102 Bijlage tot het verslag der handelingen vi
ONTWERP.
MEMORIE van toelichting bij het besluit van den
raad der gemeente Leeuwardend.d.
1876, tot nadere wijziging der
begrooting van de inkomsten en uitgaven dier
gemeentevoor 1876.
Nadat in de begrooting voor het dienstjaar 187G bij raadsbe
sluit van 15 Junjj dezes jaars eenigc wijzigingen waren aange
bragt is er op nieuw noodzakelijkheid ontstaan om die begroo
ting te wijzigen en aan te vullen.
In de eerste plaats geeft daartoe aanleiding de omstandigheid,
dat de^ in 1875 aangevangen werken voor de verandering van
de Wirdumerpoortsbrug niet zoo tijdig zijn uitgevoerd dat de
daarvoor vereisehte uitgaaf geheel in de rekening over 1875 kon
worden verantwoord.
Ook wegens andere werken en leverantiënde dienst 1875
betreffende, zijn nog gedeelten van daaruit voortvloeiende vor
deringen onverantwoord gebleven.
Verder dient bij de begrooting voor 1876 eene som beschik
baar gesteld te worden ter verevening van een gedeelte of wel
het geheel bedrag der koopsom van het onlangs voor do ge
meente aangekocht huis lett. B no. 24 aan de Korfmakersstraat.
In verband hiermede is nevensgevoegd besluit vastgesteld
waarbij, behalve die hiervoren reeds aangeduid, nog enkele
andere wijzigingen in de begrooting worden aangebragt.
Te n aanzien van de verschillende artikelenin het bcslnit
opgenomenwordt het volgende opgemerkt
INKOMSTEN.
Hoofdstuk I.
Art. 2. Het saldo waarmede de rekening over 1875 is afge
sloten bedragende ruim 31,000is mede voortgevloeid uit het
beschikbaar blijven van een gedeelte der som voor buitengewone
werken op de begrooting voor 1875 uitgetrokken.
Van het beschikbaar aebleven bedrag moet echter wegens de
verandering van de Wirdumerpoortsbrug, zoomede wegens de
levering van keijen voor verbetering van straten nog ruim
10,000.worden verevend op de dienst 1876, omdat die ver
evening over 1875 niet heeft kunnen plaats vinden.
In verband hiermede is liet noodzakelijk voorgekomen, ten
behoeve van de dienst 1876 te beschikken tot een bedrag van
10,000over liet saldo der rekening van 1876.
Hoofdstuk li.
Afdeeling VIII.
Art. 4. Den 23 Junij dezes jaars is aangevangen met de hef
fing van veergeld aan de pont over de Willemsgracht.
De opbrengst dezer heffing is voorshands begroot op een ge
middeld bedrag van 5 per weekwaarom over een tijdvak
van 27 weken ƒ135 onder de inkomsten op de begrooting wordt
aangebragt.
Hoofdstuk III.
Art. 2. De door de gemeente aangekochte huizinge en stal
ling in de Oosterstraatlett. C nos. 299 en 300zijn tot 12 Mei
1877 verhuurd voor ƒ570, welk bedrag bij deze aan de op de
begrooting uitgetrokken inkomsten wordt toegevoegd.
Hoofdstuk IV.
Art. 1. Ten einde bij de begrooting de vereisehte middelen
te kunnen aanwijzen tegenover eene uitgaaf van 1590.welke
ten behoeve van de reiniging nog noodig wordt geacht boven
het bedrag daarvoor op de dienst 1876 reeds beschikbaar ge
steld wordt de geraamde opbrengst der exploitatie van het
aschland verhoogd.
De verhoogde raming, waar tegen met het oog op de reeds
bekende uitkomsten geen bezwaar bestaat, betreft echter niet
alleen het verschaffen van fonds tot dekking der zooeven ge
noemde uitgaaf, maar strekt tevens tot bestrijding van andere
aan de begrooting toe te voegen uitgaven van gewonen aard,
an den gemeenteraad te Leeuwarden 1876.
waarvoor thans op andere wijze gecne fondsen kunnen worden
aangewezen.
Uit dien hoofde wordt de raming voor dit artikel verhoogd
met 2600.
Hoofdstuk V.
Afdeeling I.
Art. 1. Ter bestrijding der uitgaaf die voortvloeit uit den
aankoop voor de gemeente van de huizinge aan do Korfmakers
straat, lett. B no. 24, is het noodzakelijk het bedrag der ten
laste van de gemeente voor de dienst 1876 aan te gane geld-
leening te verhoogen met een bedrag van 8000.
In hetgeen ter zake dien aankoop meer moet worden betaald,
kan worden voorzien door eene verhoogde raming der opbrengst
van verkochte perceelcn bouwterrein en door de ontvangst voort
vloeiende uit den verkoop op afbraak van den opstal der ge
kochte huizinge en voor den afstand van een gedeelte van het erf.
Afdeeling II.
Art. 1. Bij de primitieve vaststelling der begrooting werd
dit art. voor memorie gesteld, dewijl toen niet was te voor
zien dat ter zake daarbij bedoeld ontvangsten zouden plaats
hebben.
Thans echter bestaat er aanleiding eene som van 700.op
dezen post uit te trekken, ter verantwoording van den koop
prijs bedongen bij verkoop op afbraak van den opstal der hui
zinge lett. B no. 24 en van dien te bedingen voor den afstand
van een gedeelte van liet erf dier huizinge.
Art. 3. Op dezen post werd bij wijziging der bcgrooting
krachtens raadsbesluit van 15 Junij dezes jaars in ontvang ge
steld een bedrag van 12,000.
Sedert zijn op nieuw perceelcn bouwterrein in exploitatie uit
gegeven, zoodat voormeld bedrag met ƒ3000 kan worden ver
hoogd.
UITGAVEN.
Hoofdstuk II.
Afdeeling VII.
Art. 4. In den loop dezes jaars zijn nieuwe bepalingen vast
gesteld ten aanzien van de aanhouding der bevolking en wijk-
registersin verband waarmede tevens eene nadere verdeeling
der gemeente in wijken is vastgesteld.
Ten einde de geregelde aanhouding van die registers te be
vorderen is het dienstig geoordeeld in plaats van de tot dusver
fungerende wijkboden, die slechts van tijd tot tijd hunne dien
sten bewijzentwee personen als bevolking-agenten aan te stel
len, welke dagelijks ten behoeve van wijkmeesters zoowel als
van het bureau van bevolking werkzaam zullen zijn.
Bij raadsbesluit van 20 September 1.1. is het tijdstip van in
functietrcding der bevolking-agenten bepaald op 1 October 1876,
tengevolge waarvan, ter verevening der hun uit te keeren be
zoldiging over drie maanden, op dit artikel het vereisehte be
drag beschikbaar wordt gesteld.
Hoofdstuk III.
Afdeeling VI.
Art. 4. Op de ontwerp-begrooting voor 1877 is onder volgno.
139 aangebragt o. a. eene som van 1000.voor de aanschaf
fing van vijf karrendie ten behoeve der verzameling van fae-
cale stoffen zullen worden gebezigd en kunnen strekken ter
vervanging van de wagens en troggen die thans 's avonds en
gedeeltelijk 's nachts worden geplaatst in buurten waar het ver
beterde tonnenstelsel nog niet of weinig in toepassing wordt
gebragt.
Nu echter ter proefneming een kar, gelijk de bedoelde, is
aangeschaft, blijkt dat het noodig is negen stuks van die voer
tuigen aan te schaffen, ten einde de tegenwoordige, zeer on
voldoende wijze van verzameling der faecaliënin eens te ver
beteren terwijl het hoogst wenschelijk is geachtde beoogde
verbetering reeds vóór den aanstaanden winter in toepassing te
brengen.
Met het oog daarop wordt op dezen post de, ter zake voor-
■F.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1876.
103
meldvereisehte som beschikbaar gesteld in verband waarmede i
met ƒ1,000.kan worden verminderd de som die op de ont
werp-begrooting voor 1877 onder volgno. 139 is uitgetrokken.
Tegen het brengen van deze uitgaaf, ten laste van de dienst
van 1876bestaat geen bezwaarnu blijkt dat de uitkomsten
der exploitatie van het aschland over dat jaar meer dan vol
doende zijnomboven de exploitatiekosten die buitengewone
uitgaaf te dekken.
Afdeeling VII.
Art. 15. Van de kostenvereisckt voor de werken terzake
verandering van de Wirdumerpoortsbrug, is een gedeelte op de
dienst 1875 onverantwoord gebleven omdat niet allo werkzaam
heden en leverantiën tijdig genoeg waren ten einde gebragt
om vóór de afsluiting der rekening over dat jaar alle daaruit
voortvloeiende vorderingen te verevenen.
Uit dien hoofde wordt op dezen post eene som aangebragt
die tot afdoening dezer zaak toereikend wordt geacht.
Art. 16. De aannemers der levering van in 1875 voor de be
stratingen binnen deze gemeente benoodigde Luiksche keijen
hebben de ten hunnen behoeve op 31 Mei 1876 afgegeven be
velschriften van betaling, te zamen bedragende 2,731.84niet
vóór het afsluiten der rekening over 1875, ter betaling aange
boden. Dientengevolge zal de verantwoording dier som in de
rekening over 1876 moeten plaats vindenten welken einde dit
artikel op de begrooting wordt aangebragt.
Art. 17. Dit artikel wordt op de begrooting aangebragt, ter
verevening van den laatsten termijn der aannemingssom, wegens
het maken en leveren van meubilair in de school van middel
baar onderwijs voor meisjes.
Art. 18. De betaling der koopsom van de bij dit artikel aan
geduide huizinge c. a.moetvolgens de verkoopvoorwaarden
plaats hebben in twee termijnen, n.l. 1 November 1876 en 1
Mei 1877, met bijbetaling van rente a 5 °/0, van den 18 Sep
tember 1.1. af. Intusschen is bij dezelfde voorwaarden vrijheid
gelaten omdes verlangdde geheele koopsom op 1 November
1876 te voldoen. Aangezien het wenschelijk wordt geachfc van
die vrijheid gebruik te makenomdat ten behoeve van dezen
aankoop de tot betaling van net pand noodige gelden moeten
worden genegotieerd en de gekochte huizinge ter verbetering
eener straat reeds wordt geamoveerdis op dezen post de ver
eisehte som beschikbaar gesteldzoo tot betaling van koopprijs
en rente tot 1 November e. k. als van de op den aankoop ge
vallen kosten.
Art. 19. De bij dit artikel bedoelde aankoop, noodig geacht
in verband met het aanbrengen eener waterleiding voor brand-
blussching langs een gedeelte van den weg Achter de Hoven,
vindt plaats voor een prijs per centiaregelijkstaande met dien
bij publieke veiling geboden wordende voor het terreinonmid-
deljjk grenzende aan de strook grond voor de gemeente verlangd.
27 weken)
ten worden
Art. 15.
Met het oog hierop is voor koopprijs en op den aankoop val
lende kosten ƒ600 geraamd.
Art. 20. Bij raadsbesluit van 14 October 1875 werd bepaald,
dat voor rekening der gemeente zal worden aangeschaft het
ameublementvereischt voor de lokalente stichten bij het
stationsgebouw alhiertot vervulling van formaliteiten der in-
en uitgaande regten bij opslag van accijnsvrije goederen bij in-
en uitvoer langs de spoorwegen.
Ter uitvoering van dat besluit wordt de op dit artikel uitge
trokken som noodig geacht.
Hoofdstuk VI.
Afdeeling IV.
Art. 6a. Met den 23 Junij 1876 is in functie gesteld de gaar
der der veergelden aan de pont over de Willemsgracht. Zijne
bezoldiging is bepaald op 7 per week. Ter verevening der
bezoldiging van 23 Junij tot ultimo December 1870 (uitmakende
zal alzoo eene som van 189.beschikbaar moe-
jesteld.
Hoofdstuk VII.
Afdeeling II.
Bij raadsbesluit van 24 Mei 1876 is ten behoeve
van eene onder directie van den heer Hageman opgerigte mu
ziekschool tot wederopzegging eene jaarlijksche subsidie uit de
gemeentekas toegestaan van 400.ingaande met den dag
waarop de school zou worden geopend. Die opening heeft plaats
gehad op den 1 Junij 1876. Dientengevolge moet over 1876
wegens bedoelde subsidie worden uitgekeerd 7/12 van ƒ400.
ten welken einde het vereisehte bedrag op dit artikel is uitge
trokken.
Afdeeling IV.
Art. 1. Door den schuttersraad alhier werd iu het begin
dezes jaars ingediend eene suppletoire begrooting voor de kos
ten der schutterijstrekkende tot hot beschikbaar stellen eener
som. waarmede, althans gedeeltelijk uitvoering zou kunnen
worden gegeven aan zijn verlangenom de leden der schutterij,
die bij brand onder de wapenen moeten komen, van kapotjas-
sen te voorzien. Die suppletoire begrootingeene som van
1,115.in ontvang en uitgaaf betreffende, is, na voorloopige
vaststelling door den raadfinaal vastgesteld door gedeputeerde
staten bij besluit van 30 Maart 1876 no. 20.
Tengevolge daarvan dient de op de gemeentebegrooting voor
1876 beschikbaar gestelde somwegens toelage voor de kosten
der schutterij, met ƒ1,115.te worden verhoogd.
Hoofdstuk XI.
Art. 1. Ten einde na het aanbrengen der bij nevensgevoegd
besluit omschreven wijzigingen in de gemeentebegrooting voor
1876, het totaal der uitgaven in overeenstemming te doen zijn
met dat der inkomsten, is het noodzakelijk de som voor on
voorziene uitgavenbij de eerste wijziging der begrooting ver
minderd tot ƒ6,928.— op nieuw met 140.te verminderen.
5-
i