Bijlage no. 11. 32 Bijlage tot het verslag der handelingen v Het in bovenstaand voorstel bedoeld adres is van volgenden inhoud Leeuwarden, den 30 Junij 1875. Aan den Baad der gemeente Leeuwarden. De bijzondere kerkeraad der Ned. hervormde gemeente alhier neemt de vrijheid zich te wenden tot den gemeenteraad van Leeuwarden ten einde diens medewerking te vragen in een hoogst gewigtige aangelegenheid. Onder de werkzaamheden van den kerkeraad behoort de zorg voor het godsdienst onderwijs in de gemeente aan zijne leiding toevertrouwd. Dat daarbij het godsdienst onderwijs der jeugd een groote plaats inneemt, eischt geen betoog. Dit te doen plaats hebben op een geregelde en doelmatige wijzezoodat het gewaardeerd wordt en vruchten afwerpen kanis het bestendig voorwerp van 's kerkeraads ijverigste bemoeiingen. Door het rapport eener commissie uit zijn midden betreffende deze zaakis de kerkeraad bij vernieuwing overtuigd geworden, dat het godsdienst onderwijs aan de schooljeugd te geven dringend uitbreiding en verbetering eischt. Uit genoemd rapport bleek onder anderendat van de leerlingen der openbare lagere school niet minder dan 450, alleen wat de Ned. hervormde ge meente betreftgeheel van godsdienst onderwijs verstoken zijn. Om het beoogde doel te bereiken moeten eenter andere maat regelen dan tot nu toe genomen ziinaangewend worden. Als het meest geschikte middel is den kerkeraad voorgekomen het godsdienst onderwijs in de schoollokalen zelf te doen plaats heb ben. Hoewel de deelneming daaraan geheel van de goedkeu ring der ouders of voogden afhankelijk behoort te blijvenlaat zich toch verwachtendat dit onderricht dan én meer algemeen, én meer geregeld door de kinderendie daarvoor vatbaar zijn zal genoten worden. Nu bepaalt de wet op het lager onderwijs, art. 23, laatste alineadatbuiten de schoolurenten behoeve van de leerlin gen die er ter school gaande lokalen der openbare lagere scholen voor het godsdienst onderwijs kunnen beschikbaar wor den gesteld. Een poging in 18G4, te dezer zake bij uwe ver gadering aangewend, heeft echter doen inzien dat, indien alleen op die urenwelke naar de thans alhier bestaande regeling van den leertijd vrijvallen, godsdienst onderwijs mag worden gege ven, het dan slechts op ongeschikte uren en in enkele school lokalen kan plaats vinden. 't Is daarom dat de kerkeraad tot uwe vergadering komt met m den gemeenteraad te Leeuwarden1876. het eerbiedig verzoek om in de bestaande orde der leerureu op de openbare lagere scholen zulk een verandering te maken, dat het uur van elf tot twaalf in den voormiddag voor het geven van godsdienst onderwijs beschikbaar worde. Daardoor zalwijl op de meeste van die scholen de leertijd van half negen tot half twaalf is vastgesteld, slechts een betrekkelijk geringe wijziging worden veroorzaaktdie misschien op andere wijze kan worden opgewogen. En toch zou in een hoogst gewichtige behoefte bevredigend zijn voorzien daar niet alleen de Ned. hervormde gemeentemaar ook de overige hier bestaande kerkgenootschap pen die er gebruik van mochten willen makengelegenheid zouden vinden om buiten de schooluren godsdienst onderwijs in voormelde schoollokalen te doen geven. Mogt evenwel uwe vergadering bezwaar vinden in de voorgestelde veranderingde keikeraad zou den meesten prijsstellen op nader gemeenschap pelijk overleg tot het bepalen van eenig ander doelmatig uur. Wat voorts do inrichtingen van uitgebreid lager, middelbaar en hooger onderwjjs betreft, die onder uw bestuur zijn gesteld, wen8cht de kerkeraad dat uwe vergadering mocht kunnen goed vinden zulke schikkingen te makendat ook in de school van den heer de Ruijter, in de burger dag- en avondschool van den heer Schcffelaar Klotsin de hier op te richten hoogere burger school voor meisjes en in het gebouw van 't gymnasium het godsdienst onderwijs kan worden gegeven. De kerkeraad acht het onnoodig zijn verzoek met vele gron den aan te dringen. Terwijl door uwe vergadering de ontwik keling op allerlei gebied met loffelijken ijver bevorderd wordt meent hijvoor zoover het u mogelijk is ze te verleenen uwe welwillende medewerking te mogen verwachten in zijn streven om kennis van godsdienst en zedelijkheid te verbreidenaan gaande die aangelegenhedenwelke naar het oordeel des kerke raads de hoogste zijn, en wier beteekenis zich in onze dagen even krachtig als ooit gevoelen doet. 't Welk doende Namens den bijzonderen kerkeraad der Ned. gemeente te Leeuwarden L. PROEStijdelijk Voorzitter. J. W. KRAMERSl.-Scriba. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1876. -1 33 VOORSTEL van burgemeester en wethouders betreffende eene nadere regeling der bezol diging van de hoofd- en hulponderwijzers en van de hulponderwijzeressen aan de ge meentescholen. Mijne Heeren! In uwe vergadering van 14 February 11. werd ten fine van berigt en raad in onze handen gesteld een adres van 14 hulp onderwijzers allen in het bezit der acte van hoofdonderwijzer houdende verzoek om verhooging hunner bezoldiging. De schoolcommissiewier gevoelen wij te dezer zake meen den te moeten vernemengaf ons bij missive van 6 Mei jl. no. 4938 te kennendat niet slechts de bezoldigingen der hulpon derwijzers, maar ook in de eerste plaats die der hoofdonder wijzers, op nieuw overeenkomstig de tijdsomstandigheden be lmoren te worden geregeld. De klagten omtrent het onvoldoende der meeste bezoldigingen zijn zoo algemeen en in menig opzigt zoo gegronddat wij ons van beschouwingen dienaangaande kunnen onthouden en er alzoo enkel blijft te onderzoeken of in verband met de finantiele lastenwelke daaraan zijn verbondentot de voor gestelde maatregelen behoort te worden overgegaan. Wat de door de schoolcommissie beoogde regeling der hoofd- onderwijzersjaarwedden betreftgelooven wij dat daartegen behoudens eene enkele uitzonderinguit het oogpunt van bil lijkheid geen bezwaar kan bestaanterwijl ook de meerdere uitgaaf, daaruit voortvloeiende en volgens een hierbij overge- legden staat ƒ1350 per jaar bedragende, geen overmatig be zwaar kan opleveren. Ten opzigte van evcngemeld bedragdat met het cijfer, door de schoolcommissie aangeduid op den bij haar advies overge- legden staat, een verschil oplevert van /'1100, merken wij op dat dit voortvloeit uit het volgende. De schoolcommissie heeft onder den tegenwoordigen toestand niet in de berekening opgenomen het bedrag der aan den hoofd onderwijzer van de school no. 2 thans uitgekeerd wordende 10 °/0 der schoolgeldenpl. m. bedragende f 800. De aan even gemelden hoofdonderwijzer toe te kennen per sonele toelagedoor de schoolcommissie voorgedragen tot f 500, boven de vaste bezoldiging van 2000, meenen wij niet hooger te moeten stellen dan ƒ400, dewijl het beloop der sedert 1 April 1875 naar de bestaande regeling geheven schoolgelden over de vier laatst verloopen kwartalen niet meer is geweest dan 8100.875 en derhalve de voor het vervolg te vervallen veranderlijke beloo ning bestaande in 10 0 0 der schoolgelden tot dusverre nog geen zoodanig cijfer heeft beloopen, dat met het oog daarop aan leiding kan bestaan om, bij verhooging der jaarwedde met 400, de personele toelage op 500 te bepalen. Verder is door ons niet in de berekening opgenomen de door de schoolcommissie voorgedragen verhooging der bezoldiging van de hoofdonderwijzeres der gemeenteschool no. 3, ad ƒ200. Wij wenschen ons van beschouwingen ten dezen te onthouden, aan uwe beslissing overlatende of aan de voordragt der school commissie al dan niet gevolg zal worden gegeven. Vereenigen wij ons alzoo in hoofdzaak met het advies van meer gemelde commissiezooveel de verhoogiug der bezoldiging van de hoofdonderwijzers aangaatminder gaaf kan door ons worden ingestemd met hare beschouwingen omtrent het punt waarover haar advies was gevraagd. Niet genegen om adhaesic te schenken aan het verzoek der adressantendie aan het bezit der hoofdonder wij zersacte grootere voordeelen willen zien toegekend, schijnt de commissie in te gendeel de reeds bestaande voordeelen voor de bezitters dier Bijvoegsel, beiioorende bij de Leeuwarder Courant. acte te willen wegnemen en eene geheel nieuwe klassificatie te verkiezen, volgens welke de eerste hulponderwijzers ƒ800, en die van de tweede en derde klasse, onverschillig of zjj al dan niet de hoofdonder wij zersacte bezitten, respectievelijk /'TOO en ƒ600 zullen genieten. Wij meenen echter uwe vergadering ernstig te moeten ont raden reeds nu te breken met een beginselvoor korte jaren zonder tegenspraak ingevoerd en dat sedertzoowel hier als elders, gunstig op de ambitie der onderwijzers heeft gewerkt. Het moge in zekeren zin waar zijn dat de hoofdonderwijzers- acte geen onfeilbaar criterium van geschiktheid oplevert en dat welligt anderen, hoezeer niet in het bezit dier acte, als onder wijzers den voorkeur verdienentoch achten wijzoowel uit het oogpunt van billijkheid als ter opwekking van eene gepaste ambitiehet toekennen van eenig voordeel aan hendie vaak met inspanning die acte verwiervendienstig. Ook kunnen wij geenszins toegeven dat de thans bestaande tractement8regelingdie niet zoo als de schoolcommissie be weert in verschillende gemeente bladen verspreidmaar volle dig in het gemeenteblad no. 12 van 1875 wordt aangetroffen, eene vereenvoudiging zoude behoeveneensdeels omdat ons die regeling volstrekt niet ingewikkeld voorkomtmaar ook omdat de reserve door de schoolcommissie gemaaktten aanzien van de hulponderwijzers in het bezit van aanteekening voor de vakken van meer uitgebreid lager onderwijs, ons doet vreezen dat van de voorgestelde klassificatie in de meeste gevallen moet worden afgeweken en het beoogde doel alzoo niet zal worden bereikt. Wil men intusschen met de schoolcommissie eenige ,Terbete- ring aanbrengen in de regeling der tractementen van de hulp onderwijzers en hulponder wij zere8sen, waartoe, wij erkennen het, bjj de schaarsehte van geschikt personeel allezins aanleiding be staat dan achten wij het meer verkieslijK dat, met eenige verhoo ging van het bedrag der jaarwedden, tHans bepaald voor verschil lende hulponderwijzers en hulponderwijzeressen aan onderschei dene scholentevens worden verhoogd de toelagenvolgens de bestaande regeling toe te kennen aan het hulppersoneel der gemeentescho[en no. 4 tot 10, zoover de titularissen in het bezit zijn der acte van hoofdonderwijzer of hoofdonderwijzeres. Daarbij zouden wij dan willen doen vervallen het onderscheid tusschen hulponderwijzers der 2e en 3e klasse en met aanneming van 650 voor de eerste hulponderwijzers en van 600 voor de overigen als minimumde verhooging dezer jaarwedde afhan kelijk stellen van het bezit der hoofdonderwij zersactewelke verhooging, althans aan het meerendcel van hen die voor het tegenwoordige als hulponderwijzers der le en 2e klasse funge ren terstond bij het in werking treden der gewijzigde regeling zal ten deel vallen. Volgens de bestaande regeling genieten de hulponderwijzers, werkzaam aan de scholen no. 4 tot 10, le klasse ƒ620, 2e klasse 580, 3e klasse 550 en de hulponderwijzeressen 500, benevens 50 voor het bezit der acte van hoofdonderwijzer of onderwijzeres. Naar onze bedoelingomschreven in het hierna te vermelden voorstelzal voor het vervolg aan die functionarissen worden toegekend eerste hulponderwijzers 650, benevens 150 indien zij de hoofdonderwij zersacte bezitten verdere hulponderwijzers ƒ600 en 100 bij het bezit der zoo even vermelde acte hulponderwijzeressen ƒ600 voor zoover zij tevens belast zijn met onderwijs in vrouwelijke handwerken en de overigen 500, terwijl de jaarwedde der hulponderwijzeres die in het bezit is der acte van hoofdonderwijzeres, mede wordt verhoogd met 100. Ten opzigte van de hulponderwijzers aan de gemeenteschool no. 2 meenen wij, met eenige verhoogmg van het minimum en pohefïing van het onderscheid tusschen 2e en 3e klasse, grootendeels de be- H

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1876 | | pagina 17