Bijlage no. 15. S3 Bijlagen tot het Terslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, IS75. Zij worden roor een bepaalden tijd ter lezing of teu gebruiko afgegeven aan die leerlingen der schoolwelke de hoofdonder wijzeres daartoe geschikt acht. Voor bederf of gemis zijn de ouders of voogden aansprakelijk. Slotbepalingen. Art. 14. Ouders of voogdenwier kinderen of pupillen de school bezoekenontvangen gratis een exemplaar dezer ver ordening. Art. 15. Deze verordening treedt iu werking den 16 Augustus 1875 met welk tijdstip zijn vervallen de tot dusver voor deze school geldende bepalingen. ONTWERP. De raad der gemeente Leeuwarden Gelet op zijne besluiten van 14 Januarij 1875 o. a. strekkende tot opheffiDg van de gemeenteschool no. 1en van 27 Mei 1.1. waarbij aan de gemeenteschool no. 3 als leervak wordt toege voegd het onderwijs in de beginselen der Fransche taal. In aanmerking nemende dat het in verband daarmede noodza kelijk is op nieuw wijziging te brengen in het op 22 October 1874 gewijzigd besluit van 5 September 1871 regelende de hef fing van schoolgelden voor onderwijs aan de scholen voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs en aan de openbare bewaar scholen. Gelet op het bepaalde bij de artikelen 33 34 en 35 der wet van 18 Augustus 1857 Staatsblad no. 103), zoomede op art. 232 der wet van 29 Junij 1861 Staatsblad no. 85) Besluit Het raadsbesluit van 5 September 1871, regelende de heffing van schoolgelden bovenbedoeldzooals dit is gewijzigd bij be sluit van 22 October 1874 nader te wijzigen als volgt Art. 1. Te roijeren I. aan de Fransche school voor jonge jufvrouwen 52, te wijzigen III. aan de gemeenteschool no. 3 a. voor het onderwijs in de eerste klasse 20; b. voor dat in de tweede klasse - 30 c. voor dat in de derde klasse - 40. Art. 2. Te wijzigen: Wanneer twee of meer kinderen uit een gezin enz. Wegens den tweeden leerling II. aan de gemeenteschool no. 3 voor het onderwijs in de verschillende klassen de helft van het schoolgeldgespecifieerd bij onderdeel III van art. 1zoo mede van ieder volgende leerling. Wegens den derden en ieder der volgende leerlingen. Het sub II vermelde te roijeren. Art. 3. Als voorlaatste alinea in het artikel op te nemen de volgende bepaling Wegens de leerlingen die in de eerste helft van het kwartaal een dier scholen verlatenis slechts de helft verschuldigd van het schoolgeld over dat kwartaalmits van het voornemen daar toe vóór den aanvang van dit tijdvak kennis is gegeven aan het hoofd der school. Dit besluit treedt in werking den 15 Augustus 1875. Vastgesteld den ONTWERP. De raad der gemeente Leeuwarden In aanmerking nemende dat het wenschelijk is eenige wijzi ging te brengen in de bepalingen voor de invordering van school gelden voor onderwijs aan de gemeentescholen Besluit De artikelen 12 en 5 der verordening op de invordering der schoolgeldengeheven wordende voor onderwijs aan de gemeen tescholen voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs en aan de gemeentebewaar scholenvastgesteld den 5 September 1871 te wijzigen als volgt: Art. 1. De scholenwaarop deze verordening betrekking heeft, zijn de gemeentescholen no. 2 tot en met 7 en de gemeentebe waarscholen met uitzondering van dc armenbewaarschool. Art. 2. De hoofdonderwijzers en hoofdonderwijzeressen der in art.- 1 genoemde scholen zeoden wat betieft die van de ge meentescholen no. 2 en 3 biunen acht dagen na den aanvaDg van elk kwartaal en wat de overigen aangaat binnen vijf dagen na den aanvang van elke maand aan burgemeester en wethou ders lijsten bevattende de namen en voornamen der alsdan tot de respectieve scholen behoorende leerlingenbenevens de na men en woonplaatsen van hen die ze ter school zenden en het bedrag van het voor iederen leerling over het aangewezen tijd vak (per kwartaal of per maand) verschuldigd schoolgeld. Indien op de scholen wegens welke het schoolgeld per kwar taal wordt ingevorderd in den loop van een vorig kwartaal en. op die waarvoor de invordering der schoolgelden maandelijks plaats heeftin den loop der vorige maand leerlingen zijn toe gelaten wordt het schoolgeld voor zoodanig tijdvak tegelijk met dat voor het aangevangene op de in te zenden lijst uitgetrokken, met vermelding tevens van eene ten dezen noodzakelijke aan wijzing. Art. 5. De schoolgelden moeten zijn betaald a. wegens de gemeentescholen no. 2 en 3 vóór het einde der eerste maand van elk kwartaalen b. wegens die der overige scholen vóór den 21 van elke maand waarover ze verschuldigd of waarin ze op de in art. 2 be doelde lijsten vermeld zijn. Bij nalatigheid of weigerimg van betaling geschiedt de invor dering overeenkomstig de voorschriftenvervat in de artikelen 258 tot 262 der gemeentewet. De overige artikelen der aangehaalde verordening worden bij deze onveranderd op nieuw van kracht verklaard. Dit besluit treedt in werking den 16 Augustus 1875. Vastgesteld den ONTWERP. De raad der gemeente Leeuwarden Gelet op zijne besluiten van 14 Januarij 1875 no. 4, en van 27 Mei d a v.no. 15, tot opheffing van de gemeenteschool no. 1 en uitbreiding van het onderwijs aan de gemeenteschool no. 3 In aanmerking nemende dat er, in verband daarmede, nood zakelijkheid bestaatin de verordening regelende de bezoldiging van het onderwijzend personeel aan de gemeentescholen laatste lijk gewijzigd den 10 September 1874 op nieuw wijziging aan te brengen Besluit: De verordening regelende de bezoldiging van het onderwijzend personeel aan de gemeentescholen vastgesteld den 8 Mei10 Julij en 12 September 1872 gewijzigd den 8 Mei 1873 en 10 September 1874, nader te wijzigen als volgt: Art. 2 te doen vervallen. Art. 8 te lezen als volgt: De jaarwedden van het onderwijzend personeel aan de ge meenteschool no. 3 worden geregeld als volgt de hoofdonderwijzeresmet acte voor de Fransche taal eene jaarwedde van ƒ1000, benevens vrije woning of toelage voor huishuur ad 300 's jaars de eerste hulponderwijzeres met acte voor de Fransche taal en bij voorkeur in het bezit der acte als hoofdonderwijzeres 800; twee hulponderwijzere6sen 2e klasseieder f 600 de hulponderwijzeressen 3e klasse, ieder ƒ500 de onderwijzeres voor de vrouwelijke handwerken J 800. Dit besluit treedt in werking den 15 Augustus 1875. Vastgesteld den Bijlagen tot het verslag der handelingen van den.gemeenteraad te Leeuwarden, 1875. 33 VERSLAG der commissie van rapporteurs uit de sectiënwegens het onderzoek van het voor stel van burgemeester en wethouders, tot wijziging van het besluit regelende de heffing een er directe belasting op het inkomenten behoeve der gemeente. Het voorstel van burgemeester eu wethouders tot wijziging van het besluit tot heffing eener directe belastiDg op het inko men ten behoeve dezer gemeentezijnde bijlage no. 22 tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad in 1874, heeft in de afdeelingen tot eene levendige gedaohtenwisseling aanlei ding gegeven. In twee daarvan verklaarde men zich niet geheel en al vol daan met de voorgestelde wijzigingenwelke op zich zelf niet belangrijk genoeg werden geoordeeldom alleen daarom de be trekkelijke verordening te wijzigen. Dónzoo meende men, zou daartoe voldoende grond en aanleiding zijnindien na onder zoek gebleken waredat de tweeledige klassificatien.l. door eigen aangifte en ambtshalve zoude moeten worden vervangen door eene klassificatie hetzij als gevolg eener verpligteeigene aangiftedes gevorderd met eede bevestigd, hetzij ambtshalve door burgemeester en wethouders zonder de belastingschuldigen tot het doen van eigene aaDgifte in de gelegenheid te stellen. Hoewel nu juist het onderzoek dezer kwestievoor zoover hee- ren burgemeester en wethouders dat hebben ingesteld, dit colle- gie tot de overtuiging heeft gebragtdat de nu bestaande twee ledige klassificatie moet behouden blijven en te dien aanzien geene voorstellen worden gedaanhebben de twee bedoelde sec tiën zich met dit belangrijk punt opzettelijk bezig gehoudenen gaat van deze een stem uitkrachtig sprekende voor de invoe ring van het stelsel der klassificatiemet opheffing der eigen aangifte. Uwe commissie wenscht een kort relaas der gevoerde debatten te geven en zal daaraan ten slotte hare eigene zienswijze toe voegen. Vooraf echter écne opmerking. Een enkel lid was aanvanke lijk voorstander van de verpligte eigen aangiftedes gevorderd met eede gestaafd, maar de groote meerderheid verwierp die, hoofdzakelijk op grond van het ongenoegzame der strafbepalin gen waarmede de in dezen onwillige of nalatige zou kunnen worden gedwongen. Bovendien werd er op gewezendat het vermenigvuldigen van af te leggen eeden waarmede onze wet gevers steeds mild genoeg zijn geweestzijne bedenkelijke zijde heeftvooral waargelijk hierde persoon die den eed moet afleggenzou worden geplaatst tusschen zijn belang en zijn geweten. Het komt uwer commissie dan ook voor, dat, met het oog op de gebleken meeningen der leden van den raadvoor zoo verre die aan het sectie-onderzoek deelnamen, de keuze zich kan bepalen tnsschen de algemeen toegepaste klassificatie en het thans vigerend tweeledig stelsel. De voorstanders van de zuivere raDgsohikkiDg door burgemee ster en wethouders te doen gronden zich hierop dat de gemeente-wetgever eigenlijk deze bedoeld heeft en te regt. Daardoor wordt de bewijslast, dat de klassifloatie onjuist isop den aangeslagene overgebragtdie uit den aard der zaak alleen in staat is dat bewijs te leveren. Klassificatie met het regt van reclame en hooger beroep schijnt bepaaldelijk te liggen in de bedoeling des wetgevers. Bovendien wordt langs dezen weg de niet te miskennen zwarigheid vermedendat men dik wijls genoodzaakt is, ODjuist gedane eigen aangiften te verhoo- genhetgeen in den regel den aaügever ontstemtterwijl bur gemeester en wethouders en de raadgedurig voor die eigen BIJVOEGSEL, BBHOORENDl BIJ Dl LeBUWABDER COURANT. aangaven geplaatst, meer dan wenschelijk is door eene kwestie van meer of minder vertrouwen worden gebonden. Het tweeledig systeemzooals dat nu bestaatleidt er meer malen toedat deze belasting moet worden genoemd eene be lasting op de eerlijkheid. Hij, die getrouw aangifte doet, be taalt vaak voor hen die óf zich te laag hebben aangegeven en niet verhoogd zijn bij gebreke van het noodig bewijsóf te laag zijn aangeslagen. Het springt in het oog, dat deze onregelma tigheid zal wegvallenindien alle belastingschuldigen worden gerangschikt, waarbij noodwendig als van zelve zekere norma zich zal laten gelden. De zaak wordt daardoor meer uniform meer gelijkmatigmeer als uit ééne hand. Bij het thans vigerend systeem brengt bovendien de praktijk maar al te veel meedat men hen die zich niet aangeven alzoo gebruik maken van eene bij de verordening gegeven be voegdheid door toepassing van ambtshalve verhooging tracht te dringen hetzij tot het doen van aangifte hetzij tegen die ver hooging te reclameren. Dergelijk persoon wordt alzoo genoopt zaken te openbaren, welke hij in zijn belang geheim had willen houden, in overeenstemming met den geest der verordening. Ten slotte mag als aanbeveling voor de klassificatie gelden dat heeren burgemeester en wethouders op verre na niet dien tijd aan het primitief kohier behoeven te bestedenals thans wegens het hooren van tal van belastingschuldigen het geval is. De voorstanders van het vigerend systeem wenschen dat te behouden. Zij oordeelendat dit het best tot het voorgesteld doel leidt. Veel heil blijven zij zien in de gelegenheid tot eigen aangifte met de bevoegdheid van burgemeester en wethou ders om de belastingschuldigen in persoon te hooreD. Voor eigen aangifte pleit, dat de belastingschuldige zelf het best zijn inkomen kent. Het hooreu der contribuabelen heeftblij kens de ervaringgoede resultaten opgeleverdzij het ookdat daarmede door burgemeester eu wethouders een schat van tijd verloren gaat. Daardoor komt men op de hoogte der inkomsten van de ingezetenen wat bij gemis van eigen aangifte niet wel mogelijk is. Naar het oordeel dezer ledenzou menVan stel sel veranderendezich van het bestaand kohier moeten los maken. Op het bezwaar werd gewezen dat men omtrent de inkomsten van van elders komende personen in het onzekere verkeert, en de vraag werd gedaan hoe men daarvan het noodige te weten zal komen. Eindelijk zou ambtshalve aanslag bij velen ontevre denheid wekken en de eerbied voor het collegie van dagelijksch bestuur zou er niet bij winnen. Tegen deze beweringen werd nader gerepliceerd. Twee mid delen werden aan de hand gedaanwelke bij uitnemendheid ge schikt voorkwamen om den aanslag van burgemeester en wet houders mogelijk in dat werk min bezwareEd te maken. Voor eerst zouden aan de belastingschuldigen vragen ter beantwoording kunnen worden gezonden op de wijze als ^ulks ook thans ge schiedt, maar natuurlijk met eenige wijziging; ten tweede ware, overeenkomstig art. 64 der gemeenteweteene raadscommissie te benoemen om heeren burgemeester en wethouders bij het op maken van het kohier ter zijde te staan. Dat geschiedt, naar men meent, ook te Dordrecht. Op de stellingdat de ingezetenenen zelve het berst hunne in komsten kennenvalt in net afgetrokkene niets af te diDgen. Maar toonen ze die wetenschap ook in de praktijk met betrek king tot deze belastiDg Veelmalen willen ze niet weten wat inkomsten ze hebben. Waarom zoo mag worden gevraagd zou het bestuurde algemeene klassificatie invoerende zich moeten los maken van het kohierdat gedurende tal van jaren werd opgemaakt Integendeel dat is juist een zeer welkom hulpmid del bij de toepassing der rangschikking. Indien deze belastiug voor het eerst in eene gemeente moet worden ingevoerdis on getwijfeld de klassificatie aan groote bezwaren onderhevig. Doch waar, gelijk in onze gemeente, gedurende tal van jaren een kohier voor den hoofielijken omslag is opgemaaktwordt dc overgang van de eigen aangifte tot de algemeene klassificatie bijzonder vergemakkelijkt. 13

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1875 | | pagina 17