Hij lage no, 20 f >r --- Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1875. 107 VERSLAG van do commissio van rapporteurs wegens het onderzoek in de sectiën van de gomeentebegrooting voer 1876. Het zij ons vergund dit verslag aan te vangen met de opmer king dat de stand dezer begrooting allezios bevredigend mag wor- der: genoemd. Het aanzienlijk batig saldo van de rekeniög van 1874 waar- meê ze opent, is niet het gevolg van onuitgevoerd gebleven wer ken of voortgesproten uit andere buitengewone ontvangsten maar grootendeels ontstaan doordien do gewone middelen meer dan de raming opbragten terwijl vele gewone uitgaven beneden de raming bleven. Men mag aannemen dat in ronde cijfers 15/m. werd ontvangen uit gewone middelen boven de raming en dat van den anderen kant eveneens een gelijk bedrag valt aan te wijzen van uitgaven, welke beneden de raming zijn gebleven. Van het batig saldo alzooaangebragt voor ruim 37/rn.heeft slechts een bedrag van 7 a 8 mille eene herkomst van meer bijzonderenbuitengewo nen aard. Terwijl wij deze feiten constateren willen wij de waarde er van niet overschatten. Immers met grond kan worden gevraagd: zijn vroeger die middelen niet kennelijk te laagdie uitgaven te boog geraamd met andere woorden is de toenmalige begroo- t^og met te veel gedrukt geweest? Hoe dit intusschen zij, wij kunnen van het in het vorig jaar bespaarde thans het genot heb ber. en zulks met te meer gerustheid nu zelfs de 5000 rijkssub sidie voor de school van middelbaar onderwijs voor meisjes op de ontvangst waarvan met tamelijk veel zekerheid kan wor den gerekendvoor memorie is gesteld. Thans reeds sluit de begrooting. Wordt dus, zoo als te wachten is, deze subsidie verleenddan zal welligt de hoofdelijke omslag met eene kleine fractie kunnen "worden verlaagd. Evenals in vorige jaren werden in de sectiën eerst de uitga ven en daarna de inkomsten behandeld. Uwe commissie van rapporteurs zal die orde volgen. Volgno. 60. In de tweede sectie werd de meening uitgespro ken dat het wenschelijk is, de instructie van den directeur der gemeentewerken in dien zin te wijzigen dat hem worde verbo den het bekleeden van eene gesalarieerde nevenbetrekking en het doen van werken voor particulieren. Natuurlijk zouin ver houding van het daaruit voor dezen ambtenaar te ontstaan na deel verhooging zijeer wedde noodzakelijk zijn. Het motief voor deze zienswijze ligt voor de hand. In de genoemde sectie •.vilde men de krachten en talenten van den betrokken persoon enkel en uitsluitend voor de gemeente benuttigen. De meerderheid uwer commissie deelt die beschouwing niet. Daargelaten het belangrijk oilerdat bij toepassing van het ont wikkeld denkbeeldvan de gemeentekas zoude moeten worden gevraagdbestaat en werkt de tegenwoordige instructie van den directeur der gemeentewerken nog te kortom reeds nu over te gaan tot hare wijziging. Men verlieze niet uit het oogdat deze ambtenaar voor het doen van werken voor particulieren de toestemming van burge meester en wethouders behoeft en daarin een correctief ligt te gen de nadeelen welke de gemeente kan ondervinden daarvan dat de directeur der gemeentewerken niet uitsluitend voor de ge meente werkt. Uwe commissie doet alzoo geen voorstel ter zake. Volg-o. 98. Volgens de memorie van toelichting ie hieronder begrepen eene som van 20.voor het onderhoud van ganghou- ten in het Jelsumer-binnenpad. Tegen die som bestond natuurlijk bij niemand bezwaar. Maar het betreft hier een beginsel. Tot dusverre belastte de gemeente Bijvoegsel, behoorende bij de Leeuwarder Courakt. zich niet met het onderhoud van dit pad ea hare verpligtiug er toe schijnt op meer dan één grond te kunnen worden ontkend. De sectiën hebben zich dau ook eenvoudig deze vraag gesteld vordert het gemeentebelang de instandhouding van dit pad Werd die vraag toestemmend beantwoord, dan meende men, behoorden de gaDghouten van wege de gemeente te worden on derhouden bij den gebleken onwil der aar gelanden. In twee sectiën werd de vraag ontkennend, iu eene toestem mend beantwoord. Bij uwe commissie bestaat ook geene eenstemmigheid. Terwijl de minderheid dit pad overtollig en den straat- en kunstweg vaü hier naar Jtlsura voor de passage voldoende achtgaat de meer derheid uit van het denkbeeld dat bet pad ook als wandeling voor Leeuwardeu's ingezetenen eenige waarde heeft. Daarom wordt van wege uwe commissie geene vermindering van het voorgedragen cijfer voorgesteld. Volgno 98a. In de eerste sectie werd de noodzakelijkheid be weerd van eene verdieping van de gracht, loopende van de Brol tot de Oude Vischmarktpijp. Meermalen gebeurt nei ciat schepen daar langs varende, vast raken. Naar het oordeel van hem die deze opmerking maakte moetzelfs al wordt rekening gehouden met den bijzonder lagen waterstand gedurende dezes zomer, bij onderzoek blijken dat verbetering noodig is. Uwe commissie brengt dezen wensch gaarne over bij het col- Iegie van dagelijksch bestuurin de eerste plaats ten fine vac onderzoek en in de tweede plaats ten fine vau verbetering von dat vaarwater casu quo. Kaars inziens zal reeds ietsmisschien veel gewonnen zijn als r'or en nevens de uitmonding van het riool bij de Korfmakers- pijp opklaring en uitbaggering geschiedt, Volgno. 99. De toestand van het plantsoen langs den weg loopende van de Ilarlingervaarts- tot de Vrouwenpoortsbrug, gal in de derde sectie aanleiding tot de vraag: waaraan het kwij nend aanzien daarvan is toe te schrijven Daarbij werden vra genderwijze een paar opmerkingen gemaakt omtrent de soort der daar geplante boomen en den grond waarin ze geplant zijn. Mea vroeg alzoozouden ook andere soorten van boomen misschien beter groeijen? ofwel, zou de grond, waarin d&ar ter plaatsede boomen worden gezet, ook vooraf beter moeten worden toebereid Uwe commissie brengt deze punten gaarne onder de aandacht van heeren burgemeester en wethouders. Volgn. 102. In overeenstemming met het gevoelen van de eerste sectienemen wij de vrijheid de aandacht van heeren burgemeester en wethouders uitdrukkelijk te vestigen op den toestand van de Oldehoof. Het schijnt, dat daaraan meer af doend onderhoud en herstel noodig zijnwil men een totaal verval verhoeden. Daarom wordt een onderzoek noodig geacht. Is de uitkomst daarvan inderdaad zóó als de eerste sectie verondersteltdan kannen betrekkelijke voorsteilen van het collegie van dagelijksch bestuur ia overweging worden genomen en wordt den raad de gelegenheid gegeven om met der daad te toonendat hij op het behoud vau dezen toren prijs stelt. Voljn. 122. Bij dit nummer kwamen drie zakenmet de rei niging iu verband staandeter sprake a. de sproeimachinedoor mannen getrokken b. de opene aschpramen c. de omstandigheiddat hier en daar ia bewoonde buurten des nachts een vuilniskar blijft staanwelke veel 6tank verspie dende de bewoners ongerief bezorgt. In eene der sectiën werd de aanschaffing eener dusdanige sproeimachinebij wijze van proef, aanbevolen en aangedrongen op de verwijdering en buiten gebruikstelliDg dier pramen. In eene andere sectie werd beslotende aandacht van burgemees ter en wethouders op de sub c genoemde hinderlijke omstandig heid te vestigen met verzoek om de opheffing dezer grief zoc - veel mogelijk bevorderlijk te zijn. 38

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1875 | | pagina 54