Bijiage no. IS. 108 Bijlage tot het verslag' der handelingen van den gemeenteraad tc Leeuwarden1876. worden aangebragtals jaarwedde van den geneeskundige krach tens de vastgestelde betrekkelijke verordeningbelast met het onderzoek der publieke vrouwen. Uwe commissie is echter van oordeeldat dit te voorbarig zou zijn. Eerstens moet nog worden bepaald het tjjdstip van in werkingtreding dor verordening. In de tweede plaats moet de toe tc kennen belooning of jaarwedde nog door den raad wor den vastgesteld. Eerst als een ander is geschiedzal aan iiet opgemerkte gevolg kunnen worden gegeven. Yolgno. 158. Kosten der zorg voor de openbare veiligheid. Door een der leden van de 2e sectie werd de aandacht ge vestigd op de aanhoudend niet geringe verwisseling in het per soneel der politic-bediendenhetgeen weinig kan strekken ter bevordering van eene goede dienst. De vraag werd geopperd, of de reden ook kon zijn gelegen in een te laag bedrag der jaarweddendienaar hij meende te wetenvoor de politic- bedienden hier 50 minder bedroeg dan te Groningen. in de le sectie werd door een lid bepaaldelijk aangedrongen op verhooging van deze jaarwedden. Dewijl het bedrag der jaarwedden berust op eene door den raad vastgestelde verordening, kan in geen geval bij deze be grooting, incidenteel, verandering in het bedrag woruen aange bragt. Het punt zelf komt uwer commissie echter belangrijk genoeg voorom het onder de aandacht tc brengen van den burgemeester, als hoofd der politie. Met het oog op het raadsbesluit van den 14 September jl. waarbij de belooning van de beide inspecteurs van po'itie met Z'100 is verhoogd, zal dc post voor jaarwedden der inspecteurs en politiedienaars met ƒ200.meer moeten worden uitgetrokken. Yolgno. 166. Kosten van de gaardering van bruggelden. Do meerderheid van dc 3e sectio was van gevoelendat gaar dering van bruggelden niet de goede manier was van inning dezer belasting, en zou tot het vroegere stelsel van verpachting wcnsclicn terug tc kceren. Met de minderheid,der sectio is uwe commissie voor het be houd dor gaardering. Dc redenenwaarom de raad het vroe gere stelsel van verpachting heeft verlaten mindere waar borg èn voor goed toezigt èn voor goede bediening en boven dien de mindere gemakkelijkheid voor liet gemeentebestuur om een brugwachter, die zijn pligt niet vervult, tc ontslaan bestaan nog altijd onverminderd. Ook uit het oogpunt van wet telijkheid verdientvolgens uwe commissie gaardering de voor keur boven verpachting. Yolgno. 185. Jaarwedden van onderwijzers. In de 3e sectie werd gevraagd, of er bij de jongste verhoo ging der jaarwedden en der vergoeding voor het gemis van woning van de hoofdonderwijzers niet eene zekere onbillijkheid was begaan tegenover den hoofdonderwijzer aan de gemeenteschool no. 9. Allen zouden nu ƒ300.voor die vergoeding ontvan gen, of f 50.meer dan vroeger, behalve de genoemde hoofd onderwijzer, de eenige, wien eene woning door de gemeente wordt verstrekt. De huurwaarde dier woning was echter niet hooger dan op f 250.te stellen. Men meende dus, dat hij f 50. - minder dan zijne ambtgenooten zou genieten. Daartegen werd aangevoerddat de zaak alleen in het afge- trokkene waar was. De bedoelde vergoeding werd aan de an dere hoofdonderwijzers, geheel volgens de wetalléén verleend, omdat zij geene woning van de gemeente haddenhet klimmen der huurprijzen was dc eenige reden geweest voor de onlangs vastgestelde verhooging der vergoeding. Die reden had echter niet bestaan en bestond thans evenmin voor den hoofdonderwij zer aan dc school no. 9. Kon hij aantoonendat de hem ver strekte woning onbewoonbaar of niet voor hem geschikt was, 't geen evenwel nog niet was gebleken het geval tc zijnhij zou dan terstond met zijne ambtgenooten worden gelijk gesteld. Met laatstgenoemde beschouwingen kan uwe commissie zich ten volle vereenigen. Zij wenschtzij 't ook ten overvloede nog in herinnering te brengen, dat het punt, bij de jon. ie herziening der jaarwedden enz., in het breede is besproken ge worden en van wege het collegie van dagclijksch bestuur toen verklaringen zijn gedaan die mogen doen vertrouwendat de belangen in dezen van den betrokken hoofdonderwijzer door dat collegie niet uit het oog zullen worden verloren. olgno. 191. Onderhoud en schoonmaken van schoollocalen enz. De 3e sectie uitte den wensclite mogen vernemen, welke voornemens bij burgemeester cn wethouders bestonden ton aan zien der bestemming van het gebouw in do Speelmanstraat vroeger gediend hebbende voor de school no. 8. Was de toestand van dien aarddat de localen niet meer wa ren te gebruiken, dan zou de sectie de veorkcuf geven aanpu- blieken verkoop van liet gebouw boven langer renteloos ledig staan. Dezelfde sectio vestigde de aandacht er op, dat, naar alle waarschijnlijkheid, de in aanbouw zijnde localen voor dc gemeen tescholen nos. 2 en 3 in den loop van 1877 zullen kunnen wor den betrokken. Zij vroeg, of burgemeester en wethouders er ook reeds over hadden nagedacht, welke bestemming dan aan de thans voor beide scholen dienende gebouwen zou moeten worden gegeven. Uwe commissie brengt den geopperden wenscli en do gedane vraag gaarne aan burgemeester en wethouders over. X[j is ech ter van oordcel, dat, meer bijzonder ook voor liet ouderwijs, binnen korten tijd nog wel de eene of andere localiteit zal blij ken noodig tc wezen, en dat mitsdien, bij dc steeds, klimmende koopprijzen van vastigheden, dc gemeente niet tc spoedig tot verkoop van hare eigene panden zal moeten overgaan. Yolgno. 210. Verschuldigde renten wegen gcldleeningen enz. Hetzij de onder de inkomsten voorgedragen geldleening al of niet ten volle zal worden vastgesteld, er zal toch een zeker bedrag voor rente deswege moeten worden uitgetrokken. Blij kens dc specificatie cn de memorie van toelichting is echter on niets te dezer zake gerekend. Uwe commissie meent hierop do aandacht van burgemeester en wethouders te moeten vestigen. Yolgno. 219. Kosten van openbare ver mak'tijkheden. Door de 3e sectie is teregt opgemerktdat onder dit volg nummer nog zal moeten voorkomen een bedrag wegens hot aan deel dat de gemeente op zicli heeft genomen, te zullen dra gen in de kosten dor jaarlijks van wege den koning alhier tc houden harddraverij. Met liet oog op hetgeen daarvoor, volgens bij uwe commissie ontvangen inlichtingen, in 1876 is betaald rekent zij liet aan brengen van 350.noodig, onder lett. d., b. v. met deze om schrijving „Aandeel der gemeente in de kosten der jaarlijks ho hard draverij van wege Z. M. den koning ƒ350.—" Letter d zou dan worden c. INKOMSTE N. Yolgno. 1. Batig si»! der rekening over het diensfj</ar 1875. Naar uwe commissie is onderrigt, zal het uitgetrokken cijfer met f 0.07 moeten worden verhoogd. Yolgno. 6. Belasting op de honden. Iïct bedrag van deze opbrengst, f 1,100.ofschoon voorge dragen naar do uitkomsten der dienst van 1875werd in do 2e en 3e soctie al zeer gering gevonden. Vrij algemeen werd de veronderstelling geuit, dat deze belasting door velen werd ont doken, en tevens, dat er vele honden rondliepen, die niemand toebehoorden. Eender hoofdredenen, waarom indertijd eene hon denbelasting hier is ingevoerd, was echter juist geweest, om deze zoogenaamd vagabpüdercnde honden tc doen opruimen. Vooral ook in vergelijking mot andere gemeenten in Friesland, was de opbrengst dezer belasting laag te noemen. Te Harliiigen, eene stad van niet meer dan 10,000 zielenwas de opbrengst ruim ƒ900. Het lage cijfer kwam echter nog meer uit bij vergelij king met de plattelands-gemeenten-vaar intusschen veel meer honden, ale voor het lo.:'.bouwbedrijf enz. gehouden, overeen Bijlage tot hot vers', dor handelingen van den gemeenteraad te euwarden, 1876. 109 komstig art. 253 der gemeentewet, voor eene mindere belasting worden aangeslagen dan, gelijk in dc rede ligtte Leeuwarden het geval kan zijn. Zoo trok de gemeente Wonsera deel (ruim 12,000 zielen) 1,260.—Opsterland (ongeveer 14,000 zielen) 1,215.Menaldumadecl (ruim 10,000 zielen) f 1,000. Tietjerksteradecl (omstreeks 13,000 zielen) ƒ930.Ferwerdera deel (8,500 zielen) ƒ860.Barradeel (8,000 adelen) ƒ780 jaarlijks uit deze belasting. Het eenige middel, om zich to vrijwaren tegen ontduiking der belasting, was, naar algemeen werd geoordeeld, de honden te voorzien van een plaatje of eenig ander konteekendat ze voor dc belasting waren aangeslagen, een middel, dat elders met. goed gevolg werd toegepast. Uwe commissie is het met de medegedeelde beschouwingen geheel eens en stelt mitsdien voor, burgemeester cn wethouders uit te noodigendon raad een voorstel in den aangegeven zin te doen toekomen. Bij de behandeling van deze zaak werd in dc 2e sectie door sommige leden nog de wenscli geuit naar liet vaststellen van een verbodom honden te bezigen tot trekdierenmet andere woorden de zoogenaamde liondekarren of -wagens fo verbieden. Honden waren gelijk die leden opmerkten geen trekdieren en het was altoos de vraag, of het exploiteren van honden tot genoemd einde soms niet zoodanig op hen terugwerktedat. hondsdolheid er uit voortvloeide. Niet ontkend werddat sommige dezer honden door de eigenaars goed gevoed en verzorgd werdenmaar er waren ook wel voor beelden van het tegendeel. De zaak had nog een ander nadeel. Bij de nadering van paarden werd door dc hondenvoor karren of wagens gespannenals instinctmatig een buitengewoon geblaf aangeheven,, dat ligt de paarden zoodanig kon verschrikken, dat de persoonlijke veiligheid op de openbare wegen er door in géVaar werd gobragt. Het bovenstaande komt uwer commissie van genoegzaam be lang voorom het aan de overweging van do commissie voor de strafverordeningen aaii te bevelen. Yolgno. 14. Opbrengst van de vise!tmarkt. Een lid van de le sectic wenschtc den vischhandel geheel onbelast tc laten, om daardoor den aanvoer van meer zeevisch tc bevorderencn alleen een politie-toezigt op de kwaliteit van dc visch hebben uitgeoefend. De andere loden waren liet hiermede niet eens. Dit zelfde is het geval met uwe commissie. Indien in den laatsten tijd al zeer weinig visch moge zijn aangevoerd, dan is, haar inziens, de reden daarvan niet gelegen in een bezwaar wegens het xnarktgeld, maar in de omstandig heid dat dc zeevisch meestentijds voor liet buitenland reeds op zee wordt opgekocht tot hoogerc prijzen, dan hier kunnen wor den bedongen. Yolgno. 15. Opbrengst der water-, kaai- cn wadgel den, Op de begrooting is hiervoor uitgetrokken ƒ4,720. A'olgens de dezer dagen plaats gehad hebbende verpachting kan dc opbrengst slechts worden ge steld op4,29G. Minder dus 424. Yolgno. 19. Opbrengst van gusregten. In afwachting van eene verlaging van den gasprijs van 10 op 9 cent per stèreis de opbrengst der gasregten reeds naar het lager bedrag uitgetrokken. Sommige loden van de 3e soctio betoonden zich echter niet genegenden prijs op 9 cent fo stellenmaar hemalthans voorloopig te houden op 10 centmet het oog zoowel op het klimmend cijfer van vele posten der begrooting iii 't algemeen, als op do vermeerderde uitgaven voor do gasfabriek in 't bij zonder. De overige leden voerden hiertegen aandat de ondervinding had geleerd, dat na elke verlaging van den prijs van het gas het verbruik daarvan aanzienlijk toenam en mitsdien daardoor geheel werd gecompenseerd de mindere ontvangst tengevolge der verlaging. Met den meeaten ernst moet ook uwe commissie do inwilli ging van hot kenbaar gemaakt verlangen ontraden. Wel is waar zalindien het dezer dagen door den raad genomen be sluit tot intrekking van dat, omtrent de heffing van gasregten, door den koning is goedgekeurd geen rekening meer behoe ven te worden gehouden met het in d?ze gemeente sedert 1865 ook op de gasregten steeds toegepast voorschrift van art. 254 der gemeentewet, doch dit mag, naar het gevoelen uwer com missie nog geen reden zijnom thans de fabriek tot eene bron van inkomsten voor de gemeente te maken endusdoende, een deel der ingezetenen, de gasverbruikersnog eens afzonderlijk te doen bijdragen tot de algemeene behoeften der gemeente. Er dient wel op tc worden geletdat de gemeenteraad tot de bedoelde intrekking is overgegaan, niet, omdat hij liet voor schrift van art. 254 der gemeentewet in casu niet langer heilzaam achtte, maar alléén, dewijl hij er, als ware liet, toe werd ge drongen door de bekende' circulaire van den minister van bin- nenlandsche zaken over de toepasselijkheid van meergenoemd wetsartikel op de heffing van gasregten. Niet minder bestrijding vond bij uwe commissie hei beroep op de vermeerderende uitgaven voor de gasfabriek zelve. Tegen over die uitgavenwier stijging alléén het gevolg is van het steeds toenemend gasverbruikstaan immers de inkomsten der fabriek, cn wel tut zóódanig bedrag, dat er waarlijk geen vrees voor behoeft te worden gekoesterddat zij niet voldoende zou den zijn, om de uitgaven te dekken. Veeleer is het tegendeel het geval. Zelfs schijnt uwer commissie de veronderstelling niet gewaagd, dat do dienst van 1877 gelijk tot dusverre nog dice dienstin weerwil eener verlaging van den gasprijs, ge heel steunende op den goedkooperen prijs der steenkoolnog wel een niet onbelangrijk overschot zal opleveren. Arolgno. 21 bb. Huw van de woning voor den marktmeester. Het is te verwachten, dat de thans bij hot terrein der vee markt in aanbouw zijn le woning voor den marktmeester in den loop van 1877, bijv. met do maand Mei, zal kunnen worden betrokken. De 2e see! c oordeelde, dat om deze redende voor gestelde memoriepost u een cijferpost diende te worden ver anderd. Uwe commissie is vr. i hetzelfde gevoelen. Dewijl echter, naar zij vermeent, het bed, g van dc door den marktmeester te be talen huursom nog a t is vastgesteld, laat zij de raming van de eventueel tc ontvangen huursom aan burgemeester en wet houders over. Aldus gerapporteerd iu de raadsvergadering van den 4 No vember 1876. C. W. A. BUMA, Rapporteur der \e sectie. A. DUPAIICBi; orteur der 2e sectie en algemeen rapporteur. P. D. K1JMMELL, Rapporteur der 3e sectie. MS310RIE van beantwoording door burgemees ter en wethouders opgemaakt naar aanleiding van het algemeen verslag der commissie van rapporteurs benoemd door de sectiën van den raad der gemeente Leeuwarden bij het onder zoek van de oatworp-begrooting van de inkom sten en ui tg;, ven dier gemeente over het dienst jaar 1877. Tor beantwoording van de op- en aanmerkingen, vei meld in bovengenoemd verslag, hebben wij de eer het volgende mede te doelen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1876 | | pagina 55