J" irise- t-- gr
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1876.
MRHHH
W
Werkelijk
bedrag vol
gens de
rekening.
UITGAVEN.
199
VH
II
10
8,301.10=
200
55
55
11
100.—
201
55
55
12
450.-
202
n
13
2,475.77=
203
tl
5}
14
150.—
204
55
IÏI
1
205
55
5)
2
57".03
206
i>
55
3
388.15
207
n
IY
1
3,536.37
208
55
2
37.97
209
57
3
55 55
210
4
329.72
211
5)
V
1
107.33'
212
2
346.24
213
55
55
3
40.64'
214
55
55
4
1,342.40=
215
JJ
55
5
1,329.55'
216
55
VI
1
6,600
217
Vlll
I
1
43,895.—
218
55
55
2
10,650.—
219
55
5)
3
14,000.—
220
1)
IÏI
4
6,000.—
221
55
1
2,392.—
Voor onderhoudschoonhouden enz. van schoolgebouwen en meubelen werd op dit artikel
in uitgaaf geraamd 4.145.De belangrijke uitgaaf boven de raming is onder anderen ver
oorzaakt door den aanbouw van twee hulplokalen bij de gemeenteschool no. 2 en was verder
een gevolg van vele veranderingen en herstellingen aan lokalen en meubelennoodzakelijk
geworden door het in gebruik stellen van andere lokalen voor sommige scholen en van hulp
lokalen voor de gemeentescholen no. 3 en 5.
Deze toelagen zijn aan de commissiën bij de artikelen aangeduid tot het beschikbaar ge
steld bedrag uitgekeerd.
De kosten der gijmnastiekschool werden bij het opmaken der begrooting voor 1875 over dat
jaar geraamd op 2,100.De werkelijke uitgaaf heeft echter die raming overtroffen met
een bedrag van ruim 375.tengevolge van onvoorziene horstellingen aan het gebouw. Uit
dien hoofde is het begrootingcijfer door af- en overschrijving aangevuld met ƒ380.
Deze subsidie is tot het beschikbaar gesteld bedrag uitgekeerd.
Op dezen post is over 1875 geene uitgaaf noodig geweest.
Dit art. levert een overschot op van 42.97.
Het bedrag der ten behoeve van het rijk bij voorschot betaalde gelden aan manschappen
der militie overtreft de som deswege op de begrooting aangebragt met ƒ188.10, zoodat het
noodig is geweest het begrootingcijfer door af- en overschrijving te verhoogen.
Met deze uitgaaf staat in verband de ontvangst op hoofdst. 1V art. 2 der inkomsten (volgno.
35 dezer rekening).
Ten behoeve der schutterij werd over 1875 beschikbaar gesteld eene som van 4,074.
Daarvan is echter niet meer benoodigd geweest dan het op dit art. verantwoord bedrag. Na
afschrijving van 500.op het fonds voor onvoorziene uitgaven levert dit art. nog een over
schot op van ƒ37.63.
De op dit artikel te verevenen kosten hebben met de in rekening gestelde som kunnen
worden voldaan. Daarvoor was op de begrooting uitgetrokken 50.
Het voor dezen post beschikbaar gesteld bedrag ad 20.is ongebruikt gebleven.
"Voor onderhoud vau de schietbaan werd op de begrooting 50.aangebragt. In den loop
des jaars bleek echter de noodzakelijkheid om het terrein der schietbaan door eene bedekking
met cintels en zand te verbeterenten einde die inrigting ook bij minder gunstige weersge
steldheid bruikbaar te doen zijn. Daardoor is versterking der primitief toegestane som noodig
geweest met 280.
Op nevensvermelde artikelen hebben de vcreischto uitgaven met de daarvoor beschikbaar
gestelde sommen kunnen worden bestreden.
Yan art. 5 is 270.afgeschreven op het fonds voor onvoorziene uitgaven.
Vaste uitgaaf, gedaan in overeenstemming met de begrooting.
Wegens te betalen renten van ten laste der gemeente aangegane geldleeningen werd op dit
artikel beschikbaar gesteld 45,215.Daaronder was mede begrepen een bedrag van
ƒ1,100.-, ten behoeve van de leening over 1875 onder de inkomsten opgenomen.
Van die leening is de eerste serie wel in 1875 opgenomen, doch daarvan behoefde in dat
jaar geene rente te worden voldaan, dewijl de eerste coupon met 1 July 1876 betaalbaar is
gesteld.
Yan de verschenen coupons zijn niet ter betaling aangeboden
Nos. 123 en 124 der leening van 1853, k f 40.80.
- 50,1036 en 108 1856zamen 90.
No. 52 1865groot 50.—
Zamen 220.
Dit artikel levert een overschot op van 300.door dat geene rentebetaling heeft be
hoeven plaats te vinden van de, volgens de primitieve begrooting, te leenen ƒ6,000.aange
zien dit bedrag niet is opgenomen geworden.
De bij uitloting ter aflossing aangewezen obligation zijn tijdig ter betaling aangeboden.
"V an het voor pensioenen bij de begrooting uitgetrokken bedrag ad f 3,592.is 1,200.
kunnen worden overgeschreven op het fonds voor onvoorziene uitgavendewyl die som be-
Bijlagc tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1876.
69
Werkelijk
bedrag vol
gens de
rekening.
UITGAVEN.
222
223
224
225
226
227
228
VIII
III
IX
i i
ii i
ui i
622.
532.—
105.08=
2,200.—
983.31
schikbaar bleef door het overlijden van den heer M. S. de Wal, die als oud gemeente-secre
taris een pensioen genoot van 1,200.
De uitgaaf op dezen post betreft het door de gemeente te betalen l/3 van het pensioen
over 1875 genoten door de oud-onderwjjzcrs F. H. Diemer, S. Ylietstra en 8. D. Postma.
Het begrootingci|fer beliep 3.meer dan het verschuldigde.
Na het vaststellen der begrooting voor 1875 werden over dat dienstjaar gratificatiën toege
kend aan drie personen, reeds vroeger met gratificatiën begiftigd, gezamenlijk ten bedrage
van ƒ229.terwijl op de begrooting 404.— werd uitgetrokken tot betaling van gratifica
tiën, destijds reeds toegezegd. Intusschen is door het overlijden van gegratiftceerden op dit
art. geene hoogere uitgaaf vereischt gewordendan de som in do rekening verantwoord
waarom door af- en overschrijving aan dezen post slechts f 128.is^ toegevoegd.
Uithoofde er geene noodzakelijkheid heeft bestaan op dit artikel uitgaven te verantwoorden,
is het een memorie-post gebleven.
Met het oog op cenige buitengewone reparatiën aan- en voor verwen van de tolgaarders-
woning bij gabel no. 1werd op dit art. 80.beschikbaar gesteld. Bij de uitvoering van
een en ander is echter gebleken, dat genoemde som niet toereikend was. Tengevolge daar
van is door af- en overschrijving hieraan te gemoet gekomen.
De uitgaaf op dezen post overtreft de raming met ƒ20.045. Ofschoon hiervoor moejjeljjk
eene bepaalde oorzaak is op te geven, moet evenwel worden opgemerkt, dat op het geheel
bedrag der uitgaaf van invloed is geweest 'sraads besluit om voor rekening der gemeente te
nemen de helft der kostenvallende op de van 's koningswege alhier te houden harddraverij.
Deze subsidie is tot het toegestaan bedrag uitgekeerd.
Op het fonds van onvoorziene uitgaven werd bij de begrooting, zooals die den 13 Mei 1875
is gewijzigd, beschikbaar gesteld 5,875.Na door af- en overschrijving met disponibel
gebleven gedeelten van andere artikelen te zijn versterktis van dit fonds op verschillende
andere artikelen der begrootingter aanvulling van daarop toegestane sommen, overgeschreven.
Wegens eigenlijke onvoorziene uitgaven, waarvoor geene posten op de begrooting waren
aangebragt, is op dit artikel verantwoord, krachtens raadsbesluit van 11 Mei 1876, no. 9,
een bedrag van ƒ983.31.
Het geheel bedrag der uitgaven, zooals die bij de herhaaldelijk gewijzigde begrooting is
vastgesteldbeloopt f 639,184.94
Blijkens de rekening bedraagt de werkelijke uitgaaf 620,463.55''
Zoodat de werkolijke uitgaaf beneden de raming is gebleven
Hierbij gevoegd
o. het bedrag waarmede de werkelijke inkomsten de geraamde heb
ben overtroffenad
b. het waarschijnlijk batig saldo volgens de gewijzigde begrooting
Maakt te zamen het saldo der rekening over 1875
18,721.38=
12,894.09
12.59
31,628.06=
Ter toelichting omtrent het verschil tusschen de geraamde en werkelijke uitgaaf kan strek
kon do volgende opgave
Er is uitgegevenboven beneden
op hoofdstuk I jaarweddon
II kosten van bestuur
III afd. I onderhoud van wegen, straten,
bruggen enz
afd. II onderhoud van de begraafplaats
III kosten van de waag
IV vischmarkt
V gasfabriek
VI reiniging
- nYII buitengewone werken
lV kosten van brandweer
de raming
de raming
511.25
679.23
3,280.98=
353.88
38.61
81.20
10,219.95'
1,234.71=
10,386.01
310.43=
5,630.07
21,466.26