uitgaven het voor 1874 op de begrooting uitgetrokken
bedrag met ruim ƒ10,000.overtreffendewijl voor de beide genoemde
rubrieken circa ƒ18,000.00 meer in uitgaaf is moeten worden gesteld.
Neemt men hierbij iii aanmerking: dat voor de dienst 1874 tot dekking
van gewone uitgaven kon worden bestemd bet batig saldo der rekening
over 1872, ten bedrage van ruim ƒ14,000.dewijl dit als overschot uit
gewone middelen voortvloejjende moest worden aangemerkten dat bet saldo
der rekening over 1873 als onstaan uit buitengewone middelenvoor bet
geheele bedrag tot dekking van buitengewone uitgaven dient te worden
aangewend, dan ligt bet voor de band, dat voor de dienst 1875, tot be
strijding der gewone uitgaven, maatregelen moeten worden genomen die
tot vermeerdering der gewone inkomsten kunnen leiden.
In verband hiermede hebben Burgemeester en Wethouders overwogen, op
welke wijze men liet doelmatigst tot die vermeerdering kan geraken.
Het is hun voorgekomen dat de bedoelde vermeerdering van inkomsten
mede moet worden gevonden door verhoogde heffing van gemeente opcen
ten op de rijks personele belasting.
Waar men toch dit middel van inkomst nevens de heffing eener directe
belasting op het inkomen voor de gemeente noodig acht, dient d» toe
passing er van in eene evenredige verhouding tot de te beffen inkomsten
belasting te staan.
Kan als zoodanige verhouding gelden de regeling van 1868, toen de
raad besloot tot beffing van 25 opcenten op de personele belasting, ge
vende destjjds eene opbrengst van ruim 17,600.nevens de beffing eener
belasting op het inkomen tot een bedrag van ƒ96,000.die verhouding
wordt, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, te zeer ver
broken, wanneer de heffing der inkomstenbelasting plaats vindt tot een
Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant.
12