T
Bijlage no. 22.
Bijlage tot het verslag der Jaandelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1875.
110
hinderlijke omstandigheid hebben gevestigdverwijzen wij naar
hetgeen op pag. 8 ea 9 van het verslag van de maatregelen ter
bevordering van de stadsreiniging over 1874 is vermeldten
opzigte van de afschaffing van pramen voor faecaliën.
In dat verslag wordt er met nadruk op gewezen, dat door het op
heffen van de praam, die vroeger over de Kelders vóór de Cy-
pnar.ussteeg gestationeerd was, eene groote schrede was gedaan
in het belang der reinheidzeer ten gerieve van de omwonen
den in 't bijzonderen voor 't publiek in 't algemeen.
Zoo is ook in den loop van 1875 de faecalia praam op 't Vliet
opgeheventengevolge van de aanschaffing van de verbeterde
tonnen in dat gedeelte der gemeente.
Ten overvloede herhalen wij hier, hetgeen in gemeld verslag
is gereleveerd, dat het te wenschen is, dat de ingezetenen meer
en meer overtuigd worden van het groote voordeel der verbe
urde boven de oude tonnen y en dat zij door het aanschaffen van
de verbeterde met het gemeentebestuur zullen medewerken om
alle nachtpramenwagens en troggen uit de meest bezochte ge
deelten der gemeente te doen verwijderen.
De bestaande noodzakelijkheidom de vuilniskarren in enkele
gedeelten der gemeente te plaatsen staat almede in verband
met de omstandigheiddat sommige huizen in achterbuurten niet
voorzien zijn van privaten. De vigerende verordening op het
bouwenzal ook in dien toestand langzamerhand verbetering
aanbrengen.
Volgn. 134. Tot ons leedwezen heeft de post van 3000 voor
eene woning van den marktmeester de eenstemmige afkeuring
van heeren rapporteurs ondervonden wij meenen echter bij
Jen raad ons voorstel te moeten blijven aanbevelen omdat wij
doordrongen zijn van het nut en de noodzakelijkheid dat de
marktmeester in de onmiddelijke nabijheid der veemarkt woont.
Wij willen in geene herhaling treden der argumenten, reeds in
de memorie van toelichting ontwikkeld en waarvan wij de we
derlegging in het verslag slechts ten deele hebben gevonden.
Wij meenen echter daar nog bij te kunnen voegen dat sedert
de indiening der begrooting zich nog een geval heeft voorgedaan
waaruit kan blijken dat het handelsbelang medebrengtdat de
marktmeester in de nabijheid der markt woont. Er is namelijk
aanvrage gedaan, om koeijendie aan Duitsche kooplieden bij
het géwigt waren verkochtop een gewonen dag op de bascule
der veemarkt te wegen.
Daar deze wijze van verkoopblijkens de opgaven over de
maanden September en October 11. meermalen voorkomtzoodat
op de meeste marktdagen 3040 a 50 stuks vee wordt gewo
gen achten wij het van belang de op de veemarkt bestaande
gelegenheid ook op gewone dagen voor de handelaren open te
Mllen.
"Wij vestigen- voorts nog uwe aandacht op de omstandigheid,
dat op de marktplaats gebouwen en inrigtingen bestaandie
eene behoorlijke bewaking en verzorging vereischen en die bij
gebreke van een aanhoudend en voldoend toezigt tot geheel
andere, doeleinden worden gebezigd, dan waarvoor zij zijn be
stemd.
Wij zijn overtuigd dat de geringe finantiële opofferingdie
de gemeente door de stichting van het gebouw zoude doen
ruimschoots wordt opgewogen door het indirecte voordeel, dat
daarvan het gevolg zal zijn.
Volgn. 139/. In de maand September hebben wij reeds aan
den hoofdopzigter der gemeentewerken opgedrageneen onder
hoek in te stellenop welke wijze het water in den vijver van
den Prinsentuin op een hooger peil zoude zijn te houden.
Daaruit is het ons gebleken dat dit nietdan met betrekke
lijk groote onkosten zoude kunnen plaats hebben.
Wij zullen echter gaarne in overweging nemen of en zoo ja
op welke wijze aan den uitgesproken wensch kan worden te
gemoet gekomen.
Wij meenen evenwel er op te moeten wijzen dat de water
stand in 1875 exceptioneel laag is geweest, zoodat een toestand
als in den afgeloopen zomer slechts zelden voorkomt.
Met eenige bevreemding hebben wij kennis genomen van den
uitgesproken wensenom in den Prinsentuin vermeerdering van
gaslichten aan te brengen.
In 1875 zijn immers 15 nieuwe lantaarnpalen aangekocht,
waarvan reeds eenige in het nieuwe gedeelte van den tuin zijn
geplaatst, terwijl het voornemen bestaat, de overigen rondom
den vijver aan te brengen.
Volgn. 147. Wij erkennen de gegrondheid der klagt over de
onvoldoende inrigting van het lokaal van het bureau van vacci
natie. Binnen kort hopen wij de gelegenheid te hebbendat
bureau naar een geschikter lokaal te kunnen overbrengen.
Volgn. 198. De woorden /,ei leerarenen" zijn door een onwille
keurig verzuim in de omschrijving van dezen post vermeld zoo
als kan blijken uit de memorie van toelichting op volgn. 38
waarbij er op is gewezendat de directrice en de docenten van
de school voor m. o. voor meisjes alhier, geeue bijdragen voor
pensioen betalen als niet vallende onder art. 32 der wet van 2
Mei 1863 (JStaaUbl. no. 50).
INKOMSTEN.
Volgn. 2. De raming van de opbrengst van de opcenten op
de hoofdsom der grondbelasting op de gebouwde eigendommen
is gebaseerd op. de kohieren van 1875 omdat nog niet met
eenige juistheid is op te geven welk resultaat de onlangs gedane
schatting der kadastrale huurwaarde, indien die met 1870 wordt
toegepast, voor deze gemeente zal opleveren.
In ieder geval zal de opbrengst bij de bedoelde toepassing
weinig verschil opleveren met het door ons voorgedragen cijfer.
Volgn. 21 c. Bij ons coilegie is reeds in overweging genomen
tot welk doel het gebouw, dat tot 1 Januarij 1876 als kantoor
van waarborg in gebruik is kan worden bestemd.
Binnen een niet ver verwijderd tijdstip zullen wij daaromtrent
voorstellen kunnen aanbieden.
Volgn. 48. Ten opzigte van het geopperd denkbeeld, dat, in
geval besloten wordt de onder volgns. 131132 en 184 voor
gestelde sommen te roijeren de geldleening geheel zoude kunnen
achterwege blijvendoor weglating der buitengewone aflossing
ad j 8000 op volgn. 203£, en door vermindering van den post
voor onvoorziene uitgaven met j 3000 deelen wij mede dat
hoe ook de beslissing moge zijn mtrent de voorgestelde posten
van uitgaaf, wij ons uitdrukkelijk moeten verklarenzoowel tegen
weglating van de som voor buitengewone aflossing, als tegen ver
mindering van het fonds voor onvoorziene uitgaven.
Wij beamen het gevoelen der commissiedat de gemeente
volgens de plans van geldleeningwaarop eene buitengewone af
lossing wordt voorgesteldtot die aflossing niet verpligt ismaar
zijn niettegenstaande van oordeeldat het ia strijd zoude zijn
zoowel met de regelen eener goede comptabiliteit, als met de
morele verpligting tegenover de geldschietersindien de gemeente
ook op de bedoelde geidleeniDgeu geene geleidelijke aflossing deeó.
Dit gevoelen is ook vroeger door den raad meermalen gedeeld.
In verband met het eindcijfer der begrooting en de ondervin
ding sedert jarea opgedaanachten wij vermindering van het
voorgestelde cijfer voor onvoorziene uitgaven niet geradeD.
De som op hoofdstuk XIart. 1is nu reeds ver beneden het
cijfer, dat als maatstaf van berekening voor dat fonds door ged.
staten bij besluit dd. 16 Julij 1855 ProvBlad no. 107) is aan
bevolen naar welken maatstaf 6 pet. van het gezamenlijk bedrag
der veranderlijke gewone uitgavenhoofdzakelijk voorkomendt
onder de afdeelingen der hoofdstukken II, III, IV, V, VI ea
VIIkan worden genomen.
Volgn. 53. Wij zullen gaarne in nadere overweging nemen
op welke wijze aan de bestaande onregelmatigheid op de beide
bouwperceeleo aan weerszijden van het Wagenplein kan worden
tegemoet gekomen.
Burgemeester cn Wethouders van Leeuwarden
J. BIERUMA OOSTING.
P. A. BERG8MASecretarie.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1875.
111
VOORSTEL van burgemeester en wethouders
betrekkelijk eeno nadere verdeeling der ge
meente in wijken en eene nieuwe regeling der
huisnummering.
MIJNE HEEREN!
Reeds sints geruimea tijd heeft het bij de aanwijzing van num
mers voor nieuw gebouwde huizen onze aandacht getrokken
dat in verschillende gedeelten dezer gemeente de nummering
der gebouwen, wat regelmatigheid betreft, veel te wenschen
overlaat.
Voornamelijk is dit het geval wanneerten gevolge van nieu
wen aanbouw en verandering van bestaande huizen in sommige
wijken nu en dan hoofdnummers door zoovele bisnummeis of
letters worden opgevolgd dat deze laatstén in enkele gevallen
zooals b v. in de wijken LM en N eene dubbele reeks van het
alphabet uitmaken.
Deze omstandigheid werkt zeer ongunstigzoowel voor eeue
goede hnisnummering als voor de regelmatige aanhouding van
het bevolking-register.
Uitdieuhoofde zijn wij van meeuingdat ten dezen verbetering
behoort te worden aaogebragt.
Op welke wijze die dient plaats te vindenheeft bij ons een
punt van ernstige overweging uitgemaakt.
Kwam het ons daarbij voordat eene gewensebte verbetering
zou zijn aan te brengen door eene geheele Dieuwe nummering
vau al de huizen of afzonderlijk bewoonde gedeelten daarvan
in voego als de nummering thans geschiedt, daartegenover staat
echter het bezwaardat bij eenigen aanbouwb. v. op eene
plek open grood tussehen of in den omtrek van twee bestaande
huizenal aanstonds hetzelfde middelvan bisnummeringmoet
wordea toegepast, hetwelk in den laatstén tijd tct zoovele
moeijelijkheden aanleiding geeft.
Daarom achten wij het meer doelmatig de bestaande wijze van
huisnummeriug te laten varen en op het voetspoor van Amsterdam,
's Gravenhage enz. voortaan de nummering der gebou wen in deze
gemeente te doen plaats hebben voor elke straat afzonderlijk
met dien verstande dat het uitgangspunt der nummering voor
iedere straat zooveel mogelijk zij van het oost- of zuideinde en
daarbij de gebouwen ter regterzijde met de evene en die ter
linkerzijde met de onevene nummers wordea aangeduid.
Tot verduidelijking leggen wij hierbij over een plan van num
mering van //de Weerd."
Wel zal ook hierbij nu en dan, ingeval van nieuwen aanbouw,
het gebruik van bisnummers niet geheel achterwege kunnen blij
ven doch dit zal, in vergelijking met de thans gevolgde wijze,
als tot de uitzonderingen behooren en nimmer tot zoodanige
onregelmatigheden leiden als nu bestaan.
Alvorens echter eene huisnummering op die wiize in toepas
sing kan worden gebragtwordt een daartoe strekkend besluit
uwer vergadering vereischt.
Met de huisnummering staat in naauw verband de indeeling
der gemeente in wijken. De tegenwoordige indeeling heeft ook
zoovele practische bezwaren, dat eene nieuwe wijkverdeeling
hoogst wenschelijk is.
Wij verwijzen slechts naar de wijk L, die thans het Zuidvliet,
den GrachtswalAchter de Eoven en de bebouwde kom ten
zuiden van de Willemsgracht omvat.
Verkleining en geregelder indeeling der wijken is voor eene
goede administratie bepaald noodig.
Als een gevolg van de nieuwe wijkverdeeling en do wijziging
van het wijkreglement zullen de werkzaamheden van de wijk
meesters verminderen.
Bijvoecsrl, bihoorende bij de Leeuwarder Courant.
Met het oog daaropzoowel als op de gebleken moeijelijkheid
©m in enkels wijken geschikte en genegen personen voor be
doelde betrekking te vinden hebben wij het getal wijkmeesters
voor iedere wijk op twee bepaald.
Aangezien het bestaande wijkreglement in al zijne onderdee-
len wijziging behoeft, is het ons doelmatig voorgekomen een
geheel nieuw reglement te ontwerpendat hiernevens aan uw
oordeel wordt onderworpen.
Ofschoon ons coilegie indertijdbij de behandeling der ge-
reeentebegrootingen voor 1867 en 1868 van oordeel was dat
de dienst van de wijkboden zooals die bij het wijkreglement is
geregeldgeene verandering behoefde te ondergaanhebben
echter de besprekingen ter zake de herziening van de huisnum
mering er toe geleid dat wij het thans raadzaam achten de dienst
der wijkboden, gelijk die nu bestaat, op te heffen.
Vooral vinden wij daartoe reden op grond van de verkregen
ervaring dat ieder der wijkboden io slechts zeer geringe mate
eenige dienst bewijst voor de regelmatige aanhouding der bevol
king- en wijkregisters en het zich laat aanzien dat een tweetal
personen hiervoor speciaal benoemd en dus ook ten allea tijde
beschikbaar, aan de gemeentelijke administratie, wat de aan
houding der bevolking- en wijkregisters betreft, in veel ruimere
mate diensten kan bewijzen terwijl het aan dezen toe te kea-
nea salaris voor een niet geriBg gedeelte zal kunnen worden
bestreden met de som die tot dusverre aan de 15 wijkboden
wordt uitgekeerd. Deze beambten wenschen wij te betitelen
met den naam van /,bcvolkingsagenten."
Hun werkkring is in het hierbij gevoegd ontwerp reglement
omschreven.
Indien onze boven ontwikkelde denkbeelden uwen bijval ver
werven is het noodig de bevolking-registers te vernieuwen.
Niet alleen dat de bestaande registers, die reeds ter gelegen
heid vau do vóórlaatste volkstelling zijn aangelegdniet meer
voor eene geregelde administratie geschikt zijnmaar de voor
gestelde huisnummering brengt ook van zelve mede dat de be
volking-registers noodwendig moeten worden vernieuwd.
Wij wenschen van deze gelegenheid gebruik te maken, om
de. registers naar lexicographiache volgorde in te rigtea.
Dit hseft het groote voordeel dat bij verhuizing binnen de
gemeente, niet het geheele gezin naar eoce andere bladzijde
behoeft te wordea overgebragt, zooals bij de tegenwoordige in
rigting naar de wijken in de volgorde der huisnummerswel
moet plaats hebben.
Ten slotte meenen wij nog te moeten opmerkendat wij
vooralsnog geene finantiële voorstellen, die een gevolg zullen zijn
van de nieuwe wijkverdeelingnummering der huizen en ver
nieuwing van het bevolking registeraan uwe beoordeeling on
derwerpenomdat wij vooraf wenschen te vernemen in hoever
de nader te formuleren voorstellen uwe goedkeuring zullen
erlangen.
Onder overlegging van verschillende bijlsgen, die kunnen strek
ken tot inlichtinghebben wij de eer u voor te stellen te be
sluiten
I. ter vervanging van de bestaande verdeeling der gemeente
in 15 wijken de gemeente te verdeelen in 27 wijkenop de
wijze zooals is omschreven op'; den hierbij gevoegden stoat en is
aangeduid op de planteekeniDg;
li. vast te stelleD de dezerzijds ontworpen
a. verordening, betreffende de verdeelirg der gemeente in
wijken en de nummering der gebouwen
b. het reglementbetreffende'j de aanhouding der bevolking
en wijkregisters en
c. het reglement voor de bevolkings ogenten in deze gemeente.
Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van den 4 Novem
ber 1875.
19
-