66 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van B. en W. bij de gemeente-rekening over 1874. Werkelijk bedrag vol gens de rekening. UITGAVEN. VI III IV 397.99 - 8,022.79 616.67 116.46 40.10 200.— 272.51 SOÖ. 100. 200. 91.15 22,134.73 59.40 16.64 111.97 368.55 1,024.68 82.55 50.— 2,184.— 76.63s Die som is door af- en overschrijving versterkt, krachtens raadsbesluit van 5 September 1874 met 1,000.in verband met het besluit tol vergrooting van den stadstuin en afsluiting van een gedeelte van dien tuin door een ijzeren hek en voorts ingevolge raadsbesluit van 24 Junij 1875 met J 1,070.ter verevening der uitgaven die voor onderhoud der bij dit artikel om schreven vastigheden boven de raming hebben moeten plaats vinden. Het onderhoud van de Irnsumerzijl en bijbehoorende gebouwen heeft in 1874 meer gevorderd dan deswege bij de vaststelling der begrooting onder de uitgaven was opgenomen. Door af- en overschrijving is het begrootingcijfer aangevuld. Voor grondbelasting enz.verèchuldigd wegens de gemeente-eigendommenis op de begroo ting een te laag cijfer aangebragtdoor dat te weinig in de berekening is opgenomen voor grondbelasting van aangekochte perceelen land. Dientengevolge is het noodzakelijk geweest het begrootingcijfer te versterken met f 525. De uitgaaf op dit artikel bedraagt iets meer dan daarvoor was geraamddoor dat de laatst voltooide gebouwen op het aschlani nu ook tegen brandschade zijn verzekerd. Tot deze betrekkelijk aanzienlijke uitgaaf wegens kosten van verpachtingen heeft mede aan leiding gegeven het op nieuw verpachten van den stadstuinen verhuren van de zathe en lan den de Magere Weide. Dit artikel levert een overschot op van j 27.49. Met het uitgekeerd bedrag heeft de kamer van koophandel hare kosten over 1874 kunnen bestrijden. Zoowel de uitvoering der wet tot voorziening tegen besmettelijke ziekten als het scheikundig doen onderzoeken van drinkwaterzijn oorzaak dat het voor dezen post geraamd bedrag heelt moeten worden aangevuld. Van de som voor kosten van politie op de begrooting aangebragtis een bedrag van j 700. op het fonds voor onvoorziene uitgaven kunnen worden overgeschreven, door dat voor jaarwed-' den aanschaffing van brandstof en ondejhoud van lokalen beneden de raming is uitgegeven. Ter inlichting hieromtrent wordt opgemerkt, dat bij de raming van het bedrag der jaarwedden werd gerekend op het bezoldigen van twee politiedienaars der 4e klasse ter vervanging van ontbrekenden van hoogere klassen wegens ziekte enz.doch zulks niet in die mate heeft behoe ven praats te vinden dat het daarvoor uitgetrokken bedrag werd vereischt dat de benoodigde braudstof is verstrekt van de voorraad opgeslagen in- en ten behoeve van het gemeentehuisen dat de kosten van onderhoud der lokalen voor de politie zijn begrepen onder die wegens onderhoud van het gemeentehuis c. a. in de rekening opgenomen. De uitgaaf op dit artikel is afhankelijk van het getal der personen wegens politie-overtre- dingen opgenomen wordende in een huis van bewaring. Even als in 1873 is ook in 1874 wegens dit artikel iets meer benoodigd geweest dan het op de begrooting aangebragte cijfer ad 100.voornamelijk door dat de in den laatsten tijd toe gepaste wijze van invordering der schoolgelden, het drukken van meer materieel noodzakelijk maakt. Tot verevening der uitgaven wegens deze artikelen vereischtwaren de bij de begrooting be schikbaar gestelde sommen voldoende. De mede op dezen post verantwoord wordende toelage voor den persoonbelast met het be zorgen van aanslagbilletten enz. is voor 1874 verhoogd van f 50.— op f 75.Daardoor is het begrootingcijfer met J 10.moeten worden versterkt. Bij de vaststelling der begrooting werd op dit artikel j 400.uitgetrokken, in de veronder stelling dat voor de rigtige invordering der marktgelden aan de nieuwe Veemarkt een ontvanger zou dienen te worden aangesteld. Intusschen is hij de openstelling der markt de inning der marktgelden aan twee gaarders op gedragen zonder dat tot dusverre de noodzakelijkheid der aanstelling van een ontvanger der bedoelde regten is gebleken. Uit dien hoofde io op dit art. slechts verantwoord hetgeen wegens GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording ran B. en W. bij de gemeente-rekening over 1874. 67 Werkelijk bedrag vol gens de rekening. UITGAVEN. VI VII IV 10 f 217.25 187.84s - 26,950.23s 2,080.— 3,766.08s 132.90s 8,435.64 1,565.64s 6,644.726 8,013.16 6,046.82s 40,330.64 2,732.81s 1,418.79 1,491.03s 812.79 628.76 de invordering der marktgeldenbuiten de bezoldigingen op hoofdituk I afd. I art. 10 ver antwoord is uitgekeerd geworden. Wegens vervolgingskosfcen is over 1874 meer moeten worden uitbetaald, dan in de laatst voor gaande jaren. Uitdienhoofde heeft het bij de begrooting hiervoor beschikbaar gesteld bedrag versterking moeten ondergaan. Aanleiding tot die meerdere uitgaaf heeft gegeven het groot getal onbetaald gebleven aansla gen waarvan invordering is beproefd door ten uitvoerlegging van een dwangbevel. Dit artikel levert een overschot op van 12.15s. Overeenkomstig de voordragt van voogden der armenkamer werd ten behoeve van die in stelling, voor 1874 eene subsidie beschikbaar gesteld van 32,080.60. Die instelling heeft echter tot dekking harer uitgaven van bedoeld subsidie-bedrag niet meer behoeven te ontvangen dan hetgeen in de rekening is verantwoord. Uithoofde de in 1873 aangevangen schorsing der werkverschaffing van gemeentewege voor onbepaalden tijd is bestendigdheeft er geene noodzakelijkheid bestaan om ter zake bij dit artikel omschreven uitgaven te doen. Voor ^erplegingskosten werd op dit art. bij de begrooting j 5,000.uitgetrokken. Dat cijfer was ruim genomen, met het oog op de uitgaaf over 1873 die circa 4,500.heeft bedragen en in verband met het in de laatste jaren steeds toenemen van het getal verpleegde kraakzinnigen. Intusschen heeft het getal dier lijdersvoor rekening van deze gemeente verpleegd wordende-, in 1874 vermindering ondergaan, waardoor van het beschikbaar gesteld bedrag eene niet onbe langrijke som is kunnen worden afgeschreven op het foods voor onvoorziene uitgaven. Ten behoeve van het stads ziekenhuis werd aanvankelijk beschikbaar gesteld f 7,919 70. Bui tengewone omstandigheden gaven het bestuur dier inrigting echter aanleiding tot het indienen eener suppletoire begrooting, welke is goedgekeurd bij raadsbesluit van 28 Januarij 1875 no. 10. Daardoor werd het voormelde cijfer verhoogd met 743.95. Op deze beide artikelen is geene uitgaaf noodig geweest. In den loop des jaars hebben de bij dit artikel omschreven gebouwen verschillende herstel lingen noodig gehadwaarop bij het zamenetellen der begrooting niet was gerekend. Uit dien hoofde is het aanvankelijk geraamd bedrag door af- en overschrijving versterkt. Gedurende 1874 is ten behoeve der personenuit deze gemeente gevestigd in de koloniën der maatschappij van weldadigheid, een minder bedrag aan toelagen verstrekt dan in de laatst voor gaande jaren. Tengevolge daarvan lerert dit artikel een overschot op van J 64. Op onderdeel b van dit artikel werd J 700.uitgetrokken voor de kosten van het onderwijs aan het gymnasium, buiten de jaarwedden der docenten. Van die som is ruim 350.onge bruikt gebleven. Dit artikel levert een overschot op van 113.54. Op dezen post is bij de begrooting beschikbaar gesteld f 5650.JIntusschen is aan de hoofd onderwijzer een hooger bedrag wegens schoolgelden moeten worden uitgekeerd dau waarop bij de vaststelling der begrooting was gerekend. De ontvangen schoolgelden zijn verantwoord op hoofdstuk II, afd. VIII, art. 10 der inkomsten. De op deze artikelen verantwoorde uitgaven voor bezoldiging van het onderwijzend perso neel aan de gemeentescholen van gewoon en uitgebreid lager onderwijs en voor koste» van leer middelen, hebben over 1874 iets meer bedragen, dan op de begrooting deswege was aangebragt. Die meerdere uitgaaf is veroorzaakt wat art. 4 botreft door vermeerdering van het getal hulp onderwijzers en wegens art. 5 door het in gebruik stellen van twee nieuwe schoolgebouwen met een grooter getal lokalen dan de gebouwen die tengevolge daarvan eene andere bestemming hebben bekomen. De uitgaaf voor brandstof in de scholen is nagenoeg gelijk aan het te dien einde beschikbaar gesteld bedrag. Wegens kosten van verlichting in verschillende scholen was op de begrooting aangebragt f 760.Door het in gebruik stellen van twee nieuwe schoolgebouwen, die van de noodige toestellen voor de verlichting moesten worden voorzien en wegens meerdere lokaliteit een groo ter getal lichten vereischen is de uitgaaf op dit artikel belangrijk boven de ramingzoodat het primitieve begrootingcijfer is versterkt met f 740. Tot verevening der uitgaafwegens deze artikelen gevorderdwaren de begrootingsommog voldoende.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1875 | | pagina 34