-- Bijlage no, 2. - Bijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1875. Tot een bedrag van 40,000 werd ook reeds het plan van leening vastgesteld en door gedeputeerde staten goedgekeurd. Art. 2. In verband met de uitkomsten der exploitatie van de gasfabriek, nader aangeduid bij art. 12 der VlIIe afd. van hoofd stuk II inkomsten hiervoren en art. 1 der Ve afd. van hoofdstuk IIIuitgavenkan de opname der 4e serie van de geldleening voor de uitbreiding der gasfabriek, ten behoeve van de dienst 1874 achterwege worden gelaten. Daarom wordt deze post thans voor memorie uitgetrokken. Afdeding 11. Art. 3. Het over 1874 te ontvangen bedrag der koopsommen van verkochte perceelen bouwterrein blijft ongeveer f 5000 be neden het deswege op de begrooting in ontvang gestelde cijfer. Uit dien hoofde wordt het geraamd bedrag tot op 15,000 ver minderd. UITGAVEN. HOOFDSTUK III. Afdeding V. Art. 1. Tengevolge daling van den prijs dor gaskolen en aan- schatting vanTde benoodigde hoeveelheid voor rekening van het i dienstjaar 1874 tot een lager bedrag dan waarop bij de vast stelling der"lbegrooting was gerekend, zal de uitgaaf op dezen post ruim 4000 beneden het begrootingcijfer blijven. Met het oog hierop en in verband met de verhooging aange- bragt op art. 12 der VlIIe afd. van hoofdstuk II, inkomsten, kan het opnemen der geldleening, onder de inkomsten aangebragt op hoofdstuk V afd. I art. 2, achterwege worden gelaten. Het^is wen6chelijk voorgekomen door het aanbrengen der noo- dige wijzigingen de betrekkelijke artikelen der begrooting te doen overeen stemmen met hetgeen ten dezen de rekening over 1874 te zijner tijdf:zal aanwijzen. Afdeding VII. Art. 10. Om redenen in den aanhef dezer memorie vermeld wordt het op dit art. in uitgaaf gestelde cijfer met 20,000 ver minderd. Een bedrag van 200 wordt beschikbaar gelaten tot verevening van^kosten ter voorbereiding der uitvoering van dat werk gemaakt. Bijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1875. Nader voorstel van burgemeester en wethouders in zake de vernieuwing van de Wirdumer- poortbrug. Mijne Hceren In uwe vergadering van den 9 October 1874, no. 1, is besloten: I. de beslissing over het voorstel van de commissie van rap porteurs om de Wirdumerpoortbrug te veranderen in eene plaatijzeren draaibrug met twee doorvaartenaan te houden II.burgemeester en wethouders uit te noodigen den raad aan te bieden a. een uitgewerkt plan van eene draaibrug op eene hoogte van 2.43 meter boven zoraerpeil b. een uitgewerkt plan van eene vaste brug, hetzij op de bestaande hoogtehetzij op zoodanige andere hoogte als in over eenstemming y.al zijn met de belangen der scheepvaart, een en ander vergezeld van eene begrooting van kosten en van de be schouwingen en raad van burgemeester en wethouders. Ter uitvoering van dat besluit hebben wij den directeur der gemeentewerken uitgenoodigd de verlangde plannen op te ma ken waaraan is voldaan bij missive van den 9 November 1874, no. 468 Naar aanleiding van het door de commissie van open bare werken ter dier zake uitgebragt advies, hebben wij den directeur nader opgedragen eene schetsteekening te maken (vol gens plan B) van eene vaste brug met drie doorvaarten waarvan de middelste op eene hoogte van 3.34 meter boven Z. P.met eene doorvaartswijdte van 9 meteren de zuidelijke en noorde lijke doorvaarten op zoodanige hoogte dat de helling van het middenvlak met de voet vau de brug minstens 25 a 30 centime ter verschiltof wel zooveel meer als de directeur zoude oor- deelen het meest geschikt te zijn. Wij droegen den directeur tevens op om zich vooraf naar Amsterdam te begeven ten einde de brugvóór de Halvemaan steeg aldaarin oogenschouw te nemenen die bij de bewer king van het opgegeven ontwerp, tot model te nemen. Het naar aanleiding daarvan opgemaakt ontwerpwerd door ons in handen gesteld van de commissie voor openbare werken die bij missive dd. 11 December 1874 no. 82, adviseerde: goed te keuren de plannen door den directeur der gemeentewerken ingezonden bij missive dd. 3 December jl.no. 517/3> zie plan A tot verandering der Wirdumerpoortbrug in eene vaste brug met drie doorvaartenonder voorwaarde dat de hellingin de schetsteekening aangebragt op 0.40 meterworde gewijzigd en gebragt op minstens 0.55 meter of zooveel meer als is overeen te brengen met den goeden welstand. De kennisneming van dat voorstel heeft ons aanleiding gege ven aan den directeur op te dragen piketten te plaatsen op en bij de Wirdumerpoortbrug tot aanduiding van de door de com missie voor openbare werken aanbevolen hoogte en doorvaarts wijdte. Bij een onderzoek in loco is ons geblekendat het maken van eene brug volgens bedoeld project, vooral met het oog op den bestaandeu toestand aan de zuidzijde van de gracht, ongeraden moet worden geacht. De ondervonden bezwarenom ter aangewezen plaatse eene doelmatige vaste brug te makenhebben ons aanleiding gege ven den directeur der gemeentewerken te Rotterdam (een specialiteit voor bruggenbouw) uit te noodigenhier te willen komen, ten einde na inspectie van de bestaande toestanden en gemaakte projecten ons te willen dienen van advieswelke brug, met het oog op de belangen van de passage over en door de brugen het omliggend terreinter vervanging van de tegen woordige Wirdumerpoortbrug aan te bevelen is. Bij eene met den heer directeur der gemeentewerken voor noemd gehouden conferentiezijn wij bevestigd in onze opinie BIJVOEGSEL, REHOORENDE HIJ DE LEEUWARDER COURANT. dat de bestaande toestanden en omstandigheden inderdaad zooda nig zijndat het uiterst moeijelijk ister vervanging van de tegenwoordige eene andere brug te makenzonder op bezwaren van verschillenden aard te stuiten. Waar wij toch gebonden zijn aan de hoogte van de tegen woordige brug, ligt het voor de hand, dat bij verlenging daar van het terrein vooral aan den zuidkant belangrijk moet wor den verhoogd. Tot het maken van eene vaste brug, volgens de projecten door den directeur der gemeentewerken ingezonden bij missives d.d. 9 November j 1.no. 4GS/2 en 3 December a. v.no. ®17/3 zouden wij om de opgegeven bezwaren alzoo niet durven te ad viseren. Het resultaat van onze naauwgezette overwegingen is ten slotte, geweestdat er volgens ons oordeelter vervanging van de bestaande Wirdumerpoortbrug slechts sprake kan zijn van eene vaste brug op de hoogte en met eene doorvaartswijdte van de tegenwoordigeof vau eene draaibrug met twee doorvaarten. De meerderheid van ons collegie is van oordeel dat met het oog op het drukke verkeer over de Wirdumerpoortbrugeene vaste brug is aan te bevelen op de tegenwoordige hoogte en met de bestaande doorvaartswijdte, evenwel tot zoodanige breedte, dat er aan weerszijden op de brug gelegenheid bestaat voor de vrije passage van voetgangersen voorts met aanbrenging van die verbeteringen en verfraaijingen alsin verband met den be- staanden toestand van het omliggend terreinuitvoerbaar is. De belangen van de scheepvaart worden daardoor niet ver 1 1 - j-i1 nf /Ta Wiidoatppo De Deiangen vau ae scneepvaart wuiucu minderdterwijl het terrein in dat geval van af de Wijdesteeg tot op eenige meters vóór de brug eenigzins kan worden ver laagd waardoor de welstand zelfs eenigzins wordt verbeterd. Ofschoon niet van overwegend belangmeende de meerder heid in het voordeel van dit project te mogen wijzen op eene fiuantiële bezuiniging van f 14,000die daarvan een gevolg zal zijn, blijkens de hierbij overgelegde begrooting van kosteü, van: a. eene draaibrug met 2 doorvaarten b. eene vaste brug 3 u c. eene n lt u 4 n d. de thans voorgestelde brug. De minderheid kan zich echter niet vereenigen met de besten diging van een toestand, die reeds jaren lang met het oog op welstand en scheepvaart is afgekeurd. Zij wenscht eenige op offering te doenten nadeele van de passage over de brugin het belang van scheepvaart en welstand beideom op die wijze een goed einde te maken aan de uitbreiding van de bebouwde kom der gemeente. Om deze redenen is de minderheid van oordeel dat ter aan gewezen plaats eene draaibrug met twee doorvaarten moet wor den gemaakt op eene hoogte van 2.43 meter volgens plan A. Onder overlegging van de door u bij besluit d.d. 9 October j.l.no. 1, gevraagde plannen en bijlagen, hebben wij ten slotte de eerouder referte aau de hierbij overgelegde stukkenu voor te stellen te besluitenter vervanging van de Wirdumer poortbrug eene vaste brug te makenop dezelfde hoogte en met dezelfde doorvaartswijdte als de bestaandevolgens het ontwerp door den directeur der gemeentewerken ingezonden bij missive d.d. 25 Januarij 1875 no. 29/j, plan C. Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van den 28 Januarij 1875 door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1875 | | pagina 2